• No results found

Boomtechnisch onderzoek. 10 platanen Waalstraat, Vlaardingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boomtechnisch onderzoek. 10 platanen Waalstraat, Vlaardingen"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boomtechnisch onderzoek

10 platanen

Waalstraat, Vlaardingen

(2)

OPDRACHTGEVER Gemeente Vlaardingen

PROJECTCODE 16308 DATUM 19 september 2016

(3)

SAMENVATTING

Bomenwacht Nederland heeft een boomtechnisch onderzoek uitgevoerd bij

10 monumentale platanen aan de Waalstraat te Vlaardingen. Het onderzoek omvat een kwaliteitsbeoordeling, een beheervisie en een groeiplaatsonderzoek. Aanleiding van dit onderzoek vormt de bestratingsopdruk die wordt veroorzaakt door de beworteling van de platanen. De gemeente Vlaardingen herstelt de bestrating al jaren met tijdelijke

maatregelen. Dit voorjaar heeft de gemeentelijke buitenploeg moeten vaststellen dat wortelsnoei niet meer mogelijk is en dat er geen tijdelijke oplossingen voorhanden zijn.

De gemeente Vlaardingen hecht veel waarde aan het behoud van de bomen, maar ook aan de veiligheid van de openbare ruimte.

Bij de kwaliteitsbeoordeling komen de 10 bomen uit in de categorie matig. Dit heeft met name te maken met de bestratingsopdruk. Bij 2 bomen is tevens sprake van mechanische gebreken in de kroon. Alle bomen zijn ingedeeld in de beheercategorie ‘Handhaving gewenst, wel zijn gericht maatregelen noodzakelijk’. Deze maatregelen dienen erop gericht te zijn de bestratingsopdruk voor de lange termijn terug te dringen of te verhelpen.

Uit het ondergronds onderzoek blijkt dat diverse typen beworteling zorgen voor de ernstige opdruk. De oorzaak van het ontstaan van bestratingsopdruk dient te worden gezocht in de ontoereikende groeiplaats. Er is onvoldoende organische stof aanwezig, er sprake van verdichting en mogelijk vertoont het grondwater een aanzienlijke fluctuatie in de winter.

De grondwaterstand wordt de komende winterperiode door de gemeente Vlaardingen gemonitord om hier meer duidelijkheid over te krijgen.

De meest boomvriendelijke, maar ook de meest ingrijpende optie om de

opdrukproblematiek te verhelpen is de aanleg van een (prefab) betonconstructie op palen.

Het wegprofiel dient hierbij te worden verhoogd. Dit in combinatie met de aanleg van een drukverdelende constructie ter hoogte van de parkeervakken of het omvormen naar halfverharding. De gelegenheid dient te worden aangegrepen om de groeiplaats van de bomen te verbeteren. De genoemde optie dient uitvoerig te worden getoetst op het gebied van waterbeheer en verkeersveiligheid. Met name waterbeheer is een belangrijk factor voor het slagen van deze variant. Met de steeds verder toenemende neerslaghoeveelheid in een kort tijdsbestek kan een ingrijpende profielwijziging leiden tot ernstig wateroverlast.

Indien de beschreven ophoging niet mogelijk is, is het verwijderen van boomwortels en het beperkt ophogen van de bestrating de enige, maar niet duurzame optie voor tijdelijk behoud van de bomen. Verwondingen aan en het verwijderen van boomwortels leiden tot een afname van de conditie, aantasting door houtrotveroorzakende schimmels, mogelijk acute stabiliteitsproblemen en een verhoogde kans op stambreuk of windworp in de toekomst.

Wanneer boomwortels worden gesnoeid, ontstaan op de snoeiwonden vaak meerdere nieuwe wortels. Dit verergert het probleem.

In het uiterste geval is vervanging van de bomen aan de orde. Na het verwijderen van de bomen kan ingezet worden op nieuwe bomen met een grote plantmaat en een ruime standplaats met de potentie om bomen te laten uitgroeien tot volwassen monumentale bomen. De grondwatermonitoring moet uitwijzen of de winterstand een beperking vormt voor het inrichten van de groeiplaats.

(4)
(5)

INLEIDING

In opdracht van de gemeente Vlaardingen, afdeling Openbare Werken, sectie Beheer Openbare Ruimte, de heer A.C. Bijl, heeft Bomenwacht Nederland een boomtechnisch onderzoek uitgevoerd bij 10 platanen aan de Waalstraat te Vlaardingen. Het onderzoek omvat een kwaliteitsbeoordeling, een beheervisie en een groeiplaatsonderzoek.

Aanleiding van dit onderzoek vormt de bestratingsopdruk die wordt veroorzaakt door de wortels van de platanen. Direct naast de bomen wordt geparkeerd. De rijweg die langs de bomen loopt, maakt deel uit van de route naar het centrumgebied en dient onder andere voor de bevoorrading van de winkels.

De doelstelling van het onderzoek is meerledig. Ten eerste dient de huidige kwaliteit van de bomen te worden vastgesteld, met speciale aandacht voor de bestratingsopdruk en het beheer van de boomkronen. Ten tweede dient voor de bomen een beheervisie te worden geformuleerd. Ten derde dienen door middel van een groeiplaatsonderzoek de wortelontwikkeling en de oorzaak van de bestratingsopdruk te worden vastgesteld.

Ten slotte dient een voorstel te worden uitgewerkt met mogelijke oplossingen om de opdrukproblematiek te verminderen of te verhelpen.

Het onderzoek is uitgevoerd op 4 juli 2016 door M.J.H. Arkesteijn (European Tree Technician), boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.

(6)
(7)

SITUATIE

De onderzoeksbomen staan aan de Waalstraat te Vlaardingen, ter hoogte van

huisnummers 28 tot en met 78. Het betreft 10 gewone platanen (Platanus x hispanica) die in een rij in de elementenverharding aan de rand van de rijweg staan. De onderlinge plantafstand bedraagt gemiddeld 9,5 meter.

De 10 platanen hebben een vastgestelde gemeentelijke monumentale beleidsstatus.

De stamdiameter varieert van 69 tot 106 cm, gemeten op 130 cm boven maaiveld. De kroondiameter bedraagt gemiddeld 15 meter en de boomhoogte ligt tussen 15 en 20 meter.

De boomkronen zijn in het verleden aan de zijden van de gevels ingenomen. Op de snoeiwonden ontwikkelen zich steeds nieuwe waterloten, die frequent worden teruggezet tot op de oude snoeiwonden. Zo wordt voorkomen dat kroondelen de gevels raken en over de woningen en winkelpanden groeien.

De bomen aan de voorzijde van huisnummers 46 tot en met 78 staan ongeveer in het midden van de ruimte tussen gevel en gevel. De bomen staan op het hoogste deel van het profiel. De parkeervakken en de rijweg lopen onder afschot richting de woningen en winkelpanden. In de lengterichting van de parkeervakken en de rijweg ligt een molgoot. Vanuit deze molgoot loopt het voetgangersgedeelte op richting de woningen en winkelpanden.

Bij de bomen ter hoogte van huisnummers 28 tot en met 46 liggen de parkeervakken onder afschot richting de rijweg. De rijweg ligt onder afschot richting een molgoot. Vanuit de molgoot loopt het voetgangersgedeelte weer op richting de woningen en winkelpanden.

In bijlage A is een overzichtstekening van de locatie opgenomen, waarop de onderzoeksbomen genummerd terug te vinden zijn.

Aan de Waalstraat wordt geparkeerd onder de boomkronen. De rijweg maakt als eenrichtings- weg deel uit van de route naar het centrumgebied en dient onder meer voor de bevoorrading van de winkels. Gelet op deze belangrijke functie dient de rijweg behouden te blijven.

De bestrating van het wegprofiel is vanwege de wortelproblematiek enige jaren geleden al versterkt onder afschot gelegd. Verder ophogen is niet mogelijk omdat de dorpelhoogte van de omliggende panden dit niet toelaat. De panden in de Waalstraat zijn niet onderheid.

De waterhuishouding zal door de zettingsproblematiek steeds problematischer worden, zo verwacht de gemeente Vlaardingen. Uit onderzoek van de gemeente is gebleken dat de bodemzetting 1,5 mm per jaar bedraagt.

De opdrukproblematiek die wordt veroorzaakt door de boomwortels, is al langere tijd aan de orde. Tot op heden kon de problematiek steeds tijdelijk worden verholpen door het

spaarzaam verwijderen van dunne wortels en het verhoogd aanleggen van de bestrating.

Volgens informatie van de gemeente Vlaardingen worden er jaarlijks herstel-

werkzaamheden aan de bestrating uitgevoerd. Om tot een enigszins acceptabele situatie te komen, zijn de laatste keer klinkers verwijderd of is de hoogte van de klinkers aangepast. In april 2016 heeft de buitendienst van de gemeente geconstateerd dat de hoeveelheid en de dikte van de boomwortels het niet meer toelieten om wortels te verwijderen en de bestrating aan te passen.

De gemeente Vlaardingen hecht veel waarde aan het behoud van haar monumentale bomen, maar ook aan het waarborgen van de veiligheid in de openbare ruimte.

(8)

ONDERZOEKSMETHODE

Hieronder wordt de methode van het onderzoek beschreven.

KWALITEITSBEOORDELING

De kwaliteit van elke onderzoeksboom is vastgesteld aan de hand van drie aspecten:

conditie, veiligheid en beheerbaarheid.

Bij de conditiebeoordeling is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de bladgrootte, -kleur en -bezetting. Tevens is er gelet op symptomen die wijzen op een aantasting (bijvoorbeeld door een insect of bacterie).

Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar biologische en mechanische aspecten die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit en breukveiligheid van de boom.

Voorbeelden hiervan zijn schimmelaantastingen, holten, zware takken en plakoksels.

Deze kunnen leiden tot een verhoogde kans op stambreuk, takbreuk en/of windworp.

De beheerbaarheid van elke onderzoeksboom is beoordeeld aan de hand van diverse factoren. Naast de conditie en veiligheid zijn onder andere ook de standplaats, de boomsoort, de resterende levensduur en het beoogde eindbeeld bepalend.

Naar aanleiding van de kwaliteitsbeoordeling is een advies opgesteld met veiligheids- en/of onderhoudsmaatregelen. Indien actieve veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren, is de boom benoemd als risicoboom. Vergen de afwijkingen in de huidige situatie (nog) geen actieve maatregelen maar is jaarlijkse inspectie wel gewenst, dan is de boom als attentieboom aangemerkt.

BEHEERVISIE

Bij de beheervisie zijn de onderzoeksbomen op basis van hun huidige kwaliteit en eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Er is daarbij vooral gekeken naar de toekomstkansen voor de bomen en de mogelijkheden om ze in het gebied

duurzaam te behouden.

Binnen de beheervisie wordt onderscheid gemaakt tussen bomen met een goede en een slechte toekomstverwachting. Bij een goede toekomstverwachting is het zeer wenselijk de betreffende bomen te handhaven, zodat ze gedurende langere tijd een positieve bijdrage kunnen leveren aan het omgevingskarakter. Bij bomen met een slechte toekomst- verwachting wordt handhaving als ongewenst beschouwd.

GROEIPLAATSONDERZOEK

Het groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd door (handmatig) een aantal profielsleuven te graven en profielboringen te verrichten in de zone rond de onderzoeksbomen. Met behulp van deze sleuven en boringen zijn het aanwezige bodemprofiel (bodemopbouw, -type en -structuur) en het bewortelingspatroon in beeld gebracht. Ook is de actuele

grondwaterstand bepaald.

(9)

Aan de hand van het bodemprofiel zijn de verschillende grondlagen, de diverse grondsoorten en de bodemvochtigheid in kaart gebracht. Het aanwezige bewortelings- patroon laat zien tot op welke diepte de beworteling zich heeft ontwikkeld, in welke kwaliteit en met welke hoeveelheid. Hieruit is af te leiden welke invloed de huidige samenstelling van de bodem heeft op de wortelontwikkeling.

(10)

Impressie van de Waalstraat. Ingenomen kronen aan de noordzijde van de Waalstraat.

Scheurvorming in een gesteltak bij boom 174. Ernstige bestratingsopdruk.

(11)

RESULTATEN

KWALITEITSBEOORDELING

Hieronder worden de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling besproken.

Per boom zijn de resultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

CONDITIE

De conditie is bij alle 10 bomen als voldoende beoordeeld. Na het innemen van de boomkronen wordt op de snoeiwonden steeds goed groeiend waterlot gevormd. In de bovenste helft van de kroon, waar geen ingrepen zijn uitgevoerd, is sprake van voldoende groei en een jaarlijks toenemend kroonvolume.

VEILIGHEID

De veiligheid is bij 8 bomen (nummers 175 tot en met 182) als voldoende beoordeeld.

Deze bomen vertonen geen noemenswaardige afwijkingen in het kader van de veiligheid en vereisen dan ook geen gerichte veiligheidsmaatregelen. Wel is bij bomen 176, 178 en 181 een holte met rotting aangetroffen in de stamvoet. De diepte van de holten varieert van 40 tot 60 cm. In relatie tot de omvang van de stamvoet zijn de holten en rottingen nog beperkt. Bovendien zijn bij het kloppen op de stamvoet nauwelijks klankafwijkingen waargenomen. Gesteld kan worden dat de aangetroffen gebreken in de huidige situatie geen veiligheidsrisico met zich meebrengen.

Bij 2 bomen (nummers 173 en 174) is de veiligheid als onvoldoende beoordeeld. Deze bomen vertonen afwijkingen die in de huidige situatie een veiligheidsrisico met zich meebrengen. Bij beide bomen is grof dood hout aangetroffen in de kroon. Boom 173 heeft een dode tak (diameter circa 15 cm) die is aangetast door Massaria. Ook boom 174 vertoont symptomen die (kunnen) duiden op Massaria. Tevens zijn bij deze boom lengtescheuren aanwezig in de onderste gesteltak aan de oostzijde van de kroon en is vochtuittreding waargenomen. Scheurvorming in een gesteltak duidt op overbelasting en een verhoogde kans op uitbreken.

Gelet op de veiligheidsrisico’s voor de omgeving zijn beide bomen als risicoboom geclassificeerd. Om het gevaar weg te nemen, zijn actieve maatregelen noodzakelijk (zie Conclusie en advies).

BEHEERBAARHEID

De beheerbaarheid is bij alle 10 bomen als onvoldoende beoordeeld vanwege de bestratingsopdruk. In de huidige situatie leidt de opdruk tot hinderlijke of zelfs gevaarlijke situaties.

Per boom is de mate van bestratingsopdruk terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

(12)

Met lichte bestratingsopdruk wordt een glooiende verharding zonder noemenswaardig onderling hoogteverschil tussen klinkers bedoeld. Bij matige bestratingsopdruk is sprake van een glooiende verharding en een onderling hoogteverschil van 2 cm. Bij ernstige bestratingsopdruk is sprake van een onderling hoogteverschil in de verharding van meer dan 2 cm.

Tijdens het onderzoek is tevens beoordeeld of het noodzakelijk is om de boomkronen ter hoogte van de gevels van de woningen en winkelpanden opnieuw terug te zetten, om overlast te voorkomen. Met uitzondering van boom 181 is de mate waarin takken overhangen en/of de gevel raken, beperkt. Op de oude snoeiwonden hebben zich 2- tot 3-jarige loten gevormd. Bij boom 181 raken enkele takken de gevel en/of dakkapel.

KWALITEITSBEPALING

Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is de kwaliteit van de onderzoeksbomen bepaald.

Alle 10 bomen vallen in de kwaliteitscategorie ‘matig’. Dit heeft met name te maken met de bestratingsopdruk. Bij bomen 173 en 174 is tevens sprake van mechanische gebreken in de kroon.

RESULTATEN BEHEERVISIE

Alle 10 bomen zijn op basis van hun huidige kwaliteit en de gesignaleerde beheerproblemen ingedeeld in de beheercategorie ‘Handhaving gewenst, wel zijn gerichte maatregelen noodzakelijk’.

Bij de bomen is sprake van aanzienlijke bestratingsopdruk, die leidt tot hinderlijke of zelfs gevaarlijke situaties.

De gemeente Vlaardingen heeft de uitdrukkelijke wens om deze monumentale bomen te handhaven, maar daarbij wel de bestratingsopdruk structureel aan te pakken.

(13)

RESULTATEN

GROEIPLAATSONDERZOEK

Het groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd bij 4 bomen (nummers 174, 177, 181 en 182).

Bij deze bomen zijn aan de rand van de rijweg, in de molgoot of in de parkeervakken profielsleuven gegraven en profielboringen uitgevoerd. Op de volgende pagina (10) zijn hiervan een aantal foto’s opgenomen.

BODEMPROFIEL

Op de diverse onderzoekslocaties is een homogeen opgebouwd bodemprofiel aangetroffen.

Het profiel bestaat voornamelijk uit uiterst humusarm fijn zand. Een afwijkend beeld is aangetroffen bij bomen 177 en 182. Bij boom 177 is tussen 40 en 80 cm diepte een droge, sterk veenhoudende zandlaag aangetroffen. Daaronder is tussen 150 en 170 cm diepte een laag puinhoudend, matig humeus fijn zand aanwezig. Bij boom 182 is tussen 70 en 110 cm diepte lutumhoudend zand aangetroffen. Met name de bovenste 50 cm van het profiel is sterk verdicht.

GRONDWATERSTAND

Het grondwater is aangetroffen op diepten variërend van 150 tot 170 cm beneden maaiveld.

Er is sprake van een beperkte capillaire stijging van het grondwater. Aan de roestvorming is te zien dat er sprake is van fluctuatie van het grondwater tot op maximaal 40 cm boven de actuele grondwaterstand. Aan de noordzijde van boom 174 bevindt zich aan de voorzijde van huisnummer 138 een peilbuis in het voetgangersgedeelte. In deze peilbuis is de grondwaterstand vastgesteld op 110 cm diepte. Het verschil met de genoemde diepten van 150 tot 170 cm is grotendeels te verklaren door het verschil in bestratingspeil.

Het betreft hier overigens wel de grondwaterstand in de zomerperiode. Volgens informatie van de gemeente Vlaardingen is er gedurende de winterperiode sprake van een hoge grondwaterstand. Tijdens het onderzoek zijn hiervan echter geen symptomen

waargenomen.

BEWORTELINGSPATROON

Bij alle onderzochte bomen is oppervlakkige intensieve beworteling aangetroffen onder de elementenverharding. De diameter van de beworteling varieert echter. Ter hoogte van bomen 174 en 177 zijn onder de rijweg en parkeervakken dikke boomwortels aangetroffen met een diameter tot 8 à 10 cm. Bij boom 181 zijn dichte kluwen fijne en dunne beworteling aangetroffen onder de molgoot. Vanaf 30 cm diepte zijn ook enkele dikke boomwortels aangetroffen. Vanaf 30 à 50 cm diepte neemt de intensiteit van de beworteling snel af.

Uit het onderzoek blijkt dat de boomwortels in contact staan met het grondwater.

Op enkele locaties ter hoogte van de parkeervakken, wat verder bij de bomen vandaan, zijn enkele klinkers gelicht om het type beworteling te beoordelen dat opdruk veroorzaakt.

Hier is hetzelfde beeld aangetroffen als in de profielsleuven, de diameter van de boomwortels varieert. In enkele gevallen zijn verdikkingen waargenomen op de wortels.

Deze zijn ontstaan door de vorming van wondweefsel als gevolg van (verkeers)belasting.

(14)

Overzicht bodemprofiel bij boom 174. Oppervlakkige dikke boomwortels onder de rijweg bij boom 174.

Oppervlakkige wortels bij boom 177. Oppervlakkige wortels bij boom 181.

(15)

CONCLUSIE EN ADVIES

Op basis van de resultaten volgen hieronder de conclusie en het advies.

KWALITEIT

Van alle 10 bomen is de kwaliteit als matig beoordeeld. Dit heeft met name te maken met de gesignaleerde bestratingsopdruk.

Bij bomen 173 en 174 is tevens sprake van mechanische gebreken die leiden tot een veiligheidsrisico voor de omgeving. Het wegnemen van de risico’s via een (relatief eenvoudige) snoeimaatregel komt weliswaar de kwaliteit van deze 2 bomen ten goede, maar vanwege de bestratingsopdruk zal de kwaliteit nooit voldoende worden.

BEHEERVISIE

Alle 10 bomen zijn ingedeeld in de beheercategorie ‘Handhaving gewenst, wel zijn gerichte maatregelen noodzakelijk’.

Het betreft hier maatregelen die erop gericht moeten zijn de bestratingsopdruk tot een acceptabel niveau terug te brengen en/of voor een langere periode te voorkomen.

GROEIPLAATS

Uit het groeiplaatsonderzoek blijkt dat ter hoogte van de rijweg, de molgoten en de

parkeervakken sprake is van oppervlakkige, (zeer) intensieve beworteling. De diameter van deze oppervlakkige beworteling varieert.

In sommige gevallen zijn kluwens dunne beworteling de oorzaak van de bestratingsopdruk.

In andere gevallen zijn juist dikke boomwortels of verdikkingen op wortels als gevolg van (verkeers)belasting de oorzaak van de opdrukproblemen.

De oppervlakkige wortelontwikkeling is het gevolg van een ontoereikende groeiplaats.

Tot aan het grondwater is hoofdzakelijk (uiterst) humusarm fijn zand aangetroffen. Door de parkeerfunctie tussen de bomen is de bodem ook nog eens sterk verdicht. Bomen die kampen met een ontoereikende groeiplaats vormen veelal oppervlakkige wortels, waarmee ze de organische stof kunnen benutten die via de voegen binnenkomt.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de boomwortels in contact staan met het grondwater.

Het grondwater is aangetroffen op een diepte variërend van 110 tot 170 cm. Het verschil in grondwaterpeil is grotendeels te verklaren door de hoogteverschillen in de bestrating (rijweg, parkeervakken, voetgangersgedeelte). Wel gaat het hier om het zomerpeil.

De gemeente Vlaardingen geeft aan dat er in de winterperiode sprake is van een hoge grondwaterstand. Tijdens het onderzoek zijn hiervan echter geen symptomen waargenomen.

Aanvullend onderzoek tijdens de winterperiode kan hierover uitsluitsel geven.

(16)

ADVIES AANPAK BESTRATINGSOPDRUK

Om de bestratingsopdruk voor een langere periode terug te dringen en/of te voorkomen, zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk.

Optie: forse ophoging met duurzaam behoud van de bomen

Een mogelijke optie is het ophogen van de rijweg en de parkeervakken met 25 à 30 cm, tot aan de molgoot en het voetgangersgedeelte. Na ophoging dient wel het hoogteverschil tussen de rijweg en parkeervakken enerzijds en het naastgelegen voetgangersgedeelte anderzijds te worden opgevangen. Ook dient er vanuit veiligheidsoogpunt een geleiding geplaatst te worden, ten minste in het verlengde van de rijweg. Bovendien moet de afvoer van regenwater voldoende geborgd zijn. Een dergelijke ingrijpende profielwijziging dient getoetst te worden door onder anderen de wegbeheerder en een verkeerskundige.

Met name de waterhuishouding is een cruciaal onderdeel, zorgvuldig onderzoek is dan ook van belang om de slagingskans van deze optie te vergroten.

Bij deze optie dienen de boomwortels aan de wegzijde opgenomen te worden in het cunet.

Duurzamer is het aanleggen van een drukverdelende (prefab)betonconstructie. Aan de wegzijde kunnen betonnen platen of balken aangebracht worden op betonpijlers. Door het creëren van een luchtlaag tussen het wortelgestel en de betonconstructie, ondervinden de boomwortels geen hinder door belasting. Op de betonnen constructie (en een vleilaag) kan de klinkerverharding worden aangebracht. De dikte van de constructie dient berekend te worden op basis van de maximale verkeersbelasting. Dit bepaalt ook de toepasbaarheid in deze situatie.

Onder de parkeervakken kan een drukverdelende sandwichconstructie worden aangelegd op een geprofileerde ondergrond. Deze constructie is geschikt voor lage tot middelzware belasting. Door de aanleg van een sandwichconstructie ontstaat een luchtlaag waarin zich geen wortels kunnen vormen. Op de krattenlaag (en een vleilaag) kan de klinkerverharding worden aangebracht. De minimale dikte van de deze constructie bedraagt circa 25 cm, uitgaande van enkele centimeters profilering met bomenzand, 85 mm hoogte voor de krattenlaag, 50 mm voor de vleilaag en 80 mm voor de klinkerverharding.

Zowel voor een (prefab)betonconstructie als voor een sandwichconstructie geldt dat de toegankelijkheid voor kabels en leidingen mogelijk minder wordt. Dit dient vooraf beoordeeld te worden.

In bijlage C is een principetekening opgenomen van deze optie.

Vanuit boomtechnisch oogpunt heeft het overigens de (absolute) voorkeur om de

parkeerfunctie onder de bomen op te heffen. Aan de zijde van de parkeervakken hebben de bomen namelijk de meeste beworteling gevormd. De bestaande parkeervakken zouden kunnen worden omgevormd tot halfverharding. Bijkomend voordeel is dan dat het regenwater sneller infiltreert. Omvorming van de parkeervakken tot beplantingsvakken is ook een optie. Vanwege de schaduw van de omvangrijke en dichte boomkronen zal de beplanting echter slecht tot ontwikkeling kunnen komen en daardoor niet of nauwelijks te beheren zijn. Ook is het de verwachting dat de beplanting te lijden zal hebben onder betreding door voetgangers.

(17)

Een omvorming van de parkeervakken biedt kansen om de groeiplaatsen van de bomen aanmerkelijk te verbeteren. Na het wegzuigen van het bestaande zand kan een nieuw substraat worden toegepast zoals teelgrond, bomengrond of bomenzand, al naar gelang de wijze van omvormen. Vanzelfsprekend is het van belang dat zo veel mogelijk boomwortels gespaard blijven. Binnen een straal van 3 meter rondom de bomen is het niet toegestaan machinaal te graven.

Wordt de parkeerfunctie gehandhaafd, dan kan bij toepassing van een sandwichconstructie de ondergrond ingevuld worden met bomenzand. Hoeveelheden van het toe te passen substraat zijn afhankelijk van de aanwezigheid van ondergrondse infrastructuur en het ambitieniveau.

Indien deze optie wordt uitgevoerd, schatten wij de toekomstverwachting voor de meeste bomen op zeker 15 jaar (op basis van de huidige boomtechnische kwaliteit). Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de toekomstverwachting na die 15 jaar, aangezien in de loop van de tijd diverse invloeden een rol (kunnen) gaan spelen die nu nog niet

voorzienbaar zijn.

Bij enkele bomen zijn holten aangetroffen in de stamvoet. Op dit moment is de inschatting dat deze gebreken binnen een termijn van 10 tot 15 jaar een probleem gaan vormen. Door het verbeteren van de groeiplaats kan de omlooptijd van deze bomen toenemen. In welke mate de omlooptijd toeneemt, is voor een groot deel afhankelijk van de hoeveelheid groeisubstraat dat kan worden verwerkt.

Om de (fluctuaties in de) grondwaterstand volledig in kaart te kunnen brengen, is het van belang deze in elk geval gedurende de komende winterperiode (2016 / 2017) te monitoren door middel van peilbuizen. Momenteel is een peilbuis aanwezig voor huisnummer 32.

Wij adviseren minimaal 1 extra peilbuis aan te brengen ter hoogte van de kruising met het Veerplein.

Kostenindicatie

Ten behoeve van de besluitvorming hebben wij voor deze optie een kostenindicatie opgesteld op basis van aannemersprijzen en referentieprojecten. In de kostenindicatie zijn uitsluitend boomtechnische maatregelen opgenomen. Werkzaamheden zoals afwatering, weggeleiding en dergelijke zijn buiten beschouwing gelaten. Na uitwerking van de volledige plannen met concrete hoeveelheden kan er eventueel nog een schaalvoordeel ontstaan.

De kosten van de aanleg van een drukverdelende (prefab)betonconstructie aan de wegzijde op basis van palen en elementen van gewapend beton, inclusief de aanleg van de

elementenverharding, bedragen naar verwachting € 300,- à € 400,- per m2.

De kosten van de aanleg van een drukverdelende sandwichconstructie aan de zijde van de parkeervakken op basis van kunststof kratten, inclusief de uitwisseling van bomenzand en de aanleg van de elementenverharding, bedragen naar verwachting € 150,- à € 200,- per m2. De kosten van de omvorming van de parkeervakken tot beplantingsvakken en/of een

halfverharding bedragen naar verwachting € 75,- à € 100,- per m2.

(18)

Optie: vervanging van de bomen

In het uiterste geval kan vervanging van de bomen een optie zijn. Bij het aanplanten van nieuwe bomen kan ingezet worden op goed ingerichte groeiplaatsen en een grote plantmaat. Afhankelijk van de beschikbare ondergrondse ruimte kunnen de groeiplaatsen wellicht zodanig worden ingericht dat er een boombeplanting kan worden gesticht met de potentie om zich uiteindelijk (weer) te ontwikkelen tot een rij monumentale bomen. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de aanleg van boombunkers, indien de grondwaterstand dat toelaat. Mogelijk negatieve effecten van het verwijderen van de bomen is een stijgende grondwaterstand in de zomer en een warmer stadsklimaat.

Kostenindicatie

De kosten van de aanleg van 1 boombunker van 45 m3inclusief de aanplant van 1 boom bedragen naar verwachting € 12.500,- à € 15.000,- (per boom).

Optie: beperkte ophoging met tijdelijk behoud van de bomen

Indien de beschreven forse ophoging niet mogelijk is, is het verwijderen van boomwortels en het beperkt ophogen van de bestrating de enige, maar niet duurzame optie voor tijdelijk behoud van de bomen. Om dit mogelijk te maken, is het wel noodzakelijk om dikke wortels te kappen. Dit is echter destructief voor de bomen en brengt risico’s met zich mee.

De stabiliteit van de bomen kan door schade en verlies van dikke (gestel)wortels in gevaar komen. Ook zal door het verlies van opnamecapaciteit de conditie van de bomen afnemen.

Daar komt bij dat de kans op infectie door houtrotveroorzakende schimmels toeneemt.

Na infectie kan er als gevolg van houtrot een verhoogde kans op breuk en/of instabiliteit ontstaan. Wanneer er geen houtrot optreedt, kunnen op de snoeiwonden meerdere nieuwe wortels gaan groeien. Dit verergert het opdrukprobleem.

Om veiligheidsrisico’s tijdig te kunnen constateren en waar mogelijk te verhelpen, zijn extra inspanningen noodzakelijk. Hierbij valt te denken aan extra visuele inspecties,

nader onderzoek met specialistische apparatuur en uitvoering van de daaruit voortvloeiende veiligheidsmaatregelen. Ondanks deze extra inspanningen zal houtrot veelal leiden tot een toenemend risico. Vanuit het oogpunt van veiligheid en duurzaamheid is dit dan ook niet de beste optie.

Indien deze optie wordt uitgevoerd, schatten wij de toekomstverwachting voor de bomen op 10 tot 15 jaar. Daarbij zullen de bomen niet gelijktijdig uitvallen, maar omvangrijke schade aan het wortelgestel heeft altijd zeer negatieve gevolgen op de toekomstverwachting voor bomen.

Kostenindicatie

De kosten van het ophogen van de bestrating, het uitvoeren van wortelsnoei en het herstraten bedragen naar verwachting € 50,- à € 75,- per m2.

De kosten van een nader onderzoek met specialistische meetapparatuur variëren van

€ 275,- tot € 575,- per boom (afhankelijk van het type onderzoek).

(19)

ADVIES VEILIGHEID EN ONDERHOUD

Voor de onderzoeksbomen adviseren wij de volgende veiligheids- en onderhouds- maatregelen.

Veiligheid

Wij adviseren bij bomen 173 en 174 het grove dode hout uit de kroon te verwijderen.

Bovendien dient bij boom 174 de gescheurde gesteltak aan de oostzijde circa 2 meter te worden ingekort tot op een goed groeiende zijtak.

Tijdens de uitvoering van deze snoeiwerkzaamheden dienen de kronen volledig te worden geïnspecteerd op symptomen die (kunnen) duiden op Massaria.

Het is raadzaam deze maatregelen op korte termijn (binnen 6 maanden) uit te voeren.

Vervolgens dienen beide bomen te worden gehandhaafd als attentieboom, dit vanwege de (mogelijke) aantasting door Massaria.

Onderhoud

Wij adviseren bij boom 181 enkele doorhangende zijtakken te verwijderen ter hoogte van huisnummers 74 en 76.

Overigens is het tijdens alle komende inspecties raadzaam om extra aandacht te besteden aan de mate waarin takken overhangen en/of de gevels raken. Door vervolgens de juiste (snoei)maatregelen uit te voeren, kan het ontstaan van overlast worden voorkomen.

Met het oog op de bestratingsopdruk wordt geadviseerd om deze tijdelijk te verminderen door plaatselijk klinkers te verwijderen en bijvoorbeeld koud asfalt toe te passen.

(20)
(21)

BIJLAGEN

BIJLAGE A Overzichtstekening

BIJLAGE B Registratieformulier

BIJLAGE C Principetekening

(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij een melding van graffiti met racistische of seksistische leuzen worden deze direct verwijderd door de gemeente, onafhankelijk van de eigenaar van het pand c.q.. In de binnenstad

de wet verderven als een werkverbond. En dan de wet der liefde, en het levengevend gebod des Evangelies, op haar puinhopen oprichten. Het gebod van Sion en het gebod

noch zal de gelukkige bezitter daarvan ooit genade vinden in de ogen der wereld of in de ogen van vleselijke belijders. Ik heb iemand gekend te Thames Ditton, die een grote

Nu, wanneer een mens met zijn zonde in zulk een staat is, dat er een heimelijk welgevallen van die zonde, die de meester in zijn hart speelt, bij hem gevonden wordt en dat

Uit dit alles besluit ik, dat liegen en de leugen lief te hebben; dat alle bedrieglijkheid en leugenwonderen; alle verachting en woede tegen God en zijn

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

Tekeningdetaillering en onderzoek naar het wortelstelsel van de bomen is essentieel om een reële inschatting te kunnen maken of de bomen bij een dergelijke planvorming te behouden

The aim of the Science article was “to show how relatively simple models can provide a broad biological understanding of the factor controlling disease persistence and recurrent