Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving ten behoeve van het Kiesbesluit Kamers van Koophandel en Nijverheid BES 2021
1. Wat is de aanleiding?
De aanpassing is nodig om uitvoering te geven aan een door te voeren wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES. Een aantal
onderdelen van die wetswijziging kan pas in werking treden als de bijbehorende
uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen van deze wet zijn onder andere de vereenvoudiging van de verkiezingen voor het bestuur van de Kamers voor Koophandels en Nijverheid BES (hierna: de Kamers).
2. Wie zijn betrokken?
Alle op de BES-eilanden ingeschreven ondernemingen, rechtspersonen of nevenvestigingen, functionarissen van rechtspersonen, openbare lichamen, de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.
3. Wat is het probleem?
De wetswijzigingen kunnen op onderdelen niet in werking treden, zolang er voor dit onderwerp geen nadere uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld over de werkwijze betreffende verkiezingen voor het bestuur van de Kamers.
4. Wat is het doel?
De wetswijzigingen dienen ter versterking van de rechtszekerheid in het economisch verkeer, ter verhoging van de kwaliteit van het kiesbesluit, en ter verbetering van de slagvaardigheid van de Kamers bij de uitvoering van de handelsregistertaak.
Het ontwerpbesluit inzake het Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES 2021 bevat de gedetailleerde regels over de verkiezingen voor het bestuur van de Kamers. In de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES zijn de basisregels vereenvoudigd, namelijk de regels over kiesrecht, de eisen voor verkiesbaarheid, de zittingsduur en de wijze van opvolgen.
5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?
Het houden van de basisregistratie handelsregister betreft een overheidstaak.
6. Wat is het beste instrument?
Regelgeving is het enige instrument om de bij punt 4 genoemde uitvoering te reguleren, gelet op de wettelijke grondslagen in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de
Handelsregisterwet 2009 BES.
7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?
De wijzigingen in dit besluit hebben voor burgers en bedrijven slechts in beperkte mate gevolgen voor de regeldruk of administratieve lasten. Ze hebben geen significante gevolgen voor het milieu.
De verwachting is, dat de lastendruk voor bedrijven en de Kamers door deze besluiten en financiële regeling zal afnemen.
Gevolgen specifiek ten aanzien van Kiesbesluit Kamers van Koophandel en Nijverheid BES 2021 De oproepingskaart voor de stemming uit artikel 34 van het oude Kiesbesluit komt te vervallen. De kiesgerechtigde ondernemer kan zich voor de stemming identificeren met zijn identiteitsbewijs. De verkiezingscommissie gaat vervolgens aan de hand van gegevens uit het handelsregister na of deze gemachtigd is om te stemmen.
Daarnaast komen de kiezerslijsten te vervallen. De Kamers hoeven alleen de verkiezingen aan te kondigen (artikel 5). De verkiezingscommissie zal bij verkiezingen de juiste gegevens uit het
handelsregister halen, en mag er hierbij vanuit gaan dat de gegevens uit het handelsregister kloppen.
Met het oog op de privacy zal er geen kiezerslijst meer openbaar worden gemaakt. Wel kunnen de Kamers, indien gewenst, zelf een lijst met kiezers bijhouden.
Daarnaast is er een aanzienlijke besparing door het niet meer op papier publiceren van de kiezerslijsten.
Verder komen enkele gedetailleerde, verouderde of vanzelfsprekende bepalingen over de uitvoering van de stemming te vervallen. Het gaat om bepalingen die erop toezien dat de voorzitter van de verkiezingscommissie kan toestaan dat iemand die lichamelijk hulpbehoevend is, wordt bijgestaan (artikel 46 oud Kiesbesluit), dat gedurende de tijd dat de verkiezingscommissie zitting houdt, de kiezers bevoegd zijn om in het stemlokaal te vertoeven (oud artikel 48), dat de verkiezingscommissie beslist over de waarde van het stembiljet direct nadat het geopend is (oud artikel 55.1), en dat personen bij wie, en bestuurders van ondernemingen en instellingen waarbij, kiesgerechtigden in dienstbetrekking zijn, verplicht zijn deze personen de gelegenheid te bieden om te gaan stemmen (oud artikel 59).