• No results found

Examen Numerieke Wiskunde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Examen Numerieke Wiskunde"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examen Numerieke Wiskunde

10 juni, namiddag

1 Vraag 1: lineaire stelsels en fouten enzo

Gegeven is een hoop MATLAB invoer en uitvoer (in Command Window).

Meer bepaald:

Er werd een vector Y berekend als benadering voor de oplossing van het stelsel AX = b. Dus A, b, Y zijn bekend voor MATLAB maar staan nergens expliciet weergegeven.Men berekende nog de residuvector R = AY − b en de QR-factorisatie van A (beide werden niet expliciet getoond). Verder werden enkele getalwaarden opgevraagd:

• ||R|| = 1.7092 · 10−15

• ||A|| = 5.5766

• ||B|| = 6.4270

• K(A) = 1.9396 · 1011

• det(Q) = −1

• De diagonaalelementen van R zijn:

◦ −4.2114

◦ −2.2068

◦ −2.9829

◦ −2.1455

◦ −3.3719

◦ −9.3602 · 10−1

◦ −1.2984

◦ −1.3546

◦ 1.0019 · 10−10

Daarmee moet je de volgende vragen oplossen:

1

(2)

1. Wat is de nauwkeurigheid van Y ?

2. Is de berekende Y de exacte oplossing van een nabijgelegen probleem?

3. Kan je det(A) berekenen/schatten? Zo ja, geef een schatting voor det(A)

4. Kan je ||A−1|| berekenen? Zo ja, geef een schatting voor ||A−1||.

Bijvraagje: als je det(A) correct hebt berekend, vind je dat die heel klein is (hint: je kan hem dus berekenen). Kan je hieruit iets afleiden over de conditie?

2 Vraag 2: een kwadratuurformule

Gegeven de kwadratuurformule:

Z 1 0

f (x)dx ≈ H1f (1) + H0f0(0) + H1f0(1)

Bepaal de gewichten H1, H0, H1 zodat de nauwkeurigheidsgraad zo hoog mogelijk is. Wat is de nauwkeurigheidsgraad?

3 Vraag 3: een substitutiemethode

We beschouwen de substitutiemethode met F (x) = −e−a2x2, met a ∈ R.

Bepaal voor elke waarde van a de vaste punten en of de methode conver- geert/divergeert. Indien convergentie, bepaal de orde en indien lineair, be- paal de convergentiefactor. Geef in het geval van convergentie ook alle start- waarden waarvoor de methode convergeert. Een grafische uitleg volstaat.

4 Vraag 4: Newton-Raphson

Gegeven is heel veel Maple-code en grafieken in verband met het oplossen van een stelsel niet-lineaire vergelijkingen. De vergelijkingen waren:

(x2+ (y − 2)2− 3.7 = 0 x2+ y2− 4 = 0

De gebruikte startvector was 100.

Er werd een grafiek gegeven met daarop de twee vergelijkingen en de opeen- volgende benaderingen voor het snijpunt in het eerste kwadrant (het stelsel heeft twee oplossingen, het andere werd niet besproken). Voor het derde deel van deze vraag werd ook de grafiek van de relatieve fout gegeven.

Daarmee moet je volgende vragen oplossen:

2

(3)

1. Op de figuur (die ik helaas niet kan tonen, MAPLE-fans mogen deze uiteraard altijd proberen te reproduceren) zie je dat vanaf de tweede iteratie alle iteratiepunten op een horizontale lijn liggen. Hoe komt dat?

2. Voor welke startwaarden en iteratiepunten zal de Newton-Raphson methode niet werken?

3. Wat kan je aan de hand van de foutengrafiek (die ik helaas niet kan tonen, MAPLE-fans mogen deze uiteraard altijd proberen te repro- duceren) zeggen over de orde van de convergentie? Komt dit overeen met wat je weet over de orde van convergentie van de Newton-Raphson methode? (het tweede deel kan je beantwoorden zonder de grafiek, en de grafiek bevestigde de theoretische orde)

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op een dezer dagen door de afdeling Apeldoorn georganiseerde en goed be- zochte openbare bijeenkomst is mr. Springer, Alexanderstraat 16, Haarlem. Schrood, die een

Bespreek de conditie van de benaderingsformule voor alle waarden van x, ook als.. |x|

het aantal iteratiestappen k (Dit was een grafiek die zeer snel steeg zoals een parabool in de eerste 10 iteraties, en vervolgens afvlakte zodat je kon zien dat de methode

Indien deze lineair is, geef ook de numerieke waarde van deconvergentiefactor.. Vraag c: Voor welke startwaarden zal het convergeren

Vraag d: Voor welke startwaarden is er convergentie?. Toon aan door ook F(x)

Deze variaties zorgen voor kleine variaties in andere eigenschappen, zoals de kleinste eigenfrequentie.. We willen de gemiddelde kleinste eigenfrequentie weten van

Ga voor deze formule na of er convergentie is, wat de conver- gentiesnelheid is.. We passen de methode van de machten toe om X (k)

Dat begint met een deling door nul (of door ‘bijna nul’), maar is eveneens van belang bij numerieke integratie waar de integrand singulier wordt of bij het oplossen van een