VRAGEN
door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.
2011 – Nr. 83.
VRAGEN van de ChristenUnie van de heer M. Verhoef betreffende het (niet) verwijderen van graffiti.
(Binnengekomen: 14 oktober 2011)
Aanleiding tot het stellen van deze vragen is de melding van een burger bij het loket Beheer en Verkeer graffiti te hebben gesignaleerd en de reactie erop, namelijk: ‘De gemeente verwijdert geen graffiti, alleen als het discriminerende leuzen betreft’. Van deze reactie stelde hij onze fractie op de hoogte.
Hoewel er ook een kunstvorm van graffiti bestaat wordt graffiti het meest beschouwd als uiting van vandalisme. Het gaat in onze vragen over graffiti in de vorm van bekladding.
In het handhavingsprogramma Stadstoezicht staat welke accenten het stadsbestuur wil geven aan toezicht en handhaving van overlastfeiten in de openbare ruimte. De basis hiervoor vormen de Algemene Plaatselijke Verordening, de Afvalstoffenverordening en de Wegen- en Verkeerswetgeving. Het gaat hierbij om de aanpak van diverse overtredingen, waaronder graffiti, aldus een gemeentelijke publicatie.
Naar aanleiding van de reactie van de gemeente op bovengenoemde melding hebben wij de volgende vragen.
1. Spoort deze reactie met het betreffende beleid van de gemeente?
2. Hoe verhoudt deze reactie zich tot Schoon, Heel, Veilig, het project waarin de gemeente samen met de regiopolitie en andere partijen werkt aan een schone, hele en veilige stad en tot het handhavingsprogramma Stadstoezicht?
3. Hoe verhoudt deze reactie zich tot wat staat in ‘Stad en Ommeland…’, veiligheidsanalyse Groningse binnenstad: uitgaansgeweld, maatregelen, effecten, namelijk: “De gemeente wordt verondersteld graffiti te verwijderen’
(blz. 23, COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement)?
4. Welke inspanning wordt door de gemeente verricht om de Stad graffitivrij te houden en de kosten van het verwijderen van graffiti te verhalen op de dader(s)?
2 Het college beantwoordt de vragen als volgt:
Groningen, 1 november 2011.
Uitgangspunt bij het beleid omtrent het verwijderen van graffiti is de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar van het desbetreffende pand c.q. object.
Dit betekent dat in beginsel de eigenaar graffiti dient te verwijderen. Voor de gemeentelijke eigendommen zoals kunstwerken, verkeersborden en (ondergrondse) containers doen we dit zelf en is dit opgenomen in de desbetreffende reguliere onderhoudsprogramma’s. Op dit algemene beleid is een tweetal uitzonderingen:
A. Racistische of seksistische leuzen.
Bij een melding van graffiti met racistische of seksistische leuzen worden deze direct verwijderd door de gemeente, onafhankelijk van de eigenaar van het pand c.q. object.
B. Binnenstad.
In de binnenstad is vanaf 2004 in het huiskamerproject aandacht geweest voor het verwijderen van graffiti. In een beperkt aantal straten1 wordt door de gemeente vervuiling door graffiti direct verwijderd. Door dit consequent te doen blijven deze straten schoner en gaat er ook een zekere ontmoediging voor de aanbrenger van uit.
De gemeente doet dit vooral om de binnenstad voor de diverse gebruikers (winkelend publiek en uitgaanspubliek) aantrekkelijk te houden. Momenteel is hiervoor een budget van € 20.000,-- beschikbaar.
In het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen is er in 2005/2006 een proef opgezet in de Oosterstraat met als doel de graffiti met 15% te verminderen. Ook hier ging het erom dat graffiti snel verwijderd zou worden. Na één jaar schoonhouden op kosten van de gemeente bleek echter dat minder dan 10% van de ondernemers bereid was om voor het schoonhouden van de straat een contract af te sluiten. De proef is daarna beëindigd.
In het kader van de handhaving is er een project opgezet waarbij er door de stads- wachten foto’s werden gemaakt van alle gemelde graffiti in de binnenstad. Deze werden dan door de politie bekeken om mogelijke "bekende" daders te achterhalen. In een beperkt aantal gevallen is dit ook gelukt. In de loop van de jaren werd de
verzameling foto’s onbruikbaar groot. Selectie via een computersysteem bleek praktisch niet werkbaar. Wel maken de stadswachten nog foto’s van "herkenbare"
graffiti; deze worden aan de regiopolitie doorgegeven voor verdere opsporing. De opsporing zelf is geen bevoegdheid van de gemeente.
Momenteel rest ons verbalisering op basis van "heterdaad". In de gevallen dat er een dader bekend is kan de eigenaar van het bekladde object de financiële schade op de dader verhalen. Dit is een civielrechtelijke procedure. Daarbij spelen slagingskans en mogelijkheden tot verhaal een rol. De dader krijgt uiteraard een procesverbaal (bestuurlijke strafbeschikking).
1 Het gaat hier om de volgende straten: gedeelte A-Kwartier(o.a. Hoekstraat/Muurstraat, Gasthuisstraatje, De Laan) Butjesstraat e.o. (Hardewikerstraat, Pausgang, Butjesstraat, Kleine Butjesstraat, Oude Boteringestraat) Tingtangstraatje, Winschoterkade, Steentilstraat. De keuze voor deze buurt/straten is o.a. op advies van Politie/meldpunt overlast.
3
In het licht van vorenstaande toelichting beantwoorden wij uw vragen als volgt:
1. De beantwoording was in lijn met het beleid.
2. De gemeente richt zich bij het verwijderen van graffiti in eerste instantie op haar eigen panden en objecten. In de binnenstad wordt een beperkt aantal straten op kosten van de gemeente schoon gehouden van graffiti. De stadswachten maken van "herkenbare" graffiti foto’s en geven deze door aan de regiopolitie voor verdere opsporing.
3. Zoals ook al bij vraag twee vermeld richt de gemeente zich specifiek op een beperkt aantal straten in de binnenstad.
4. Racistische en seksistische leuzen worden door de gemeente direct verwijderd.
Verder maakt de gemeente al haar eigen panden en objecten schoon van graffiti in de reguliere onderhoudsprogramma’s.
Civielrechtelijke procedures zijn er niet gevoerd. Daarbij hebben slagingskans en mogelijkheden tot verhaal mede een rol gespeeld.
