• No results found

IN BELGIË EN EUROPA, HET HEDEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "IN BELGIË EN EUROPA, HET HEDEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdschrift: verschijnt 4x per jaar - Jaargang 34 - 2022/2 - Nr. 133 - april, mei, juni 2022 - Afgiftedatum: maart 2022 - Afgiftekantoor: Gent X - P608026

IN BELGIË EN EUROPA, HET HEDEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

KERNENERGIE

EEN KLEIN BROERTJE IN VOLLE GROEI

KERNFUSIE

(2)

COLOFON

Verantwoordelijke uitgever Alain Corvelyn

Werkten mee aan dit nummer

An Balcaen, Gwendolyn Heyninck, Joannes Laveyne, Dennis Maes, Jeroen Ongenae, Tom Roelants, Matthias Vanderhaegen, Geert Verdoolaege

Coverfoto

Shutterstock © dani3315 Eindredactie

Anne De Coster, Sarah Leunens, Jeroen Ongenae Drukwerk

Mirto

3

Editoriaal

4

Onderzoek in de kijker

10

Nieuws uit de faculteit

13

Engage

14

VTK

17

Terugblik

15

UGain

18

Activiteiten AIG

19

Agenda

20

Bedrijfspartners

INHOUD

4 7 10

13

17

18

(3)

EDITORIAAL

Op het moment dat u dit nummer leest, heeft onze regering eens te meer een (definitief) standpunt ingeno- men met betrekking tot het al of niet sluiten van onze bestaande kerncentrales. Het is – hoe je er ook tegen- over mag staan – een debat dat de gemoederen tot diep in onze maatschappelijke gelederen raakt. Niet al- leen omdat het debat al zo lang aansleept en daardoor gepolariseerd is geraakt. Maar vooral omdat er zoveel kanten aan zijn: energiezekerheid en energieprijzen, klimaatneutraliteit en milieu-impact, …

Als ingenieursvereniging willen we dit debat niet zomaar naast ons neerleggen, en willen we meer rationaliteit in soms zeer emotionele debatten binnenbrengen. Waar staan we technologisch op het vlak van kernenergie en kernfusie? Welke toekomst houden ze in zich?

Hoe kunnen ze bijdragen tot een aantal maatschappelijke uitdagin- gen waar we voor staan? Hopelijk verschaft dit nummer jullie allen wat meer inzicht.

Want inzicht brengen in actuele thema’s is wat we met ons AIG- nieuws (en met onze vereniging in het algemeen) voor een stuk beogen. We hielden vorig voorjaar een groot 5G-debat (met federaal minister De Sutter) en serveerden jullie in februari zelfs al een 6G-we- binar via onze “Worldwide Engineers from Ghent University”-lezin- gen. Vorige najaar brachten we een AIG-nummer rond waterbeheer en waterrampen. Allemaal actuele thema’s die mensen beroeren en waarmee we mensen inhoudelijk willen voeden, gebaseerd op de expertise binnen de faculteit Ingenieurswetenschappen en Archi- tectuur. Zo bouwen we een ingenieurs-community uit en delen we kennis.

De komende maanden willen we opnieuw onze 4-jaarlijkse AIG-prijs aan een doctorandus/a van onze faculteit toekennen, net zoals we ook jaarlijkse prijzen uitreiken aan afstuderende ingenieurs. Als inge- nieursvereniging willen we immers meehelpen om relevant onder- zoek in de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur in de schijnwerpers te plaatsen, de onderzoeker(s) te waarderen voor hun soms jarenlange inspanningen en de opgedane kennis verder te ver- spreiden. Zo zul je in dit nummer ook kunnen kennismaken met een aantal resultaten van jarenlang onderzoekswerk aan onze faculteit.

Zo tonen we ons als een actieve en maatschappelijk relevante vereniging. En dat doen we niet alleen. Samen met onze bijna 50 bedrijfspartners en meer dan 1.100 leden (met een mooie groei ten opzichte van vorig jaar). We beloven jullie een mooie return, met een lange lijst van activiteiten. Onze activiteiten krijgen immers steeds opnieuw heel wat respons, wat ons als ledenvereniging alleen maar

sterkt in onze keuzes en ons extra motiveert om de lat steeds hoger te leggen. Na 2 coronajaren willen we er opnieuw met volle goesting en liefst met zoveel mogelijk leden tegenaan gaan. We organiseren in elk geval meer activiteiten dan ooit tevoren, gaande van inhoude- lijk sterke debatten of uiteenzettingen, tot interessante of ontspan- nende activiteiten. Hopelijk lopen we elkaar op één van deze activi- teiten weer eens tegen het lijf, nu het weer allemaal mag.

Veel leesplezier en hopelijk tot binnenkort!

Tom Roelants Ondervoorzitter AIG

TUUPE TEGOARE!

(4)

Hoewel de beschikbaarheid van de Belgische kerncentrales de recentste jaren niet uitmuntend was door lange stilstand van de Belgische reactoren door e.g. foutindicaties in de reactorvaten of betondegradatie van de gebunkeriseerde lokalen voor de stoomafblaas, draaien de kerncentrales sinds begin 2020 terug op hun historische stabiliteit. Hierdoor hebben ze in 2021 tot meer dan de helft bijgedragen aan de Belgische elektriciteitsproductie met een stijging van de export en een daling van het gasgebruik tot gevolg.

Kernenergie moduleren

Hoewel het aandeel in kernenergie in 2021 groter was dan de jaren voordien, had voornamelijk de gasprijs de voornaamste impact op de stijgende groot- handelsprijzen van elektriciteit. Maar terwijl de stijgende prijzen het nieuws halen, wordt er minder vaak gesproken over het risico op langere periodes met negatieve prijzen op de groothandelsmarkt. Negatieve energieprijzen komen voor als er te veel elektriciteit geproduceerd wordt. De base-load pro- ductie van de kerncentrales, waarbij er 2.5% van het nominaal automatisch gemoduleerd mag worden, zette in het verleden druk op de winstgevend- heid en deed de vraag naar flexibiliteit stijgen. Hoewel het technisch niet onmogelijk is om met een typische kerncentrale zoals een Belgische Drukwater- reactor (automatisch) te moduleren, zoals frequent uitgevoerd in Frankrijk en Duitsland, voorzag de Belgische werkingsmodus hier niet in. Op basis van thermo hydraulische en mechanische studies, rekening houdende met de brandstoflimieten, werd er enkele jaren geleden reeds een beperkte modula- tie ingevoerd, zonder enige wijziging aan het huidig ontwerp. Deze werkingsmodus laat de meest recente Belgische nucleaire eenheden toe om het ver- mogen tot 72 uren te beperken tot 50% van het nominaal vermogen.

INNOVATIEF ONDERZOEK

KERNENERGIE IN BELGIË EN EUROPA,

HET HEDEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

Figuur 1: De Elektrische Energiemix in 2020 en 2021. Van Elia.

(5)

Veiligere kerncentrales

De meest recente Belgische evoluties binnen de nucleaire energiesector beperken zich niet enkel tot een werkingsmodus om op het elektrisch net- werk met een grotere fractie aan hernieuwbare energie te werken. Aan het einde van de zomer van 2020 werden op Doel 4 ook brandstofele- menten geladen met enkele experimentele brandstofstaven. De bestra- ling van deze brandstof zal bijdragen aan de validatie van Westinghouse EnCore brandstof. Dit is een zogenaamde “Accident Tolerant Fuel”, zoals ook momenteel door andere brandstofleveranciers ontwikkeld, die een grotere weerstand moet bieden tegen extreme ongevalsomstandigheden.

Als een eerste evolutie wensen de leveranciers een Chromium-laag aan te brengen op de hulzen die klassiek gemaakt worden uit een Zirconiumlege- ring. Hierdoor zou onder andere de waterstofproductie beperkt of geëlimi- neerd kunnen worden wanneer de brandstof onder hoge temperaturen blootgesteld wordt aan stoom, en zou een mogelijke waterstofontploffing zoals bij Fukushima uitgesloten kunnen worden. Er is dus een evolutie van waterstofbeheer naar waterstofpreventie bij ongevalsomstandigheden.

Zulke “Accident Tolerant Fuels” is een voorwaarde om nucleaire projecten in te schrijven in de Europese Taxonomy.

Sluiting kerncentrales voorbereiden

We kunnen er echter niet omheen, binnen het huidig wettelijk kader zal de laatste Belgische eenheid sluiten op 1 december 2025. De finale stop en de start van de definitieve stopzettingsfase voor Doel 3 is op 1 Oktober 2022 zelfs zeer dichtbij! Tijdens de definitieve stopzettingsfase worden de ontmantelingswerkzaamheden voorbereid. Deze voorbereiding bestaat uit verschillende aspecten:

•De installatie wordt gedecontamineerd. Dit heeft als doel om radioactieve stoffen zoveel mogelijk te verwijderen. Dit laat onder meer toe om de stra- lingsbelasting tijdens de ontmanteling zoveel mogelijk te beperken.

•De brandstof wordt verwijderd. Hierbij wordt alle brandstof ontladen uit de splijtstofdokken naar zogenaamde brandstofcontainers voor een inter- mediaire opslag op site, waarvoor momenteel op Doel en Tihange zoge- naamde Spent Fuel Storage Facilities in aanbouw zijn.

•Het correct beheer van de veiligheidssystemen. Dit beheer wordt verze- kerd doormiddel van het nodige onderhoud. Maar systemen kunnen ook stap voor stap gedeactiveerd worden wanneer hun functie niet meer nodig is voor het garanderen van de veiligheid.

Eénmaal deze post-operationele werken starten, is het moeilijk om de cen- trale nadien opnieuw te activeren. Gezien er nog véél operationeel per- soneel nodig zal blijven en de nucleaire uitbatingsvergunning blijft lopen,

dienen deze werken bovendien tijdsefficiënt uitgevoerd te worden om de kosten te beperken. Na deze post-operationele fase worden de verschil- lende onderdelen en de gebouwen gesloopt, waarbij een niet onbelang- rijke fractie van het materiaal terug binnen de civiele cyclus kan gebruikt worden. Een deel zal echter geborgen moeten worden als kernafval. De verschuiving van operationele werking naar ontmanteling zal ook zijn invloed hebben op het personeel. Er zal een stijging zijn in vraag naar arbei- dersprofielen, terwijl er een daling zal zijn in de vraag naar gespecialiseerde techniekers.

Nieuwe kerncentrales

Hoewel in België de kernuitstap wordt verdergezet, kijken verschil- lende Europese landen naar nieuwe nucleaire capaciteit. De bouw is tot nu toe nog beperkt gebleven, met in Frankrijk en het Verenigd Konink- rijk 1600MWe EPR-centrales in aanbouw. De Finse EPR bereidt zich voor op commerciële elektriciteitsproductie mid-2022, na de succesvolle opstart-testen van de reactorkern eind 2021. Deze opstart in Finland is uit- eindelijk zo’n 13 jaar na de initieel geplande start doorgegaan, en ook de projecten in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk lijden onder belangrijke vertragingen die gepaard gaan met een vermenigvuldiging van de initi- eel geraamde kosten tot een grootteorde van 10 Miljard Euro per reactor.

Zulke hoge bouwkosten leiden onvermijdelijk tot hoge investeringskosten met hoge interesten en risicopremies. Gezien de kost van de geprodu- ceerde elektriciteit voor zulke nieuwe centrale slechts licht afhangt van de kost voor de brandstofcyclus of onderhoud, respectievelijk zo’n 10-15% en 15-25%, is de impact niet verwaarloosbaar.

De huidige generatie kernreactoren wordt ontworpen voor een minimale technische levensduur van 60 jaar, door het gebruik van hoogwaardige staalsoorten voor de reactorkuipen en een betere kennis van de effecten van neutronenbestraling. De lange levensduur en hoge kosten, leiden tot een lange afschrijfperiode, waardoor het decennia kan duren tegen de cen- trale zichzelf terugverdiend heeft. Ondertussen staan de technologische veranderingen niet stil, wat onzekerheid brengt in het verdienmodel. Om die reden zullen landen met nucleaire ambities, zoals Nederland of Polen, de komende jaren vooral zoet zijn met het uitklaren van het financieringska- der voor nieuwe kerncentrales, en het voorzichtig aftasten welke vorm van overheidsondersteuning toelaatbaar zou zijn. Structurele overheidsonder- steuning ligt bij Europa namelijk zeer gevoelig wegens de mogelijk markt- verstorende impact.

En hoewel de bouw van zulke grote centrales in e.g. de Verenigde Arabi- sche Emiraten min of meer op schema en binnen budget verloopt, tonen Europese en Amerikaanse projecten aan dat de limieten van de schaaleco- nomie (Economy of Scale) bereikt zijn. De evolutie naar steeds grotere cen- trales heeft plaats gemaakt voor een evolutie naar kleinere modulaire reac- toren, waarbij de assemblage van een groot aantal reactoren aan een soort lopende band in een fabriek de kosten kan drukken. Dit gebeurt momen- teel reeds zo binnen bijvoorbeeld de luchtvaartsector. Bovendien kan de gefaseerde uitrol van kleinere modules reeds elektriciteit op het net zetten, wat reeds een positieve cashflow oplevert tijdens de bouw van een grote centrale. Bij deze gefaseerde aanpak kunnen de geleende sommen laag gehouden worden, wat de investeringskosten eveneens drukt. De kleine modulaire reactoren zijn dus in eerste instantie een aanpassing aan de nieuwe economische realiteit waarin het bekomen van kapitaal duur geworden is.

Het gereduceerd vermogen van deze reactoren laat ook toe om een- voudiger passieve koelmethodes te gebruiken om de vervalwarmte af te voeren na een stop, en soms zelfs bij nominaal vermogen. Door de klei- nere radioactieve bronterm per reactor, en de verhoogde veiligheid, stel-

Figuur 2: De Westinghouse Encore experimentele brandstofstaven – “Lead Test Rods- geladen op Doel 4. Van Jinzhao Zang et aL. TOPFUEL2021

(6)

len verschillende leveranciers ook voor om deze eenheden dichter bij industrie en woonkernen te bouwen. De klassieke leveranciers zetten in op de gekende kokend water of drukwaterreacto- ren, terwijl nieuwere kleine spelers ook meer geavanceerde technieken voorstellen met vloei- baar zout, of Helium-gaskoeling. De hoge tem- peraturen die deze koelmiddelen toelaten, lenen zich bovendien ook tot procesintegratie, met mogelijkheden tot een brede toepassing in de industrie.

En hoewel het eerste commerciële reactorpro- ject nog gerealiseerd dient te worden, zijn er ver- schillende ontwerpen die reeds ver gevorderd zijn en waarvoor een commerciële introduc- tie voor 2030 niet uitgesloten kan worden. Ver- schillende componenten en systemen werden getest, terwijl het vergunningsproces in Canada of de Verenigde Staten lopende is. Verschillende Belgische bedrijven zoals Tractebel Enginee- ring zetten om die reden volop in op deze aan- komende markt.

De UGent is weinig actief binnen deze techni- sche revoluties in de nucleaire sector, maar de verschillende lesgevers voor vakken zoals kern- reactortheorie, kernreactortechnologie en ther- mohydraulica van nucleaire systemen, zijn actief binnen de industrie. Ze zorgen ervoor dat de ont- wikkelingen naar nieuwe systemen, of ontman- teling, hun weg vinden naar het leslokaal om de ingenieurs van morgen te scholen. Aan het labo- ratorium voor Elektrische Energietechnologie en het Centrum voor Milieueconomie en Milieuma- nagement, van de Faculteit Economie, gebeurt er wel onderzoek naar de technische en econo- mische integratie van kernenergie in het energie- systeem en de energiemarkt van morgen.

Referenties

1. FANC Actualiteit – Betondegradatie in Doel en Tihange – 02/2022

https://fanc.fgov.be/nl/dossiers/kerncentrales-belgie/actu- aliteit/betondegradatie-doel-en-tihange

2. ELIA – Electriciteitsmix 2021 voor Belgie – 07/01/2022 3. International Atomic Energy Agency - Non-baseload Operation in Nuclear Power Plants: Load Following and Frequency Control Modes of Flexible Operation. NP-T- 3.23. Nuclear Energy Series, 2018

4. Jinzhao Zhang et al., Design and Safety Evaluation of Cr-coated Lead Test Rods for Doel 4 Nuclear Power Plant, TOPFUEL2021 Conference, European Nuclear Society, 2021.

5. World-Nuclear-News “First European reactor loads Encore accident tolerant fuel”. September 2020 6. Projected Costs of Generating Electricity, International Energy Agency, 2020

7. Nuclear Energy Outlook, Nuclear Energy Agency, 2008

8. The rise of nuclear technology 2.0, Tractebel’s vision on Small Modular Reactors, Tractebel ENGIE, Decem- ber 2020.

Figuur 3: De levenscyclus van een typisch Belgische kerncentrale. Van ENGIE Electrabel.

ing. Joannes Laveyne

Joannes Laveyne is onderzoeker aan het Laboratorium voor Elektrische Ener- gietechnologie van de Universiteit Gent.

Zijn onderzoek focust op de technische en economisch integratie van (her- nieuwbare) energiebronnen op het hui- dige energiesysteem.

dr. ir. Matthias Vanderhaegen

Matthias Vanderhaegen is assistent aan de Universiteit van Gent aan de Vak- groep Elektromechanica, Systeem- en Metaalengineering waar hij in het vak- gebied nucleaire technieken lesgeeft. Hij is werknemer binnen de nucleaire indus- trie binnen de Core & Fuel groep van Tractebel Engineering.

(7)

KERNFUSIE: EEN KLEIN BROERTJE IN VOLLE GROEI

In de context van het energiedebat en kernenergie wordt kernfusie, het “kleine broertje” van de kernsplijting, soms vergeten. Kernfusie wordt vaak geassocieerd met een belofte van een gedroomde energiebron, waarvan de realisatie echter steeds enkele tientallen jaren in de toekomst wordt opgeschoven; een futuristische vorm van energievoorziening die voorlopig enkel in sciencefiction-verhalen gebruikt wordt om tussen de sterren te reizen. De realiteit is evenwel dat in de ontwikkeling van kernfusie als schone, veilige en zo goed als onuitputtelijke energiebron grote stappen worden gezet, dankzij onderzoek over de hele wereld, waaronder de Universiteit Gent.

Energieopwekking door kernfusie heeft enkele duidelijke voordelen ten opzichte van andere technologieën, inclusief de hernieuwbare ener- giebronnen. Commercieel rendabele fusiecen- trales worden echter pas verwacht in de tweede helft van de eeuw, dus fusie zal in eerste instantie niet kunnen bijdragen aan het beperken van het klimaatprobleem. Toch kan kernfusie een sleutel- rol spelen in de toekomstige energiemix, met het oog op grootschalige energievoorziening die niet onderhevig is aan natuurlijke schommelingen of geopolitieke situaties.

Kernfusie is de laatste jaren geregeld in het nieuws verschenen, zoals recentelijk met de recordproductie van fusie-energie in de JET-ma- chine in het VK [1], de langdurig hoge temperatu- ren verkregen in het EAST-experiment in China

[2], en het bereiken van ontbranding bij NIF in de VS [3]. Dergelijke mijlpalen vormen echter slechts een fractie van de vele successen die in de loop der jaren behaald zijn. Dit weerspiegelt het spec-

taculair toegenomen begrip van de onderlig- gende fysica in fusiemachines en de verbete- ring van de technieken om de fusiereacties te beheersen. Tegelijk brengen deze ontwikkelin- gen een generatie van demonstratiereactoren op basis van kernfusie snel dichterbij.

Twee routes naar gecontroleerde kernfusie Om de stand van zaken in het domein te schet- sen, en de rol hierin van de UGent, is het belang- rijk een onderscheid te maken tussen de twee routes naar gecontroleerde kernfusie die momenteel in ontwikkeling zijn. Bij de eerste en wellicht bekendste wordt gebruik gemaakt van sterke magneetvelden om het hete brand- stofmengsel in bedwang te houden, met als verst ontwikkelde machineconcepten de toka- mak en daarna de stellarator. Dit is fusie door magnetische opsluiting, zoals in de hierboven genoemde tokamaks JET en EAST. De tweede manier steunt op compleet verschillende fysi-

sche principes, waarbij de brandstof door sterke lasers wordt verhit en samengeperst. Dit wordt fusie door inertiële opsluiting genoemd, of ook wel laserfusie, zoals bij NIF. De brandstof is een mengsel van twee isotopen van waterstof, deuterium (1 extra neutron in de kern) en tri- tium (twee extra neutronen), maar dan zodanig verhit dat de atomen geïoniseerd worden tot een medium van geladen deeltjes dat een plasma genoemd wordt.

ITER

Binnen de EU wordt de R&D voor kernfusie gecoördineerd door het EUROfusion-consor- tium [4], met financiering vanuit Euratom. EURO- fusion richt zich voornamelijk op de methode van magnetische opsluiting, met verschillende toka- mak-experimenten in de EU en daarbuiten. Een deel van de activiteiten focust op de ontwikkeling van de stellarator als alternatief concept, zoals de Wendelstein 7-X-machine in Duitsland [5]. De

Een recente luchtfoto van de bouwsite van ITER, met in het centrum het tokamakgebouw en de assemblagehal. © Les Nouveaux Médias/SNC ENGAGE.

INNOVATIEF ONDERZOEK

(8)

belangrijkste leidraad van EUROfusion is een roadmap die op korte termijn gericht is op onderzoek en ontwikkeling voor ITER, een grootschalig inter- nationaal experiment dat de wetenschappelijke haalbaarheid van kernfu- sie moet aantonen [6]. De ITER-tokamak zit in een vergevorderde fase van aanbouw op de Cadarache-site in Zuid-Frankrijk. Eén van de hoofdmissies bestaat erin voor de eerste keer een netto-opbrengst aan thermische ener- gie uit deuterium-tritium-fusie te halen, tienmaal meer dan de thermische energie die extern toegevoegd wordt om het plasma te verhitten. Verder is het doel om een heleboel essentiële technologieën voor een fusiereactor te demonstreren, zoals langdurige opsluiting van het plasma dankzij super- geleidende magneetspoelen en het aanmaken van tritium in een mantel rond het plasma, met het oog op een gesloten cyclus. De huidige tijdslijn van ITER voorziet een eerste plasma eind 2025, gevolgd door het gradu- eel opschalen van de performantie van de machine, om te culmineren in de operatie met de eigenlijke deuterium-tritium-brandstof tegen 2035.

EUROfusion coördineert ook de designactiviteiten rond een Europese demonstratiereactor die reeds in volle gang zijn en waartoe ITER met essentiële knowhow zal bijdragen. Het domein van de kernfusie zit dus volop in een transitiefase van een experimenteel-wetenschappelijke onder- neming naar een industrie-gedreven nucleaire sector voor energievoor- ziening. Ook de Belgische industrie levert een bijdrage tot ITER, met ITER Belgium in een coördinerende rol [7], terwijl Fusion for Energy (F4E), met hoofdkwartier in Barcelona, verantwoordelijk is voor de Europese bijdrage tot ITER [8]. Bovendien staat het Fusion Industry Innovation Forum (FIIF) in voor technologietransfer van universiteiten en onderzoekscentra naar de industrie toe, om zo de basis te creëren voor een competitieve Europese fusie-industrie [9].

De EU staat natuurlijk niet alleen in de ontwikkeling van kernfusie. Zo werken naast de EU ook China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de VS mee aan ITER en hebben vele landen een eigen fusieprogramma – sommige met concrete plannen voor de bouw van demonstratiereacto- ren. Een recente evolutie is de opkomst van meerdere bedrijven met pri-

vate investeerders die alle een specifieke design volgen in een race naar de ontwikkeling van fusie-energie [10]. Vele hebben ambitieuze doelstellingen om fusie-energie te realiseren op een kortere termijn dan deze voorzien in de bredere fusiegemeenschap, waarin voortgebouwd wordt op ITER. Wat ook de snelste weg naar elektriciteitscentrales op basis van kernfusie uit- eindelijk zal blijken te zijn: de wereldwijd sterk toegenomen, doelgerichte inspanningen om een fusiereactor te bouwen, wijzen erop dat fusie-ener- gie nu echt binnen bereik ligt.

Zicht in de ruimte waarin de eigenlijke ITER-tokamak zal komen, samengesteld uit onderdelen die van over de hele wereld worden aangevoerd. © ITER Organization

Werkzaamheden aan één van de sectoren van het vacuümvat van ITER.

© ITER Organization

(9)

Onderzoek aan de Universiteit Gent

Aan de UGent is de vakgroep Toegepaste Fysica sinds vele jaren actief in het onderzoek naar kernfusie door magnetische opsluiting. De onder- zoeksgroep Kernfusie (infusion) focust op de ontwikkeling van data-analy- tische methodes en de toepassing ervan op de fysica en technologie van fusiemachines [11]. Met technieken uit de Bayesiaanse waarschijnlijkheids- rekening en statistiek wordt onzekerheid in metingen en modellen bestu- deerd om zo de betrouwbaarheid van resultaten te kwantificeren en te verbeteren, terwijl machinaal leren wordt toegepast voor real-time plas- macontrole en detectie van plasma-instabiliteiten. Naast onderzoek naar het zeer complexe gedrag van het plasma zelf, wordt ook de interactie van het plasma met wandmaterialen bestudeerd. Dit gebeurt in samenwerking met verschillende internationale onderzoeksinstituten die fusie-experimen- ten beheren, en in België met het Laboratorium voor Plasmafysica van de Koninklijke Militaire School (LPP – ERM/KMS) in Brussel [12] en het Studie- centrum voor Kernenergie (SCK CEN) in Mol [13]. Bij het SCK CEN is een belangrijke rol weggelegd voor het MYRRHA-project, een versneller-ge- dreven fusiereactor. De eerste fase van MYRRHA, waaronder een 100 MeV lineaire versneller, zal vanaf 2026 onder meer de studie toelaten van materialen en instrumentatie voor fusiereactoren onder invloed van ener- getische protonen en neutronen [14].

De UGent is niet alleen actief in het onderzoek naar kernfusie, maar speelt ook sinds vele jaren een belangrijke rol in het fusie-onderwijs op internatio- naal niveau. Samen met zeven andere Europese universiteiten organiseert de UGent de European Master of Science in Nuclear Fusion and Enginee- ring Physics (FUSION-EP) [15, 16]. Dit is een tweejarig Europees gefinancierd masterprogramma op het gebied van de fysica en technologie van kernfu- sie door magnetische opsluiting, waarbij studenten van over de hele wereld in elk masterjaar lessen volgen aan een andere universiteit binnen het net- werk. Naast reguliere opleidingsonderdelen bestaat het curriculum ook uit gezamenlijke practica in Praag en Cadarache en voeren studenten onder- zoek in het kader van hun masterproef aan hun universiteit in het tweede jaar, of bij één van de vele geaffilieerde onderzoeksinstituten. Met de uit- gebreide expertise in fusie-onderwijs is de UGent ook een gewaardeerde partner in de FuseNet-associatie, het Europees netwerk voor fusie-edu- catie [17].

De ervaring heeft geleerd dat het beheersen van fusiereacties in een heet plasma, opgesloten door magneetvelden, de mens voor geweldige weten- schappelijke en technologische uitdagingen stelt. De eisen die gepaard gaan met een wereldwijd stijgende energiebehoefte en de mogelijkheden die fusie-energie biedt, zijn echter dermate groot dat de inspanningen de moeite meer dan lonen. Als multidisciplinair domein met uitgebreide ver-

takkingen en spin-offs biedt kernfusie bovendien een ideale voedingsbo- dem voor de vorming van de ingenieurs en wetenschappers van morgen.

Nee, dat reizen tussen de sterren met fusie-aandrijving is nog niet voor direct. Maar een fusiecentrale als ster op aarde? De vooruitzichten dat die in een nabije toekomst realiteit wordt, zijn rooskleurig!

Referenties

[1] https://www.nature.com/articles/d41586-022-00391-1 [2] http://english.ipp.cas.cn

[3] https://www.nature.com/articles/d41586-022-00124-4 [4] https://www.euro-fusion.org

[5] https://www.ipp.mpg.de/w7x [6] https://www.iter.org [7] http://www.iterbelgium.be [8] https://fusionforenergy.europa.eu [9] https://www2.euro-fusion.org/fiif [10] https://www.fusionindustryassociation.org [11] http://nuclearfusion.ugent.be

[12] http://fusion.rma.ac.be [13] https://www.sckcen.be [14] https://www.myrrha.be

[15] https://www.em-master-fusion.org

[16] G. Van Oost et al., Eur. J. Phys. 42, 024002, 2021 [17] https://fusenet.eu

Studenten van onder meer de FUSION-EP-opleiding poseren voor de WEST-tokamak in Cadarache.

prof. Geert Verdoolaege

Geert Verdoolaege studeerde in 1999 af in de theoretische fysica en behaalde het doctoraat in de toegepaste natuurkunde in 2006, beide aan de UGent. Hij staat aan het hoofd van de onderzoeks- groep Kernfusie binnen de vakgroep Toegepaste Fysica aan de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur.

(10)

HET PRODUCTIEPROCES VAN STAAL VERBETEREN DOOR BETERE KENNIS VAN DE SLAKFASE

Lotte De Vos onderzocht in haar doctoraat de mechanismes die zich voordoen in de slakfase tijdens de staalproductie.

“Hierdoor kan staal in de toekomst nog meer gecontroleerd en efficiënter geproduceerd worden”, vertelt Lotte.

Wereldwijd wordt er momenteel 1878 miljoen ton staal per jaar geproduceerd. Ongeveer 70% hiervan wordt geproduceerd via het ‘basic oxygen fur- nace’ (BOF) proces, ook wel het convertor-proces genoemd. Tijdens dit proces worden oxides (de slak) gevormd die bovenop het metaal drijven. Deze slak speelt een belangrijke rol tijdens dit smeltproces. Dit omwille van zijn invloed op drie verschillende vlakken..

Ten eerste zal de slakfase de raffinage (zuivering) van de staalfase beïnvloeden. Zoveel mogelijk aanwezige onzuiverheden worden uit het vloeibare ruwij- zer verwijderd. Ten tweede zal deze slakfase interageren met de vuurvaste wand van de convertor. Deze interactie kan zowel een negatieve als positieve impact hebben op de levensduur van de wand. En ten derde heeft de slakfase invloed op de schuimvorming tijdens het smeltproces. Ongecontroleerde schuimvorming is nadelig en dient tot een minimum beperkt te worden.

Ondanks erkenning van het algemene belang van deze fase blijven de exacte mechanismes tot op heden onbekend. Om inzicht te krijgen in de rol van de slak en het effect van slaksamenstelling is het belangrijk om de verandering van slaksamenstelling tijdens het proces te kunnen bestuderen.

“In mijn doctoraat onderzocht ik de rol van de slakfase in de convertor aan de hand van thermodynamische model- len. Ik combineerde verschillende modeleertechnieken om zowel de slak- als staalsamenstelling tijdens het proces en op het einde van het proces te kunnen simuleren”, legt ze uit.

De resultaten van de thermodynamische modellen werden geverifieerd met industriële metingen en datasets. Finaal werden twee com- pleet verschillende modellen ontwikkeld om de verandering van slaksamenstelling tijdens het proces te simuleren. Een model met als doel voorspellend te werken om nieuwe werkingsgebieden te onderzoeken en een niet-voorspellend model voor retroactief gebruik. “Dank- zij deze thermodynamische modellen kan staal in de toekomst nog meer gecontroleerd en efficiënter geproduceerd worden”, besluit Lotte.

Lotte De Vos

Lotte behaalde met grootste onderscheiding het diploma Master of Sustainable Materials Engineering aan de universiteit van Gent in 2017. In september van dat jaar startte zij haar doctoraat in samenwerking met ArcelorMittal Gent. Hiervoor werd een persoonsgebonden financiering via een Baekeland mandaat (VLAIO) verkregen Tijdens haar doctoraat was Lotte betrokken bij verschillende onderwijsactiviteiten. Haar onderzoek resul- teerde in meerdere A1 publicaties en werd gepresenteerd op verschillende internationale conferenties.

Lotte werkt nu als R&D Project Manager - RR Technology bij Bekaert

Redacteur: Jeroen Ongenae - Eindredactie: Ilse Vercruysse - Illustrator: Roger Van Hecke

ER GEBEURT WAT IN ONZE FACULTEIT

(11)

Het ontwerp van gebouwschilonderdelen en -systemen is een proces waarbij vele verschillende aspecten (structurele presta- ties, bouwfysische eigenschappen, duurzaamheid, etc.) komen kijken. De gebouwschil vormt namelijk de fysieke scheiding tussen de binnen- en buitenomgeving. In vele gevallen worden deze vak- specifieke disciplines nog te veel afzonderlijk beschouwd. Hier- bij worden bijvoorbeeld de structurele prestaties geoptimaliseerd, en worden de thermische eisen pas in tweede fase bekeken. Een benadering waarbij deze aspecten tijdens het ontwerp gelijktij- dig kunnen worden geoptimaliseerd, zou een grote meerwaarde kunnen betekenen. Het kan de snelheid van het ontwerppro- ces en tegelijkertijd de efficiëntie van het onderdeel verhogen.

“In mijn doctoraatsonderzoek trachtte ik het ontwerp- proces te optimaliseren door het bestuderen van bestaande en het ontwikkelen van vernieuwende wis- kundige ontwerptechnieken”, vertelt Gieljan.

“De basisalgoritmen die ik hiervoor gebruikte, zijn grotendeels gebaseerd op vorm- en topologie-optimalisatiemethoden. Ik heb de algoritmes theoretisch uitgewerkt, maar ook hun toepassingen en voordelen ten opzichte van de klassieke ontwerpmethoden in een bouwkundig ontwerpproces gedemonstreerd. Hierbij werd ook

rekening gehouden met prille, maar veelbelovende, nieuwe pro- ductiemethoden in de bouwsector, zoals 3D (beton)printen”, besluit Gieljan.

Gieljan Vantyghem

Gieljan behaalde in 2013 zijn Master in de Architectuur aan LUCA school of Arts en twee jaar later zijn diploma als industrieel ingenieur in de bouwkunde aan de Universiteit Gent. In oktober 2015 startte hij vervolgens als docto- raatsonderzoeker en voltijds assistent bij de vakgroep Bouwkundige Construc- ties en Bouwmaterialen van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architec- tuur aan de Universiteit Gent. Gieljan is auteur (en coauteur) van zeven A1-pu- blicaties in internationale tijdschriften met peer-review en werkt van- daag als doctorassistent bij de vakgroep Bouwkundige Constructies en Bouwmaterialen.

Redacteur: Jeroen Ongenae - Eindredactie: Ilse Vercruysse - Illustrator: Roger Van Hecke

EFFICIËNTER ONTWERPEN VAN GEBOUWEN IN DE TOEKOMST

Gieljan Vantyghem onderzoekt in zijn doctoraat hoe het ontwerpproces van gebouwen efficiënter kan worden door het

gelijktijdig gebruik van structurele en thermische optimalisatiemethoden

(12)

De Belgen hebben toch ziekenhuizen gebouwd!

Was Belgisch Congo een medische model-kolonie? Dat onderzocht Simon De Nys-Ketels in zijn doctoraat.

‘De Belgen hebben toch ziekenhuizen gebouwd!’ is waarschijnlijk één van de meest verspreide argumenten in het hedendaags publiek debat omtrent de Belgische koloniale geschiedenis, en wordt in het bijzonder gebruikt door stemmen die de toenemende kritiek op het koloniaal verleden van België trachten te weerleggen.

“In mijn doctoraat heb ik de klassieke opvatting dat Belgisch Congo een medische model-kolonie was bevraagd doorheen de lens van de koloniale ziekenhuisinfrastructuur”, vertelt Simon.

“Via diepgaand archiefonderzoek, en door het combineren van een waaier aan architecturale, stedenbouwkundige, antropologi- sche, en geografische inzichten, heb ik de genealogie van de mythes en realiteiten achter deze persistente reputatie blootgelegd”.

Het doctoraat gaat voorbij de conventionele simplistische beschrijving van de geschiedenis van de koloniale ziekenhuisinfrastruc- tuur, en vertelt een fijnmaziger verhaal waarin Afrikaanse stemmen, de complexe stedenbouwkundige planning van koloniale gezondheidszorg, spanningen, tekortkomingen én successen van het koloniaal administratief apparaat, en de complexiteit van de bouwpraktijk van koloniale ziekenhuisinfrastructuur een plaats krijgen.

“Dankzij mijn onderzoek hebben we een realistischer beeld van de koloniale ziekenhuisinfrastructuur in Belgisch Congo kunnen creëren”, besluit Simon.

Simon De Nys-Ketels

Simon studeerde in 2012 af aan de UGent als Master of Science in Engineering: Architecture. Hij zette zijn studies voort en behaalde in 2014 een master in economische wetenschappen aan de Universiteit Gent.

Voor hij aan zijn doctoraat begon, werkte hij een jaar als research fellow aan de Universiteit Antwerpen, waar hij de relatie tussen sociale economie, architectuur en stedenbouw onderzocht, wat leidde tot publicaties in tijdschriften als Local Economy.

Hij publiceerde in tijdschriften als Space and Culture, ABE Journal, Planning Perspectives, Urban History, en is ook betrokken bij toekomstige uitgegeven volumes.

Simon werkt momenteel halftijds als postdoc aan de faculteit, vakgroep architectuur en stedenbouw, en daarnaast is hij halftijds actief bij vzw RenoseeC waar hij noodkopers gratis renovatiebegeleiding biedt.

Redacteur: Jeroen Ongenae – Eindredactie: Ilse Vercruysse – Illustrator: Roger Van Hecke

(13)

Agenda

vrijdag 15 april VTK ouderolderscantus zondag 24 april Paasbrunch

zaterdag 21 mei DNA - Lieven Scheire (volzet) zaterdag 10 september Jimmy Carr: Terribly funny Inschrijven via aig.ugent.be

INITIATIE CURLING - KRISTALLIJN GENT ENGAGE

Lieven Eeckhout wordt Fellow van de Association for Com- puting Machinery

Professor Lieven Eeckhout is door de Association for Computing Machinery (ACM) gelauwerd met een officieel Fellowship. Hij is de eerste UGent-onderzoeker, en tevens de eerste in Vlaanderen, die deze eer te beurt valt.

Wim Bogaerts en Bart Kuyken winnen elk een ERC Proof of Concept Grant

Wim Bogaerts kreeg de beurs voor zijn programeerbare fotoni- sche chip en Bart Kuyken voor zijn onderzoek naar dataverwerking aan duizelingwekkend tempo.

Beide professoren zijn verbon- den aan de Photonics Research Group. Met deze beurs krijgen ze de mogelijkheid de kloof te overbruggen tussen hun baanbrekend onderzoek en de eerste fasen van commercialisering.

Ingenieur-architecten Judith Haanen en Anneleen Bollé winnen mtech+prijs met hun masterproef

Wat is het interessantst vanuit milieuoogpunt: renove- ren of heropbouwen? Dat onderzochten ingenieur-architec- ten Judith Haanen en Anneleen Bollé in hun masterproef. Daar- mee wonnen ze de eerste mtech+prijs, de deelprijs voor beste technologische inzending van de Vlaamse Scriptie- prijs, goed voor 1500 euro. Bekijk het flimpje via de QR-code.

NIEUWSFLASHES

De alumni van UGent komen regelmatig in de media.

In deze rubriek vermelden we enkele opmerkelijke nieuwtjes van de alumni van de FEA.

(14)

Het jaar is ondertussen al even bezig en zoals altijd heeft VTK er alles aan gedaan om dit zo leuk mogelijk te maken voor jullie. Feest heeft elke week gezorgd voor een spetterende goliarde en zal dit blijven doen voor de rest van het jaar. Hopelijk blijft iedereen hier massaal naar- toe komen en zien we tegen volgend jaar veel ‘goliarde expert’ pinnen schitteren.

Net zoals de andere jaren hebben we ook al kunnen genieten van de skireis, lentefuif, ThermiLAN, show en zo veel meer. Gelukkig zijn er ook nog steeds de klassiekers waar we naar kunnen uitkijken: Parkpop, de proffentap, Zwijnaardse feesten, de initiatieactiviteiten…

Natuurlijk bestaat het studentenleven niet enkel uit feesten, maar gelukkig heeft VTK ook een sport en career & development team. Zo worden er elke week speedteamtrainingen en het lopen door Gent georganiseerd. Verder zijn er de vertrouwde IFK toernooien en de 12UL om naar uit te kijken (met dan vooral het vieren van de overwinning van VTK natuurlijk). Op vlak van career hebben we de Archie- en Job- fair gehad. Hier waren weer massaal veel bedrijven en studenten aanwezig, die hopelijk allemaal gevonden hebben wat ze zoeken. Maak je geen zorgen als dit niet het geval is, want VTK zal nog veel evenementen voorzien waar dit nog mogelijk zal zijn.

Aangezien VTK natuurlijk niet zou draaien zonder onze geweldige leden en medewerkers, zullen wij jullie ook nog eens hartelijk bedan- ken. Voor de rest zullen er natuurlijk de standaard gratis vaten gezet worden en de prachtige deltabonnetjes uitgedeeld worden. Hopelijk wordt de rest van dit jaar dan ook nog een knaller en kunnen jullie allemaal ten volle genieten!

dinsdag 19 april Parkpop woensdag 20 april Proffentap

donderdag 21 april Zwijnaardse feesten woensdag 27 april 12-urenloop maandag 2 mei IFK Finaledag

donderdag 5 mei Medewerkersbedanking dinsdag 10 mei Men’s & ladies night

© © Alpha Photography

VTK

VTK KIJKT UIT NAAR

DE KLASSIEKERS!

(15)

Postacademische opleidingen voor professionals

HERNIEUWBARE ENERGIE EN STUURBARE ASSETS

- Hoe pak ik het aan om laadpalen op ons bedrijfsterrein te plaatsen?

- Welke impact zal dit hebben op het verbruik en op de factuur?

- Waarmee hou ik rekening als ik een batterij wil plaatsen om energie te bufferen voor mijn bedrijf?

- Hoe verhoog ik mijn zelfconsumptie?

Deze en andere vragen worden in deze opleiding opleiding beantwoord.

De opleiding richt zich naar professionals die werken (of de ambitie hebben om te werken) in de hernieuwbare energiesector, zoals consultancy bedrijven, projectingenieurs en andere actoren die zowel hun theoretische als praktische achtergrond willen verhogen voor het dimensioneren van hernieuwbare energiebronnen en zijn toepassingen.

18 mei 2022 – 15 juni 2022 - www.ugain.ugent.be/HESA

ANDERE OPLEIDIGEN IN 2022

- EXPLAINABLE & TRUSTWORTHY AI (21 03 2022 – 20 06 2022) - ENERGIETECHNIEKEN IN GEBOUWEN (NAJAAR 2022)

Doorlopend met vrije instap: MILIEUCOÖRDINATOR VIA AFSTANDSLEREN (TYPE A/TYPE B/OVERGANGSOPLEIDING B NAAR A)

UGent Academie voor Ingenieurs

WWW.UGAIN.UGENT.BE

(16)
(17)

TERUGBLIK

12.03

TRAIN WORLD MET DE

ORIENT EXPRESS

18.03

BEZOEK OBSERVATORIUM UGENT

Vorige vrijdag ging het bezoek aan de sterrenwacht van Sterre S9 door. We waren met z’n negenen, wat mooi tegen de capaciteit van het bezoek aanleunde.

De avond bestond voornamelijk uit een bezoek aan het dak van S9. Het was helder weer en we gingen van start met een overzicht van de sterrenhemel.

Daarna konden de bezoekers zelf enkele objecten door de telescoop waarnemen (maan, sterrenclus- ters, Orionnevel).

Vervolgens bezochten we de twee koepels en werd een overzicht gegeven van de (veelal ingenieurs-)uit- dagingen verbonden aan sterrenkunde. Als uitsmijter bezochten we een recent aangekochte Bose-Einstein- condensator (hoogst zeldzaam wereldwijd), waarin extreem lage temperaturen tot een grootteorde van 10-6K kunnen bereikt worden. Ook gaf de gids uitleg over het inspirerende project “Sterren Schitteren voor Iedereen”, waarbij door sponsoring wereldwijd tele- scopen worden ter beschikking gesteld aan scholen voor bijzonder onderwijs en instellingen voor kinde- ren met een beperking.

Tot slot werd bij een hapje en een drankje een overzicht gegeven van foto’s genomen door de werkgroep Astrofotografie van de volkssterrenwacht Armand Pien. Het was zeker een geslaagde avond!

15.02

WORLDWIDE ENGINEERS FROM GHENT UNIVERSITY: PETER VETTER ABOUT THE FUTURE OF NETWORKS IN THE 6G ERA

In de tweede editie van de World Wide Engineers from Ghent Uni- versity reeks van lezingen geeft dr.ir. Peter Vetter, afgestudeerd als natuurkundig ingenieur aan Universiteit Gent in 1986 en huidig hoofd van Bell Labs Core Research (New Jersey, VS), zijn visie over de toe- komst van mobiele netwerken in een 6G tijdperk. Hierin werd duidelijk dat we evolueren naar een sterke synergie tussen de digitale wereld en de menselijke cognitieve wereld. Het beoogde doel is om in real time te kunnen anticiperen en ageren op individuele en collectieve noden. Als gevolg is er een nieuwe generatie aan mobiele netwerken nodig met geïntegreerde sensoren alsook verregaande vooruitgang in het domein van onder andere artificiële intelligentie. Vanuit zijn uniek standpunt als UGent alumnus die in Japan post-doctoraal onderzoek heeft verricht en nu in de Verenigde Staten werkt, heeft Peter Vetter ook zijn perceptie gedeeld omtrent de culturele, sociale en economische aspecten van werken in het buitenland. Hierin benadrukte hij dat hoewel er hele sterke culturele verschillen zijn tussen Japan en de VS, in de kern mensen heel sociale wezens zijn die elkaar willen helpen en samen sterker worden.

De opname van de volledige lezing kan bekeken worden via de link https://youtu.be/VY8n-8Q30gw

(18)

29.04

REÜNIEFEEST

De coronamaatregelen hebben ervoor gezorgd dat het jaarlijks reüniefeest in 2020 en 2021 werd uitgesteld naar een latere datum. We zijn dan ook zeer verheugd dat de jaarlijkse ontmoetings- avond met uw collega studiegenoten kan door- gaan op vrijdag 29 april 2022 in de Salons Man- tovani in Oudenaarde!

Het reüniefeest is dé gelegenheid om elkaar terug te zien, een stukje levensgeschiedenis te vertellen, herinneringen op te halen en voor- uit te blikken tijdens de receptie en het diner.

Er zijn reeds veel enthousiaste deelnemers die deze datum hebben gereserveerd in hun agenda

en via verschillende kanalen hun jaargenoten hebben verwittigd dat ze aanwezig zullen zijn.

Voor deze reünieviering wordt speciale aandacht gegeven aan de afstudeerjaren eindigend op 0 &

5 en 1 & 6, afgestudeerden uit andere jaren zijn uiteraard ook zeer welkom.

We kijken er sterk naar uit om van deze speci- ale editie een succes te maken en verwelko- men u en uw partner heel graag eind april in Oudenaarde! Inschrijven kan via aig.ugent.be.

Daar vind je ook het programma en de menu.

Vrijdag 29 april 2022

Mantovani, Doorn 1, 9700 Oudenaardet Maximum 500 deelnemers

Elektronisch verrijken van de geluidsomgeving in een context van slimme-ruimtes kan de levens- kwaliteit en de ontwikkeling van groepen met speciale behoeftes zoals mensen met dementie of vroeggeboren baby’s aanzienlijk verbeteren.

Begrijpen hoe het menselijk brein in ontwikke- ling, tijdens zijn volle ontplooiing en bij vermin- derde capaciteit omgaat met geluid, laat toe om dergelijke technologieën op onderbouwde wijze te ontwikkelen. Een boeiende wereld van inter- disciplinariteit waar we de deelnemers aan deze TechBoost! willen op trakteren.

Dinsdag 03 mei - 18.50u Ufo

S i n t - P i e t e r s n i e u w s t r a a t 2 5 9000 Gent

03.05 TECHBOOST! 2022

DICK BOTTELDOOREN EN SARAH VERHULST OVER INNOVATIES IN GELUIDS- EN HOORTECHNOLOGIE

Auditieve en spraaktechnologieën zijn alom tegenwoordig in onze nieuwe digitale wereld.

Daarbinnen vormen de hearable- en hoorappa- ratensectoren een globale markt die jaarlijks 4 tot 6% groeit. Dit verrast niet als we weten dat 20%

van de globale populatie aan hoorschade lijdt en dat vroegdetectie en -behandeling kost-effec- tieve methoden zijn om de socio-economische gevolgen van gehoorschade te beperken.

Dagdagelijks geluid heeft echter nog een veel ingrijpender invloed op een samenleving die erdoor overspoeld wordt. Een diepgaand begrip van hoe mensen geluid ervaren en begrijpen laat ons toe om concepten van stedelijke geluidsplan- ning toe te voegen aan het ontwerp van steden die de (mentale) gezondheid van hun inwoners bevorderen. Sensornetwerken uitgerust met slimme interpretatie van het geluid laten toe om de hartslag van de stad te monitoren en in te grij- pen waar nodig.

13.05 JUBILARISSENVIERING 2020 & 2021

Op vrijdag 13 mei 2022 gaat de jubilarissenvie- ring (editie 2020 en 2021) en -diner door voor de alumni met 50 jaar diploma en meer (afstu- deerjaren 1971, 1970, 1966, 1965, 1961, 1960, 1956, 1955, 1951, 1956, 1946 en 1945) in Kas- teel Coninxdonck in Gentbrugge.

De huisfotograaf zorgt voor foto’s tijdens de receptie, het diner en voor een groepsfoto per afstudeerjaar.

Programma

9 14.00 u.: Onthaal met koffie

9 14.30 u.: Inleiding voorzitter AIG en viering jubilarissen

9 16.00 u.: Terugblik op de studententijd door alumni van 1970 en 1971

9 16.45 u.: Toelichting van de werking aan de faculteit door Patrick De Baets, decaan 9 17.00 u.: Receptie

9 18.00 u.: Jubilarissendiner.

Kasteel Coninxdonck

Koningsdonkstraat 118, 9050 Gentbrugge Inschrijven via aig.ugent.be

ACTIVITEITEN AIG

SAVE THE DATE

2.06 FINALE AIG-PRIJS p a v i l j o e n Programma

9 19.00 u.: Presentaties en vragen 9 20.30 u.: Bezoek aan het GUM 9 21.30 u.: Bekendmaking van de laure-

aat en afsluitende drink 9 22.30 u.: Einde 9

Donderdag 02 juni 2022

GUM, Ledeganckstraat 55, 9000 Gent Maximum 50 deelnemers

(19)

DATUM ACTIVITEIT vr 29/04 Reüniefeest 2021

Mantovani | Oudenaarde za 30/04 Geleid bezoek Floraliën

Gent

di 03/05 TechBoost!

Ufo | Gent

vrij 13/05 Jubilarissenviering 2020-2021 Kasteel Coninxdonck | Gentbrugge zo 15/05 ie-net & AIG IngenieursNetwerkEvent

Ufo | Gent

mei Plateau- en Baekelandprijs

mei Bezoek Fabricom

Engie Fabricom | Hoboken do 02/06 Finale AIG prijs

GUM | Gent

juni Bezoek nieuw sluizencomplex in Terneuzen

juli Bezoek ‘Verborgen hoeken van de Sint-Baafskathedraal’

juli Ludieke intro Gentse Feesten Gent

najaar Captains of Industry

najaar Engineer of the Year 2022

oktober Update@Campus

Gent

za 01/10 Bezoek renovatie beursgebouw Brussel

vr 25/11 Reüniefeest 2022 Mantovani | Oudenaarde najaar Lezing Klimaatverandering

najaar Lezing Energie en duurzaamheid

vr 02/12 ‘Tuupe Tegoare

Bovenzaal Lakenmetershuis | Gent

Opgelet! Check geregeld de website voor up-to-date info over de activiteiten: aig.ugent.be

SAMENSTELLING RAAD VAN BESTUUR AIG

• Voorzitter: Filip De Turck

• Ondervoorzitter: Tom Roelants

• Penningmeester: Dieter Claeys

• Secretaris: Thierry Heirbrant

• Verantwoordelijke publicaties: Alain Corvelyn

• Overige bestuursleden: Alexander Benoot, Jochen Bul- tinck, Roger Cornelis, Max Cozijns, Rembert Daems, Fran- cis De Boeck, Margot Deruyck, Dries Dezittere, Wout De Geyter, Yves Fassin, Bruno Geltmeyer, Stijn Hertelé, Jan Lagast, Dennis Maes, Marc Ryckeboer, Nathan Van Den Bossche, Louis Vanduyfhuys, Ronny Verhoeven, Willy Wouters

AIG KALENDER 2022

prof. Margot Deruyck

Professor in de vakgroep Information Technology (INTEC) aan de UGent, facul- teit Ingenieurswetenschappen en Archi- tectuur.

Ze behaalde aan de UGent haar diplo- ma’s master en doctor in de ingenieurs- wetenschappen, respectievelijk in 2009 en 2015. Ze is verbonden aan de WAVES onderzoeksgroep (INTEC, UGent) als Post-Doctoral Fellow van het FWO (Fonds Wetenschappe- lijk Onderzoek). Haar onderzoek richt zich op groene draad- loze netwerkplanning (minimaal energieverbruik en/of bloot- stelling voor de mens) voor toekomstige (5G) netwerken en IoT (Internet of Things) toepassingen, UAV (Unmanned Aerial Vehi- cle) gebaseerde netwerken en animal IoT. Daarnaast is ze ook verkozen als Science Communication Coordinator voor de EU COST CA20120 INTERACT actie.

prof. Louis Vanduyfhuys

Professor (docent) in het vakgebied

“Computationele structuurkarakterisa- tie op de nanoschaal” aan het Centrum voor Moleculaire Modellering (CMM) verbonden aan de Faculteit Ingenieurs- wetenschappen, Universiteit Gent.

Hij behaalde in 2010 het diploma Master in de Ingenieurswetenschap- pen: Toegepaste Natuurkunde en in 2015 het diploma Doctor in de Ingenieurswetenschappen:

Toegepaste Natuurkunde aan de UGent. Vervolgens heeft hij verder post-doctoraal onderzoek (FWO) verricht aan het CMM.

Zijn onderzoek richt zich op het toepassen van computersimu- laties en het ontwikkelen van geavanceerde thermodynami- sche modellen die toelaten het gedrag van nieuwe materialen te begrijpen vanuit de moleculaire structuur op de nanoschaal alsook het gedrag van nieuwe materialen te voorspellen.

(20)

BEDRIJFSPARTNERS

GOUD ZIL VER BRONS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beide domeinen worden in dit verslagboek dan ook benaderd vanuit een Europees perspectief (door Hans De Wulf op vennootschapsrechtelijk vlak en door Steven Peeters op

Met deze verkenning hopen we lessen te trekken voor (nieuwe) politieke partijen, maar ook over de algemene aantrekkingskracht van de lokale politiek: Veel inwoners

95 Er zijn gemeenten met weinig vrouwen in de raad (rond de vijf procent) en met relatief veel vrouwen in de raad (rond de 55 procent) waar geen enkele vrouw in het college zit..

Het patroon van nieuwe tegenstellingen die oude links-rechts patronen doorsnijden, waarbij vooral de steden en randgemeenten met veel hogeropgeleiden pro-Europees stemmen, komt in

Vindt u dat de provincie Noord-Holland/Groningen, in vergelijking met de huidige situatie, veel meer, een beetje meer, niet meer en niet minder, een beetje minder of veel minder

Zij is geen samenvatting van het voorgaande (dat is met deze veelheid aan gegevens welhaast onmogelijk) en evenmin een conclusie in de strikte zin van het woord. Aan

Indien de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en zorgaanbieders de komende maanden goed op gang komt, wordt door de accountants verwacht dat in 2016 de informatie voorziening,

Vandenbroucke is geen doorsnee-Vlaamse socialist, en oud-minister van Economie in de Waalse regering Serge Kubla van de MR sprak wel zijn begrip uit voor de woorden van