• No results found

Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) Baarsjesweg 311 H 1058 AH Amsterdam Registratienummer:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) Baarsjesweg 311 H 1058 AH Amsterdam Registratienummer:"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Mijn Blokje (KDV)

Baarsjesweg 311 H 1058 AH Amsterdam

Registratienummer: 129556609

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 09-11-2016

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief

Datum vaststellen inspectierapport: 23-11-2016

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 1/11

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Ouderrecht

Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Op 9 november 2016 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd.

In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. Aanvullend zijn de nieuwe eisen op het gebied van het pedagogisch beleidsplan en het ouderrecht beoordeeld. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

Het inspectieonderzoek bestaat uit een bezoek aan de locatie, waar het (pedagogisch) handelen van de

beroepskrachten is geobserveerd en er gesprekken zijn gevoerd met hen en de partner van de eigenaar. Na het inspectiebezoek is de leidinggevende in de gelegenheid gesteld documenten na te sturen. De assistent-

leidinggevende heeft hier gevolg aan gegeven.

Beschouwing

Organisatie

Mijn Blokje bestaat uit vijf kinderdagverblijven en een buitenschoolse-opvanglocatie. Alle locaties zijn gevestigd in Amsterdam. Vier kinderdagverblijven en de BSO zijn van één eigenaar en het vijfde kinderdagverblijf op de Aalsmeerweg is van de partner van de eigenaar. Er is één leidinggevende aangesteld voor alle vestigingen die wordt ondersteund door assistent-leidinggevenden op de locaties. Er zijn geen ondersteunende stafafdelingen; de eigenaar, de partner van de eigenaar en de leidinggevende verzorgen zelf de planning, plaatsing, financiën en het onderhoud van de locaties.

Locatie

Het kinderdagverblijf bevindt zich aan de Baarsjesweg, op enkele tientallen meters afstand van een andere locatie van dezelfde houder. Het kinderdagverblijf bestaat uit vier groepen: twee babygroepen met maximaal acht respectievelijk negen kinderen, een dreumesgroep met maximaal tien kinderen en een peutergroep met maximaal veertien kinderen. In totaal betekent dit dat er volgens het beleid tegelijkertijd maximaal 41 kinderen aanwezig kunnen zijn, terwijl het kinderdagverblijf staat geregistreerd met 40 kindplaatsen. De houder dient de maximale groepsgroottes aan te passen of bij de gemeente een uitbreiding van het aantal kindplaatsen aan te vragen om het beleid uit te kunnen voeren.

De beroepskrachten worden op de locatie in hun werkzaamheden ondersteund door een huishoudelijk medewerker en een assistent-leidinggevende. De assistent-leidinggevende is tevens pedagoog en biedt de beroepskrachten ondersteuning op het gebied van het pedagogisch handelen en het volgen van de ontwikkeling van de kinderen. Op het kinderdagverblijf wordt gewerkt volgens de visie van de pedagoog Thomas Gordon, die uitgaat van gelijkwaardigheid in relaties en door middel van video-interactiebegeleiding van de pedagoog worden beroepskrachten hierin ondersteund. Ook gebruiken de beroepskrachten in het handelen elementen uit een voor- en vroegschools educatieprogramma (Uk & Puk).

Er zijn in dit onderzoek, net zoals vorig jaar, geen overtredingen geconstateerd.

Advies aan college van B&W

De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 3/11

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleidsplan

Er is voor het kinderdagverblijf een pedagogisch beleidsplan opgesteld. In november 2016 is dit beleidsstuk geëvalueerd en bijgesteld. In het beleidsplan is beschreven dat de beroepskrachten de kinderen observeren. Er is in het beleidsplan een stappenplan beschreven dat de beroepskrachten dienen te volgen indien zij problemen in de ontwikkeling of andere problemen signaleren. De pedagoog van de organisatie verwijst ouders indien nodig in een gesprek door naar passende instanties. Ook is beschreven dat de pedagoog degene is die de beroepskrachten ondersteunt bij de taak van het signaleren.

Pedagogische praktijk

Tijdens het inspectiebezoek worden er in alle groepen kinderen opgevangen door vaste beroepskrachten. In de peutergroep is er naast een vaste beroepskracht een vaste invalkracht van de organisatie aanwezig. Het

(pedagogisch) handelen van de beroepskrachten is voornamelijk geobserveerd in de dreumes- en peutergroep. In de babygroepen is kort geobserveerd. Het blijkt dat de beroepskrachten voldoende uitvoering geven aan de pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten communiceren conform het pedagogisch beleidsplan met de kinderen op een respectvolle wijze; het beleidsplan is gebaseerd op de overtuiging van de ontwikkelingspsycholoog Thomas Gordon. De beroepskrachten verwoorden bijvoorbeeld welk gedrag ze bij het kind zien, met als doel dat het kind zich begrepen voelt. In de babygroep zit een beroepskracht met een kind aan tafel die aan het 'vingerverven' is. Een ander kind staat naast de tafel en raakt ook de verf aan. De beroepskracht benoemt dat ze ziet dat het kind ook graag wil verven. Ze legt uit dat het kind aan de beurt is als het andere kind klaar is en dat zij tot die tijd wel op de schoot van de beroepskracht mee mag kijken. Het kind raakt de verf niet meer aan en kruipt bij de beroepskracht op schoot.

Ook verwoorden de beroepskrachten hun eigen gedrag, zodat de kinderen weten wat zij kunnen verwachten. Als een beroepskracht de groepsruimte verlaat zegt zij dat ze washandjes gaat halen en ook dat de beroepskracht de neus van een kind gaat afvegen wordt aangekondigd.

Tevens blijkt dat de emotionele veiligheid van de kinderen voldoende wordt gewaarborgd, doordat er op alle groepen een ontspannen sfeer heerst. Alle kinderen zijn betrokken bij het eetmoment en gaan daarna vrolijk spelen. De beroepskrachten mengen zich in het spel van de kinderen, voeren aan tafel gesprekjes met hen en geven de kinderen regelmatig een knuffel of een aai.

De beroepskrachten geven de kinderen een (afgebakende) keuzemogelijkheid. In de dreumesgroep houdt de beroepskracht bijvoorbeeld aan tafel het broodbeleg in de lucht en vraagt aan de kinderen welk beleg het is.

Vervolgens mag ieder kind een keuze maken. In de peutergroep wordt na het eten aan ieder kind gevraagd in welke speelhoek zij willen gaan spelen, zodat zij een bewuste keuze maken. Er is ook ruimte voor eigen initiatief van de kinderen, bijvoorbeeld dat kinderen aangeven dat zij willen schilderen.

Persoonlijke competentie

De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen, doordat de

beroepskrachten een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen hanteren, waarbij ruimte wordt gemaakt voor situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. In de dreumesgroep zitten de kinderen

bijvoorbeeld met de beroepskracht aan tafel omdat zij gaan eten. Op het moment dat de beroepskracht wil beginnen ontdekt een kind een stickervel met 'smileys' en pakt dat. De beroepskracht grijpt dit moment aan om de kinderen de verschillende emoties te laten zien die de 'smileys' uitbeelden. Ze laat het aan alle kinderen zien.

Vervolgens benoemt ze dat ze het vel teruglegt, omdat zij gaan eten.

Ook wordt de zelfstandigheid van de kinderen gestimuleerd. De peuters smeren bijvoorbeeld zelf hun cracker of boterham en de kinderen die dit kunnen trekken voorafgaand aan het buiten spelen zelf de schoenen en de jas aan. Tevens wordt er in de peutergroep veel aandacht besteed aan de zindelijkheidsontwikkeling, als kinderen in de groep nog niet zindelijk zijn. In de dreumesgroep worden de kinderen tijdens het inspectiebezoek

aangemoedigd om zelf een slabbetje om te doen. De beroepskracht treedt bemoedigend op als kinderen

vertwijfeld kijken en geeft instructies hoe het moet. Vervolgens doen alle kinderen die dit kunnen zelf de slab om.

De beroepskrachten geven veel complimenten en er wordt gewerkt met beloningsstickers om de kinderen in hun positieve gedrag en in hun ontwikkeling te bekrachtigen.

Sociale competentie en normen en waarden

De ontwikkeling van de sociale competentie wordt onder andere gestimuleerd doordat de kinderen leren om met elkaar te delen. Tijdens het inspectiebezoek zet de beroepskracht bijvoorbeeld een bordje verf tussen twee kinderen in die willen schilderen, en legt zij uit dat de kinderen hiermee samen moeten doen. Ook wordt in alle groepen het samenspel tussen de kinderen gestimuleerd.

Bij ongewenst gedrag verwoorden de beroepskrachten conform het beleid wat zij zien, wat zij hiervan vinden en bieden zij een alternatief aan. In de dreumesgroep bijt bijvoorbeeld een kind in de buik van een ander kind. De beroepskracht verwoordt dit en zegt dat ze dit niet leuk vindt, want dat doet pijn. Ze vraagt aan het kind waar het wel in mag bijten. Als het kind niet antwoordt vult de beroepskracht in met 'eten'. Vervolgens gaat de groep

(5)

eten. De beroepskracht van de peutergroep vertelt dat zij op dezelfde wijze omgaan met ongewenst gedrag.

Aanvullend vertelt zij dat de kinderen even uit de situatie worden gehaald als kinderen na herhaald benoemen, het gedrag blijven vertonen. Ook vertelt de beroepskracht dat kinderen omgangsregels worden aangeleerd door gewenst en positief gedrag vaak te complimenteren.

Gebruikte bronnen:

- Pedagogisch beleidsplan Mijn Blokje Baarsjesweg 310-311 (versie november 2016; ontvangen op 11 november 2016)

- Observaties tussen 9:00 en 11:00 uur - Gesprekken met de beroepskrachten

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 5/11

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden.

Deze beoordeling is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden.

Passende beroepskw alificatie

De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Dit is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden.

O pvang in groepen

Er zijn vier stamgroepen: de twee babygroepen Oranje en Blauw, de dreumesgroep Groen en de peutergroep Rood. Babygroep Blauw, gesitueerd aan de voorzijde van het gebouw, bestaat uit maximaal negen kinderen in de leeftijd van 0 tot 1,5 jaar oud. Babygroep Oranje, gesitueerd aan de achterzijde van het gebouw, bestaat uit maximaal acht kinderen in de leeftijd van 0 tot 1,5 jaar oud. Dreumesgroep Groen bestaat uit maximaal tien kinderen in de leeftijd van 1,5 tot 2,5 jaar oud. Peutergroep Rood bestaat uit maximaal veertien kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar oud.

In totaal betekent dit dat er volgens het beleid tegelijkertijd maximaal 41 kinderen aanwezig kunnen zijn, terwijl het kinderdagverblijf staat geregistreerd met 40 kindplaatsen. In de praktijk zijn ten tijde van het

inspectieonderzoek niet dagelijks alle groepen volledig bezet, waardoor het (nog) niet is voorgekomen dat er 41 kinderen tegelijkertijd aanwezig waren. De houder dient de maximale groepsgroottes aan te passen of bij de gemeente een uitbreiding van het aantal kindplaatsen aan te vragen om het beleid uit te kunnen voeren.

Het komt voor dat kinderen in een tweede stamgroep worden opgevangen. Ouders geven vooraf schriftelijk toestemming voor de opvang van hun kind voor een overeengekomen periode in een tweede stamgroep.

Aan iedere groep zijn voldoende vaste beroepskrachten verbonden. Zij worden volgens een vast

personeelsrooster ingezet en op het whiteboard in de hal van het kinderdagverblijf worden ouders geïnformeerd over welke beroepskrachten de kinderen opvangen.

Beroepskracht-kind-ratio

Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in de dreumesgroep Groen vijf kinderen opgevangen door één

beroepskracht, in de peutergroep Rood elf kinderen door twee beroepskrachten, in de babygroep Blauw vier kinderen door één beroepskracht en in de babygroep Oranje drie kinderen door één beroepskracht.

Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 44 en week 45 van 2016 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen.

Gebruikte bronnen:

- Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de partner van de eigenaar - Inspectiebezoek

- Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ontvangen op 11 november 2016) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ontvangen op 11 november 2016)

- Overzicht inzet beroepskrachten week 44 en week 45 2016 (ontvangen op 11 november 2016) - Presentielijsten week 44 en week 45 2016 (ontvangen op 11 november 2016)

(7)

Ouderrecht

Informatie

De houder brengt de klachtenregeling en de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht. Ouders kunnen via de website van het kindercentrum de klachtenregeling raadplegen en kunnen daar tevens informatie vinden over de mogelijkheid om geschillen aan de

geschillencommissie voor te leggen.

O udercommissie

De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vijf leden zitting hebben.

Klachten en geschillen 2016

De houder heeft een klachtenregeling voor ouders getroffen en schriftelijk vastgelegd. Deze regeling is te vinden op de website van het kinderdagverblijf www.mijn-blokje.nl. De klachtenregeling voldoet aan de daaraan gestelde wettelijke eisen.

De houder is per 5 januari 2016 aangesloten bij de Geschillencommissie.

Gebruikte bronnen:

- Gesprek met de partner van de eigenaar

- Website www.mijn-blokje.nl (geraadpleegd op 21 juli 2016)

- Controle aansluiting geschillencommissie (geraadpleegd via website www.lrkp.nl op 21 juli 2016)

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 7/11

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Personeel en groepen

Ouderrecht

Pedagogisch beleidsplan

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders

doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

Beroepskracht-kind-ratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

Informatie

De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van de ouders.

De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders.

Oudercommissie

De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in.

OF

In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen

én

(9)

de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

Klachten en geschillen 2016

De houder treft een regeling, die schriftelijk wordt vastgelegd, voor de afhandeling van klachten over:

- een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder.

De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder:

- de klacht zorgvuldig onderzoekt;

- de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling;

- de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld;

- de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld;

- de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt;

- in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.

De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:

a) geschillen tussen houder en ouder over:

- een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;

b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijk adviesrecht.

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 9/11

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Mijn Blokje

KvK-vestigingsnummer : 000024241547

Website : http://www.mijn-blokje.nl

Aantal kindplaatsen : 40

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Hassan Azalam

KvK-nummer : 34391953

Website : www.mijn-blokje.nl

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang

Postadres : Postbus 2200

Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM

Telefoonnummer : 020 555 55 75

Onderzoek uitgevoerd door : Mw. G.M. van Duijvenbode, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam : Gemeente Amsterdam

Postadres : Amstel 1

Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM

Planning

Datum inspectiebezoek : 09-11-2016

Opstellen concept inspectierapport : 11-11-2016

Zienswijze houder : 23-11-2016

Vaststellen inspectierapport : 23-11-2016 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 30-11-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 30-11-2016 Openbaar maken inspectierapport :

(11)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2016 11/11

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan

KDV Kiekeboe heeft een certificaat ontvangen van de geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen waarop vermeld staat dat er in 2016 geen geschillen tegen het KDV zijn

Uit het gesprek met de directeur van basisschool De Trinoom blijkt dat er op dit moment geen nieuwe beroepskrachten werkzaam zijn op het kinderdagverblijf.. Er zijn op dit moment ook

Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen.. Zo worden er in de groepen de Libellen, de Salamanders

Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 8 tot en met 15 augustus 2017 en de bijbehorende werkroosters van het personeel, constateert de toezichthouder dat ook in

Uit het inspectieonderzoek blijkt dat de verklaring omtrent het gedrag van een van de vaste beroepskrachten niet voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd aan de houder..

In het jaarlijks onderzoek van 29 juli 2019 is een overtreding met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid geconstateerd.. Binnen het onderzoek van