• No results found

[Uitzending nr.151: Introductie & Leviticus 1:1 en 2]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending nr.151: Introductie & Leviticus 1:1 en 2]"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending nr.151: Introductie & Leviticus 1:1 en 2]

Met deze uitzending maken we een begin met het lezen en bespreken van het Bijbelboek Leviticus. Het derde Bijbelboek van het OT. De namen van de eerste vijf Bijbelboeken in de Hebreeuwse Bijbel worden gevormd door de beginwoor- den. Het eerste woord van het Bijbelboek Leviticus is: wayyiqra’, het betekent: en Hij riep. De Septuaginta (LXX) heeft als opschrift Levitikon. De Vulgata heeft de term Leviticus. Deze namen van de oude Griekse en Latijnse vertalingen geven aan dat de Levieten in dit Bijbelboek een belangrijke rol spelen. Daarbij valt het wel op dat de Levieten alleen in Lev.25 worden genoemd. Waarschijnlijk is toch voor de naam ‘Leviticus’ gekozen omdat de afstammelingen van Levi levieten als ook priesters waren. Zij waren door de Here apart gezet voor de dienst in het heiligdom en dat vormt het centrale thema in Leviticus.

Bijbelgeleerden uit de 19e eeuw hebben met betrekking tot het auteurschap van Leviticus de opvatting verdedigd dat het Bijbelboek in de periode na de

Babylonische ballingschap gedateerd moet worden. Deze opvatting houdt verband met de door Wellhausen verdedigde hypothese dat de wetsteksten van latere datum zijn dan de profeten. Julius Wellhausen is één van de grondleggers van de moderne Bijbelkritiek. De naar hem genoemde school van Wellhausen hield zich bezig met onderzoek van het OT en met name met de bronnen die daaraan ten grondslag moeten hebben gelegen. De teksten van en over de wetten vormden daarin een latere 'stolling' van wat ooit een levende en charismatische beweging was.

De profeten, die deel uitmaken van deze levende beweging, worden gedateerd in de periode voor of tijdens de Babylonische ballingschap (586-539 v.Chr.). Hun geschriften zijn - in de opvattingen van de school van Wellhausen - ouder dan de latere 'gestolde' beweging van priesters. In de visie van Wellhausen wilden de priesters de authentieke ervaringen van de profeten vastleggen in wetten en regels. Op grond daarvan wordt het Bijbelboek Leviticus op een later tijdstip: in

(2)

Wij achten de bewijsvoering voor deze hypothese ontoereikend. Wij gaan er bij de verklaring van het Bijbelboek Leviticus van uit dat de inhoud van Leviticus afkomstig is van Mozes, al sluit dat een redactionele bewerking van sommige zaken (in het grotere kader van de eerste 5 boeken van de Bijbel) niet uit.

Vandaag is het interessant om te zien dat in het recente onderzoek 'de wet of Thora' in toenemende mate positief wordt gewaardeerd. Men stapt af van het standpunt dat de wetgeving een dode letter is, die het spontane leven doodt.

In toenemende mate verdedigen Bijbelgeleerden dat de OT wetgeving een samenhangend systeem vormt, dat een grote symbolische waarde bezit.

Tegelijkertijd komt er meer nadruk te liggen op structurele analyse, waardoor de bronnensplitsing steeds minder wordt aangehangen. Door opgravingen is ook duidelijk geworden dat de offerwetgeving goed past in de tijd van Mozes en hoeft niet 1000 jaar later pas zijn ontstaan. Mozes heeft opgeschreven wat de Here hem heeft gezegd. De persoon van Mozes valt niet erg op in Leviticus; dat was in Exodus anders. Het volle licht valt op de Here God Zelf, de dienst aan Hem, Zijn geboden en Zijn offers. Genesis handelt over de val van de mens. Exodus over de verlossing en Leviticus over de heiliging (de volledige overgave).

De grondgedachte wordt uitgedrukt door de steeds terugkerende uitdrukking:

Heilig u en wees heilig, want Ik ben heilig. Daarom moet u heilig zijn, omdat Ik heilig ben (Lev.11:44 en 45). Leviticus wil de heiligheid van de Here

bekendmaken en door de offers laten zien hoe een mens daaraan deel kan krijgen.

Leviticus maakt deel uit van een groter tekstgedeelte. Dit grotere tekstgedeelte overstijgt Leviticus en begint bij het verslag over de bouw van de tabernakel in Ex.25. Het eindigt met Lev.27 vers 34: Dit zijn de wetten die de Here op de berg Sinaï aan Mozes gaf voor het volk Israël. In het volgende Bijbelboek (Numeri) wordt begonnen met de voorbereidingen voor het vertrek van de Sinaï richting Kanaän.

Het gedeelte tussen Ex.25 en Lev.27 handelt over zaken die betrekking hebben op de dienst bij het heiligdom en op de dienst van de priesters.

(3)

Het grotere tekstgedeelte kan ook beginnen bij het begin van de verbondsluiting bij de Sinaï (Ex.19). Alles dat vanaf Ex.19 t/m Lev.27 wordt beschreven vindt plaats bij de Sinaï. Leviticus sluit rechtstreeks aan bij de beschrijving van de bouw van de tabernakel en bij het neerdalen van de heerlijkheid van de Here (Ex.40).

Na Ex.40 is de tabernakel voltooid en is de heerlijkheid van de Here erop neergedaald, maar het is nog niet mogelijk tot de Here te naderen!

Zelfs Mozes is het niet toegestaan de Here te ontmoeten. Maar, het is wel

noodzakelijk dat er toegang komt. De omgang met de Here is een onderdeel van het verbond. In het Bijbelboek Leviticus treft de Here God daartoe voorzieningen.

Hij geeft de middelen, waardoor Israël tot Hem kan naderen. Daarom mogen we het boek Leviticus niet geïsoleerd behandelen.

Als de Here God de tabernakel heeft gevuld met Zijn heerlijkheid lezen we in Ex.40:35, Mozes kon er niet binnengaan, want de wolk versperde hem de weg. Gelukkig bleef dat niet zo. De eerste woorden van het Bijbelboek Leviticus zijn: De Here riep Mozes en sprak tot hem vanuit de tabernakel. In het Hebreeuws draagt het Bijbelboek de naam: ‘en Hij riep’. Hiervoor had de Here vanaf de berg Sinaï met Mozes gesproken maar dat is nu anders. Nu spreekt de Here vanuit de tabernakel. Hij roept samen om Hem bij de tabernakel te

ontmoeten. De Here Zelf geeft onderwijs en instructies hoe Mozes en het volk zich voor Hem moeten gedragen.

De grondbetekenis van het woord kerk of gemeente is gebaseerd op het Griekse woord: ecclesia, het betekent letterlijk ‘eruit geroepen’ of ‘geroepen om samen te komen’. Vandaag roept de Here Zijn kinderen óók samen.

De Here Jezus roept om bij Hem te komen. Hij zegt: Mijn schapen luisteren naar Mijn stem en Ik ken ze (Joh.10). Luisteraar, geeft u gehoor aan de roepstem van de Here God!

(4)

Leviticus is het Bijbelboek van de eredienst en de aanbidding.

Offers, erediensten, voorschriften, instructies, wassingen, afkondigingen, heilige dagen, waarnemingen, bijzondere omstandigheden en waarschuwingen, het zijn allemaal zaken waar Leviticus vol van staat. Al de aanwijzingen worden gegeven om mensen (ook vandaag!) geestelijke waarheden te leren.

Paulus schrijft in 1Korintiërs 10 vers 11 (naar aanleiding van alles wat het volk Israël is overkomen en heeft meegemaakt): Dat is allemaal met hen gebeurd om een voorbeeld te stellen. En het is opgeschreven als een waarschuwing voor ons, die in het einde van\ de tijd leven.

Tegen de Romeinen zegt dezelfde apostel Paulus: De Boeken zijn geschreven om ons te leren. Wij lezen daar hoe mensen die God onder alles trouw bleven, steeds weer bemoedigd werden. En dat geeft ons nieuwe moed en goede hoop (Rom.15:4).

Als in deze verzen ‘De Boeken’ worden genoemd dan gaat het niet alleen over de Bijbelboeken van het NT maar ook over die van het OT. Petrus schrijft over het OT aan de gelovigen van het NT: En u hebt een bijna hemelse blijdschap, omdat u erop vertrouwt gered te zullen worden. De profeten begrepen niet wat die redding inhield. Hoewel zij er ijverig naar zochten en erover schre- ven, hadden zij nog heel veel vragen. Zij vroegen zich af wat de Geest van Christus, Die in hen was, bedoelde. Want Hij vertelde hun over de vreselijke dingen die Christus zou doormaken en over de heerlijkheid die daarop zou volgen. Het was hun niet duidelijk, wanneer en onder wat voor omstandig- heden dat allemaal zou gebeuren. Ten slotte werd hun duidelijk gemaakt dat die dingen niet tijdens hun eigen leven zouden plaatsvinden, maar pas veel later, in onze tijd (1Petr.1:9 t/m12).

Ook in Hebr.11:13 lezen we erover: Al deze mensen zijn in het vertrouwen op God gestorven, zonder te krijgen wat hun beloofd was. Zij hebben het alleen uit de verte gezien en waren blij. Zij kwamen er openlijk voor uit dat zij hier op aarde alleen maar gasten en vreemdelingen waren.

(5)

Leviticus geeft ook vandaag aan gelovigen prachtige instructies. Het laat Christus zien. Iemand heeft eens gezegd: Offers en ceremoniën zijn geen basis om je geloof op te bouwen – maar toch later ze ons Christus en Zijn geheimen zien.

Met symbolen, handelingen, gelijkenissen en voorstellingen openbaren ze ons de geheimen van God, het werk van Christus

Aanbidding is vandaag niet beperkt tot een bepaalde vorm van eredienst of alleen op een bijzondere plaats. Dat was wèl het geval bij de Israëlieten. De Here Jezus zegt tegen de Samaritaanse vrouw: Geloof Mij, er komt een tijd dat de mensen de Vader niet zullen aanbidden op de Gerizim en ook niet in Jeruzalem. U aanbidt blindelings, want u kent God niet. Wij weten wie wij aanbidden. Wij kennen God, want de Redder van de wereld komt uit het Joodse volk. Maar er komt een tijd, en die is er nu al, dat iedereen die de Vader echt wil aanbidden, dat overal kan doen, door de Geest die Waarheid schenkt. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden. God is Geest en wij kunnen Hem alleen aanbidden als onze aanbidding geestelijk en oprecht is (Joh.4:21 t/m 24).

Het Bijbelboek Leviticus wil ons óók leren hoe we ons moeten gedragen tegen- over de Heiligheid van de Here. Leviticus doet dat op twee manieren: In de eerste plaats laat Leviticus zien dat de weg naar de Here geopend wordt door boete- doening en verzoening. Dit begrip komt meer dan 45 keer voor in Leviticus. Het grondwoord betekent zoiets als af- of toedekken. Maar, het bloed van stieren en bokken kan nooit voorgoed met de zonden afrekenen (Hebr.10). Het bedekte de zonden totdat Christus kwam om ze allemaal weg te nemen.

Hebr.10:5 t/m 7:

Daarom heeft Christus, toen Hij in de wereld kwam, gezegd: God, U

verlangde geen offers of offergaven, maar U hebt Mij dit lichaam gegeven, om het als een offer te geven. Het offeren van dieren die voor U geslacht en verbrand werden om de zonden weg te nemen gaven U geen vreugde. Toen zei Ik: Hier ben Ik om Uw wil te doen, God, zoals in de Boeken staat.

(6)

Paulus zegt in Rom.3 vers 25: God heeft Christus Jezus gegeven als verzoe- ningsoffer. Door Zijn bloed zal de mens, wanneer hij gelooft, Gods recht- vaardigheid ontdekken. God gaat namelijk voorbij aan de zonden die eerder gepleegd waren, om uiteindelijk, in deze tijd, te laten zien hoe rechtvaardig Hij is. De zonden die eerder gepleegd waren, zijn o.a. óók begaan in de tijd van het OT.

Luisteraar, de Here heeft nooit het bloed van stieren en bokken met vreugde aanvaard als een volledige afbetaling van de zonden. Het bloed dat vergoten werd was een verzoening om de zonden te bedekken tot de komst van Christus.

In de offerdienst onder Israël zag de Here al vooruit naar Christus. Toen Hij kwam betaalde Hij voor alle zonden! Dat geldt voor het verleden, het heden en de toekomst. Lev.17:11, Want de ziel van het vlees zit in het bloed en Ik heb u het bloed gegeven om op het altaar te sprenkelen als verzoening voor uw zielen, het is het bloed dat voor de ziel verzoening doet. Zonder bloedver- gieten is er geen vergeving van zonden.

In de tweede plaats laat Leviticus zien dat een mens kan omgaan en wandelen met God door middel van heiliging. Het woord heiligheid komt meer dan 87 keer voor in Leviticus. In Lev.20:26 lezen we: Wees heilig voor Mij, want Ik ben heilig en Ik heb u afgezonderd van andere volken om Mijn eigendom te worden.

De Here gaf wetten die te maken hadden met ieder aspect van het dagelijkse leven van Zijn volk. Die wetten zijn (ook vandaag nog) van grote betekenis voor het geestelijke leven. Daarom is het mooi en zeer nuttig om het Bijbelboek Leviticus te bestuderen. Door het bloed van Christus is het voor een zondaar mogelijk om tot God te gaan. Hij heeft zich ook niet telkens weer geofferd, zoals de hogepriester, die elk jaar weer het Allerheiligste moest binnengaan om dierlijk bloed te offeren. Als dat nodig was geweest, had Hij vanaf het begin van de wereld telkens weer moeten lijden en sterven. Maar nu, tegen het einde van de eeuwen, is Hij eens en voor altijd gekomen om voor ons te

(7)

Zij die zijn verlost door het bloed van Christus moeten nu heilig leven, want zij leven voor de aanbidding van God. Hebreeën 13 : 20 en 21 zegt het zó: Ik bid dat de God van vrede, Die de Here Jezus, onze grote Herder, door het bloed van het eeuwige verbond uit de dood heeft laten opstaan, u alles zal geven wat nodig is om Zijn wil te doen. Dat Hij ons zó zal maken dat Hij, door Jezus Christus, tevreden over ons kan zijn. Aan Jezus Christus komt voor altijd en eeuwig alle eer toe. Amen.

Het Bijbelboek Leviticus is een opmerkelijk Boek. We moeten het lezen en bestuderen in het licht van het Nieuwe Testament.

Het Bijbelboek Leviticus heeft een eigen structuur en opbouw. De inhoud wordt (net als Deuteronomium) vooral gekenmerkt door een opsomming van wetten en instructies. Terwijl de verhalen in de Bijbelboeken Genesis, Exodus en Numeri een centrale rol innemen, komen er in Leviticus weinig verhalen voor. Ze zijn daar aanwezig waar wordt verteld dat de Here spreekt. Ook bevat Leviticus een uitgebreid verhalend gedeelte in de hoofdstukken 9 en 10. Deze verhalende gedeelten vervullen in de structuur van Leviticus een belangrijke functie.

De inhoud van het Bijbelboek Leviticus kan worden aangegeven aan de hand van de hoofdonderwerpen. In de 27 hoofdstukken onderscheiden we 7 hoofdthema’s:

In hoofdstuk 1 t/m 7 gaat het over de offerwetgeving. Offers tot eer van God, ter verzoening van de zonden van het volk en de instructies voor de priesters bij

de offers.

In hoofdstuk 8 t/m 10 gaat het over taak van de priesters. De priesterwijding, de introductie van de eredienst en de beperkingen van het priesterschap.

In hoofdstuk 11 t/m 15 gaat het om de reinheidswetten. Het onderscheid

tussen reine en onreine dieren en de onreinheid bij mensen.

In hoofdstuk 16 gaat het over de Grote Verzoendag.

In de hoofdstukken 17 t/m 25 is het hoofdthema de heiligheidswetten. Daarin gaat het over het offeren van het vee en over het bloed. Over het huwelijk en kuisheid. Er wordt opgeroepen tot heiligheid en er worden wetten voor gegeven.

(8)

Ook worden er in dit gedeelte vereisten gegeven voor de offerdieren. De voorschriften en kalender voor de heilige feesten. Daarna de regeling voor de gouden kandelaar en de tafel van de toonbroden. De straf op lastering van de

naam van God en de voorschriften voor het Sabbat- en Jubeljaar.

In hoofdstuk 26 gaat het over gehoorzaamheid, over zegen en vloek.

Hoofdstuk 27 sluit af met de laatste wetten over lossing bij een gelofte.

Leviticus 1 vers 1 en 2:

De HERE riep Mozes en sprak tot hem vanuit de tabernakel.

Hij droeg hem op de volgende voorschriften aan het volk Israël door te geven: Wanneer iemand van u de HERE een offer wil brengen, moet hij daarvoor een rund of een stuk kleinvee gebruiken.

De Here legt aan Mozes uit op welke wijze het volk voor Zijn aangezicht dierlijke offers moet brengen. In een algemene verklaring deelt de Here mee op welke wijze het brandoffer moet worden gebracht.

Het Hebreeuwse grondwoord voor offer (korban) is afgeleid van een werkwoord- stam dat ‘naderen’ betekent. Het is een algemeen woord in de Bijbelboeken Leviticus en Numeri. Het wordt gebruikt voor een offer waarmee degene die wil offeren nadert tot God.

Een brandoffer kenmerkt zich doordat het offerdier in zijn geheel wordt verbrand.

De tekst vermeldt dat het brandoffer kan worden gebracht door twee soorten offerdieren te nemen, namelijk: een rund of een stuk kleinvee. Dit is het enige vee, dat geofferd mag worden. Ander vee, zoals bijv. een ezel, mag niet op het altaar komen (Ex.34).

De reden waarom het offerdier volledig wordt verbrand, houdt waarschijnlijk verband met de opdracht tot volkomen toewijding aan God. Deze voorstelling is nauw verbonden met de Bijbelse oproep om de HERE met een volkomen

toegewijd hart te loven (Ps.86). Het is (ook vandaag) de houding die de Here God vraagt van een gelovige. De Bijbel waarschuwt voor het gevaar de Here met de mond te eren en niet met het hart (Matth.15:8).

(9)

Het brandoffer is het oudste offer dat bekend is. Het werd al gebracht door Abel, Noach en Abraham.

Onder Israël werden al deze offers gebracht op het koperen brandofferaltaar, maar omdat het een brandoffer was werd het ook wel een brandaltaar genoemd.

Het brandoffer is een afbeelding en heenwijzing naar het offer van Christus. Hij heeft de diepte van de God verlatenheid en de dood voor ons mensen gedragen.

Een mens kan van nature de volle betekenis van dit offer niet bevatten. Het stelt ons voor wat God in Christus ziet. Wij kunnen niet zoveel begrijpen als de Here God Zelf. Dit grote geheim kan alleen de Heilige Geest openbaren.

Christus ging voor mij op het brandaltaar. Paulus getuigt ervan in Efeziërs 5:2, Wees vol liefde, net als Christus, Die zoveel van u hield dat Hij zich voor u opofferde om uw zonden weg te nemen. God nam dit offer van Christus aan, het was als een heerlijke geur voor Hem.

God riep tot Mozes vanuit de tabernakel, niet langer vanaf de berg Sinaï. De roep van de HERE is hoorbaar voor hen die naar Hem willen luisteren. Dat is (ook vandaag) belangrijk om te zien. Ook vandaag roept God verzoenend tot mensen.

Zijn kinderen, Zijn kerk en gemeente zijn geroepen om de grote daden van Hem te verkondigen.

Al vragen Joden wonderen als bewijs en zoeken Grieken naar wijsheid, wij vertellen over Christus, Die voor ons aan het kruis gestorven is! De Joden ergeren zich daaraan en de andere volken vinden dat een grote dwaasheid.

Maar voor degenen die door God geroepen zijn, is Christus de kracht en de wijsheid van God (1Korintiërs1:22 t/m 24).

Wat een genade dat de Here vandaag nog steeds roept! Luisteraar, hebt u naar de Here geluisterd? Hij wacht op uw antwoord.

In de volgende uitzending lezen we verder. Lev.1:3 t/m 17.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Echte aanbidding betekent dat we Gods liefde, goed- heid en grootheid beantwoorden door onszelf aan Hem terug te geven.. Aanbidding draait niet om het bezoeken van een samenkomst

De vorige uitzending lazen we als laatste vers uit de eerste brief van Johan- nes, 1Joh.5:12 waar de apostel aan zijn lezers schreef: Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het

Maar nu heeft God Zich met u verzoend, door de dood aan het kruis van Zijn aardse lichaam.. Zo heeft Christus u heilig en zuiver gemaakt en in de dichte nabijheid van

Opnieuw sprak de HERE tegen Mozes en droeg hem het volgende op: Zeg Aäron en zijn zonen dat zij zorgvuldig moeten zijn en Mijn heilige naam niet mogen schenden door de heilige

En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest,... geboren uit de

Ze worden daarmee opgeroepen een leven lang christen te zijn en zelf helend en zalvend te zijn voor de mensen rondom zich?. De praktijk ziet er vaak minder

Het is een vrijmoedigheid die we ontvangen als nieuwe mensen, die ge- leid worden door de Geest en die niets meer willen dan leven en strijden voor de heerlijke Naam van

Ik denk niet dat ik daarin al geslaagd ben, broeders en zusters, maar één ding weet ik zeker – en daarbij vergeet ik wat achter mij ligt en strek ik mij uit naar wat voor mij ligt