• No results found

Zittingsverslag. raad voor maatschappelijk welzijn dinsdag 01 december Verslaggever commissie welzijn dd. 24 november 2020: /

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zittingsverslag. raad voor maatschappelijk welzijn dinsdag 01 december Verslaggever commissie welzijn dd. 24 november 2020: /"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zittingsverslag raad voor maatschappelijk welzijn dinsdag 01 december 2020

Aanwezig:

Kurt Vanryckeghem: Voorzitter

Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove: leden vast bureau

Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle,

An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen: Raadsleden

Guido De Langhe: Algemeen directeur

Verontschuldigd/Afwezig:

Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden

Verslaggever commissie welzijn dd. 24 november 2020: / De vergadering vangt aan om: 22.11 uur

IN GEVAL VAN GEHEIME STEMMING, WORDT HET STEMBUREAU SAMENGESTELD DOOR DE VOORZITTER EN DE TWEE JONGSTE RAADSLEDEN UIT VERSCHILLENDE FRACTIES, CFR. HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN.

openbare zitting

1. mededelingen

- Volgende commissie welzijn: dinsdag 8 december 2020 (18.00u.)

- Volgende (financiële) raad voor maatschappelijk welzijn: dinsdag 16 december 2020 (19.00u.)

- Volgende raad voor Maatschappelijk Welzijn: dinsdag 12 januari 2021 aansluitend op de gemeenteraad (19.00u.).

- Besluit van Agentschap Binnenlands Bestuur: jaarrekening 2019 OCMW (vastgesteld door de raad op 7 juli 2020) is goedgekeurd.

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden

2. Woonzorgcentrum De Meers, heraanleg esplanade: goedkeuren ontwerp + vaststellen plaatsingsprocedure

In zitting van 25 maart 2020 werd infrabureau Demey uit Roeselare aangesteld om een ontwerp op te maken voor de heraanleg van de esplanade van het woonzorgcentrum De Meers. Na diverse overlegmomenten met de betrokken partijen, werd een ontwerp opgemaakt. De uitvoering van de werken is voorzien tegen de zomerperiode van 2021.

Raming: 115 120,01 euro incl. BTW

Plaatsingsprocedure: onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking

Nr raming Dienst Investeringsproject Budgetcode Toelichting Beschikbaar Vast te leggen MJP002478 GEB IP-AC000001 2211007/WONOUD/0953/01 De Meers - heraanleg € 24 500,00 € 115 000,00

(2)

esplanade

Te voorzien in eerstvolgende aanpassing meerjarenplan € 90 500,00

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om het ontwerp en de plaatsingsprocedure voor de heraanleg van het terras van het woonzorgcentrum De Meers goed te keuren.

Uitslag van de stemming:

- voor: 31 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen

- tegen: 0

- onthoudingen: 0

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 144.000,00 niet) en artikel 43;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Gelet op het besluit van het vast bureau in zitting van 25 maart 2020, waarin het infrabureau Demey uit Roeselare aangesteld werd om een ontwerp op te maken voor de heraanleg van de esplanade van het woonzorgcentrum De Meers;

Overwegende dat er na meerdere overlegmomenten met alle betrokken partijen een passend ontwerp hiervoor werd aangelegd, waarbij de uitvoering voorzien is tegen de zomerperiode van 2021;

Gelet op het ontwerp voor deze werken, met een raming van 115 120,01 euro incl. BTW;

Overwegende dat deze opdracht best gegund wordt via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Gelet op de kredieten, die deels voorzien zijn in het meerjarenplan met nr MJP002478, en die deels zullen bij voorzien worden in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan;

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 31

tegen: 0

onthoudingen: 0 Besluit:

Art. 1: Het ontwerp voor de heraanleg van de esplanade van het woonzorgcentrum De Meers, opgemaakt door het infrabureau Demey uit Roeselare, wordt goedgekeurd, met een raming van 115 120,01 euro incl. BTW.

Art. 2: Deze opdracht wordt gegund via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Art. 3: De kredieten voor deze opdracht zijn deels voorzien in het meerjarenplan met nr MJP002478, en zullen deels bij voorzien worden in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

3. goedkeuren reglement aanvullende financiële hulp

Het OCMW kan voorzien in diverse vormen van aanvullende financiële hulp. Dit kadert binnen de opdracht van het OCMW om “iedereen” een menswaardig bestaan te verzekeren en heeft als doel financieel tegemoet te komen indien het beschikbaar inkomen ontoereikend is.

(3)

Op 11 februari 2014 werd het principe van het huidige steunbarema toegelicht en goedgekeurd in het Bijzonder Comité voor de Sociale dienst. Rekening houdende met een snel veranderende en complexe maatschappij was het huidige principe aan een evaluatie toe. Tijdens de afgelopen maanden werden diverse stappen gezet om tot een nieuw voorstel van reglement te komen.

De basisfilosofie blijft behouden. Er wordt meer ingezet op het bestrijden van kinderarmoede, het dichten van de digitale kloof, bestrijden van energiearmoede en het vermijden van een activeringsval.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het reglement ‘aanvullende financiële hulp’

goed te keuren.

A1 amendement raadslid M. Vanlauwe namens groen op agendapunt 3. project aanvullende financiële hulp en specifieke steunvormen

Hoewel we het project AFH absoluut een verdienstelijk project vinden – waar onze groene fractie in het BCSD een mooie bijdrage heeft geleverd én waar gedeeltelijk rekening mee gehouden werd – hebben wij nog een paar fundamentele opmerkingen, die we in amendementen afzonderlijk ter stemming willen voorleggen.

ONZE AMENDEMENTEN

1 Het BCSD van Waregem garandeert een leefbaar en menswaardig inkomen op het niveau van de Europese armoedegrens gedurende het onderzoek van max. 3 maanden.

2 Bij alle berekeningen van de AFH zal het BCSD van Waregem schulden van cliënten zoveel mogelijk behandelen als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen individu en gemeenschap (art. 3.1).

3 Het BCSD van Waregem wil degressiviteit van de AFH enkel toepassen na 1 jaar en dit bij een voortdurend en totaal gebrek aan medewerking van de cliënt (art. 6.3).

- Raadslid, mevrouw Hilde Malfait, zegt dat zij dit samen met collega Vanlauwe zal toelichten. Iedereen heeft het amendement ontvangen en hopelijk ook doorgenomen. Alhoewel we een aantal opmerkingen hebben die we straks in amendementen ter stemming willen voorleggen, is het project aanvullende financiële hulp een verdienstelijk project. Het getuigt van een sterk inlevingsvermogen van de betrokken maatschappelijk werkers, die aanvoelen dat de bestaande minimumuitkeringen voor hun cliënten echt te laag zijn om een menswaardig leven te leiden. Het project is opgebouwd in overleg met externe partners, medewerkers van de diverse clusters van het welzijnshuis o.l.v. Els Degraeve en Darline Dhaene en met inbreng van de mandatarissen van het BCSD en hier willen we speciaal onze mandataris Dirk Loosveldt in de kijker zetten. Alle lof voor hun werk. Met onze Groene fractie, zijn we dan ook bijzonder blij dat heel wat van onze voorstellen en adviezen opgenomen zijn in het definitieve voorstel. Een kleine opsomming:

- een basisfilosofie die gebaseerd is op het grondrecht “Een menswaardig leven voor iedereen”

- de afstemming van het gezinsinkomen op het Waregems referentiebudget en op het gemiddeld gewaarborgd minimuminkomen, aangevuld met specifieke, gerichte financiële ondersteuning - inspelen op maatschappelijke evoluties:

1. stijging cijfers (kinder)armoede

1. de digitale kloof die in de coronacrisis schrijnend zichtbaar en voelbaar werd bij de meest kwetsbaren

2. stijging van de energiearmoede

3. nieuwe noden op het vlak van zorg en gezondheid.

Om het project zijn volle kracht, of nog meer kracht te geven, willen wij het voorstel amenderen op volgende essentiële punten:

1. Wij willen een leefbaar en menswaardig inkomen garanderen op het niveau van de Europese

armoedegrens gedurende het onderzoek van max. drie maanden zodat ook, in deze voor de cliënten uiterst moeilijke periode, extreme armoede kan vermeden worden en activering gefaciliteerd. Mensen in extreme armoede verkeren in een continue overlevingsmodus en zijn namelijk moeilijk te activeren. Een persoon in kansarmoede met een gezin ten laste ontvangt vandaag slechts 1 295 euro leefloon per maand. Na aftrek van huur, energie en andere vaste kosten blijft er amper gemiddeld 328 euro over om een maand met het gehele gezin van te leven. Probeer dat maar eens drie maanden lang.

Voedselpakketten waarvan je zelf niets eens de samenstelling kan bepalen, zullen hier maar weinig soelaas bieden.

2. Bij alle berekeningen van de financiële hulp willen wij de schulden van cliënten zoveel mogelijk

behandelen als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen individu en gemeenschap. In de vakliteratuur over het ontstaan van schulden lezen we dat het adagium ‘eigen schuld, dikke bult’ niet automatisch van toepassing is bij mensen met schuldenlast. Veel gedrag, ook als het gaat over geldzaken, wordt

veroorzaakt door meer onbewuste psychologische mechanismen waar mensen zelf weinig vat op hebben.

En vooral reclamemakers en marketeers spelen hier graag op in en verleiden mensen tot aankopen die ze zich eigenlijk niet kunnen permitteren. We kunnen dus best spreken van een gedeelde

verantwoordelijkheid tussen individu en gemeenschap.

(4)

3. Degressiviteit van de financiële hulp willen wij enkel toepassen na één jaar in plaats van na zes maanden zoals nu in het reglement, en dit bij een voortdurend en totaal gebrek aan medewerking van de cliënt.

Anne Van Lancker, voorzitter consortium Decenniumdoelen in Lokaal november 2020: ‘Ik denk dat het een verkeerd uitgangspunt is mensen een stuk van hun inkomen af te nemen en te denken dat ze daardoor sneller aan het werk zullen geraken. Mensen zijn pas klaar om een opleiding te volgen en aan het werk te gaan, als ze niet meer moeten vechten om te overleven.’

Indien deze essentiële punten gerealiseerd worden is het onze stellige overtuiging dat de implementatie van deze vernieuwde werkvorm aanvullende financiële hulp de actuele en toekomstige armoedebestrijding in Waregem een boost zal geven, mede dankzij de bijzondere deskundigheid en inzet van alle betrokken medewerkers van het Welzijnshuis. Is dit niet het geval, dan blijft de kans groot dat een grote groep van mensen in extreme armoede geduwd wordt meer bepaald:

- gedurende de eerste drie maanden van de begeleiding - mensen met schulden

- zij die hun uitkering vanaf zes maanden weer zien dalen naar een niveau ver onder de armoedegrens.

Wij stellen vanuit de Groen-fractie voor om de tekst van het reglement aan te passen aan onze drie amendementen, die we afzonderlijk ter stemming voorleggen.

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, geeft volgende tegenargumentatie:

1) Van bij de start wordt het recht op een menswaardig inkomen gegarandeerd via toekenning leefloon, vervangingsinkomsten, loon uit tewerkstelling. De termijn van drie maanden betreft een

maximumtermijn ten einde de maatschappelijk werkers in staat te stellen:

- zicht te krijgen op de sociale situatie, verzamelen van gegevens - na te gaan of de persoon de situatie niet zelf veroorzaakt heeft - alle rechten laten uitputten

- een juiste inschatting te kunnen maken in het kader van het activeringstraject.

De onderzoekstermijn kan korter zijn in die dossiers waar er vrij snel een zicht is op de financiële

situatie en of een activeringstraject al dan niet kan opgestart worden. Tevens kan er met terugwerkende kracht worden toegekend vanaf de maand waarin de aanvraag gebeurde of ambtshalve werd onderzocht (art. 10.2 in het reglement).

2) Het principe van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ wordt in veel van de tussenkomsten vertaald: bv.

cliënt betaalt de helft, de maatschappij legt de helft op (vb. energieschulden) , bv. tussenkomst in materiële zorg (gedeelde verantwoordelijkheid).

Is er sprake van hoge schuldenlast, dan moet de optie collectieve schuldenregeling overwogen worden.

Persoonlijk maakt de schepen nog de bedenking of er een maatschappelijk draagvlak is om op die manier de schulden te laten afbetalen door de gemeenschap. Met de collectieve schuldenregeling wordt de cliënt beschermd tegen de schuldeisers en kunnen er al heel wat zaken aangepakt worden. Wij zochten naar een evenwicht en staan er garant voor dat een aantal basisrechten niet in het gedrang komen in de tijd dat je deze schulden aanpakt.

3) Gedurende de eerste zes maanden wordt een aanvullende steun toegekend tot het bedrag van het gewaarborgd minimum maandinkomen. De omringende besturen doen al vanaf dag één een klein stukje minder om ook die tewerkstellingsimpuls te creëren. Wij geven de cliënten nog wat ruimte, want in zes maanden kan men al heel wat realiseren om werk te zoeken en zich te integreren in de maatschappij.

Via dit degressief systeem willen we vermijden dat mensen een lange tijd wennen aan een bepaalde financiële situatie en die dan uiteindelijk verliezen. We willen een belangrijk signaal geven dat deze steun een tijdelijke oplossing is en minder de kans geven om zich te settelen in een

afhankelijkheidspositie. Dit degressieve systeem is niet van toepassing bij mensen die niet toeleidbaar zijn tot de arbeidsmarkt. Er zijn voldoende zaken opgenomen in het reglement om dit te garanderen.

Het reglement biedt aan iedereen een gelijkwaardige behandeling.

- Raadslid, de heer Tom Demunter, zegt dat er op de commissie van 24 november een uiteenzetting gegeven werd over dit reglement. Tijdens die uiteenzetting vernamen we dat het Welzijnshuis een keuze heeft gemaakt tussen twee budgetsystemen: het Remi-systeem en het systeem van referentiebudgetten. Het stadsbestuur heeft gekozen voor dit laatste. In de uiteenzetting vernamen we dat er een meerkost is van 60 000 à 80 000 euro aan het gekozen systeem. Schepen Kerkhove gaf aan dat de kost zou gedragen worden door lokale middelen en dat dit een aanpassing aan het meerjarenplan zal vergen. In het federaal

regeerakkoord werd echter beslist dat de federale overheid twee maal 50 MIO euro voorziet voor steden en gemeenten die het Remi-systeem willen implementeren. Is het bestuur op de hoogte van de subsidies die voorzien zijn door de federale overheid voor het Remi-systeem? Wat zijn de voordelen van het gekozen systeem ten opzichte van het Remi-systeem? Wat houdt de meerkost van 60 000 à 80 000 euro in? Zijn er kosten verbonden aan het implementeren van het systeem of is dit een bedrag dat voorzien wordt voor de inwoners met financiële problemen? Indien het bestuur niet op de hoogte was van deze subsidie, is er dan alsnog een mogelijkheid om over te stappen naar het Remi-systeem?

(5)

- Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat dit geen opmerking meer is, maar een extra vraag. Er kan niet verwacht worden dat de schepen daar onmiddellijk een pasklaar antwoord op geeft.

- Raadslid, de heer Michiel Vandewalle, zegt dat zijn fractie de medewerkers van het Welzijnshuis wil bedanken voor het harde werk dat zij verzet hebben om een nieuw systeem voor financiële steun uit te werken. Met het amendement lijken de collega’s van Groen het nodig te vinden om zelf – na de uitgebreide bespreking in de schoot van het BCSD – de gemeenteraad te gebruiken om te laten uitschijnen alsof er niets gewijzigd is. Erger nog, nl. dat de cliënten van het OCMW erop achteruit zouden gaan. Dit doet afbreuk aan de inzet van de talrijke medewerkers van ons Welzijnshuis, die dag na dag met deze moeilijke problematiek in de weer zijn. Zijn fractie staat achter dit nieuwe reglement, zonder het amendement van Groen.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, reageert op het antwoord van schepen Kerkhove. Op het eerste

amendement zegt de schepen dat er een maximum periode van drie maanden is om onderzoek te doen. Soms gaat dit sneller, maar soms ook niet. Hij spreekt over een systeem van terugwerkende kracht. Dit is zo, maar als iemand vandaag honger heeft en geen geld heeft om een brood te kopen, wat is men met een systeem van terugwerkende kracht? Op het antwoord op het derde amendement heeft de schepen het over de

tewerkstellingsimpuls. Het is alsof de schepen geen vakliteratuur leest. De schepen stelt dat mensen hoe dan ook in staat zijn om impulsen te krijgen om te gaan werken of om taallessen te volgen en zich te integreren.

Maar als mensen geen of een veel te laag inkomen hebben, dan zijn ze daar niet toe in staat. Studies wijzen dat uit. Raadslid Vanlauwe begrijpt niet dat dit in Waregem anders is, ook al bewijst wetenschappelijk onderzoek het tegendeel.

- Raadslid, de heer Patrick Balcaen, zegt dat er veel mensen zijn die 45 jaar gewerkt hebben en een pensioen van 1 250 – 1 300 euro krijgen.

- Raadslid, de heer Tom Demunter, zegt dat hij geen reactie van de schepen gekregen heeft op zijn vragen.

Hij zou toch wat feedback willen krijgen, vooraleer te stemmen over dit punt. Weet het bestuur dat men subsidies kan krijgen voor het Remi-systeem?

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, zegt dat men niet gekozen heeft voor het Remi-systeem, omdat deze tool die de berekening maakt, een maandelijks bedrag voorstelt. De mensen moeten zelf spaarpotjes aanleggen voor onvoorziene kosten (schoolboeken, medische kosten, laptop, lidgeld sportclub, bosklassen

…). Als er zich plots andere kosten aandienen (belastingen, energie …) dan wordt al snel dit spaarpotje opgebruikt. Onze berekeningstool gaat uit van specifieke steunvormen. Dit is niet voorzien in de Remi-tool.

Wij kunnen met onze tool beter en gerichter steun bieden. Wat de federale subsidies betreft, zullen we dit bekijken. Het zou de schepen verwonderen dat men geen recht krijgt op subsidie als men kiest voor een andere tool die even goed is of beter en gebaseerd op wetenschappelijk inzicht.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, reageert nog op de sneer van raadslid Vandewalle. Zij is hier niet mee gediend. Hij laat uitschijnen dat Groen geen respect heeft voor het werk van de medewerkers van het Welzijnshuis. Collega Malfait heeft duidelijk gezegd dat Groen veel respect heeft voor de medewerkers en het geleverde werk. De opmerking van raadslid Vandewalle was beslist niet gepast. Dat de discussies gevoerd werden in het BCSD, en dat wij hier de kans niet meer zouden mogen nemen om er dingen over te zeggen, vindt het raadslid ook niet gepast. Het staat op de agenda van de raad, dus is het wel mogelijk. In het BCSD heeft de vertegenwoordiger van Groen suggesties gedaan. Een aantal dingen zijn opgenomen en de fractie is daar tevreden over. Er zijn nog suggesties ter sprake gekomen, die niet werden opgenomen en die zij hier nog eens onder aandacht wil brengen.

- Raadslid, de heer Tom Demunter, begrijpt van de schepen dat er geen contact geweest is met de federale overheid betreffende de subsidies.

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, zegt dat de keuze gemaakt is door de groep maatschappelijk werkers die het systeem zelf ontworpen hebben. Andere besturen zijn ook vragende partij om dit systeem te

implementeren omdat het zeer deskundig en goed in elkaar zit. Waarom zou ik nu onmiddellijk moeten beslissen om een goed systeem overboord te gooien en te kiezen voor iets waar de specialisten zich minder goed bij voelen, vraagt de schepen. Het kan zijn dat er subsidies aan verbonden zijn, maar dat is dan recent.

Dit zal bekeken worden met de groep van maatschappelijk werkers. Zij zijn al een heel jaar aan de slag om een goed product naar voor te brengen.

Uitslag van de stemming amendement 1:

- voor: 3 Inge Vandevelde, Marijke Vanlauwe, Hilde Malfait

- tegen: 27 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose,

Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Patrick Desmet, Patrick Balcaen - onthoudingen: 1 Tom Demunter

(6)

Uitslag van de stemming amendement 2:

- voor: 3 Inge Vandevelde, Marijke Vanlauwe, Hilde Malfait

- tegen: 27 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose,

Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Patrick Desmet, Patrick Balcaen - onthoudingen: 1 Tom Demunter

Uitslag van de stemming amendement 3:

- voor: 3 Inge Vandevelde, Marijke Vanlauwe, Hilde Malfait

- tegen: 27 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose,

Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Patrick Desmet, Patrick Balcaen - onthoudingen: 1 Tom Demunter

Uitslag van de stemming reglement:

- voor: 25 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose,

Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte

- tegen: 2 Patrick Desmet, Patrick Balcaen

- onthoudingen: 4 Inge Vandevelde, Tom Demunter, Marijke Vanlauwe, Hilde Malfait Afwezigheden bij deze punten: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, zegt dat er nog enkele artikels in het reglement zijn waar er

onduidelijkheden over zijn. Zij verwijst naar art. 6.1 waar staat: “alle inkomsten worden afgezet tegenover het referentiebudget en dat budget kan bepaald worden op het bedrag leefloon indien het referentiebudget lager zou zijn dan het bedrag leefloon waarop het gezin recht zou hebben”. Waarom staat er niet “wordt bepaald”? Is dit in het voordeel of nadeel van de cliënt?

- Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat de stemming gedaan is. Er is kans genoeg geweest om tussen te komen.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, zegt dat er zaken in het reglement staan die niet duidelijk zijn.

- Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat men de gelegenheid gehad heeft tijdens de commissie en voor de stemming om dit te vragen.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, zegt dat de maatschappelijk werkers in situaties zullen terechtkomen waarbij het reglement niet duidelijk is. Er staat bv. geen begrenzingsbedrag op een tussenkomst.

- Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat men dergelijke zaken in de commissie moet zeggen of vóór de stemming

De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het reglement aanvullende financiële hulp dat voorligt ter goedkeuring en dat tot doel heeft om een menswaardig bestaan te verzekeren door financieel tegemoet te komen indien het beschikbaar inkomen hiervoor ontoereikend is;

Gelet op de motivatie van Groen om het reglement te amenderen op volgende essentiële punten:

1. Het BCSD van Waregem garandeert een leefbaar en menswaardig inkomen op het niveau van de Europese armoedegrens gedurende het onderzoek van max. drie maanden

(7)

2. Bij alle berekeningen van de AFH zal het BCSD van Waregem schulden van cliënten zoveel mogelijk behandelen als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen individu en gemeenschap (art. 3.1)

3. Het BCSD van Waregem wil degressiviteit van de aanvullende financiële hulp enkel toepassen na één jaar en dit bij een voortdurend en totaal gebrek aan medewerking van de cliënt (art. 6.3);

Gelet op de afzonderlijke stemming per amendement, op vraag van Groen;

Gelet op de uitslag van de stemming amendement 1:

voor: 3

tegen: 27

onthoudingen: 1

Gelet op de uitslag van de stemming amendement 2:

voor: 3

tegen: 27

onthoudingen: 1

Gelet op de uitslag van de stemming amendement 3:

voor: 3

tegen: 27

onthoudingen: 1 Besluit:

Art. 1: De drie voorgestelde wijzigingen door Groen aan het reglement aanvullende financiële hulp worden niet goedgekeurd.

De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de goedkeuring van het steunbarema door het BCSD dd. 11 februari 2014;

Overwegende dat het reglement aanvullende financiële hulp tot doel heeft om een menswaardig bestaan te verzekeren door financieel tegemoet te komen indien het beschikbaar inkomen hiervoor ontoereikend is;

Rekening houdende met een snel veranderende en complexe maatschappij waardoor het steunbarema aan herziening toe was;

Gelet op de besprekingen in het BCSD dd. 21 september 2020 en dd. 12 oktober 2020;

Rekening houdende dat de beslissing betreffende het steunbarema genomen door het BCSD dd. 11 februari 2014 wordt opgeheven;

Overwegende dat het reglement in werking treedt vanaf 1 maart 2021;

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 25

tegen: 2

onthoudingen: 4 Besluit:

Art. 1: Het reglement ‘aanvullende financiële hulp’ (in bijlage gevoegd bij deze beslissing) wordt goedgekeurd.

Art. 2: Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 285 en 286 van het decreet Lokaal Bestuur.

Art.3: Het reglement treedt in werking vanaf 01 maart 2021 Bijlage:

Reglement aanvullende financiële hulp en specifieke steunvormen Artikel 1. Doel

1.1 Dit reglement kadert binnen de opdracht van het OCMW om “iedereen” een menswaardig bestaan te verzekeren en heeft als doel financieel tegemoet te komen indien het beschikbaar inkomen van betrokkene hiervoor ontoereikend is.

Artikel 2. Toepassingsgebied

2.1 Dit reglement is van toepassing op personen waarvoor het OCMW Waregem het bevoegd centrum is en die over een ontoereikend menswaardig inkomen beschikken en waar geen andere perspectieven zijn.

2.2 In elk nieuw dossier wordt binnen een periode van maximum 3 maanden na de aanvraag automatisch via een sociaal onderzoek afgetoetst of de persoon voldoet aan de voorwaarden van toepassing binnen dit reglement.

(8)

Artikel 3. Definities

3.1 Een aanvullende financiële hulp is een extra financiële steun met de bedoeling een financieel evenwicht na te streven. Hierbij wordt in het bijzonder rekening gehouden met:

 welbepaalde vaste kosten en uitgaven, mits voorleggen van betaalbewijzen

 gezinssamenstelling

 alle inkomsten

Aangezien deze aanvullende financiële hulp niet bedoeld is voor het aanzuiveren van schulden, wordt bij de berekening geen rekening gehouden met schulden. Bij sommige specifieke steunvormen, worden bepaalde schulden wel in rekening gebracht, net omdat ze een aantal basisvoorzieningen die mogelijks in het gedrang komen door een financieel onevenwicht willen garanderen.

3.2 Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die illustreren wat een gezin minimaal nodig heeft met het oog op een menswaardig bestaan. Dit Waregems referentiebudget is gebaseerd op een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader om de adequaatheid van inkomens te beoordelen volgens de specifieke leefsituatie en omstandigheden waarin gezinnen met verschillende samenstellingen verkeren.

3.3 Het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen is de absolute ondergrens voor het loon vastgelegd door de Nationale Arbeidsraad.

Artikel 4. Algemene toekenningsvoorwaarden aanvullende financiële hulp en specifieke steunvormen 4.1 De aanvullende financiële hulp en de specifieke steunvormen zijn geen onvoorwaardelijke toelage en

kunnen slechts in situaties toegepast worden waar geen andere perspectieven zijn, zoals tewerkstelling en/of uitputten van alle sociale rechten. Hiermee wordt het subsidiair karakter van de aanvullende financiële hulp onderstreept.

Betrokkene moet alle medewerking verlenen in de te ondernemen stappen om de situatie te verbeteren:

 betrokkene heeft de situatie niet zelf veroorzaakt bv. door het wegschenken van alle spaargeld,… Er moet transparantie zijn over alle inkomsten en eigendommen van alle gezinsleden die op hetzelfde adres wonen en tot hetzelfde huishouden behoren.

 betrokkene is verplicht om zijn/haar rechten uit te putten om het inkomen te verhogen. We denken hierbij aan: tewerkstelling, groeipakket, onderhoudsgeld, kost en inwoon van volwassen kinderen, mantelzorgpremie, integratietegemoetkoming, huurpremie/huursubsidie,

studietoelage,…

 betrokkene is verplicht de kosten te laten dalen.

o betrokkene is verplicht beroep te doen op sociale tarieven(telefoon, gas-en elektriciteit) indien hij voldoet aan de voorwaarden van het sociaal tarief en dit geen automatisch recht is.

o betrokkene moet de nodige maatregelen nemen om bij significant hoge telecomkosten en/of energiekosten over te schakelen naar gunstigere telecom- en/of energiecontracten.

o betrokkene moet zich inschrijven, zijn inschrijving actueel houden en een aanbod van een woning van de sociale huisvestingsmaatschappij en/of RSVK accepteren, indien betrokkene op deze wijze zijn vaste kosten kan laten dalen.

 er moet sprake zijn van een positief activeringstraject, tenzij er gezondheids- of billijkheidsredenen worden weerhouden.

4.2 Komen niet in aanmerking voor aanvullende financiële hulp/specifieke steunvormen:

 tijdelijke schorsingen in het recht op werkloosheidsuitkeringen

 schorsingen in het recht op ziekte- of invaliditeitsuitkeringen

 personen onder elektronisch toezicht

 personen met eigendom(men) in het buitenland

 personen die verblijven in LOI én materiële steun ontvangen

 personen die dakloos zijn of verblijven in een onthaaltehuis

 personen die illegaal op het grondgebied verblijven

 personen opgenomen in een woonzorgcentrum

4.3 Het BCSD kan indien aangewezen extra voorwaarden koppelen aan de toekenning met als doel het financieel evenwicht te herstellen of de financiële kwetsbaarheid te verminderen. Het BCSD kan ook afwijken van bovenstaande voorwaarden indien dit gemotiveerd kan worden.

Artikel 5. Sancties

5.1 Het niet nakomen van deze voorwaarden wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de sociale dienst en kan aanleiding geven tot stopzetting.

5.2 De toekenning van de aanvullende financiële hulp of specifieke steunvormen wordt herzien of beëindigd indien er:

 gewijzigde omstandigheden zijn die een invloed hebben op de rechten van de persoon;

(9)

 een wijziging van de reglementaire bepaling is;

 een juridische of materiële vergissing van het ocmw;

 verzuim, onvolledige en onjuiste verklaringen van de persoon.

Met het oog op een eventuele herziening moet de betrokkene onmiddellijk aangifte doen van elk nieuw gegeven dat een weerslag kan hebben op het hem toegekende bedrag of op zijn situatie als

rechthebbende.

Met hetzelfde oogmerk controleert het centrum geregeld, en minstens om de 6 maanden of de toekenningsvoorwaarden vervuld blijven.

De beslissing van de herziening heeft uitwerking op de eerste dag van de maand waarin de reden is ontstaan die aanleiding heeft gegeven tot de herziening. Ingeval van verzuim, onvolledige of onjuiste verklaringen van de persoon, wordt er teruggevorderd vanaf de datum waarop dit werd bewezen.

Artikel 6. Principes berekening aanvullende financiële hulp 6.1 Berekening inkomsten

 principe: er worden geen inkomsten vrijgesteld, dus alle inkomsten van alle gezinsleden inclusief het groeipakket en onderhoudsgeld worden in rekening gebracht. De studiebeurs, belastingteruggave, vakantiegeld en eindejaartoelage worden vrijgesteld.

 uitzondering:

o het spaargeld wordt vrijgesteld voor een maximum bedrag gelijkgesteld aan het gewaarborgd gemiddeld minimum inkomen + 20 % per kind ten laste en/of partner of inwonende volwassene, behalve in geval van tussenkomst in energie- en waterschulden en wintersteun.

o voor meerderjarige inwonende kinderen tot de leeftijd van 26 jaar die inkomsten verwerven wordt rekening gehouden met een forfait voor kost en inwoon.

 alle inkomsten worden afgezet tegenover het referentiebudget. Het referentiebudget kan bepaald worden op het bedrag leefloon indien het referentiebudget lager zou zijn dan het bedrag leefloon waarop het gezin recht zou hebben.

6.2 Berekening aanvullende financiële hulp

 de tussenkomst huur wordt berekend op basis van:

 reële huur

 bovengrens (hiervan kan afgeweken worden indien dit bijzonder gemotiveerd wordt)

 de tussenkomst energie/water wordt berekend op basis van:

 reële maandelijkse factuur of forfait

 bovengrens

 de tussenkomst voor hospitalisatieverzekering wordt betaald mits voorleggen van een betaalbewijs. De tussenkomst bedraagt 80% van de kostprijs met een begrenzing op jaarbasis en wordt berekend per 6 maanden.

 de tussenkomst voor familiale en brandverzekering wordt betaald mits voorleggen van betaalbewijs. De tussenkomst bedraagt 80% van de kostprijs en wordt berekend per 6 maanden.

6.3 vakantietoelage: de tussenkomst bedraagt € 35 per persoon en wordt uitbetaald eind juni.

Het toegekende bedrag wordt degressief toegepast.

 gedurende de eerste 6 maanden wordt het bedrag van de financieel aanvullende hulp begrensd tot aan het gemiddeld gewaarborgd minimuminkomen volgens de gezinssituatie van toepassing. Het bedrag aan steun dat na berekening gelijk aan of hoger ligt dan 10 euro per maand wordt uitbetaald.

 voor mensen die toeleidbaar zijn tot de arbeidsmarkt wordt vanaf 6 maanden het bedrag van de financieel aanvullende hulp elke 6 maanden verminderd met 25 % van het toegekend bedrag. Dit om een traject naar reguliere arbeid te stimuleren. Het bedrag aan steun dat na berekening gelijk aan of hoger ligt dan 10 euro per maand wordt uitbetaald.

Het Bijzonder comité van de sociale dienst kan via een individuele beslissing voor mensen die niet onmiddellijk toeleidbaar zijn tot de arbeidsmarkt hiervan afwijken en het toegekende bedrag pas later degressief toepassen.

 Voor onderstaande doelgroepen die niet meer toeleidbaar zijn tot de arbeidsmarkt, wordt het bedrag van de financieel aanvullende hulp niet degressief toegepast:

o pensioengerechtigden

o gerechtigden op een inkomens vervangende tegemoetkoming o personen +65 jaar die geen recht openen op een pensioen

Dit impliceert dat er wel steeds nog moet worden voldaan aan de algemene toekenningsvoorwaarden.

Artikel 7. Toekenningsvoorwaarden specifieke steunvormen

(10)

7.1 Tussenkomst energie- en/of waterschulden

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 de openstaande schuld wordt verondersteld in 12 maanden terugbetaald te worden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen zijn om deze afbetaling zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 de tussenkomst bedraagt de helft van de maandelijks afbetaling met een maximum van 1.250 euro per jaar.

 in geval van aflossingen via de budgetmeter wordt het totale bedrag van de aflossingen op jaarbasis van het voorbije jaar nagevraagd bij de distributienetbeheerder. In dit geval wordt de helft van de afbetaalde schuld met een maximum van 1.250 euro per jaar gestort op de budgetmeter.

7.2 Tussenkomst wintersteun

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er kan slechts wintersteun toegekend worden indien er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om zelf in te staan voor de aankoop van maximum 500 l mazout of één pallet pellets. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het

referentiebudget.

 wintersteun wordt beperkt tot een maximum van 2000l mazout of 3 paletten pellets per kalenderjaar.

 indien de aanvrager recht opent op een verwarmingstoelage toegekend door de programmatorische overheidsdienst maatschappelijke integratie, wordt deze financiële tussenkomst in mindering gebracht.

7.3 Tussenkomst in medische- en farmaceutische kosten

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget. Er wordt hierbij tevens rekening gehouden met de Maximum Factuur (MAF).

 onder medische kosten vallen:

o ambulante medische kosten namelijk (opleg)kosten van medische en paramedische kosten o vervoerskosten die aangerekend worden door de hulpverlener kunnen tot max3 euro per

verplaatsing ingebracht worden

o voor chiropractor, osteopaat, homeopathie en psycholoog geldt een beperking van 6 consultaties per jaar

 onder de farmaceutische kosten vallen:

o alle verantwoorde medische kosten die kaderen in de persoonlijke situatie, behandeling en gezondheid van de aanvrager. Dit kunnen zowel medicatie, als producten homeopathie zijn op doktersvoorschrift of met een gemotiveerd verslag van de arts waaruit blijkt dat het medisch noodzakelijk is.

 alle uitzonderlijke aanvragen dienen voorafgaand individueel besproken en gemotiveerd te worden op het Bijzonder Comité voor de sociale dienst mits voorleggen van een voorschrift en/of medisch attest en indien noodzakelijk een bestek: bv. poets- en/of gezinshulp, dagverzorging,

tandprothesen, orthodontie, kraamzorg, bril, revalidatiekosten, hoorapparaten, maaltijden aan huis, voorbehoedsmiddelen, uitbreiding consulten psycholoog, …

 nadat het verschuldigde bedrag betaald werd aan de zorgverstrekker wordt een teruggave aan 100

% uitbetaald.

7.4 Tussenkomst specifiek voor gezinnen met kinderen

7.4.1 Tussenkomst in maaltijden op school voor kinderen basis- en secundair onderwijs

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om de kosten voor de maaltijden zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 de gezinnen die voldoen aan de voorwaarden betalen zelf 1,5 euro per maaltijd in het

basisonderwijs en 2 euro per maaltijd in het secundair onderwijs. Het overige gedeelte wordt door de school rechtstreeks gefactureerd aan het OCMW.

7.4.2 Tussenkomst in schoolschulden voor kinderen basis- en secundair onderwijs

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

(11)

 de maximale termijn van financiële tussenkomst per kind is één jaar tijdens de schoolloopbaan in het basisonderwijs en één jaar tijdens het secundair onderwijs.

 de financiële tussenkomst in de openstaande schoolfacturen bedraagt maximum de helft van de maandelijkse factuur per kind. De maximale tussenkomst wordt geplafonneerd op 180,00 euro per jaar per kind.

 de financiële tussenkomst wordt rechtstreeks gestort naar de school.

7.4.3 Tussenkomst in materiële zorg voor kinderen basis- en secundair onderwijs

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 er kan zowel voor het basis- als secundair onderwijs een tussenkomst worden aangevraagd voor de aankoop van een fietshelm, bril (na teruggave ziekenfonds), jas, schoenen, turn-zwemkledij, sportschoenen/turnpantoffels, winteraccessoires (handschoenen, sjaal, …), schrijfmateriaal voor huiswerk, tandenborstel en tandpasta, pennenzak, boekentas, brooddoos, luizenbehandeling (shampoo, kam, spray), fiets, kleding- en schoenbudget, met een maximum tussenkomst per product. De maximum tussenkomst bedraagt 250 euro per jaar per kind.

 specifiek voor kinderen in het secundair onderwijs kan een extra tussenkomst worden aangevraagd voor de aankoop van studiemateriaal bv. schoolboeken (bij voorkeur 2e handsboeken) en/of materiaal noodzakelijk voor het volgen van specifieke richting,

vervoerskosten (bus- en/of treinabonnement), met een maximum tussenkomst per product. De maximum tussenkomst bedraagt 200 euro per jaar per kind.

7.4.4 Specifieke tussenkomst in digitale ondersteuning voor kinderen in het secundair onderwijs

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 er kan maximum 2 keer tijdens het verloop van de middelbare studies een tussenkomst worden aangevraagd voor de aankoop van een digitale apparatuur (zoals een laptop, pc,…) beperkt tot 1 per 2 kinderen uit hetzelfde gezin. De maximum tussenkomst bedraagt 350 euro, mits het voorleggen van een schoolattest waaruit blijkt waar de leerling ingeschreven is op school en in welk studiejaar hij zit. De 2de tussenkomst zal enkel worden verleend indien sprake is van een normaal slijtage/gebruik van het apparaat.

 alle uitzonderlijke aanvragen dienen voorafgaand individueel besproken en gemotiveerd te worden op het Bijzonder Comité voor de sociale dienst.

7.4.5 Tussenkomst in logopedie voor kinderen basis- en secundair onderwijs

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 een tussenkomst in de oplegkosten is enkel mogelijk op basis van een voorschrift van een zorgverstrekker.

 nadat het verschuldigde bedrag betaald werd aan de zorgverstrekker wordt een teruggave aan 100 % uitbetaald na tussenkomst mutualiteit of andere organisatie.

7.4.6 Sociaal tarief voor- en naschoolse kinderopvang voor kinderen basisonderwijs

 er kan een attest voor toepassing sociaal tarief kinderopvang worden afgeleverd aan de gemeentelijke opvanginitiatieven indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de

beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 indien de kinderen van een gezin voor- of naschools opgevangen worden door een privé-initiatief en niet in staat zijn om de volle kostprijs voor de opvang van de kinderen te betalen, kan een individuele tussenkomst aangevraagd worden. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget. Deze tussenkomst bedraagt maximum de helft van de totale kostprijs.

7.4.7 Tussenkomst in eerste- en tweede leeftijdsmelk en afkolfmateriaal

 we verwijzen naar artikel 4 voor de algemene toekenningsvoorwaarden.

 er zal slechts tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn om deze kosten zelf te dragen. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

 de tussenkomst is mogelijk tot het kind de leeftijd van 2 jaar heeft bereikt.

(12)

7.5 Tussenkomst in voedselpakketten in samenwerking met ‘t Kelderke vzw

 tijdens de eerste 3 maanden kan een tussenkomst in voedselpakketten worden gegeven zonder sociaal onderzoek.

 na deze periode zal er slechts een verlenging van de tussenkomst toegekend worden indien er onvoldoende middelen ter beschikking zijn. Deze afweging wordt gemaakt op basis van het afzetten van de beschikbare inkomsten tegenover het referentiebudget.

Artikel 8. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

8.1 De maatschappelijk werkers van de sociale dienst zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het sociaal onderzoek in het kader van de toepassing van dit reglement en verlenen op basis van dit onderzoek positief of negatief advies aan het Bijzonder Comité voor de sociale dienst .

8.2 Indien OCMW Waregem niet meer bevoegd is zal de tussenkomst stopgezet worden.

8.3 Het Bijzonder Comité voor de Sociale dienst neemt de beslissing over het al dan niet toekennen, verlengen, stopzetten of herzien van de aanvullende financiële hup en de specifieke steunvormen. De beslissing kan bij hoogdringendheid ook genomen worden door de Voorzitter van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst voor maximum 1 maand.

Artikel 9. Kennisgeving

9.1 De aanvrager wordt in kennis gesteld van de beslissing van het Bijzonder Comité van de sociale dienst via een brief binnen de 8 kalenderdagen na de datum van beslissing.

Artikel 10. Uitbetaling

10.1 De parameters voor het berekenen van de aanvullende financiële hulp en de specifieke steunvormen zijn gelinkt aan de gezondheidsindex en worden op het moment van de herziening van de aanvullende financiële hulp aangepast. Indien een aanpassing van de parameters of vastgelegde steunbedragen noodzakelijk is omwille van prijsstijgingen/prijsdalingen (bv. huurprijzen, energieprijzen,….) waardoor het bedrag aan aanvullende financiële hulp of een specifieke steunvorm niet meer overeenstemt met de realiteit, wordt goedkeuring gevraagd aan het vast bureau.

10.2 De aanvullende financiële hulp en de specifieke steunvormen worden toegekend met terugwerkende kracht vanaf de maand waarin de aanvraag gebeurde of ambtshalve werd onderzocht op voorwaarde dat aan de algemene toekenningsvoorwaarden werd voldoen. Er kan maximum 3 maanden worden

teruggekeerd.

Artikel 11. Inwerkingtreding

11.1 Dit reglement treedt in werking met ingang vanaf 1 maart 2021.

4. omzetten reglement toelage ondersteuning onthaalgezinnen

Vanaf het boekjaar 2020 werden de budgetten voor een aantal stedelijke toelagen overgeheveld naar het OCMW. Begin dit jaar werden reeds een aantal reglementen omgezet, maar het reglement voor de ondersteuning van onthaalgezinnen werd nog niet omgezet.

Het reglement werd inhoudelijk niet aangepast.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de omzetting van het reglement toelage ondersteuning onthaalgezinnen goed te keuren.

Uitslag van de stemming:

- voor: 31 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen

- tegen: 0

- onthoudingen: 0

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het reglement ondersteuning onthaalgezinnen en minicrèches laatst goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 april 2009;

(13)

Overwegende dat de budgetten voor de toelage ondersteuning onthaalgezinnen vanaf het boekjaar 2020 worden overgeheveld naar het OCMW;

Overwegende het voorstel om het reglement voor deze toelage, voorlopig te behouden en om te zetten, waarbij het reglement inhoudelijk niet wordt aangepast, maar uitsluitend wordt omgezet naar de actuele situatie;

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 31

tegen: 0

onthoudingen: 0 Besluit:

Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn geeft zijn goedkeuring om: het reglement betreffende ondersteuning onthaalgezinnen en minicrèches, laatst goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 april 2009, op te heffen.

Art. 2: De raad voor maatschappelijk welzijn geeft zijn goedkeuring aan het nieuwe reglement betreffende ondersteuning onthaalgezinnen en minicrèches .

Art. 3: Het reglement is in bijlage gevoegd bij deze beslissing.

Art. 4: Het nieuwe reglement geldt vanaf het jaar 2020.

Art. 5: Het nieuwe reglement wordt bekendgemaakt cfr. art. 285 en 286 van het decreet Lokaal Bestuur.

Bijlage:

Reglement ondersteuning onthaalgezinnen I. Doel

Artikel 1. Het stadsbestuur voorziet jaarlijks aan het lokaal overleg kinderopvang een subsidiebedrag van 8 000 euro. Het lokaal overleg kinderopvang werkt jaarlijks een voorstel van (materiële)

ondersteuning aan de onthaalouders uit, gebaseerd op dit reglement en binnen het vooropgesteld budget.

Artikel 2. Hiervan wordt 3 600 euro weerhouden voor de betoelaging van de diensten onthaalgezinnen. De overige 4 400 euro wordt geïnvesteerd in (materiële) ondersteuning van alle onthaalgezinnen en minicrèches.

Artikel 3. Het lokaal overleg kinderopvang wenst de onthaalgezinnen en minicrèches een materiële ondersteuning aan te bieden, waarbij aandacht besteed wordt aan het verbeteren van de kwaliteit en de veiligheid van de opvanginitiatieven.

Het lokaal overleg kinderopvang bepaalt jaarlijks welke materiële ondersteuning ter beschikking gesteld zal worden aan de onthaalouders en minicrèches, binnen het beschikbare budget.

II. Toepassingsgebied

Artikel 4. De diensten voor onthaalgezinnen moeten erkend zijn door Kind en Gezin en de onthaalgezinnen moeten aan de eisen van Kind en Gezin voldoen.

De dienst moet gevestigd zijn in Waregem, of minstens één persoon aanduiden die de dienst vertegenwoordigt en aangesteld is voor de Waregemse onthaalgezinnen van die dienst.

De dienst voor onthaalgezinnen wordt voor subsidiëring aanvaard na advies van het lokaal overleg kinderopvang.

Artikel 5. Voorwaarden om als onthaalouder of minicrèche beroep te kunnen doen op materiële ondersteuning zijn :

- de onthaalouder is op 1 januari van het refertejaar aangesloten bij een dienst voor

opvanggezinnen, die erkend is door kind en gezin of werkt als zelfstandig onthaalouder, onder toezicht van kind en gezin;

- de minicrèche staat onder toezicht van kind en gezin

- de onthaalouder en minicrèches zijn gekend bij het lokaal overleg kinderopvang en opgenomen in de digitale Kinderopvangwijzer

- de onthaalouder toont aan in het jaar voorafgaand aan het refertejaar minstens aan 2 vormingssessies te hebben deelgenomen.

III. Algemene toekenningsvoorwaarden

Artikel 6. Het bedrag van de stedelijke toelage ter ondersteuning van de diensten voor onthaalgezinnen wordt vastgesteld op 100 euro per Waregems onthaalgezin per dienst. Per dienst wordt een maximumbedrag van 1 200 euro toegekend. Het (eventueel) vrijgekomen budget wordt ter beschikking gesteld van de (materiële) ondersteuning van onthaalgezinnen.

Artikel 7. Jaarlijks maakt de dienst voor onthaalgezinnen een verantwoording van de besteding van de toelage over aan het lokaal overleg kinderopvang.

(14)

Artikel 8. De aanvragen voor betoelaging van de diensten onthaalgezinnen moeten uiterlijk zes maand na het verstrijken van het desbetreffende jaar in het welzijnshuis toekomen. De aanvragen moeten ieder jaar hernieuwd worden.

Artikel 9. Het welzijnshuis bezorgt de Waregemse onthaalouders jaarlijks in de maand januari een aanvraagformulier voor het bekomen van de materiële ondersteuning. De aanvraagformulieren dienen voor 31 maart ingevuld en voorzien van de nodige bewijsstukken terugbezorgd te worden aan het welzijnshuis.

Artikel 10. Het lokaal overleg kinderopvang organiseert jaarlijks vormingsinitiatieven voor onthaalouders.

De inhoud en vorm van de vorming wordt afgesproken binnen het lokaal overleg kinderopvang.

5. onroerende goederen: opheffen recht van opstal door het OCMW aan Belfius voor de gronden welzijnshuis/De Meers

Voor de bouw van De Meers en het welzijnshuis werd op 20 maart 2000 door het OCMW een recht van opstal verleend aan het voormalig Gemeentekrediet van België nv (nu Belfius Bank nv). Het recht van opstal omvat op vandaag nog de gronden kadastraal gekend Waregem 1ste afdeling, sectie C, nrs 1405/00M002 en

1405/00L002.

De financiering van het project werd ondertussen volledig terugbetaald. Om het OCMW ten volle eigenaar te laten worden van de gebouwen moet het recht van opstal opgeheven worden via authentieke akte.

De overdracht geschiedt om reden van algemeen nut, met name het vervroegd opheffen van het recht van opstal, gevestigd in het voordeel van het OCMW van Waregem voor de bouw van een rusthuis en het welzijnshuis.

Het opheffen van het recht van opstal gebeurt conform de voorwaarden van de ontwerpakte, opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties Gent met referte 10427.

De kosten voor het verlijden van de akte zijn ten laste van het OCMW.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om het recht van opstal aan Belfius op te heffen.

Uitslag van de stemming:

- voor: 31 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen

- tegen: 0

- onthoudingen: 0

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Overwegende dat het OCMW Waregem eigenaar is van de gronden thv de Zuiderlaan (Welzijnshuis en De Meers), kadastraal gekend Waregem 1ste afdeling, sectie C, nrs 1405/00M002 en 1405/00L002;

Gelet op de akte van 20 maart 2000 waarbij door het OCMW Waregem een recht van opstal werd verleend aan het voormalig Gemeentekrediet van België nv (nu Belfius Bank nv) voor de bouw van het

woonzorgcentrum De Meers en de gebouwen van het welzijnshuis;

Gelet op de verbeterende akte van 13 december 2001 en de akte verzaking recht van opstal van 15 november 2012, waarbij een deel van de gronden uit het recht van opstal werd gehaald;

Overwegende dat het recht van opstal op vandaag nog de gronden, kadastraal gekend Waregem 1ste afdeling, sectie C, nrs 1405/00M002 en 1405/00L002, omvat;

Overwegende dat de financiering van het project ondertussen volledig werd terugbetaald aan Belfius, waardoor het recht van opstal dient te worden opgeheven zodat het OCMW Waregem ten volle eigenaar kan worden van de gebouwen op de bovengenoemde gronden;

Overwegende dat de overdracht geschiedt om reden van algemeen nut, met name het vervroegd opheffen van het recht van opstal, gevestigd in het voordeel van het OCMW van Waregem voor de bouw van een rusthuis en het welzijnshuis;

Gelet op het ontwerp van akte, opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties Gent met referte 10427;

(15)

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 31

tegen: 0

onthoudingen: 0 Besluit:

Art. 1: Het recht van opstal verleend aan het voormalig Gemeentekrediet van Belgiën nv (nu Belfius Bank nv) volgens akte van 20 maart 2000 op de gronden kadastraal gekend Waregem 1ste afdeling, sectie C, nrs 1405/00M002 en 1405/00L002 wordt opgeheven.

Art. 2: Het opheffen van het recht van opstal, zoals vermeld in artikel 1, geschiedt conform de

voorwaarden zoals vermeld in de ontwerpakte, opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties Gent met referte 10427. De kosten voor deze akte zijn ten laste van het OCMW.

Art. 3: De overdracht van de onroerende goederen op de gronden zoals vermeld in artikel 1 gebeurt om reden van algemeen nut, met name het vervroegd opheffen van het recht van opstal, gevestigd in het voordeel van het OCMW van Waregem voor de bouw van een rusthuis en het welzijnshuis.

Art. 4: Opdracht wordt gegeven aan het vast bureau om alle formaliteiten voor het opheffen van dit recht van opstal te vervullen, alsmede volmacht om alle stukken en akten ervan geldig te ondertekenen.

Art. 5: De Bewaarder der Hypotheken wordt ontslagen van de verplichting om enige ambtshalve inschrijving te nemen.

6. goedkeuren niet-nominatieve toelagen instellingen en verenigingen Jaarlijks worden een aantal toelagen uitbetaald aan instellingen en verenigingen:

De toelage aan instellingen voor personen met een handicap wordt bepaald op basis van het aantal Waregemse personen die door de instellingen worden begeleid:

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Toelagen instellingen voor

personen met een handicap VZW Groep Ubuntu 600

VZW Heuvelheem 100

VZW VEBES Vereniging voor blinden en slechtzienden 740

M.S. Liga 260

VZW Victor 310

VZW Dienstverleningscentrum Heilig Hart 120 West-Vlaamse consultatiebureaus voor personen met

een handicap 80

VZW Sint Amandus 60

VZW Thuisbegeleidingsdienst Sint-Lievenspoort 40

VZW De Bolster 40

VZW WAAK 1000

VZW De Stroom 240

VZW De Branding 220

VZW BC. Spermalie - VZW De Kade 80

VZW Mariënstede 40

Ons Erf – familievereniging 40

Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen VZW 700

VZW Dominiek Savio Instituut 60

VZW KOCK De hoge kouter MPI 280

Zelfhulpgroep Vlaamse Parkinson Liga 410

West-Vlaams Observatie-& Therapeutisch centrum VZW

“ De Berkjes” 20

De Triangel 60

De Kindervriend 200

De Haerne club 300

De toelage aan instellingen voor gezinshulp wordt bepaald op basis van het aantal prestaties of consultaties die werden geleverd voor Waregemse personen.

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Instellingen voor gezinshulp Subs. aan instell. ten dienste

van gezinnen Familiehulp

1 895,00

(16)

Familiezorg West-Vlaanderen 2 275,00

Thuishulp – Bond Moyson 405,00

Solidariteit voor het gezin 365,00

Onafhankelijke thuiszorg verenigingen VZW 60,00 Toelagen thuisverzorging /

verpleging Thuisverzorging in Solidariteit 220,00

Thuisverpleging Bond Moyson West-Vlaanderen 210,00 Wit-gele kruis van West-Vlaanderen 1 070,00

Toelagen kinderwelzijn Kind en Preventie 470,00

VZW thuishulp Reddie Teddy consultatiebureaus 280,00

De toelage aan verenigingen van gepensioneerden wordt als volgt bepaald: 50 euro per vereniging, aangevuld met 1,5 euro per lid. Het saldo van het totale bedrag van 6 000 euro wordt toegewezen aan de

seniorenadviesraad.

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Toelagen verenigingen

gepensioneerden Neos Desselgem 290,00

Neos Waregem 387,50

Immer jong 215,00

Okra Beveren-Leie 429,50

Okra Desselgem 248,00

Okra Sint-Eloois-Vijve 194,00

Okra Waregem 930,50

S-plus Waregem 518,00

Vlaamse Actieve Senioren Waregem 185,00

50 actief Waregem 113,00

Gezinsbond GOSA 891,50

Seniorenadviesraad 1 598,00

De toelage aan verenigingen voor personen met een handicap wordt bepaald op basis van het

activiteitenverslag van het voorbije werkjaar. KVG Beveren-Leie, Desselgem, Ooigem en Recreas kunnen weinig of geen activiteiten voorleggen voor 2020 naar aanleiding van de coronacrisis.

Conform de Cultuurraad (goedkeuren subsidies socio-culturele verenigingen 2020) wordt er een gemiddelde van de toelage van de voorbije 3 jaar voorgesteld.

Toelagen verenigingen andersvaliden

2017 2018 2019 Toelage 2020

KVG Beveren-Leie, Desselgem,

Ooigem 523 515 540 526

Recreas 427 435 410 424

Bijzondere activiteiten 0

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de toelagen aan instellingen en verenigingen 2020 goed te keuren.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, vraagt toelichting bij twee zaken. Bij de toelagen instellingen voor personen met een beperking staat vzw Sint-Amandusinfo. Wat betekent dit?

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, zegt dat hij dit zal nazien en schriftelijk zal antwoorden.

- Raadslid, mevrouw Marij Vanlauwe, verwijst naar de toelagen voor gezinshulp en ziet dat er toelagen zijn voor thuisverzorging en thuisverpleging. Er wordt geld gegeven aan de koepelorganisaties. Is dit niet discriminerend ten aanzien van de zelfstandig verpleegkundigen?

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, zegt dat dit een goede bemerking is. Er zal gekeken worden om die niet- nominatieve toelagen in reglementen te verwerken naar de toekomst toe.

- Raadslid , mevrouw Hilde Malfait, zegt dat de seniorenadviesraad vermeld staat bij de verenigingen met een bedrag van 1 598 euro. Moet men dit zien als het overkoepelend orgaan van de verschillende

verenigingen en is dat de reden waarom het bedrag zo veel hoger is? Of is dat bedrag gebaseerd op het aantal leden?

- Schepen, de heer Joost Kerkhove, zegt dat de seniorenadviesraad afvaardiging heeft van alle mensen die daar boven staan. Zij zijn hierin gedelegeerd. De overschot gaat naar de adviesraad die ook heel wat

(17)

activiteiten organiseert die ten goede komt aan de verenigingen. Hij geeft het voorbeeld van de seniorenweek.

- Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat Sint-Amandusinfo wellicht een tekstuele fout is. Vzw Sint- Amandus is een psychiatrisch centrum in Beernem met een afdeling in Torhout. Wellicht is een bewoner van Waregem daar opgenomen en heeft het instituut zo subsidies verworven.

Uitslag van de stemming:

- voor: 31 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen

- tegen: 0

- onthoudingen: 0

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Overwegende dat de toelage voor verenigingen van personen met een handicap normaalgezien gebaseerd is op het aantal activiteiten;

Overwegende dat heel wat activiteiten door de coronacrisis niet konden doorgaan en verenigingen sterk leiden onder de corona-maatregelen en blijvende ondersteuning van belang is;

Overwegende dat er globale kredieten ingeschreven werden voor het toekennen van werkingstoelagen aan diverse sociale verenigingen en instellingen;

Gelet op het feit dat de raad voor maatschappelijk welzijn de initiatieven waardevol genoeg acht om te ondersteunen;

Gelet op de aanvraag- en verantwoordingsformulieren;

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 31

tegen: 0

onthoudingen: 0 Besluit:

Art. 1: De toelagen 2020 aan instellingen voor personen met een handicap, goed te keuren op basis van het aantal begeleide personen:

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Toelagen instellingen voor personen met een handicap

VZW Groep Ubuntu 600

VZW Heuvelheem 100

VZW VEBES Vereniging voor blinden en slechtzienden 740

M.S. Liga 260

VZW Victor 310

VZW Dienstverleningscentrum Heilig Hart 120

West-Vlaamse consultatiebureaus voor personen met een handicap

80

VZW Sint Amandus 60

VZW Thuisbegeleidingsdienst Sint-Lievenspoort 40

VZW De Bolster 40

VZW WAAK 1000

(18)

VZW De Stroom 240

VZW De Branding 220

VZW BC. Spermalie - VZW De Kade 80

VZW Mariënstede 40

Ons Erf – familievereniging 40

Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen VZW 700

VZW Dominiek Savio Instituut 60

VZW KOCK De hoge kouter MPI 280

Zelfhulpgroep Vlaamse Parkinson Liga 410

West-Vlaams Observatie-& Therapeutisch centrum VZW “ De Berkjes”

20

De Triangel 60

De Kindervriend 200

De Haerne club 300

Art. 2: De toelagen 2020 aan instellingen die gezinshulp bieden, goed te keuren op basis van het aantal prestaties of consultaties die werden geleverd voor Waregemse personen:

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Instellingen voor gezinshulp

Subs. Aan instell. ten

dienste van gezinnen Familiehulp

1 895,00

Familiezorg West-Vlaanderen 2 275,00

Thuishulp – Bond Moyson 405,00

Solidariteit voor het gezin 365,00

Onafhankelijke thuiszorg verenigingen VZW 60,00 Toelagen

thuisverzorging /

verpleging Thuisverzorging in Solidariteit

220,00

Thuisverpleging Bond Moyson West-Vlaanderen 210,00

Wit-gele kruis van West-Vlaanderen 1 070,00

Toelagen kinderwelzijn Kind en Preventie 470,00

VZW thuishulp Reddie Teddy consultatiebureaus 280,00 Art.3: De toelagen 2020 aan verenigingen van gepensioneerden, goed te keuren op basis van het aantal

leden:

Omschrijving artikel Vereniging Toelage 2020

Toelagen verenigingen

gepensioneerden Neos Desselgem

290,00

Neos Waregem 387,50

Immer jong 215,00

Okra Beveren-Leie 429,50

Okra Desselgem 248,00

Okra Sint-Eloois-Vijve 194,00

Okra Waregem 930,50

S-plus Waregem 518,00

Vlaamse Actieve Senioren Waregem 185,00

50 actief Waregem 113,00

Gezinsbond GOSA 891,50

Seniorenadviesraad 1 598,00

(19)

Art.4: De toelagen 2020 aan verenigingen voor personen met een handicap, goed te keuren op basis van de gemiddelde toelage van de voorbije 3 werkjaren.

Vereniging 2017 2018 2019 Toelage 2020

KVG Beveren-Leie, Desselgem, Ooigem

523 515 540 526

Recreas 427 435 410 424

Art. 5: Deze toelagen uit te betalen, mits door de begunstigde een aanvraagformulier en de nodige stukken werden ingediend.

7. aanpassen reglement gratis aanbieden van vuilniszakken

Recent gebeurden een aantal aanpassingen aan de kostprijs en de omvang van de restafvalzakken. Het reglement voor het gratis aanbieden van vuilniszakken in het kader van zorg aan personen met een bepaald ziektebeeld dient hierop aangepast te worden.

Er wordt voorgesteld om in plaats van 2 pakken grote vuilniszakken, 3 pakken kleine vuilniszakken aan te bieden. Het totale volume bedraagt in beide gevallen in de nieuwe situatie 120 liter.

Daarnaast wordt ook een verduidelijking voorgesteld waarbij mensen die in een gebouwencomplex wonen waar het afvalbeheer gemeenschappelijk gebeurt, geen aanspraak kunnen maken op de gratis vuilniszakken.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de voorgestelde aanpassing aan het reglement voor het gratis aanbieden van vuilniszakken in het kader van zorg aan personen met een bepaald

ziektebeeld goed te keuren.

Uitslag van de stemming:

- voor: 31 Kurt Vanryckeghem, Rik Soens, Jo Neirynck, Kristof Chanterie, Pietro Iacopucci, Philip Himpe, Maria Polfliet, Joost Kerkhove, Jules Godefroid, Bart Kindt, Guy Van den Eynde, Charka Dewaele, Marc Vercruysse, Kathleen Ravelingien, Geert Deroose, Inge Vandevelde, Tom Demunter, Nancy Vandenabeele, Kim Deplancke, Michiel Vandewalle, An Vanheusden, Margot Desmet, Elise Deprez, Sophie Demeulenaere, Jan De Graeve, Sven Goethals, Maxim Laporte, Marijke Vanlauwe, Patrick Desmet, Hilde Malfait, Patrick Balcaen

- tegen: 0

- onthoudingen: 0

Afwezigheden bij dit punt: Xavier Wyckhuyse, Henri Destoop: Raadsleden De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door de decreten van 17 december 1997, 14 juli 1998 en 7 juli 2006;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de goedkeuring van het reglement ‘gratis vuilniszakken in het kader van zorg aan personen met een bepaald ziektebeeld’ door de raad van maatschappelijk welzijn dd. 4 februari 2020;

Overwegende de recente wijziging aan de kostprijs en aan het volume van de restafvalzakken;

Gelet op de bespreking in de commissie welzijn van 24 november 2020;

Gelet op de uitslag van de stemming:

voor: 31

tegen: 0

onthoudingen: 0 Besluit:

Art. 1: het reglement voor het gratis aanbieden van vuilniszakken in het kader van de zorg aan personen met een bepaald ziektebeeld wordt als volgt aangepast: Het aantal gratis vuilniszakken wordt gewijzigd van 2 grote pakken naar 3 kleine pakken. Personen die in een gebouwencomplex met een gemeenschappelijk afvalbeheer verblijven worden uitgesloten van de gratis vuilniszakken.

Art. 2: het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 285 en 286 van het decreet Lokaal Bestuur

Art. 3 de wijziging aan het reglement gaat in vanaf 1 januari 2021.

Bijlage:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen deze overeenkomst engageren zowel VDAB als lokale besturen zich om ook voor dit thema samen te werken. In bijlage van dit actieplan wordt een lijst voorzien met

de heer Hasan Bilici, raadslid (s.pa); de heer Luk Huys, raadslid (N-VA); mevrouw Kelly Van Elslande, raadslid (N-VA); de heer Jan Snellings, raadslid (Vlaams Belang); de heer

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met betrekking tot het inschakelen van uitzendarbeid binnen lokaal bestuur Sint-Katelijne-Waver voor volgende

de heer Hasan Bilici, raadslid (s.pa); de heer Luk Huys, raadslid (N-VA); mevrouw Kelly Van Elslande, raadslid (N-VA); de heer Jan Snellings, raadslid (Vlaams Belang); de heer

De Raad voor Maatschappelijk welzijn beslist om het tarief van de voetverzorging voor bewoners van de WZC Kapittelhof en Hoevezavel te indexeren met ingang van 1 januari 2019,

Het is daarom aangewezen dat de raad voor maatschappelijk welzijn een raadslid aanduidt als plaatsvervangend vertegenwoordiger van het OCMW voor de algemene vergadering IOK,

de heer Filip Segers, voorzitter; de heer Walter Luyten, burgemeester; de heer Jozef Van de Pol, schepen; mevrouw Carine Couwenberg, schepen; de heer Patrick Van den Borne, schepen;

de heer Carl De Bie, voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn; de heer Luc Vleugels, voorzitter vast bureau; de heer Jan Moons, lid vast bureau; de heer David Geerts, lid