• No results found

Bevindingen pilot bedrijventerreinen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bevindingen pilot bedrijventerreinen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

www.ioresearch.nl Rapport

Bevindingen pilot

bedrijventerreinen

(2)

Colofon

Uitgave

I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam

Rapportnummer

2021/090

Datum

april 2021

Auteurs

Ralf ten Hove Gerben Huijgen

Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

(3)

Bevindingen pilot bedrijventerreinen 3 van 7

Bevindingen Pilot Bedrijventerreinen in beeld

I&O Research heeft het initiatief genomen om een landelijke database van gebruikersdata van bedrijven op bedrijventerreinen samen te stellen. Door bestaande registraties aan elkaar te koppelen en deze te ijken en verrijken met veldwerk op bedrijventerreinen willen we een

database bouwen met een zo hoog mogelijke datakwaliteit. Voor de database is een lijst opgesteld met diverse indicatoren. Enerzijds komen die uit bestaande registraties, zoals bedrijfsnaam, adres en SBI-activiteit en anderzijds stellen we ze op basis van de fysieke schouw ter plekke vast, zoals informatie over de kwaliteit van het pand, de kavel, de openbare ruimte en voorzieningen bij of aan het pand. Inzicht in deze indicatoren helpt beleidsmakers aan waardevolle informatie, bijvoorbeeld ten aanzien van de energietransitie (aanwezigheid zonnepanelen, laadpalen en bio- energie-installaties).

Als pilot is in opdracht van de provincie Noord-Holland een database samengesteld van drie bedrijventerreinen in die provincie: Boekelermeer in Alkmaar, De Weeren in Zwanenburg en Overamstel in Amsterdam. Hiermee is een eerste verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden, werkwijze en resultaten die de database heeft te bieden. De pilot bestond uit drie stappen:

inventarisatie van beschikbare registraties, fysieke schouw van die registraties en fysieke schouw van kwaliteitsindicatoren en voorzieningen.

Stap 1: Inventarisatie van beschikbare registraties

Binnen de vooraf vastgestelde ruimtelijke contouren van de drie terreinen zijn alle registraties uit het Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het LISA-vestigingenregister

verzameld, van waaruit vervolgens een dataset is samengesteld. Tussen beide bronnen is een koppeling gemaakt op basis van een overeenkomende koppelvariabele (BAG Verblijfsobject ID).

De koppeling leverde 1.450 unieke registraties op. Voor het grootste deel (61%) betreft dit

overeenkomende BAG- en LISA-registraties, maar niet voor alle registraties bleek een koppeling tussen beide bronnen mogelijk (figuur 1). Een derde (34%) van de steekproef bestaat uit BAG- verblijfsobjecten zonder LISA-gegevens. In 5 procent van de gevallen gaat het om LISA- vestigingen die niet aan een BAG-registratie zijn te koppelen.

Figuur 1- Samenstelling steekproefbestand (N=1.450)

Stap 2: Fysieke schouw van bestaande registraties

Bij alle 1.450 vestigingen in de steekproef is op locatie een check gedaan op de indicatoren Status en Gebruiksdoel uit de BAG-registratie en de Bedrijfsnaam en SBI-activiteit uit het LISA-

register. Niet bij alle vestigingen uit de steekproef was het mogelijk om de check uit te voeren, 61%

34%

5%

gekoppelde BAG- en LISA-registraties

BAG-registratie zonder koppeling met LISA-gegevens LISA-registratie zonder koppeling met BAG-gegevens

(4)

bijvoorbeeld omdat een specifiek adres (huisnummer/toevoeging) niet vindbaar was of omdat een vestiging niet zichtbaar is vanaf straat. Figuur 2 toont de resultaten van de check. Het blijkt dat de BAG-registraties Status en Gebruiksdoel in respectievelijk 91 en 85 procent van de

gevallen overeen komen met de waarnemingen ter plekke en de LISA-indicatoren Bedrijfsnaam en SBI-activiteit voor 59 en 78 procent. Door middel van het veldwerk op locatie is bij 23 procent van de bedrijven waar dat kon worden beoordeeld een nieuwe bedrijfsnaam toegevoegd en bij 14 procent een nieuwe SBI-activiteit. Het gaat hier om BAG-registraties waaraan op voorhand geen LISA-gegevens gekoppeld waren (zie figuur 1).

Figuur 2- Resultaten ter plekke waarneming van indicatoren uit registraties

Stap 3: Fysieke schouw van kwaliteitsindicatoren en voorzieningen

Als tweede onderdeel van het veldwerk zijn ter plekke kwaliteitsindicatoren in kaart gebracht.

Deze indicatoren zijn op pandniveau gescoord (binnen de database bestaat een pand gemiddeld uit 2,7 vestigingen). Figuur 3 toont de uitkomsten van de beoordeling op de drie

bedrijventerreinen in Noord-Holland, voor zover het praktisch mogelijk was om panden te beoordelen. Parkeren en de hoeveelheid groen krijgen relatief een lage gemiddelde beoordeling, zwerfvuil, buitenaanzicht en veiligheid een relatief hoge gemiddelde beoordeling.

5% 4%

23% 14%

4% 11%

18%

9%

91% 85%

59%

78%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Status (BAG) (N=967)

Gebruiksdoel (BAG) (N=921)

Bedrijfsaam (LISA) (N=640)

SBI-activiteit (LISA) (N=435)

registratie komt overeen met bevindingen op locatie registratie komt niet overeen met bevindingen op locatie registratie aangevuld met bevindingen op locatie

(5)

Bevindingen pilot bedrijventerreinen 5 van 7

Figuur 3- Beoordeling kwaliteitsindicatoren (N=397)

Behalve een beoordeling van kwaliteitsindicatoren gaf de fysieke schouw ook inzicht in de

aanwezigheid van bepaalde voorzieningen rondom en aan de panden. Qua voorzieningen rondom de bedrijfspanden (figuur 4) blijkt dat inmiddels bij 13 procent van de bedrijfspanden laadpalen aanwezig zijn. Verder zien we dat ruim de helft van de wegen rondom de bedrijven een trottoir heeft en bij een kwart fietspaden liggen.

Figuur 4- Aanwezigheid voorzieningen rondom pand (N=397)

85%

78%

77%

69%

51%

49%

43%

24%

20%

8%

12%

17%

14%

34%

26%

24%

41%

7%

6%

9%

6%

17%

15%

25%

33%

35%

72%

0% 25% 50% 75% 100%

Mate van zwerfvuil

Kwaliteit bedrijfspand (buitenaanzicht)

Veiligheidsgevoel (algemeen)

Zichtbaarheid vanaf de straat

Kwaliteit groen/groenonderhoud

Verlichting (totaal aan/rondom bedrijfspand)

Parkeerdruk

Parkeergelegenheid

Aanwezigheid groen

(zeer) goed neutraal (zeer) slecht

53%

25%

13%

11%

1%

47%

75%

87%

89%

99%

0% 25% 50% 75% 100%

Trottoirs

Fietspaden

Laadpalen

Loadingdocks

Kleine windturbines

wel aanwezig niet aanwezig

(6)

De voorzieningen aan de panden (figuur 5) zijn gerapporteerd voor zover die zichtbaar aanwezig zijn. Zodoende is vastgesteld dat er op 2 procent van de bedrijfspanden zonnepanelen liggen.

Bio-energie-installaties zijn nergens waargenomen.

Figuur 5- Aanwezigheid voorzieningen aan pand (N=397)

Twee type voorzieningen zijn specifieker in kaart gebracht (figuur 6). We hebben vastgesteld dat dat bijna negen op die tien panden platte daken hebben (87%). Deze informatie kan helpen bij het in kaart brengen van ruimte voor zonnepanelen. Verder hebben we geconstateerd dat de meeste bedrijfspanden (61%) geen omheining hebben. Indien wel, dan gaat het hoofdzakelijk om hekken (32%).

Figuur 6- Type dak en omheining (N=397)

50%

4%

9%

2%

50%

96%

91%

98%

100%

0% 25% 50% 75% 100%

Bewakingscamera’s

Private beveiliging

Koelinstallaties/airco’s/warmtepompen

Zonnepanelen

Bio-energie-installatie

wel zichtbaar aanwezig niet zichtbaar aanwezig

87%

12%1%

type dak

plat schuin anders

61%

32%

7%

type omheining

geen hekwerk anders

(7)

Bevindingen pilot bedrijventerreinen www.ioresearch.nl 7 van 7

I&O Research Enschede

Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede T (053) 200 52 00 E info@ioresearch.nl KVK-nummer 08198802

I&O Research Amsterdam

Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam T (020) 308 48 00 E info@ioresearch.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onze voornaamste conclusies waren – de lezer zij verwezen naar de Kroniek voor alle details – (1) dat de Hoge Raad nu voor het eerst echt expliciet tendeert naar een

Het gaat niet om een voorgepro- grammeerde weg die je moet volgen, maar om jouw persoonlijk antwoord op het appel van God dat je gewaarwordt in het leven van elke dag, in de

Veelkleurige touwtjes waaieren in alle richtingen naar briefjes voor verderop gelegen pa- rochies.. Overal staan

Nadat de nota door uw raad is vastgesteld, worden de in de uitvoeringsparagraaf van de nota opgenomen aktiepunten verder uitgewerkt tot concrete maatregelen die kunnen worden

Gemiddeld Uitgebreid  Het college legt de begrotingen van de verbonden partijen ter zienswijze aan de raad voor;..  Hogere frequentie bestuurlijke en

In het eerste deel van deze dichtbundel richt Ed Franck zich ‘in stille brieven’ tot personen uit zijn jeugd, of misschien zijn de namen toch fictief.. Het eerste

We wachten nu op droog weer, want dan kunnen we eindelijk schoffelen.” Op de vraag of er mogelijk nog verbeterpunten aan het licht zijn gekomen, antwoordt Den Mulder: “Ja,

Charlotte Elliot (DP), William Bradbury (DP), New words by Travis Cottrell, David Moffitt and Sue C.