• No results found

VAN D K O LONIE S IJ R [ N A M E. VERORDENING van 4 October 1890, houdende bepalingen omtrent den accijns op het binnenlandscli gedistilleerd.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VAN D K O LONIE S IJ R [ N A M E. VERORDENING van 4 October 1890, houdende bepalingen omtrent den accijns op het binnenlandscli gedistilleerd."

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

l & ' O l . "l^o. 2.

G O U V E R N E M E N T S B L A D

VAN

K O L O N I E S I J R [ N A M E .

V E R O R D E N I N G v a n 4 O c t o b e r 1 8 9 0 ,

houdende bepalingen omtrent den accijns op het binnenlandscli gedistilleerd.

IN NAAM DES KONINGS!

DE GOUVERNEUR VAN SURINAME,

In overweging genomen hebbende: dat hel noodzake­

lijk is de verordening van 24 Februari 1887 (G. R.

No. 17) houdende bepalingen omtrent den accijns op het binnenlandscli gedistilleerd, te herzien ;

Heeft, den Raad van Restuur gehoord, na verkregen goedkeuring der Koloniale Staten,

vastgesteld onderstaande verordening:

E e r s t e H o o f d s t u k .

Bedrag van den accijns, gehalte van het gedistilleerd.

Art. 1.

§ 1. Voor de toepassing dezer verordening wordt als grondslag aangenomen een hectoliter gedistilleerd bij eene warmte van 15° van den honderddeeligen thermometer, dat vijftig liter zuiveren alcohol bevat.

§ 2. De accijns op het binnenlandscli gedistilleerd

(2)

1891. No. 2.

van de in § 1 als grondslag aangenomen hoeveelheid en sterkte bedraagt zestig gulden, en bij meerdere of min­

dere hoeveelheid of sterkte naar evenredigheid.

§ 3. Elke aangegeven of opgenomen hoeveelheid gedistilleerd, waarin alcohol in een andere verhouding voorkomt of dat een andere warmte heelt dan volgens

§ 1, wordt voor het berekenen van den accijns en waar dit verder voor de toepassing dezer verordening te pas komt, tot de sterkte van het in § 1 bedoelde gedistilleerd herleid, overeenkomstig de bepalingen van art. 2.

Art. 2.

§ 1. Tot het bepalen van de sterkte en het verrichten van de herleiding, voorgeschreven bij § 3 van art. 1, worden de voorschriften gevolgd welke zijn vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 20 April 1863 (Staatsblad No. 19) in deze kolonie afgekondigd bij de verordening van 5 December 1807 (G. B. 1868 No. 4), met dien verstande, dat in plaats van de in dat besluit bedoelde tafels A en B, zullen worden gevolgd de soortgelijke tafels voor landen binnen de keerkringen bewerkt, zooals deze bij besluit van den Gouverneur zijn of zullen worden vastgesteld.

J 2. De sterkte van het gedistilleerd wordt in de aangiften, documenten en andere stukken, in ovei een­

stemming met de in § 1 bedoelde tatels, steeds in pei - centen en tienden van percenten uitgedrukt.

§ 3. Bij de herleiding eener aangegeven of opgenomen hoeveelheid gedistilleerd wordt, wanneer die hoeveelheid een hectoliter ad 50% of meer bedraagt, de uitkomst zonder onderdeden van liters, en wanneer de hoeveel-

2

(3)

3

1891 No. 2.

heid minder dan een hectoliter bedraagt, de uitkomst zonder onderdeelen van deciliters aangewezen. De breuken van een halven liter ol een halven deciliter en daarbeneden worden niet gerekend en die daarboven voor geheelen genomen , met uitzondering echter van het geval dat dit invloed mocht uitoefenen op het al ot niet beslaan van overtreding wegens over- of ondermaat, als wanneer de juiste uitkomst der herleiding tot grondslag voor het berekenen van accijns en boete genomen wordt.

T w e e d e H o o f d s t u k . Slijterijen en distilleerderijen.

Art. 3.

§ 1. Met opzicht tot deze verordening worden de stokerijen, waarin gedistilleerd vervaardigd of bewerkt wordt, onderscheiden in Slijterijen en Distilleerderijen.

§ 2. Door stijlerijen worden verstaan die stokerijen waarin gedistilleerd vervaardigd wordt uit gegisle grond­

stoffen. In de panden dezer stijlerijen kan tevens gedistil­

leerd door overhaling gezuiverd of tot drank gestookt worden.

§ 3. Door distilleerderijen worden verstaan die stoke­

rijen waarin alleen gedistilleerd door overhaling gezuiverd of tot drank gestookt wordt. Zij worden onderscheiden in twee soorten, als le soort, waaronder behooren de distilleerderijen waarin het te bewerken gedistilleerd onder genot van afloopend crediet voor den accijns wordt inge­

slagen, en 2e soort, waaronder behooren de distilleerde­

rijen van hen, die geen afloopend crediet voor den accijns genieten.

(4)

1891.

4

Art. 4.

Sj 1. Een distilleerderij mag gelijktijdig slechts tot ééne soort behooren.

§ 2. lil de panden of op de erven, welke met een stijlerij gemeenschap hebben, mag geen distilleerderij bestaan of opgericht worden, behoudens het bepaalde bij art. o, terwijl op de plantages alwaar een stijlerij wordt gevonden geen distilleerderij mag beslaan of opge­

richt worden op minderen afstand dan van 400 meters van de stijlerij.

§ 3. In de panden ol op do erven, welke met een distilleerderij gemeenschap hebben, mag geen stijlerij noch een distilleerderij van een andere soort bestaan of opgericht worden , terwijl op de plantages alwaar een distilleerderij bestaat, dit verbod zich uitstrekt tot 400 meters van de bestaande distilleerderij.

Art. 5.

§ 1. Het is verboden om in panden, welke tol een stijlerij of distilleerderij behooren of daarmede gemeen­

schap hebben, eenige andere fabriek of eenig werktuig te hebben , waarin grondstoffen bewerkt of vervaardigd worden, geschikt om met of zonder nadere bewerking- de wijngisting le ondergaan of door distillatie een geest­

rijk vocht op te leveren.

§ 2. Yan het verbod in § 1 zijn uitgezonderd de suikerfabrieken , welke bij een stijlerij worden gevonden mits in de lokalen ot aanhoorigheden dier fabrieken geen melasse, schuim of andere suikersappen aan gisting worden onderworpen.

No. 2.

(5)

1891

Art. 6.

§ 1, Elke slijterij en distilleerderij, alsmede de panden en erven , welke daartoe behooren of daarmede gemeen­

schap hebben, zijn aan het onderzoek der ambtenaren onderworpen.

§ 2. In de gedeelten dier panden welke tot woning dienen, geschiedt dit onderzoek niet dan lusschen ü uur 's morgens en (3 uur 's avonds, op schriftelijke mach­

tiging' van den controleur. Üinnen den kring van zijn kantoor is ook de ontvanger te Nickerie bevoegd zoo­

danige machtiging te verleenen, even als de districts­

commissarissen binnen den kring van hun distriet. Die machtiging wordt niet vereischt, wanneer eenig voorwerp aan hei, onderzoek der ambtenaren mocht worden ont­

trokken en zij dit in die gedeelten zien overbrengen, in welk geval het onderzoek te allen tijde en onmiddellijk kan geschieden.

Art. 7.

Do gemeenschap, in de drie voorgaande artikelen bedoeld, wordt geacht aanwezig te ziin :

a. met alle panden, uit welke door middel van deuren , trappen , vensters of andere openingen tot de stijlerij of distilleerderij toegang kan worden ver­

kregen, zoomede met alle panden, welke door middel van deuren, trappen , vensters of andere openingen toegang verleenen tot dezelfde plaats of hetzelfde erf, waartoe ook de stijlerij of distilleerderij door middel van zoodanige opening toegang heeft;

No. 2.

5

(6)

6

1891. No. 2.

b. met de onbebouwde erven, die door gebouwen, muren , heggen , omheiningen en andere afsluitingen van den gemeenen weg zijn afgescheiden en op eene der onder a vermelde wijzen van de stijlerij ot distilleerderij uit, toegankelijk zijn.

Art. 8.

§ 1. De pijpen of buizen onder de vloeren of door de muren of wanden eener stijlerij ol distilleerderij dienende of kunnende dienen tot het geleiden van stoom ol van lowine of andere gedistilleerd uit de slangen naar eenig vaatwerk tot verzameling van het gedstilleerd , van het eene vat naar het andere of naar andere werktuigen of lokalen, moeten in goten of openingen in dier voege worden gelegd ot geplaatst dat de ambtenaren de pijpen of buizen steeds over hare geheele lengte en haren omtrek kunnen onderzoeken.

§ 2. Buiten de stoompijpen mogen geene der ge­

noemde pijpen of buizen in panden of lokalen w orden geleid, welke niet tot de stijlerij of distilleerderij behooren.

Art. 9.

Hij, die overgaat tot het oplichten eener stijlerij of distilleerderij, geeft daarvan vooraf schriftelijk kennis aan den ontvanger onder wiens kantoor de oprichting zal plaats hebban.

Art. 10.

die een stijlerij of distilleerderij heeft op­

gei icht of een bestaande overneemt, levert vóór dat er in gewerkt wordt, ten kantore van den ontvanger onder

(7)

7

1891. No. 2.

wiens kantoor de inrichting behoort, tegen bewijs, een onderteekende aangifte in , aanwijzende :

a. de plaats en dagteekening der aangifte ;

b. den naam en de woonplaats van den labriekant, of wel, indien liet een vennootschap onder een iirma is, de namen en woonplaatsen der vennooten of in­

dien het een naamlooze vennootschap is de namen en woonplaatsen der bestuurders, in beide gevallen me'- aanwijzing van den naam en de woonplaats van den beheerder der fabriek;

c. de benaming der fabriek, de plantage , de straat of andere aanwijzing van de ligging met opgaven van wijk en nommer;

d. de panden en erven welke de fabriek uitmaken, met vermelding van de bestemming van alle werk­

plaatsen en vertrekken;

e. de soort waartoe de distilleerderij behoort;

/. de soort van grondstoffen welke zullen worden gebruikt;

g. de vaten , bakken , kuipen of ketels , waarin de grondstoffen eenige bewerking ondergaan, vóórdat ze worden overgestort in de bakken , vaten of kuipen waarin ze worden in gisting gebracht;

h. de bakken , vaten of kuipen , waarin de grondstof­

fen de wijngisting ondergaan (schuimvaten of aanzet- vaten), de verzamelbakken of verzamelkuipen waarin de gegiste grondstof wordt overgebracht alvorens op den stijlketel te worden geladen, alsmede de bakken, vaten, putten of kuipen, waarin melasse of andere suikerhou-

(8)

8

1891. No. 2.

dende vloeistof wordt geborgen, in welke laatst bedoelde bakken, vaten, putten of kuipen op geenerlei wijze de gisting mag worden bevorderd;

i. een volledige omschrijving van de stijl- of distil- leertoestellen, met opgave van de bestemming van elk gedeelte daarvan;

k. de verkoelingskuipen , waarin de slangen der stijl­

en distilleerketels bevat zijn;

l. de grondvaten, dienende tot het opvangen van het uit de slang alloopende gedistilleerd en de fusten, vaten, kuipen en bakken ter berging daarvan. De grondvaten moeten groot genoeg zijn om liet product van ten minste eene stijling te kunnen bevatten.

In de distilleerderijen is het hebben van deze grond­

vaten niet verplicht. In de slijterijen, moeten zij worden aangebracht alvorens een aangifte tot stijlen kan worden aangenomen.

Zij moeten voorzien zijn van een deksel, sterk genoeg om er over te kunnen loopen. Dat deksel moet zoo zijn ingericht:

1°. dat het door middel van een slot kan worden gesloten om den toegang tot. het grond vat te belet-

x ten, behoudens het bepaalde bij §§ 2° & 3°;

dat het vocht uit de slang alloopt door een opening in het deksel \an niet meer dan 100 • centimeters, afsluitbaar met een slot door middel van een schuit ol' plankje, ten genoegen van de ambtenaren der belastingen;

8°. dat in het midden of nagenoeg in het midden eeu opening is aangebracht, eveneens afsluitbaar op

(9)

9

1891. No. 2.

de wijze als sub 2° hierboven bedoeld, om den in art. 17 § 1 bedoelden peilstok door te steken, het gedistilleerd door middel van een roerstok om te roeren en met een pomp of ander toestel op te halen.

Die opening mag niet grooter zijn dan 225 Q cen- timers.

§ 2. Yan de werktuigen sub. litt. I bedoeld, wordt de inhoudsruimte opgegeven nadat die overeenkomstig art. 15 § 1, door de ambtenaren bij meting ol water- ijking is bepaald.

Bij de omschrijving, sub.

i

bedoeld, wordt een teekening of schets der toestellen gevoegd, benevens een beschrijving van hunne inrichting, gebruik en verschillende afmetingen, beide stukken door de onderteekening van den fjbriekant gewaarmerkt.

§ 3. He stijler of distillateur, die eenige verandering verlangt te brengen in de plaatsing, bestemming of grootte van de in § 1 bedoelde werktuigen of wel meer of minder werktuigen wenscht te plaatsen, levert des­

wege vooraf een aanvullingsaangifle in.

Art. 11.

In elke stijlerij is de fabriekant verplicht, om op zijne kosten en op een geschikte plaats, in overleg met den controleur, in te richten en in behoorlijken staat te onderhouden een voor afsluiting vatbare ruimte van teu minste 12 M2, voorzien van een sluitbare kast tot berging- van schrifturen en werktuigen, zoomede een tafel en ten minste twee stoelen.

Deze ruimte en het daarin aanwezige meubilair blijven uitsluitend ter beschikking van de ambtenaren.

(10)

1891.

10

Art. 12.

Hoven den hoofdingang eener stijlerij of distilleerderij moet een opschrift geplaatst worden , houdende in duidelijk leesbare letters in olieverf, de woorden: Stijlerij of Distilleerderij der eerste of tweede soort, met bijvoeging- van den naam der fabriek en van den naam van den fabriekant.

D e r d e I I o o 1 d s t u k .

Inrichting, gebruik, opneming en verzegeling van werktuigen.

Art. 13.

In elke in werking zijnde stijlerij of distilleerderij moet op de stijl- en distilleerketels en alles waarin het verkregen gedistilleerd wordt geborgen , als grondvaten, lusten, vaten, kuipen of bakken, een opschrift zijn geplaatst in duidelijk leesbare letters, hetzij in olieverf of wel ingebrand ol ingesneden, houdende aanwijzing van het nommer en de inhoudsruimte.

De werktuigen van dezelfde soort verkrijgen een door­

loopend nommer.

Art. 14.

§ 1. De stijl- of distilleerketel moet zoo ingericht zijn, dat het voortbrengsel der afstoking alleen door de slang, die tot den ketel behoort, kan worden afgeleid.

De slang mag geene andere openingen hebben dan die aan beide uiteinden.

§ 2. De verkoelingskuip, welke de slang van een stijl- of distilleerketel bevat, mag na vernieuwing, ver-

No. 2.

(11)

1 1

1891. No. 2.

andering, herstelling, verplaatsing o(' reiniging, hetzij van de knip of van de slang niet met water gevuld worden dan na door een ambtenaar te zijn onderzocht.

§ 3. De ambtenaren zijn ten allentijde bevoegd een onderzoek naar de inrichting der verkoelingskuip in te stellen, waarbij de stijler gehouden is het water daar­

uit af te tappen en den ambtenaar de middelen te verschaffen om de kuip van binnen en de slang over hare geheele lengte te kunnen onderzoeken.

Art. 15.

§ 1. De inhoudsruimte van de stijl- en distilleer­

ketels , en de vaten tot berging van bet product, betzij lowine of ander gedistilleerd , bestemd , wordt door de ambtenaren door middel van meting of waterijking op­

genomen. Ten aanzien der grondvaten geschiedt dit steeds door middel van waterijking.

§ 2. Ingeval de belanghebbende een der tegenwoor­

dig zijnde ambtenaren of een hooger ambtenaar geen genoegen neemt met de uitkomst eener verrichte meting of waterijking, geschiedt door een anderen ambtenaar een hermeting of herwaterijking , die alsdan beslissend is.

Is de hermetinj of herwaterijking door den belang­

hebbende gevraagd, dan komen de kosten voor zijne rekening, wanneer het bevonden verschil niet meer dan 1% in minder is.

§ 3. Van nieuwe, bijgeplaatste of veranderde werk­

tuigen in § 1 bedoeld, mag geen gebruik gemaakt wor­

den vóór dat de inhoudsruimte is opgenomen.

§ i. De belanghebbende en de ambtenaren, mits

(12)

I s2

1891. No. 2.

deze daartoe door den controleur schriftelijk zijn ge­

machtigd , zijn steeds bevoegd om hermeting of her- waterijking te vragen of te verrichten van werktuigen waarvan de inhoudsruimte vroeger is opgenomen.

De belanghebbende is alsdan gehouden om de te her­

meten of te hervvaterijken werktuigen binnen 24 uren na de hein daartoe gedane aanzegging af te tappen of ledig te maken, tenzij die ingevolge eene gedane aan­

gifte tot stijlen moeten gevuld blijven.

De laatste alinea ypn § 2 is ten deze toepasselijk.

Art. 16.

§ 1. De belanghebbende is verplicht de werktuigen, welke niet in metselwerk nocli geheel in den grond be­

vestigd zijn, bij het waterijken waterpas te plaatsen en daartoe, zoowel als tot het bijbrengen en aftappen van het benoodigde water, de vereischte arbeiders en gereed­

schappen , alsmede het water te verschaffen.

§ 2. Het is verboden bij het waterijken der werk­

tuigen heimelijk water of eenige andere vloeistof bij te storten of af te tappen of andere middelen van mislei­

ding aan te wenden, waardoor onjuiste opneming ont­

staan kan.

Art. 17.

§ 1. De slijter is verplicht om bij elk grondvat een door de administratie gewaarmerkten peilstok voorhan­

den te hebben, ten gebruike der ambtenaren bij de op­

nemingen van de aanwezige hoeveelheid gedistilleerd.

§ 2. Deze stok moet van onderen zijn voorzien van een metalen plaatje en aan het boveneinde hetzelfde

(13)

13

1891. No. 2.

nomrner dragen als het grondvat, waartoe hij behoort, en moet voorts voor de verschillende hoogten van het vocht met duidelijke merken den juisten inhoud aan­

wijzen in hectoliters en onderdeelen daarvan tot niet beneden tien liters.

§ 3. liet is verboden een peilstok te vervalschen, te verminken ol' de daarop geplaatste merkteekenen on­

leesbaar te maken. Het heimelijk plaatsen van voor­

werpen in een grondvat, wordt met het vervalschen van den peilstok gelijk gesteld.

§ 4. l)e stijler is verplicht om een peilstok , waar­

van de merkteekenen onduidelijk zijn geworden of waar­

aan eenig ander gebrek is ontstaan, te doen herstellen, uiterlijk binnen acht dagen, nadat hij daartoe door een ambtenaar schriftelijk is uitgenoodigd.

Art. 18.

§ 1. De ambtenaren zijn bevoegd om door middel van verzegeling het gebruik te beletten van de werk­

tuigen en gereedschappen:

a . die zich bevinden in een slijlerij ol distilleerderij, wanneer niet is voldaan aan de artt. 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13, li, 15, 10 en 17.

b. die vallen in de termen van verbeurdverklaring.

§ 2. De belanghebbende, die zich met de in £ 1 bedoelde verzegeling bezwaard acht, kan zijne klach­

ten indienen bij den controleur, en zoo hij in diens beslissing niet berust, bij den administrateur van financiën, aan wiens uitspraak hij zich moet onderwerpen.

§ 3. De verzegelde werktuigen moeten des verlangd den ambtenaren steeds vertoond worden.

(14)

u

1891. No. 2.

Het niet aanwezig zijn of het niet verloonen van zoo­

danige werktuigen wordt met liet schenden van zegels gelijk gesteld.

Art. 19.

§ 1. Van iedere meting, waterijking, verzegelingen ontzegeling wordt een procesverbaal opgemaakt, waarin bij meting of waterijking, behalve de inhoudsruimte, tevens vermeld worden de verschillende afmetingen der werktuigen, en bij verzegeling, het getal der daarop gelegde zegels.

§ 2. De belanghebbende wordt uitgenoodigd om bij iedere meting, waterijking, verzegeling of ontzegeling tegenwoordig te zijn en het procesverbaal mede te teekenen, hetwelk vervolgens ten kantore van den controleur wordt nedergelegd en in afschrift aan den belanghebbende uitgereikt.

§ 3 . H i j d i e e e n s t i j l e r i j o f d i s t i l l e e r d e r i j o v e r n e e m t en geen verificatie der gemeten werktuigen vraagt, wordt geacht met de laatst verrichte meting of waterijking genoegen te nemen.

Art. 20.

§ 1. Geen der werktuigen, pijpen of buizen waarvan het bestaan volgens deze verordening moet worden aan­

gegeven , mag worden al- of uitgebroken , weggevoerd , veranderd oi hersteld, dan nadat daarvan vooraf aan de-i betrokken ambtenaar schriftelijk aangifte is gedaan.

In geval van verandering of herstelling wordt bij de aangifte opgegeven, of de inhoudsruimte van gemeten of gewaterijkte werktuigen al dan niet veranderd zal worden.

(15)

15

1891. No- 2.

Indien de werktuigen verzegeld zijn, wordt dit in het bizonder in de aangifte vernield.

§ 2. De betrokken ambtenaar geelt een bewijs al van het inleveren der aangifte.

Het bewijs strekt tot machtiging om de plaatsing, verwijdering of verandering te verrichten, na vooraf­

gaande ontzegeling, waar deze te pas komt.

§ 3. De werktuigen moeten des verlangd den ambte­

naren worden vertoond.

Het niet aanwezig zijn of het niet vertoonen van werk­

tuigen , pijpen of buizen, waarvan het beslaan is aan­

gegeven , wordt met ongeoorloofd al- of uitbreken en wegvoeren gelijk gesteld.

V i e r d e H o o f d s t u k . Aangifte tot stijlen, enz.

Art. 21.

§ 1. De stijler levert vóór hij een slijling aanvangt bij den betrokken ambtenaar een onderteekende aangifte in duplo in ; aanwijzende :

a. de plaats en dagteekening der aangifte;

b. den naam en de woonplaats des stijlers of der lïrma;

c. de benaming der stijlerij , de plantage, de straat ol andere aanwijzing van de ligging benevens de letter en het nommer van de wijk;

d. het uur waarop eiken dag met de eerste stijling zal worden aangevangen.

Wordt hij liet gebruiken van samengestelde werktuigen

(16)

16

1891. No. 2.

de afstijling niet dagelijks geeindigd , dan wordt van die omstandigheid in de aangifte melding gemaakt.

§ 2. De betrokken ambtenaar geelt een exemplaar der aangifte, door hem gewaarmerkt, terug aan den stijler, die het in de stijlerij aanwezig moet hebben van den aanvang tot den afloop van al de werkzaamheden daarin vervat, en het des verlangd den ambtenaar telkens dadelijk ter inzage moet gev^n.

Art. 22.

§ 1. De aangifte wordt niet latei1 gedaan dan op den dag voorafgaande aan dien waarop met de eerste stijling een aanvang zal worden gemaakt en wel vóór zes uur des avonds.

§ 2. De aangifte is niet geldig wanneer :

a. de stijler geen behoorlijken borgtocht heeft gesteld overeenkomstig art. 27 dezer verordening;

b. daarin werktuigen zijn begrepen , die verzegeld zijn;

c. zij in sti'ijd is met eenige bepaling dezer verordening.

Art. 23.

Er kan geene aangifte gedaan worden om op andere tijdstippen te slijlen dan op werkdagen tusschen zes uur morgens en zes uur des avonds , behalve

1°. bij het gebruik van samengestelde werktuigen als wanneer zoo noodig ook des nachts mag worden doorgestijld, mits uil de aangifte bedoeld bij art. 21

§ 1 sub letter d daarvan blijke;

(17)

1 7

1891. No. 2.

2°. indien op denzelfden dag twee of meer stijlingen worden verricht, in welk geval zoo noodig tot des avonds negen uur kan worden gestijld.

In bizondere gevallen kan de toezicht houdende amb­

tenaar toestaan dat die tijdsbepaling wordt vervroegd of overschreden.

Art. 24.

De stijler, die gedurende den loop eener aangilte' tot stijlen zijne werkzaamheden verlangt te vermeerderen of genoodzaakt wordt de opgegeven uren te veranderen , geeft daarvan kennis aan den ambtenaar, di^: daarvan aanteekening doet op de oorspronkelijke aangifte, welke aanteekening door stijler en ambtenaar wordt onderteekend.

iSa afloop eener aangifte kan de stijler zijne werk­

zaamheden vermeerderen door eene nieuwe aangifte te doen.

V i j f d e h o o f d s t u k . Bekening, aanslag en crecliet.

Art. 25.

£ \. Tusschen de administratie der accijnsen enden stijler, distillateur der le soort of groothandelaar, wordt voor iedere stijierij, distilleerderij en eiken groothandel in binnenlandsch gedistilleerd een rekening gehouden door den ontvanger, onder wiens kantoor de fabriek gelegen is of de groothandel gedreven wordt.

§ 2. De fakrikant of groothandelaar is aansprakelijk voor den accijns van hel gedistilleerd, waarvoor hij overeenkomstig de volgende bepalingen op die rekening wordt aangeslagen.

(18)

•IK

1891 No. 2.

§ Onder groothandelaar wordt verstaan de grossier, die birmenlandsch gedistilleerd inslaat overeenkomstig liet bij art. ."30 § la bepaalde.

Art. 26.

De rekening wordt afgesloten , waaronder wordt ver"

staan bet overbrengen op nieuwe rekening van de bij de afsluiting loopende crediettermijuen binnen de eersle 14 dagen van de maand Januari, en bovendien Wanneer dit door den fabrikant cf groothandelaar of wel door den ontvanger wordt verlangd.

De fabrikant of groothandelaar is bevoegd en wordt J.

in het laatstbedoelde geval uitgenoodigd om zelf of door zijnen procuratiehouder tot de afsluiting mede te werken en haar met den ontvanger te onderteekenen.

liij gebreke hiervan geschiedt de afsluiting eenzijdig door den ontvanger en geeft deze van de uitkomst schrifte­

lijk kennis aan den fabrikant of groothandelaar, die indien hij vermeent dat daarin eenige misstelling heelt plaats gehad, zich binnen acht dagen na het ont­

vangen van de kennisgeving bij den ontvanger kan ver­

voegen , ten einde gezamenlijk tot herziening der rekening over te gaan en deze , zoo noodig, te verbeteren.

Na alloop van dezen termijn wordt geene wijziging in de afsluiting meer toegelaten, dan op macht'ging van den administrateur van financiën.

Art. -27.

Door iederen slijler, distillateur der 'le soort of groot^

handelaar wordt , vóór dat hem eenig crediet voor den accijns wordt verleend, overeenkomstig de bepalingen

(19)

19

1891. No. 2.

van liet 7e hoofdstuk , ten genoegen van den ontvanger zekerheid gesteld voor den accijns o|> liet gedistilleerd , dien hij door het f'abriceeren of den inslag van binnen- landsch gedistilleerd verschuldigd is of wordt.

Die zekerheid wordt doorloopend gesteld tot een bedrag als vermoed wordt het geheele debet van den fabrikant of groothandelaar te kunnen bedragen, niet inbegrip van het voorloopig gecrediteerde.

Ingeval van verschil over het bedrag der te stellen zekerheid, beslist de administrateur van financiën.

Blijkt het bedrag der zekerheid te eeniger tijd niet voldoende te zijn , dan wordt van den slijter geene aan­

gifte meer aangenomen, en aan den distillateur der Ie soort of groothandelaar geen inslag meer vergund, zoo­

lang de zekerheid niet ten genoegen van den ontvanger tot het vereischte bedrag is verhoogd.

Art. 28.

§ 1. Aan den stijler wordt alloopend crediet verleend voor den accijns op het gedistilleerd waarvoor hij in rekening wordt aangeslagen.

Dat crediet vervalt een derde gedeelte op liet einde der tweede maand na die waarin liet gedistilleerd is geproduceerd, een derde op het einde der derde maand en een derde op het einde' der vierde maand na hetzelfde tijdstip.

§ 2. De aanslag geschiedt telkens na afloop van elke maand en wel voor het gedurende den loop der maand vervaardigd en achtereenvolgens in het grondvat aan­

wezig bevonden gedistilleerd. Van de daartoe door den dienstdoenden ambtenaar na afloop van elke slijlin» ,

(20)

1891.

20

No. 2.

gedane opneming geeft hij onverwijld , naar een door den controleur voor te schrijven nwdel, kennis aan den betrokken ontvanger, die, na ontvangst der laatste kennisgeving' over de afgeloopen maand, dienovereen­

komstig de debiteering bewerkstelligt en de korting toe­

past , bedoeld bij het 5e lid van § 4.

Aan den stijler wordt mede telkens een opgave van de opgenomen hoeveelheid en sterkte van het geprodu­

ceerde gedistilleerd ter hand gesteld.

Zoolang de bedoelde opnemingen niet zijn afgeloopen, is verdere behandeling van het gedistilleerd verboden.

Ook na alloop der opnemingen blijk verboden de ver­

menging met — of het laten trekken van 't gedistilleerd D O op — een vreemde zelfstandigheid en elke andere ver­

lichting, waardoor het opnemen der sterkte met den gewonen vochtweger of der hoeveelheid met de gewone meetwerktuigen zou kunnen worden verhinderd.

Op het verbod van vermenging wordt uitzondering toegelaten ten aanzien van tot onmiddellijken uitvoer bestemd gedistilleerd, mits met vergunning van den controleur en onder toezicht van den bij die vergunning aangewezen ambtenaar, die vooraf de hoeveelheid en sterkte opneemt om te strekken tot grondslag voor het consent tot uitvoer en daarna de fusten of andere emballage verzegelt, liet vermengde gedistilleerd blijft onder be­

waking van den in de stijlerij met het toezicht belasten ambtenaar, totdat het vervoerd wordt naar de plaats j

waar de inlading ten uitvoer geschiedt.

Te dier plaatse hebben de ambtenaren de bevoegd­

heid , de hoeveelheid en ware sterkte nader op te ne­

men , ter toepassing zoo noodig van art. 33 §§ 4- en a.

(21)

21

1891. No. 2.

^ o. Neemt de stijler met de opneming geen ge­

noegen , dan kan hij een tweede opneming vragen, mits onmiddellijk bij de ontvangst van de in §2 bedoel­

de opgave en mits het opgenomen gedistilleerd nog on­

aangeroerd en onder toezicht of sluiting van den dienst- doenden ambtenaar is verbleven en blijft totdat de tweede opneming is algeloopen.

Verlangt de slijler dat de tweede opneming door een anderen ambtenaar zal geschieden , dan is hij verplicht de daaraan verbonden kosten, naar den alstand, en den duur der reis, door den controleur te bepalen, doch nimmer meer dan f 10.— of minder dan f8.—, ten bate van den met de tweede opneming belasten ambtenaar, te voldoen.

In elke geval moet in den uitslag der tweede op­

neming worden benist.

§ 4. Indien na afloop der laatste stijling van den dag, gedistilleerd in het grondvat mocht overblijven, dat niet vóór den volgenden morgen door den dienst- doenden ambtenaar kan worden opgenomen, worden het grondvat en de zich in het deksel bevindende ope­

ningen gesloten.

Bij het gebruik van samengestelde werktuigen blijft het grondvat gesloten totdat de stijling is afgeloopen, met uitzondering van de opening waardoor het uit de slang vloeiende vocht in het grondvat alloopt.

Die opening wordt gesloten bij het staken der cl- stoking en heropend bij elke hervatting. liet einde der slang moet zoo zijn ingericht en zoo diep door de opening in het grondvat worden geleid , dat het vocht buiten het grondvat niet kan worden opgevangen.

(22)

1891. No. 2

Verlangt de stijler vóór den afloop der aangifte ge­

distilleerd uit het grondvat over te pompen, dan geeft hij daarvan schriftelijk kennis aan den betrokken amb­

tenaar , met opgave van het uur waarop dit zal ge­

schieden. De ambtenaar neemt de hoeveelheid en sterkte van bet in het grondvat aanwezige en over te pompen gedistilleerd op en handelt te dier zake als is voorge­

schreven bij § 2.

De stijler geniet wegens verlies veroorzaakt door uit­

damping , inzuiging, oppomping of' overstorting van het gedistilleerd, eene korting van 2%.

§ 5. Het wegnemen of' wegvoeren van gedistilleerd uit het grondvat of uit elk ander voorwerp, waarin zich gedistilleerd bevindt dat nog niet door den dienst- doenden ambtenaar is gemeten en gewogen en waarvoor dus de in § 2 bedoelde opgave nog niet is uitgereikt, wordt als een ongeoorloofde uitslag gestraft.

Art. 29,

liet in een stijlerij over te halen gedistilleerd wordt na schriftelijke kennisgeving aan den met het toezicht belasten ambtenaar door dezen vooraf in hoeveelheid en sterkte opgenomen.

liet mag met geenerlei vreemde zelfstandigheid dermate vermengd zijn, dat het cpnemen van de sterkte met den gewonen vochlweger verhinderd is, tenzij in bizondere gevallen daartoe vergunning verkregen zij van den con­

troleur die zorgt dat vooraf de hoeveelheid en ware sterkte worden opgenomen.

Ingeval van overhaling wordt de in art. 28 § 2 be­

doelde kennisgeving verminderd met de bevonden hoe­

veelheid over te halen gedistilleerd

en

die van het

22

(23)

'23

1891. No. 2.

overgehaald gedistilleerd na de overhaling' daarin op nieuw opgenomen.

De distillateur der 'le soort, die uit een stijlerij gedistilleerd van mindere sterkte dan van 40% inslaat, geniet bij dien inslag, voor het verlies bij verdere over­

halingen , een korting op de tot de sterkte van 50%

herleide hoeveelheid, ten bedrage van 2%, wanneer het ingeslagen gedistilleerd eene sterkte aanwijst van beneden 15% eii van 1%, wanneer dat gedistilleerd eene sterkte aanwijst van 45% tot beneden 40%.

Art. 30.

§ 1. De rekening van den stijler wordt aangezuiverd door:

a . aflevering van gedistilleerd aan groothandelaars en distillateurs der 1 e soort in geen mindere hoeveelheid dan vierhonderd en veertig liters na herleiding tot 50%;

b . uitslag, in geen mindere hoeveelheid dan van vier honderd en veertig liters na herleiding tot 50%, naar buiten 's lands;

c. uitslag, in geen mindere hoeveelheid dan van honderd liters na herleiding tot 50% tot nederleg-

ging in entrepó' ; en

d . betaling van den accijns vóór of op den vervaldag voor zoover de rekening alsdan nog niet volgens lett. a—c is aangezuiverd.

§ 2. De afschrijvingen hebben s'eeds plaats op den oudsten der openslaande termijnen.

Art. 31.

§ 1. Voor de aflevering bedoeld bij lett. et van art. 30 worden door den betrokken ambtenaar vervoerbiljetten

(24)

24

1891. No. 2.

afgegeven overeenkomstig de aangifte van den fabrikant, aanwijzende soort, getal en merken der colli, hoeveelheid en sterkte van het gedistilleerd, naam en woonplaats van den ontbieder, en een termijn waarbinnen het ver­

voer moot plan1 hebben en het document gezuiverd moet zijn ingeleverd bij den ontvanger.

fie termijn kan steeds worden verlengd.

S -• Ken duplicaat van het vervoerbiljet wordt gelijk­

tijdig verzonden aan den ontvanger, onder wiens kantoor de inslag plaats zal vinden.

§ 3. De overschrijvingen bedoeld in art. 30, § 1 lett. a worden niet verleend, wanneer een of meer credïettermijnen mochten vervallen vóór het eindigen van den termijn voor de inlevering' van het gezuiverde document gesteld.

Art. 32.

liet vervoerbiljet wordt gezuiverd beschouwd wanneer daarop een verklaring van den ontbieder is gesteld, houdende in duidelijk leesbaar schrift in inkt, zonder doorhalingen of overschrijvingen, dat hij verlangt over­

eenkomstig art. het afloopend crediel van don afzender voor de in het vervoerbiljet vermelde hoeveelheid en stei kte over te nemen en deswege in rekening te worden aangeslagen.

Is het document niet tijdig gezuiverd ingeleverd, dan wordt geene afschrijving verleend.

Art. 33.

§ I. De uitslag bedoeld bij lelt. b van art. 30 ge­

schiedt op een consent lot uitvoer af le geven door den betrokken ambtenaar op schriftelijke aanvrage.

(25)

1891. No. 2.

Ilct consent vermeldt soort, getal en merken der colli, hoeveelheid en sterkte van het gedistilleerd, het schip, waarmede de uitvoer zal plaats hebben, het land van bestemming en een termijn, waarbinnen de inlading zal moeten geschieden.

Die termijn kan steeds worden verlengd.

§ 2. Bij de inlading wordt behoudens het bepaalde omtrent de opname van vermengd gedistilleerd in het zesde lid van § 2 van art. 28, hoeveelheid en sterkte van het voor uitvoer bestemd gedistilleerd door daartoe aangewezen ambtenaren opgenomen.

Blijkt alsdan van een verschil in minder, op de hoe­

veelheid na herleiding tot 50% van meer dan 1%, dan wordt daarvan melding gemaakt op het consent.

S 3. Zoodra het schip waarmede de uitvoer plaats heeft, in zee is, zendt de ambtenaar, die de verificatie bij inlading heelt verricht, het consent aan den betrok­

ken ontvanger.

§ 4. De ontvanger crediteert den afzender voor den accijns van het in het consentbiljet vermeld gedistilleerd ol voor zooveel minder als hem uit het consentbiljet blijkt dat minder werd ingeladen dan uitgeslagen.

§ 5. Partijen gedistilleerd van mindere hoeveelheid dan wordt bepaald bij art. 306, worden bij de inlading in beslag genomen en zijn ten behoeve van de koloniale kas verbeurd.

Een speling van 1% wordt hierbij toegelaten.

25

(26)

1891.

20

Art. 34.

De afleveringen bedoeld bij lett. c van art. 30 heb­

ben plaats op vervoerbiljet, op schriftelijke aanvrage at' Ie geven door den betrokken ambtenaar en vermeldende coort, getal en merken der colli, hoeveelheid en sterkte van het gedistilleerd, een termijn waarbinnen het ver­

voer zal moeten geschieden en het gezuiverd document ten kantore van den ontvanger ingeleverd , en de aan­

duiding van liet entrepot waarin de opslag zal geschieden.

De termijn kan steeds worden verlengd.

fs het document niet tijdig ingeleverd, voorzien van bet bewijs van ontvangst van den entreposeur, dan wordt geene afschrijving verleend.

Van dit vervoerbiljet wordt onverwijld een duplicaat gezonden aan den entreposeur, onder wien de inslag zal plaats hebben.

Art. 35.

Wanneer een crediet,termijn is verschenen, maar nag niet aangezuiverd, wordt den stijler niet meer vergund te stijlen en worden de distillateur der 'le soort en de groothandelaar niet meer tot inslag onder crediet toe­

gelaten , zoolang zij niet aan hunne verplichtingen heb­

ben voldaan , onverminderd het recht van parate executie, zoowel tegen den primitieven schuldenaar als tegen de borgen , naar keuz« van den ontvanger.

Art. 30.

De distillateur der 1e soort en de groothandelaar gedistilleerd willende inslaan overeenkomstig bet bepaalde b'j art. 30 lelt. a of art. 37 , verbinden zich T alvorens

No. 2.

(27)

1891.

No 2 te worden gedebiteerd, de verplichting van den afzender van het gedistilleerd nopens de aanzuivering van den verschuldigden accijns over te nemen.

Art. 37.

§ De rekening van den distillateur der 4 e soort en den groothandelaar wordt aangezuiverd :

a. door overschrijving van gedistilleerd dat niet niet zelfstandigheden is vermengd, die de opneming van de sterkte door middel van den gewonen vochtweger ver­

hinderen , met overname van het daarvoor verleende crediet, op naam van een anderen distillateur der Ie soort of groothandelaar in geen mindere hoeveelheid dun van vier honderd en veertig liters ad 50% ;

b. door uitvoer naar buiten s lands in hoeveelheden van ten minste vier honderd en veertig liters ad 50% ge­

distilleerd , onvermengd als sub a;

c. door nederlegging in entrepot in hoeveelheden van niet, minder dan honderd liters ad 50%; en

d. door betaling vóór of op den vervaldag van den verschuldigden accijns.

Geene afschrijving wordt aan den distillateur der le sooi t \ erleend voor uitslagen van gedistilleerd van min­

dere sterkte dan van 40%.

§ 2. Ten opzichte van de sub a, b en c van § 1 bedoelde uitslagen, zijn dezelfde bepalingen van toepas­

sing als bij de artt. 31 , ."32, 33 en 34 zijn vastgesteld.

•27

(28)

-28

1891. «O. 3.

Z e s d e H o o f d s t u k . Entrepots.

Art. 38.

De entrepots zijn tweeërlei, namelijk :

a. nederlagen van binnenlandsch gedistilleerd in door ol' van vvege liet koloniaal bestuur daarvoor aangewezen lokalen, alleen onder sluiting van de administratie, waar­

in overeenkomstig de bepalingen dezer verordening ge­

distilleerd kan worden geborgen tegen eene vergoeding, per maand of gedeelte daarvan voor vaten :

van minder dan '100 liter, per 10 liter 21/2 cent;

van 100—250 liter, per 10 liter 2 cent;

boven 250 liter, per 10 liter 11/3 cent;

b. nederlagen van binnenlandsch gedistilleerd, over­

eenkomstig de bepalingen dezer verordening , in particu­

liere lokalen onder wederzijdsche sluiting.

Art. 39.

Entrepots bestaan te Paramaribo, te Nickerie en daar waar zij verder met goedkeuring van den Gouverneur zullen worden opgericht.

Art. 40.

§ 4. Particuliere entrepots moeten, vóórdat daarin opslag wordt toegelaten , door den controleur zijn goed­

gekeurd.

Die goedkeuring wordt verleend, wanneer de lokalen zoo zijn ingericht, dat het onmogelijk is, wanneer ze gesloten zijn , daaruit eenig gedistilleerd , op welke wijze ook, weg te nemen zonder braak.

(29)

2!)

1891, No. 2.

£ 2. Er mag slechts één ingang tol het entrepot be­

staan, onbelemmerd door eenig gebouw, schutting, om­

heining of ander getimmerte. Ramen of open vakken in de wanden aanwezig moeten zijn voorzien van goed bevestigd , stevig ijzeren traliewerk.

§ 3. Roven den ingang van het particulier entrepot moet een bord zijn , waarop met duidelijk leesbare letters in olieverf de woorden: «particulier entrepot voor bin- nenlandsch gedistilleerd" met den naam van den entre- positaris vernield staan.

Art. 41.

De particuliere entrepots worden gesloten door middel van twee verschillende hangsloten , beide door den en- trepositaris te bekostigen, doch waarvan één door de administratie wordt geleverd.

De sleutel van het door de administratie geleverd slot berust bij den entreposeur, de andere bij den enlrepo- sitaris.

Bij opheffing van het entrepot blijlt het door de ad­

ministratie geleverde slot haar eigendom.

Art. 42.

De bedoeling van de nederlage in entrepot is liet crediet dat voor den accijns op het gedistilleerd genoten wordt door een stijler, distillateur der 1 e soort of groot­

handelaar te verlengen tol op het tijdstip dal liet gedis­

tilleerd door uitslag uit entrepot in consumtie wordt ge­

bracht.

In publiek entrepot worden op rekening afgeschreven de bij elke peiling en bij eiken uitslag bevonden onder­

maten.

(30)

3U

1891.

No. 2

Noch ltij opslag in publiek , noch bij opslag in parti­

culier entrepot wordt overigens vermindering van den accijns toegekend of zijn de administratie en hare amb­

tenaren uit eenigen hoofde aansprakelijk anders dan in de gevallen in de volgende artikelen bedoeld.

A r t . 4 3 .

§ 1. Op het gedistilleerd dat ten minste ééne maand in particulier entrepot heelt gelegen, wordt voor gewone lekkage en intering, bij uitslag voor verbruik en in de gevallen waarin dit verder bij de/e verordening is toe­

gelaten , -1% korting verleend voor elke volle maand dat de entreposeering heeft geduurd sedert den inslag of de laatste peiling.

De administrateur van iinnncien is bevoegd om bij buitengewoon verlies ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van den wil van den entrepositaris, ver­

mindering of afschrijving van den accijns in verhouding- tot het verlorene te verleenen.

§ 2. Indien eenig verlies klaarblijkelijk aan de schuld der ambtenaren is te wijten, vergoedt het gouvernement de daardoor veroorzaakte schade, behoudens zijn verhaal op de betrokken ambtenaren.

Art. AA.

§ 1. In entrepot wordt geen inslag van gedistilleerd toegelaten anders dan in vaatwerk. Dat vaatwerk moet zijn hecht en sterk, goed gesloten en niet lek , bij ge­

breke waarvan de entreposeering wordt geweigerd.

§ 2. Het verwerken, bottelen, vermengen of welke

(31)

31

1891. No. 2.

andere bewerking ook van gedistilleerd in entrepot is verboden. Overtappen in een ander fust is veroorloold.

Art. 45.

Uitslag uit entrepot mag niet plaats hebben in mindere hoeveelheid dan van honderd liters ad 50%, tenzij liet een restant betreft dat bij het ophouden van den bande' van den entrepositaris nog aanwezig is.

Art. 4(j.

Met eiken entrepositaris voor publiek en particulier entrepot afzonderlijk wordt een rekening gehouden, waarin overeenkomstig de documenten van inslag, be­

houdens het bepaalde bij het volgend artikel, worden omschreven de soort der fusten met de merken, de hoeveelheid en de sterkte van het daarin vervatte gedis­

tilleerd en het tijdstip van den opslag terwijl daarop in credit worden geleden de uitslagen , kortingen en onder­

maten , bedoeld en omschreven in art. 48 en op de daar aangeduide wijze.

Art. 47.

Vóór den opslag in entrepot wordt het gedistilleerd door een daartoe bevoegd ambtenaar gerooid en gewogen.

Blijkt daarbij van geen grooter verschil dan 1% op de hoeveelheid na herleiding tot 50%, dan wordt het document voor conform- en van meer dan 1%, naar de werkelijke bevinding afgeteekend.

Wordt bij opslag minder aanwezig bevonden dan het bij artt. ."30 en 37 bepaalde minimum, dan wordt de

(32)

32

1891. No. 2.

opslag geweigerd en daarvan melding gemaakt op liet.

document. Eene speling van 1% wordt echter in dat geval toegelaten.

Art. 48.

§ 1. De entrepötrekening wordt aangezuiverd door:

a . uitvoer naar buiten 's lands in hoeveelheden van ten minste vier honderd en veertig liters ad 50% ; b . betaling van den accijns bij uitslag tot consumtie,

na aftrek van korting volgens art. 43 § 1 ;

c. overschrijving op entrepötrekening teil name van een ander crediet genietend groothandelaar ter hoe­

veelheid van ten minste vier honderd en veertig liters ad 50% ; en

d . bij aanpeil bevonden ondermaten, nadat voor zooveel het particulier entrepot betreft, de accijns betaald is van het tekort boven de bij art. 43 § 1 toegestane korting.

§ 2. De uitslag bij § ' l a bedoeld geschiedt behou­

dens de afloopende zekerheidstelling bedoeld in het tweede lid van art. 53, op consent tot uitvoer, in den vorm als bepaald bij art. 33. Het gedistilleerd wordt bij den uitslag gerooid en gewogen en de bevinding op het document vermeld. Naar die bevinding heeft de voor- loopige afschrijving plaats , terwijl , wanneer de fusten een minderen inhoud blijken te hebben dan bij den in­

slag en de sedert daarop reeds afgeschreven tekorten, dit tekort mede op rekening wordt afgeschreven — mits voor zooveel liet particulier entrepot betreft vóóraf zij

(33)

33

1891. No. 2.

aangezuiverd de daarvoor verschuldigde accijns, waarop intusschen in mindering zal strekken dezelfde korting a l s b e d o e l d b i j a r t . 4 3 § i .

Zoodra het schip waarmede de uitvoer plaats heeft, in zee is, zendt de ambtenaar die de verificatie bij in­

lading heeft verricht, het consent aan den betrokken ontvanger, die dienovereenkomstig de definitieve af­

schrijving bewerkstelligt.

Art. 49.

§ 1. De termijn van entreposeering in publiek entre­

pot is uiterlijk twee jaren.

In zeer bizondere gevallen kan de entreposeur ver­

lenging van dientermijn verleenen, uiterlijk tot driejaren.

§ 2. Na het verstrijken van den termijn van entre­

poseering worden de goederen door en ten overstaan van den entreposeur in het openbaar verkocht, na be­

kendmaking in een of meer der koloniale bladen.

De opbrengst wordt gedurende drie maanden ter be­

schikking gehouden van den belanghebbende, na aftrek van het bedrag van den accijns, de entrepöthuur en de op den verkoop gevallen kosten.

Indien het bedrag dan niet is gereclameerd, wordt het ten bate van de koloniale kas verantwoord.

§ 3. Is de opbrengst van het verkochte minder dan de verschuldigde accijns, entrepöthuur en kosten, dan is de entrepositaris verplicht het tekort aan te zuiveren binnen acht dagen nadat hij daartoe door den entre­

poseur zal zijn aangemaand.

Wordt aan die aanmaning niet voldaan, dan wordt het verschuldigde verhaald op de overige ten name van

(34)

u

1891 No. 2.

denzelfden entrepositaris geöntreposeerde goederen, die op dezelfde wijze in het openbaar zullen worden verkocht en waaromtrent weder dezelfde regelen gelden. Zijn van den entrepositaris geene goederen meer in entrepot, dan zal de administratie, behoudens haar recht tot invorde- ring van het verschuldigde, ten zijnen name geen inslag- in entrepot toelaten, noch in publiek noch in particu­

lier entrepot, zoolang hij niet aan zijne verplichtingen heeft voldaan.

Art. 50.

§ \. Binnen de eerste 14 dagen van de maand Januari worden de entrepötrekeniugen afgesloten en het debet en credit op nieuwe rekening overgebracht.

De belanghebbende kan daarbij tegenwoordig zijn of zich door eenen procuratiehouder doen vervangen.

Ten opzichte van de particuliere entrepots geschiedt die overbrenging niet, dan na voorafgeganen aanpeil van het in entrepot aanwezige binnenlandsch gedistilleerd.

Daarbij wordt de geheele partij gemeten en gewogen en volgens de werkelijk aanwezig bevonden hoeveelheid en sterkte op nieuwe rekening overgebracht.

Zoodanige aanpeil kan ten allen tijde door don con­

troleur of entreposeur worden bevolen, terwijl dan steeds het debet en credit op nieuwe rekening moet worden overgebracht.

§ 2. Het boven de korting volgens art. 43 § 4 be­

vonden tekort, hoe gering ook, moet onmiddellijk worden aangezuiverd, bij gebreke waarvan het op het aanwezige gedistilleerd wordt verhaald op de wijze als bij art. 48 i? bepaald.

(35)

35

1891. No, 2.

§ 3. Indien het tekort, \ 0% vnn de tot 50% herleide hoeveelheid overtreft, zonder dat duidelijk blijkt vaneen verlies buiten schuld v,in den entreposilaris, wordt dit beschouwd als een misbruik van de gunst van entrepot en den entrepositaris voortaan , evenals bij elk ander gebleken misbruik, die gunst ontzegd; zullende met de nog aanwezige goederen dan worden gehandeld als is voorgeschreven bij art. 49.

Art, 51.

De particuliere entrepots voor bi.nnenlands.ch gedistil­

leerd zijn uitsluitend voor dat gedistilleerd bestemd ; geene andere goederen mogen daarin worden geborgen.

Zoowel de publieke als de particuliere entrepots zijn, op alle werkdagen, kosteloos voor de belanghebbenden of hunne procuratiehouders toegankelijk vap 's morgens 7 — 42 en 's namiddags van 3 — 6 ure.

De entreposeur kan ook op andere uren toegang verleenen tegen betaling van 50 cent per uur of gedeelte daarvan aan den toezichthoudenden ambtenaar.

Z e v e n d e h o o f d s t u k . Zekerheidstelling.

Art. 52.

Doorloopende zekerheid moet worden gesteld door de stijlers, distillateurs der Ie soort en groothandelaars ter verzekering van den accijns waarvoor zij in rekening zijn of worden aangeslagen.

Atloopende zekerheid moet gesteld worden ter verkrij­

ging van een oonsent lot uitvoer uit entrepot volgens § 2 van art. 48,

(36)

1891.

3G

Art. 53.

§ 1. De zekerheidstelling' kan geschieden:

a. door storting van een bepaald bedrag ia geld;:

b . door borgtocht;

c. door pand;

d . door hypotheek.

§ 2. Bij storting van geld wordt de overeengekomen som, bij eenvoudige onderhandsche akte in. duplo ge­

consigneerd bij den kolonialen ontvanger en betaalmeester.

Borgtocht wordt gesteld door de verbintenis van twee ter beoordeeling van den administrateur van financiën, gegoede ingezetenen der kolonie , die zich hoofdelijk aan­

sprakelijk stellen voor de eventueele schuld, onder af­

stand van alle voorrechten en exceptien, door de wet aan borgen toegekend.

§ 3. Doorloopende borgtocht wordt gesteld bij nota- rieele akte, opgemaakt overeenkomstig' een door den, administrateur van financiën goedgekeurd ontwerp waar­

van de grosse bij den betrokken ontvanger wordt gede­

poneerd.

Bij afloopenden borgtocht is eene onderhandsche akte, door den administrateur van linancien goedgekeurd, vol­

doende. Ook in dit geval wordt de akte gedeponeerd, bij den betrokken ontvanger.

Art, 54.

Bij doorloopenden borgtocht moet een verklaring wor­

den overgelegd, afgegeven door den betrokken wijk­

meester , den hypotheekbewaarder of een autoriteit die geacht kan worden daarmede bekend te zijn, dat de als

No. 2.

(37)

37

1891.

No. 2

borg opgegeven persoon of personen voldoende gegoed zijn voor liet bedrag in de akte van borgtocht vermeld.

Die verklaring moet op de vordering van den ont­

vanger of hoogeren ambtenaar jaarlijks worden vernieuwd.

Art. 55.

In pand kunnen gegeven worden zoodanige geldswaar­

den als de administrateur van financiën zal goedkeuren, en voor het door dien ambtenaar te bepalen bedrag, alles onverminderd art. 3 der ,verordening van 16 Fe­

bruari 18.77 (G. B. 1880 No. 2).

Art. 56.

Hypotheek wordt niet aangenomen dan wanneer:

a. de goederen, waarop de hypotheek wordt ver­

leend , gelegen zijn binnen de kolonie;

b. de onbezwaarde waarde dier goederen, des­

noods op kosten van den belanghebbende te taxeeren len minste 20% hooger is dan het bedrag waarvoor zekerheid wordt gegeven, terwijl bij vermindering dier waarde onmiddellijk nieuwe of verhoogde zekerheid be­

hoort te worden gesteld;

c. de goederen, voor zooveel het gebouwde eigen­

dommen betreft, tegen brandschade zijn verzekerd tot een bedrag, gelijk staande met dal, waarvoor zekerheid wordt, gegeven..

Art. 57.

Doorioopende borgtocht kan- niet anders dan door beteekening worden opgezegd en blijft in elk geval van kracht gedurende drie maanden na die beteekening..

(38)

38

1891 No. 2.

Bij overlijden van een borg blijft de borgtocht door- loopen tot drie maanden nadat de erfgenamen van den borg van dat overlijden schriftelijk kennis hebben ge­

geven aan den ontvanger.

Art. 58.

Wanneer een accijnsplichtige de kolonie metterwoon wil verlaten, zullen de termijnen, welke op zijne re­

kening openstaan, met inbegrip van de sommen waar­

voor voorloopig is gecrediteerd, in eens invorderbaar zijn, tenzij de rekening op naam van een ander, on­

der behoorlijke zekerheidstelling, wordt overgeschreven ot het crediet door een ander crediet genietende wordt overgenomen.

Wanneer een borg de kolonie metterwoon wil ver­

laten , zal degene voor wien de borgtocht gesteld werd een nieuwen borg in zijne plaats moeten stellen, onder goedkeuring van den administrateur van financien, hij gebreke waarvan het verleende crediet vervalt.

A c h t s t e h o o f d s t u k . Algemeene bepalingen,

Ait. 59,

Deze verordening houdt voor stijler en als zoodanig verantwoordelijk;

zoo de stijlerij niet is verpacht, den eigenaar, zoo de stijlerij is verpacht, den pachter,

zoo de eigenaar of pachter is eene vennootschap, den beheerder,

(39)

39

1891. No. 2.

Art. 60.

Moet een fabrikant of beheerder Uitgönoódigd Worden, om bij eenige verrichting der ambtenaren tegenwoordig le zijn, of moet hem eenige aanzegging, uitnoodiging of uitreiking worden gedaan, dan kan dat bij zijne af­

wezigheid geschieden aan zijn gemachtigde, zijn mees­

terknecht , blankofficier of in 't algemeen aan dengene die namens of van wege den belanghebbende tegen­

woordig i3.

Art. 61.

Behalve de voorwerpen opgenoemd in de artt. 11, 16 en 17, is de stijler verplicht ten behoeve of tengej

bruike dei* ambtenaren te verschaffen:

a . inhoudsmaten van 20 liter, van één liter en van de onderdeelen daarvan;

b. bij het Waterijken van werktuigen de vereischte arbeiders en gereedschappen, benevéns het benoo*

digde water.

Bij gebreke hiervan wordt daarin op zijne kosten voorzien, onverminderd de toepassing der stralbepaling van art. 74 § 8.

Art. 02.

Wanneer* een stijlerij tot een plantage behoöi't, ort*

vei'sChillig of de stijlerij al dan niet voor rekening van den eigenaai' of beheerder der plantage wordt gedreven, is het bestuur der plantage Verplicht te zorgen, dat binnen een alsland van 500 meters van de stijlerij een geschikte woning beschikbaar zij voor huisvesting van een ambtenaar.

(40)

40

1891. No. 2

Voor die woning zal een huurprijs van hoogstens f400 worden betaald. Bij verschil over het bedrag beslist de administrateur van financien.

Zoolang niet naar behooren in de huisvesting van den ambtenaar is voorzien, kan de administrateur van finan­

cien de stijlerij of de werktuigen doen verzegelen.

Waar het verlangd en noodig geoordeeld wordt, kan aan den stijler of den eigenaar der plantage de huurprijs over vijf jaren bij voorschot worden betaald, ter tegemoetkoming in kosten van opbouw of inrichting, mits voldoende waarborg worde gegeven voor terugbe­

taling van hetgeen zal blijken te veel te zijn verstrekt, ingeval van buitenwerking stellen der stijlerij of niet in voldoenden staat houden der woning.

Art. 63.

Ten aanzien van alle overtredingen, in deze veror­

dening bedoeld, is de procureur-generaal bevoegd met de overtreders omtrent boete en verbeurdverklaring te transigeeren.

Art. 64.

De stijlers zijn tegenover de administratie ver­

antwoordelijk voor de daden hunner bedienden, arbei­

ders , knechts of andere door hen in dienst genomen, al of niet bezoldigde personen, voor zoover die ëaden in betrekking staan tot het bedrijf des stijlers.

Art. 65.

§ 1. Geen verbeurdverklaard of bij transactie aan de administratie afgestaan gedistilleerd mag worden verkocht beneden het bedrag van den daarvoor verschuldigden accijns.

(41)

1891. No. 2.

Wanneer zich geen kooper voor minstens dat bedrag opdoet, wordt liet gedistilleerd op de door den contro­

leur te bepalen wijze en onder behoorlijk toezicht vernietigd.

§ 2. De verkoop van hoeveelheden boven één hecto­

liter geschiedt in het openbaar, ten overslaan van den entreposeur ol ontvanger. Kleinere partijen kunnen onderhands worden verkocht. Daarvoor is autorisatie van den controleur noodig, zoo hij zeil in kwaliteit van entreposeur niet als verkooper namens de administratie optreedt.

Art. 66.

Tot het houden van toezicht en tot het constateeren van de tegen deze verordening begane overtredingen, zijn bevoegd alle ambtenaren bij de belastingen.

Gelijke bevoegdheid hebben de personen , die door den Gouverneur zijn aangewezen om de lunctien van bedoelde ambtenaren tijdelijk waar te nemen , mits zij , voor zoo vei' zij geen ambtenaar zijn, als zoodanig door of namens den Gouverneur zijn beëedigd.

Art. 67.

Van de ontdekte overtredingen wordt opgemaakt een nauwkeurig proces-verbaal, op den door den relatant aan den lande gedanen eed.

liet proces-verbaal moet inhouden de taxatie van de in beslag genomen goederen, zonder inbegrip van den accijns.

Art. 68.

Het proces-verbaal wordt zoo spoedig mogelijk na de bekeuring opgemaakt.

(42)

4ü2

1391. No. 2.

De bekeurde zal worden uitgenoodigd daarbij tegen­

woordig te zijn.

Voldoet de bekeurde aan die uitnoodiging niet of was hij bij de bekeuring niet aanwezig dan wordt hem zoodra mogelijk een afschrift van bet proces-verbaal toegezonden.

Art. 69.

Aangehaalde goederen, met uitzondering van ge­

distilleerd , dat altijd wordt opgezonden naar den con­

troleur te Paramaribo ol' den ontvanger te Nickeiïe om in entrepot te worden opgeslagen, worden door den betrokken ambtenaar onder zijne persoonlijke verant­

woordelijkheid in bewaring genomen , indien bij daartoe gelegenheid heelt of verkrijgen kan, tot hem wordt voorgeschreven werwaarts hij die goederen heelt op te zenden. Bij gebreke van geschikte gelegenheid tot be­

waring worden zij, zoo spoedig mogelijk, opgezonden naar den controleur te Paramaribo of den ontvanger te Nickerie, ten einde ze voorloopig in entrepot te doen opslaan.

Art. 70.

Aangehaalde goederen zullen, tegen geldelijke borg­

stelling voor de volle waarde en, voorzoover het ge­

distilleerd betreft, het bedrag van den accijns, kunnen worden ontslagen.

Zoolang die goederen nog onder hel beheer van den bekeurder zijn , is deze bevoegd een voldoenden gelde- lijken borgtocht aan te nemen, dien hij ten spoedigste zal overmaken aan den controleur te Paramaribo.

Wanneer de goederen niet meer bij den bekeurder in bewaring zijn is alleen de controleur bevoegd het

(43)

4-o

1891. No. 2.

ontslag tegen borgstelling te verleenen. De controleur draagt het bedrag der borgstellingen, in zijne handen gedeponeerd, tegen quitantie af aan den kolonialen ont­

vanger en betaalmeester, die niet de bewaring is belast.

Art. 71.

\an de wegens overtreding dezer verordening betaalde boeten en verbeurdverklaringen wordt 7+ in gelijke aan- deelen toegekend aan de ambtenaren die de bekeuring hebben gedaan en het proces-verbaal onderteekend.

Art. 7-2.

Overal waar in deze verordening wordt gesproken van administratie , controleur ol' ambtenaar , wordt bedoeld de administratie, controleur of ambtenaar der belastin­

gen , terwijl met de uitdrukking ontvanger wordt be­

doeld : te Nickerie: de ontvanger der belastingen aldaar en te Paramaribo: de koloniale ontvanger en betaal­

meester of zijn gedelegeerde, als zoodanig namens hem of op zijne verantwoordelijkheid met het houden dor credietrekeningen belast.

Art. 73.

§ 1. liet is aan de ambtenaren der belastingen ver­

boden :

a. handel in gedistilleerd te drijven of te doen drijven alsmede om aandeel te hebben in eene stijlerij , distilleerderij of handel in gedistilleerd;

b. bestuurder of bezoldigd commissaris te zijn van ondernemingen van handel of nijverheid, die zich met gedistilleerd bezig houden, ol daarbij eene bezoldigde betrekking te bekleeden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik vind het heel spannend om te spreken voor een groep Ik ben niet goed genoeg.. ik voel mij sterk ik

Om deze geheel andere beschouwingswijze en de problemen, welke zich daarbij voordoen, te verduidelijken, zouden wij het laatste artikel van de Heer de Melverda critisch

[r]

Dat wordt de ‘opting

Wittekerke Rosé Petrus Tripel Petrus Blond Petrus Bruin Petrus Aged Red Kwaremont Duvel. Westmalle Tripel Westmalle Dubbel Desperados Original Corsendonk Pater Tripel Corsendonk

An Aggregated Reporting API is proposed to allow for storing reporting data in the browser and then sending that data to an ad tech provider's reporting endpoint by a

• Vertel waarom het belangrijk is om de temperatuur bij te houden: Veel dagen warm en weinig regen? Extra water nodig! Leg uit dat je met een thermometer kunt meten hoe warm of

Aan alle afhakers, onafhankelijk of ze afhaakten omwille van de crisis of omwille van andere redenen, vroegen we welke maatregelen voor hen belangrijk zijn om