• No results found

Kostentoedelingsonderzoek Waterschap Aa en Maas 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kostentoedelingsonderzoek Waterschap Aa en Maas 2019"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kostentoedelingsonderzoek Waterschap Aa en Maas 2019

30 maart 2018

(2)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Verantwoording

Titel Kostentoedelingsonderzoek Waterschap Aa en Maas 2019

Opdrachtgever Waterschap Aa en Maas

Projectleider Xander Tekelenburg

Auteur(s) Sanne Huisman en Xander Tekelenburg

Projectnummer 1262634

Aantal pagina’s 14

Datum 30 maart 2018

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Colofon

Tauw bv Handelskade 37 Postbus 133 7400 AC Deventer T +31 57 06 99 911 E info.deventer@tauw.nl

(3)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Inhoud

1 Inleiding ... 4

2 Berekening waardeverhouding watersysteemheffing ... 5

2.1 Waardebepaling ... 5

2.2 Oppervlaktebepaling ... 7

2.3 Waardeverhouding watersysteemheffing ... 10

3 Categorale kostentoedeling watersysteemheffing ... 12

3.1 Ingezetenenaandeel ... 12

3.2 Categorale kostentoedeling ... 13

Bijlage 1 Gebruikte referentiegegevens ... 14

(4)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

1 Inleiding

Met de herziening van de Waterschapswet zijn vanaf 1 januari 2009 regels van kracht om de bijdragen van de diverse categorieën belanghebbenden in de kosten van het

watersysteembeheer vast te stellen. Door het waterschap Aa en Maas is aan Tauw gevraagd de in 2013 berekende waardeverhouding te herzien en daarbij rekening te houden met actuele waardegegevens, actuele oppervlakten en de nieuwe afbakening van de categorie natuur.

Er is een wettelijke verplichting om de kostentoedelingsverordening tenminste eenmaal in de vijf jaren te herzien. De laatste kostentoedelingsverordening waarvoor de waardeverhouding is herzien dateert uit 2014. Om deze reden is het noodzakelijk om in 2019 een nieuwe kostentoedelingsverordening vast te stellen.

Voor het actualiseren van de waardeverhouding van de watersysteemheffing wordt verwezen naar twee jaren, op basis waarvan de berekening van de waardeverhoudingen heeft plaats gevonden:

 2012: deze getallen zijn gebaseerd op de vigerende kostentoedelingsverordening met als peildatum 1 januari 2012

 2017: voorliggend onderzoek op basis van peildatum 1 januari 2017

De gehanteerde methode wordt door Tauw voor verschillende andere waterschappen toegepast bij kostentoedelingsonderzoeken en is gebaseerd op het wettelijk en praktisch kader vastgelegd in de Waterschapswet en bijbehorende informatie.

Dit rapport begint met een beschrijving van de volledige herziening van de waardeverhouding van de watersysteemheffing in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt de categorale kostentoedeling gepresenteerd van de watersysteemheffing.

(5)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

2 Berekening waardeverhouding watersysteemheffing

Een kostentoedelingsonderzoek start met het berekenen van de waardeverhouding door de waarde en oppervlakte te bepalen van de categorieën Ongebouwd, Natuur en Gebouwd.

2.1 Waardebepaling

De waardeverhouding tussen de categorieën ongebouwd, natuur en gebouwd voor de watersysteemheffing is gebaseerd op de Handleiding Rekenmodel belastingstelsel 2009 en Geowijzer van de Unie van Waterschappen (januari 2008). De Handleiding beschrijft vooral de berekening van de waardeverhouding met de onderliggende uitgangspunten. De Geowijzer beschrijft welke bronnen gebruikt moeten (kunnen) worden voor de berekening van de

oppervlakte per (ongebouwde) belangencategorie. Voor het bepalen van de waardeverhouding is verder de Taxatiewijzer, die de waarde van de openbare landwegen en spoorwegen berekent, van belang. In tabel 2.1 is de waarde per belangencategorie (per ha) weergegeven.

Waarde (spoor)wegen

Voor de waarde van de (spoor)wegen zijn de waarden per hectare bepaald met als basis de Taxatiewijzer wegen en spoorwegen van de Unie van Waterschappen met waardepeildatum 1 januari 2012. Voor de nieuwe waarde is de Taxatiewijzer geactualiseerd naar peildatum 1 januari 2017. Deze actualisatie bestaat uit het aanpassen van het prijspeil en een update van het (spoor)wegennet. De waardestijging voor wegen tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2017 bedraagt 4,6 % en voor spoorwegen 6,2 %. De verandering is te verklaren door een stijging van arbeid en de grondstofprijzen voor wegen en spoorwegen.

Waarde agrarische en overige gronden

Voor de waarde van agrarische grond is gebruik gemaakt van de Grondprijsmonitor van ASR, samengesteld in samenwerking met Kadaster en Wageningen Economic Research (voorm. LEI)1. De waarde van de agrarische en overige gronden is tussen 2012 en 2017 gestegen met 5,9 %.

Sinds 2012 is een sterke stijgende trend van de waarde van agrarische gronden waarneembaar.

Dit komt overeen met de landelijke trend. De relatief hoge stijging van agrarische gronden in Nederland is het gevolg van schaarste; het areaal is beperkt en de vraag groot. De vraag naar grond komt zowel van binnen de landbouw als van buiten de agrarische sector. De schaarste aan grond leidt bij grondgebonden agrarische bedrijven zoals melkveehouderij- en

akkerbouwbedrijven tot een enorm vermogensbeslag. Grond is voor die sectoren immers een noodzakelijk productiemiddel2.

1 https://asrvastgoedvermogensbeheer.nl/landelijk-vastgoed/grondprijzen/noord-nederland (d.d. 31-01-2018))

2 https://www.agriholland.nl/dossiers/landbouwgrond/home.html

(6)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Waarde bouwpercelen

De waarde van de bouwpercelen moet op grond van artikel 6.7 van het Waterschapsbesluit worden bepaald op basis van de waarden die voor de binnen het gebied van het waterschap gelegen bouwpercelen op de voet van de wet WOZ zijn vastgesteld.

In de praktijk worden WOZ gegevens van bouwpercelen niet centraal bijgehouden. Omdat de gegevens uit de WOZ niet beschikbaar zijn, is de waarde net als voor 2012 bepaald op basis van www.bouwkavelsonline.nl3. De informatie van deze website wordt gecorrigeerd voor verschillen in waarde tussen woonkavels (koude en warme gronden), bedrijventerreinen en niet uitgeefbare gronden (wegen, groenvoorziening, etc.). De waarde van bouwpercelen in 2017 neemt met 1,0%

af ten opzichte van 2012. Dit is te verklaren door de crisis waardoor veel bouwprojecten tijdelijk waren stilgelegd in het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas.

Waarde natuur

De waarde van de categorie natuur per hectare is voorgeschreven en gebaseerd op 20 % van de waarde van de agrarische gronden per hectare.

Waarde gebouwd

De waarde gebouwd is gebaseerd op de opgave van BSOB met een berekende WOZ waarde met peildatum 1 januari 2017. De waarde is met 0,1 % gedaald ten opzichte van 2012.

De WOZ-waardering volgt de marktontwikkelingen altijd met een zekere vertraging4. Ten tijde van het vorige onderzoek waren de effecten van de crisis nog niet merkbaar in de WOZ-waardering.

Recentelijk trekt de huizenmarkt weer aan. Deze waardestijging is nog niet helemaal terug te zien in de WOZ-waardering met peildatum 1 januari 2017.

Tabel 2.1 Waarde per belangencategorie (EUR per ha), inclusief dienstbaarheden

Categorie 2012 2017

A1.1 Autosnelwegen (EUR per ha) 1.423.000 1.503.000

A1.2 Hoofd en regionale wegen (EUR per ha) 805.000 865.000

A1.3 Lokale wegen + bebouwde kom (EUR per ha) 1.290.000 1.351.000

A1.4 Overige verharde wegen (EUR per ha) 1.328.000 1.352.000

A2 Agrarische en overige gronden (EUR per ha) 61.400 65.000

A3 Openbare spoorwegen (EUR per ha) 11.965.000 12.704.000

A4 Bouwpercelen (EUR per ha) 1.250.000 1.237.000

B Natuur (EUR per ha) 12.280 13.000

C Gebouwd (totaal in EUR) (totaal in EUR) 96.668.529.767 96.573.000.000

3 Bouwkavelsonline is een geschikte bron om een gemiddelde prijs te bepalen voor de waarde per hectare van bouwpercelen. Voor het bepalen van een absolute hoeveelheid aan bouwpercelen is deze bron niet volledig genoeg.

4 Bron: CBS

(7)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

2.2 Oppervlaktebepaling

Naast de waardeverhouding is ook de oppervlakte per (sub)categorie opnieuw berekend naar de peildatum 1 januari 2017. In deze oppervlaktebepaling is de nieuwe afbakening van de categorie natuur verwerkt.

Tabel 2.2 geeft een overzicht van het oppervlak per belangencategorie. Hierbij zijn voor wegen de vermenigvuldigingsfactoren toegepast waarmee, naast het wegoppervlak zelf, ook de dienstbaarheden naast de weg worden meegenomen.

Oppervlakte (spoor)wegen

Voor de (spoor)wegen is gebruik gemaakt van de meest recente Top10NL en CBS bestand bodemgebruik. Het oppervlak van de hoofd en regionale wegen laat een daling zien van 6,8 % ten opzichte van een stijging van 2,2% voor lokale wegen en bebouwde kom. Door de

wegenontwikkeling vindt er een functieverschuiving plaats van regionale wegen naar lokale wegen. Worden deze percentages gecorrigeerd voor de factoren voor de dienstbaarheden (respectievelijk 3,3 en 1,5), dan heffen deze percentages elkaar redelijk op. Bij overige wegen stijgt het areaal met 4,2 %.

Naast de wegenontwikkeling zelf worden lichte verschuivingen bij wegen verklaard door een voortdurende ontwikkeling en actualisatie binnen de gebruikte bronbestanden.

Verschil oppervlakte wegen kostentoedelingsonderzoek en heffingsmaatstaf

De oppervlakte wegen die wordt gebruikt voor een kostentoedelingsonderzoek is een andere oppervlakte dan dat wordt gebruikt voor de belastingheffing. In een kostentoedelingsonderzoek is de totale vervangingswaarde van wegen afhankelijk van het oppervlak van wegen gekoppeld aan een theoretische dienstbaarheid. Deze theoretische dienstbaarheid is gekoppeld aan de waarde per hectare zoals toegepast in de Taxatiewijzer. Het oppervlak van wegen in een

kostentoedelingsonderzoek kan dus niet worden vergeleken met het oppervlak waar daadwerkelijk belasting op wordt geheven.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 12 december 2017

(ECLI:NL:GHARL:2017:10902) uitspraak gedaan in een hoger beroep tussen de provincie Flevoland en het waterschap Zuiderzeeland (GBLT) over de reikwijdte van de tariefdifferentiatie voor verharde openbare wegen bij de watersysteemheffing. In navolging van de rechtbank oordeelt het Gerechtshof dat onverharde delen die dienstbaar zijn aan de (verkeersfunctie van de) verharde weg, niet onder de reikwijdte van deze tariefdifferentiatie vallen. Tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is inmiddels cassatie bij de Hoge Raad ingesteld. De uitspraak heeft geen effect op de waardeverhoudingen en daarmee ook niet op de uitkomsten van de kostentoedeling.

(8)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Oppervlakte natuur

Sinds de invoering van de Wet modernisering waterschapsbestel is er onduidelijkheid over de vraag wanneer een terrein kwalificeert als een natuurterrein als bedoeld in artikel 116, onderdeel c, van de Waterschapswet en wanneer niet. Om deze onduidelijkheid weg te nemen zijn er in overleg met de terreinbeheerders verspreid over Nederland zes zogenaamde

voorbeeldprocedures gestart. Het arrest van de Hoge Raad en de daaraan voorafgaande voorbeeldprocedures concentreren zich (impliciet) op de vraag of bepaalde natuurbeheertypen in het Subsidiestelsel Natuur en Landschap behoren te worden aangeslagen als natuur of

ongebouwd. Het betreft hierbij de volgende natuurbeheertypen:

 N10.02 Vochtig hooiland

 N12.01 Bloemdijk

 N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland

 N12.03 Glanshaverhooiland

 N12.05 Kruiden- en faunarijke akker

 N13.01 Vochtig weidevogelgrasland

Op 7 november 2014 is de onduidelijkheid weggenomen door een uitspraak van de Hoge Raad5. Voor de waardeverhouding betekent dit dat hierin een nieuwe afbakening van de categorie natuur moet worden meegenomen.

Door de uitspraak van de Hoge Raad en de herziening van de afbakening van de categorie natuur stijgt het areaal natuur in 2017 met 12,6 %. Het oppervlak Natuur is door het waterschap geactualiseerd en aan Tauw verstrekt.

Oppervlakte bouwpercelen

Het areaal bouwpercelen is op basis van de kadastrale registratie opgegeven door BSOB. Ten tijde van het onderzoek waren de cijfers nog niet volledig beschikbaar voor alle gemeentes binnen het beheersgebied van Aa en Maas. Op basis van elf gemeenten in het beheersgebied is een inschatting gemaakt dat het areaal bouwpercelen voor 2017 ca. 1.200 ha. bedraagt. De daling van het areaal tussen 2012 en 2017 is in lijn met de trends van de woningbouw-

ontwikkelingsgegevens van de provincie Noord-Brabant6. De woningbouw trekt weer aan, maar op dit moment is nog sprake van een na-ijl effect van de financieel-economische crisis.

Oppervlakte overige en agrarische gronden

Het oppervlak agrarisch en overige categorieën in de waardeverhouding is bepaald als

restcategorie door het totaal van de categorieën af te trekken van de totale oppervlakte van het waterschap. Hiervoor wordt gekozen omdat de oppervlakte overige gronden zeer lastig is vast te stellen en daarvoor dezelfde waarde wordt gehanteerd als voor agrarische gronden. Overige gronden bestaat onder andere uit parken, plantsoenen en snippers openbare ruimte. Het areaal

5 HR 7 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3118.

6 http://bevolkingsprognose.brabant.nl/hoofdstuk/ontwikkeling-van-de-brabantse-woningvoorraad

(9)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

agrarisch en overige gronden is gestegen met ongeveer 12,9 %. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de correctie op het meegetaxeerd oppervlakte is bijgesteld sinds 2012.

Oppervlakte gebouwd

Het oppervlak gebouwd is opgegeven door BSOB en betreft peildatum 1 januari 2012.

Ten opzichte van 2012 stijgt het oppervlak in 2017 met 8,9 %. Dit wordt verklaard doordat er in de afgelopen jaren de objectafbakeningsregels zijn gewijzigd7 en steeds betere objectafbakeningen en taxaties worden afgeleverd.

Tabel 2.2 Oppervlakte per belangencategorie(ha), inclusief dienstbaarheden

Categorie 2012 2017

A1.1 Autosnelwegen 1.105 1.108

A1.2 Hoofd en regionale wegen 4.085 3.808

A1.3 Lokale wegen + bebouwde kom 6.809 6.956

A1.4 Overige verharde wegen 1.069 1.114

A2 Agrarische en overige gronden 79.728 90.044

A3 Openbare spoorwegen 201 227

A4 Bouwpercelen 2103 1.200

B Natuur 21.813 24.552

C Gebouwd 29.394 32.000

Verschil 14.7038 0

Totaal 161.009 161.009

7 Brief Unie van Waterschappen (AFNAME AREAAL ONGEBOUWD (WM 17-90A EN B))

8 Verschil wordt toegelicht in de memo naar het algemeen bestuur op 24 september 2013. Hierbij wordt een toelichting gegeven dat, als gevolg van de harmonisatie van heffingseenheden en wijzigingen van de

objectafbakening, een correctie op het areaal ongebouwd en natuur moest plaatsvinden. Deze correctie is gemaakt op basis van de best beschikbare gegevens die op dat moment.

(10)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

2.3 Waardeverhouding watersysteemheffing

In tabel 2.3 is de waardeverhouding berekend voor het watersysteembeheer.

Tabel 2.3 Waardeverhouding watersysteemheffing prijspeil en ruimtebeslag inclusief correctie veroudering9

9 Bij de berekening van de waardeverhouding wordt de weergegeven waarde per ha voor openbare landwegen en spoorwegen gecorrigeerd voor veroudering (correctie 75 %). Door de veroudering van (spoor)wegen is de feitelijke economische waarde van de (spoor)wegen lager dan de vervangingswaarde die in de Taxatiewijzer wordt berekend. Landelijk wordt aangenomen dat de wegen gemiddeld 75% procent van de vervangingswaarde aan waarde hebben. Dit komt overeen met de Handleiding Rekenmodel belastingstelsel 2009 en Geowijzer van de Unie van Waterschappen (januari 2008).

2. bepalen waarden Unie van Waterschappen

watersysteemheffing heffingsgebied

categorie opvl in ha waarde per ha totale waarde

A1.1 autosnelwegen 1.108 1.503.000 75% 1.248.429.375 A1.2 hoofd- en regionale wegen 3.808 865.000 75% 2.470.569.750 A1.3 lokale wegen + beb.kom 6.956 1.351.000 75% 7.047.660.375 A1.4 overige verharde wegen 1.114 1.352.000 75% 1.129.596.000

A1 openbare landwegen 12.985 11.896.255.500

A2 agrarische gronden 90.044 65.000 5.852.887.300 A3 openbare spoorwegen 227 12.704.000 75% 2.162.856.000 A4 bouwpercelen 1.200 1.237.000 1.484.400.000

A5 overige 0 65.000 -

ongebouwd ex landwegen 91.471 9.500.143.300

--- ---

A ongebouwd 104.457 21.396.398.800 18,1%

B natuur 24.552 13.000 319.180.940 0,3%

eenheden

waarde per eenheid

C1 glasopstanden 2.500 - C2+3 overig gebouwd 38.629.200 2.500 96.573.000.000

C gebouwd 38.629.200 96.573.000.000 81,6%

C3 aandeel woningen in gebouwd --- ---

huishoudens inw. per k m2 totaal 118.288.579.740 100%

D ingezetenen 468

waarde verh.

verou- dering

(11)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Tabel 2.4 Vergelijking waardeverhouding in %

Categorie 2012 2017

In % In ha In kEUR In % In ha In kEUR

Ongebouwd 17,54% 95.100 20.625.592 18,09% 104.457 21.396.399

wegen/spoor 11,1% 13.269 13.101.543 11,9% 13.212 14.059.112

agrarisch/ov 4,2% 79.728 4.895.299 4,9% 90.044 5.852.887

bouwpercelen 2,2% 2.103 2.628.750 1,3% 1.200 1.484.400

Natuur 0,23% 21.813 267.864 0,27% 24.552 319.181

Gebouwd 82,23% 29.394 96.668.530 81,64% 32.000 96.573.000

Totaal 100,00% 161.009 117.561.986 100,00% 161.009 118.288.580

In tabel 2.4 wordt de berekening van de waardeverhouding van de voorgaande

kostentoedelingsverordening (2012) vergeleken met de nu uitgevoerde berekening (2017).

De totale waarde van de categorie ongebouwd is gestegen met 3,7 %. De totale waarde van gebouwd blijft nagenoeg gelijk en de totale waarde van natuur stijgt met 19,2 %.

Een vergelijking van de berekende waardeverhoudingen laat zien dat er een verschuiving plaatsvindt van het gebouwd (was 82,2 % en wordt 81,6 %) naar het ongebouwd (was 17,5 % en wordt 18,1 %) naar het. Het aandeel natuur stijgt van 0,23 % naar 0,28 %.

Deze verschuiving is voor een groot deel het gevolg van een stijging van de waarde van

agrarische grond en van de waarde van de (spoor)wegen. Hoewel het aandeel natuur significant in waarde stijgt, is de invloed op de totale waardeverhouding beperkt.

(12)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

3 Categorale kostentoedeling watersysteemheffing

Binnen de watersysteemheffing wordt onderscheid gemaakt tussen een solidariteitsdeel en een profijtdeel. Het solidariteitsdeel wordt opgebracht door de ingezetenen in het waterschapsgebied. Het profijtdeel wordt betaald door de eigenaren van onroerende zaken op basis van de waardeverhouding.

3.1 Ingezetenenaandeel

Vanuit het solidariteitsbeginsel wordt het ingezetenenaandeel in de kosten van de

watersysteemheffing gekoppeld aan de gemiddelde inwonerdichtheid (aantal inwoners per km2).

In artikel 120 van de Waterschapswet is vastgelegd dat:

a. Het ingezetenenaandeel minimaal 20 % en maximaal 30 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 niet meer bedraagt dan 500

b. Het ingezetenenaandeel minimaal 31 % en maximaal 40 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 meer bedraagt dan 500 maar niet meer bedraagt dan 1.000

c. Het ingezetenenaandeel minimaal 41 % en maximaal 50 % bedraagt wanneer het aantal inwoners per km2 meer bedraagt dan 1.000

De inwonerdichtheid10 van Waterschap Aa en Maas wordt berekend op 468 inwoners per km2. Het ingezetenenaandeel bedraagt dus minimaal 20 % en maximaal 30 % van de categorale waardeverhouding. Indien het ingezetenenaandeel rekenkundig 1:1 wordt gekoppeld aan de inwonersdichtheid volgens de schaal in Artikel 120, zou het ingezetenenaandeel van waterschap Aa en Maas afgerond op 29 % komen.

Het Algemeen Bestuur kan, op grond van artikel 120.3 van de Waterschapswet de genoemde maximale percentages in bijzondere omstandigheden verhogen tot 40 %. Als voorbeeld daarvan noemt het amendement twee situaties, te weten de situatie waarin in het gebied van het

waterschap een relatief groot aantal natuurterreinen voorkomt en de situatie waarin in het gebied van het waterschap sprake is van een zeer grote inwonerdichtheid.

Deze ophoging van het ingezetenenpercentage met een extra 10 % ligt voor dit waterschap niet voor de hand want de benoemde bijzondere situaties komen in dit gebied niet voor.

10 Bron: Waterschap: 753.684 inwoners

(13)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

3.2 Categorale kostentoedeling

Met de resultaten van de berekening van de waardeverhouding voor de watersysteemheffing, wordt de categorale kostentoedeling afgeleid en de verschuivingen ten opzichte van de huidige kostentoedelingsverordening gepresenteerd.

In de onderstaande tabel 3.1 is de categorale kostentoedeling weergegeven, rekening houdend met het huidige ingezetenenaandeel van 29 %.

Tabel 3.1 Berekening kostentoedelingspercentages watersysteemheffing in %

Categorie 2012 2017

Ingezetenen 29,0% 29,0%

Gebouwd 58,4% 58,0%

Ongebouwd 12,5% 12,8%

Natuur 0,1% 0,2%

De verschuivingen in waarde en oppervlakte van de categorieën leiden tot een afname van het aandeel gebouwd met 0,4 procentpunt, een toename van het aandeel ongebouwd met 0,3 procentpunt en een toename van het aandeel natuur met 0,1 procentpunt.

(14)

Kenmerk R001-1262634SAH-V03-kmi-NL

Bijlage 1 Gebruikte referentiegegevens

Tabel B1.1 Overzicht gebruikte referentiegegevens

Gegeven Informatiebron Actualiteit

Waarde wegen en spoorwegen Tauw Taxatiewijzer V01 Prijspeil 2017 Waarde agrarische gronden ASR vastgoedvermogensbeheer Prijspeil 2017

Waarde bouwpercelen www.bouwkavelsonline.nl Geraadpleegd op 31 januari 2018

Waarde gebouwd BSOB Prijspeil 2017

Oppervlakte wegen Kadaster Top10NL Dataset juni 2016 Oppervlakte spoorwegen CBS Bestand Bodemgebruik Situatie 2012

Oppervlakte overige gronden Niet van toepassing Sluitpost oppervlaktebepaling Oppervlakte bouwpercelen Gegevens BSOB Prijspeil 2017

Oppervlakte natuur Waterschap Aa en Maas Afbakening vernieuwde categorie natuur 2017

Oppervlakte gebouwd Gegevens BSOB Behorende bij prijspeil 2017 Inwonerdichtheid Waterschap Aa en Maas Situatie 2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Eind 2022 biedt het waterschap via de Single Digital Gateway Engelstalige informatie aan die voor Europese burgers en bedrijven relevant is bij grensoverschrijdende

De vraag is, of deze ordening van de stof meer pretendeert te zijn dan de orde in de boekenkast of in de apotheek ; of de stof van het geldend recht een innerlijke orde, een

Om dat doel te halen, heeft het waterschap een aantal wegen aangewezen waar auto’s maar 60 kilometer per uur mogen rijden.. Verder zijn er rotondes en aparte fietspaden

Om te zorgen dat borden in de berm goed zichtbaar blijven, om te zorgen dat auto’s de berm kunnen ge- bruiken om in te halen en om te zorgen dat kuilen in de berm zichtbaar

Tabel 7-2 Gemiddelde (op basis van twee metingen) vrachten in influent en effluent per jaar per gemeten werkzame stof en gemiddeld verwijderingspercentage van de RWZI Land van

De geluidzones hebben betrekking op het gebied aan weerszijden van de as van de hieronder genoemde wegen, waarbinnen de geluidbelasting vanwege het wegverkeer meer dan 50

wetenschap en het feit dat de gemeente bevoegd gezag is voor de openbare veiligheid, willen wij de gemeente Asten vragen om namens Waterschap Aa en Maas, middels een raadsbesluit, de

[r]