Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
M E M O
Van: Wethouder Groeneweg Datum: 2 juni 2008
Aan: raad
Onderwerp: aanpassing staat van wijzigingen
Vraag / mededeling:
Door een haalbaarheidsverzoek is verwarring ontstaan over de wijze van meten van de goothoogte in artikel 2.1 van het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld. Gewoonlijk wordt een goothoogte gemeten vanaf peil tot de horizontale snijlijn van het buitenwerkse gevelvlak en dakvlak. In dit voorschrift staat nog als extra voorwaarde "voor zover deze snijlijn voor tenminste 2/3 deel van het gebouw aanwezig is". Deze extra zinsnede was bedoeld om de goothoogte te kunnen bepalen als er verschillende snijlijnen zijn in een bestaande situatie. Dit wordt dan geinterpreteerd dat als deze snijlijn er niet voor minimaal 2/3 is, er dan geen goothoogte is. Dat is niet de bedoeling, want dan zijn er verschillende goothoogten. Het woord horizontaal roept ook verwarring op, want als de snijlijn enigszins schuin loopt, zou er ook geen goothoogte zijn. Dat is ook niet juist. Voorgesteld wordt om aan de staat van wijzigingen het volgende toe te voegen:
artikel 2.1 (ambtshalve)
In artikel 2.1 wordt voor het woord "horizontale" het woord "(ongeveer)" toegevoegd en wordt de zinsnede
"voor zover deze snijlijn voor tenminste 2/3 deel van het gebouw aanwezig is" geschrapt.
Antwoord: