• No results found

Natuur.oriolus 2008-4 Nieuw voor België: Arendbuizerd te Doel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuur.oriolus 2008-4 Nieuw voor België: Arendbuizerd te Doel"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus 74(4): 150-154

150

K

ENNY

H

ESSEL

Nieuw voor België:

Arendbuizerd Buteo rufinus te Doel (O)

Arendbuizerd Buteo rufinus. Doel (Foto: Patrick Beirens) Donderdag 23 oktober 2008 moest ik in

opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos, een ganzentelling uitvoeren in de polders en natuurcompensatiegebieden rond Doel (O). Het weer was zonnig, maar fris.

Op enkele grote groepen Grauwe Ganzen Anser anser en exoten na viel er nog niet veel te tellen. Voor Kolganzen Anser albi- frons was het immers nog wat te vroeg. Ook de andere vogels lieten het die dag precies wat afweten en het leukst waren dan ook enkele overvliegende Boomleeuweriken Lullula arborea en een Grote Zilverreiger Casmerodius albus.

Rond 14h30 reed ik van Doelpolder-noord naar Ketenisseschor, het laatste gebied dat moest geteld worden. Omdat ik nog wat tijd over had, besloot ik om de MIDA-zone, een nieuw aangelegd opgespoten terrein vlak naast het Doeldok, even aan te doen. Na amper 5 minuten zag ik met het blote oog een bleke roofvogel, die me in eerste instan- tie aan een Blauwe Kiekendief Circus cya- neus deed denken. Hij kwam aanvliegen vanuit de omgeving van Doel en vloog boven de Doelweiden richting MIDA-zone.

Met de verrekijker werd onmiddellijk duide- lijk dat het geen kiekendief was, maar een wel zeer rossige buizerdachtige. De ver- meende buizerd landde tot mijn verbazing in de verte op een lantaarnpaal langs de weg. Aangezien ik niet direct een telescoop bij de hand had besloot ik om wat te nade-

ren. Ik was immers enigszins gealarmeerd door de kleur van het verenkleed. Opmijn nadering vloog de vogel direct op en ver- dween achter een dijk. Een paar minuten later verscheen hij echter opnieuw en dit- maal boven de MIDA-vlakte zelf. De waar- nemingsomstandigheden waren nu al een pak beter, waardoor ik nu ook voor het eerst de onderzijde kon zien. De adrenaline stroomde plots door mijn lichaam toen de naam Arendbuizerd in me opkwam!!!”.

Nerveus probeerde ik zo veel mogelijk ken- merken te checken, vooraleer de vogel uit het zicht zou verdwijnen! De donkere pols- vlekken, de volledig rosse en ongebandeer- de staart, de donkerrosse onderbuik en broek, de zwarte vleugelachterrand en zelfs de bleke basis van de handpennen op de bovenvleugel kon ik zien. Alles bleek gewoonweg te kloppen, dat kon toch niet waar zijn?

Ik bleef de vogel met mijn verrekijker volgen en zag hem tot mijn grote opluchting lan- den op een pyloon. Ik spurtte naar mijn auto en reed naar de pyloon. Ik kon de buizerd in zit nu mooi met mijn telescoop bekijken en dat deed me onmiddellijk weer met beide voeten op de grond komen, want het for- maat leek echt wel te klein voor een Arendbuizerd! Wat ik wel zeker wist, was dat het hier ofwel een Arendbuizerd ofwel een Steppebuizerd Buteo b. vulpinus betrof!

Na telefonisch overleg met Peter Adriaens besloten we toch om de waarneming via

RBAB door te geven als mogelijke Arendbuizerd omdat het niet zo lang meer licht was en er zeker wel geïnteresseerden zouden zijn. Vanaf toen kwamen de tele- foonoproepen binnen met steevast dezelfde vraag :“Wat denk je dat het is?”. Tja!

Jan Devos, Joris Elst en Jan van Wijnsberghe waren als eersten ter plaatse en beaamden dat het zeker om 1 van de 2 (onder)soorten ging!

Naarmate de vogelaars toestroomden, geraakten er steeds meer mensen van over- tuigd dat ze naar een Arendbuizerd aan het kijken waren, maar dan wel een klein exem- plaar. De avond viel en het duurde tot de volgende middag vooraleer de vogel terug- gevonden werd. Dit was tevens het moment dat de determinatie voor iedereen sluitend werd en de eerste behoorlijke foto’s konden gemaakt worden. Diezelfde dag nog werd de Arendbuizerd samen met een Buizerd Buteo buteo in zit gezien en bleek de vogel toch wel iets groter, wat bewijst hoe moeilijk het soms is om de grootte van een solitaire vogel correct in te schatten!

Ook de dagen daarna bleef de Arendbuizerd trouw op zijn plaats aanwezig en liet zich soms zeer goed observeren, tot grote vreug- de van de massa vogelkijkers die naar Doel waren afgezakt!

Op zondag 2 november waren er verschil- lende mensen getuige van hoe de Arendbuizerd beetje per beetje hoogte won, om vervolgens in een strak tempo in zuide- lijke richting te verdwijnen samen met een Buizerd. Hierbij werd waargenomen dat de vogel in spanwijdte niet opvallend groter was dan Buizerd, wat dus eventueel pro Afrikaanse Arendbuizerd zou pleiten. Op 7 Arendbuizerd Buteo rufinus. 25 okt 2008, Doel (Foto: Johan Buckens)

(2)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus

74(4): 150-154 151

november zag ik tot mijn grote verbazing de Arendbuizerd opnieuw, waar hij de dagen er voor vertoefd heeft is niet duidelijk.

Ook op 2 november verscheen er een foto waaruit blijkt dat de vogel reeds op 18 okto- ber voor het eerst in Doel zou zijn gezien, maar niet gemeld! De niets vermoedende fotograaf dacht immers een Buizerd gefoto- grafeerd te hebben.

Beschrijving

De onderstaande beschrijving is opgesteld op basis van de door mezelf waargenomen veldkenmerken en foto’s van onder anderen Johan Buckens en Patrick Beirens.

GROOTTE & BOUW

Grote en stevige buizerd. In zit kwam de vogel breed geschouderd over. Stevige sna- vel en lange poten. Vleugels volgens sommi- gen niet opvallend langer dan Buizerd, zelf heb ik ze niet rechtstreeks kunnen vergelij- ken in vlucht.

KOP & HALS

Kop en bovenborst bleek beige, met een zwakke streping en hier en daar wat dieper rosse kleuren. Op het achterhoofd was een donker driehoekig vlekje aanwezig.

BOVENDELEN

Globaal gezien kwamen de bovendelen mooi rossig over. In detail waren de middel- ste en kleine dekveren, schouderveren en mantelveren donker met een mooi diepros- se omranding. Grote dekveren vrijwel volle- dig donker.

ONDERDELEN

De bleekbeige kop en bovenborst gaat gelei- delijk over in een diep rosse onderbuik, anaalstreek en broek.

BOVENVLEUGEL

Middelste en kleine dekveren en schouder- veren mooi rossig, met zwartachtig cen- trum. Grote dekveren, handdekveren en armpennen donker. Opvallende witte hand- penbases. Vleugelbocht donker. De armpen- nen vertoonden een nogal brede bandering.

ONDERVLEUGEL

Zwartachtige polsvlek opvallend, maar niet massief zwart. Onderarmdekveren mooi rossig. Handpennen zwart met spierwitte bases. Armpennen witachtig met een brede zwarte top, die samen een donkere armpen- rand vormden.

STAART

Licht roodbruine en ongebandeerde staart, aan de basis witachtig en geleidelijk over- gaand in donkeroranje naar de punt toe.

NAAKTE DELEN

Lange onbevederde poten, diepgeel gekleurd. Forse snavel, met duidelijke haak.

Kleur van de snavel zwartachtig met een gele washuid. Oranjegele iris.

VLUCHT

Vlucht redelijk zwaar en met mogelijk iets tragere vleugelslagen dan Buizerd. In zweef- vlucht werden de vleugels in een duidelijke V-vorm gehouden. Smalle handvleugel.

GEDRAG

Overdag zat de vogel meestal op de uitkijk op de grote, kale zandvlakte of op de met gras begroeide, aanpalende dijk. Ook was hij regelmatig te zien op naburige pylonen (vooral om te slapen).

Verschillende keren werd gezien hoe de vogel vanaf een zandbergje op de vlakte begon te jagen op allerlei knaagdieren, zelfs konijnen, en met succes! Ook werd de Arendbuizerd door meerdere waarnemers biddend gezien langs de dijk!

Determinatie en leeftijdsbepaling

Aan de hand van de bleke iris is meteen dui- delijk dat het hier om een immatuur exem- plaar gaat. Volgens Dick Forsman is het een derde kalenderjaars, wat er eigenlijk op neer komt dat de vogel in 2006 werd geboren. Bij tweede en uiteraard bij eerste kalender- jaarsvogels zouden nog juveniele vleugelve- ren moeten aanwezig zijn, wat niet het geval is bij deze vogel. Ook het ruicontrast in de handdekveren van de bovenvleugel en het ruipatroon bevestigen dat het hier om een derdejaars gaat. De bleke iris is op deze leef- tijd niet ongewoon.

Deze Arendbuizerd kon eigenlijk enkel ver- ward worden met Steppebuizerd. Buizerd kon alleen al op basis van de warme oranje kleuren gemakkelijk worden uitgesloten.

Het verschil met Steppebuizerd ligt wel wat moeilijker.

Steppebuizerd is echter over het algemeen kleiner dan Buizerd. De vogel van Doel werd door verschillende mensen samen met Buizerd in zit gezien en bleek iets groter.

Ook zijn de lange poten en de grotere sna- vel met duidelijke haak goede kenmerken voor Arendbuizerd.

Los van de structuur en de grootte zijn er ook volgende kleedkenmerken die in het voordeel pleiten van Arendbuizerd:

- Het donker vlekje op het achterhoofd (kan sporadisch ook bij Steppe)

- De geleidelijke overgang van de bleke kop en borst in een donkeroranje, ongeban- deerde buik

- Egale onderdelen, bij Steppe zijn die meer gebandeerd

- Opvallende, zwartachtige polsvlek op

ondervleugel, geen komma’s als bij Steppe - Iets sterker getekende armpennen en met

bredere bandering dan Steppe

- Bleke ongebandeerde staart aan basis witachtig en geleidelijk oranje wordend naar staartpunt toe

- Witte handpenbases op bovenvleugel (als bij Ruigpootbuizerd Buteo lagopus) - Egaal oranje ondervleugeldekveren, bij

Steppebuizerd vaak lichte baan over mid- delste dekveren en bandering op grote dekveren

- Duidelijke zwarte vleugelachterrand - In zweefvlucht houdt Arendbuizerd de

vleugels in een hogere V-vorm

Ook het langdurig op de grond verblijven is iets wat Arendbuizerds veel doen.

In vlucht kwam de vogel niet zo langvleuge- lig over als men bij een oostelijke vorm zou verwachten! Dit kan wijzen in de richting van de Afrikaanse ondersoort, die ongeveer dezelfde spanwijdte heeft als een Buizerd.

Verschillende waarnemers vonden echter dat de vogel in vlucht wel duidelijk groter was dan een Buizerd en een nogal zware vleugelslag had. Aangezien de meningen

Arendbuizerd Buteo rufinus. 17 nov 2008, Doel (Foto: Raymond de Smet)

Arendbuizerd Buteo rufinus. 17 nov 2008, Doel (Foto: Raymond de Smet)

(3)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus 74(4): 150-154

152

hier omtrent nogal verschillend zijn, blijft dit voer voor discussie! Ik denk dan ook dat het moeilijk zal zijn om met zekerheid te weten of het nu een kleine rufinus betreft of wel degelijk een cirtensis.

Feit is wel dat Andrea Corso, die al een tijd- je onderzoek verricht naar cirtensis, ook eer- der aan die ondersoort denkt, en wel om volgende redenen:

vergevorderd ruistadium, met reeds een vol- ledig nieuwe staart

nogal korte staart

nogal donker en gevlekt hoofd zeer rossige staart

snavelvorm

Of deze argumenten echter voldoende zijn om een kleine Oostelijke Arendbuizerd uit te sluiten blijft maar zeer de vraag!

Verspreiding en status in West-Europa Arendbuizerd broedt van Noord-Afrika, Zuidoost-Europa en het Midden-Oosten oostwaarts verder tot diep in Centraal-Azië.

De cirtensis-vorm broedt in Noord-Afrika en is daar min of meer sedentair. Deze onder- soort wordt de laatste jaren wel meer en meer waargenomen in West- en Midden- Europa. Er zijn gevallen bekend van in Spanje, Noord-Italië, Zwitserland en Frankrijk (Andrea Corso pers. meded.). In Frankrijk is een Afrikaanse Arendbuizerd door de Franse homologatiecommissie aan- vaard die niet zo ver van de Belgische grens werd opgeraapt en na revalidatie werd los- gelaten in Torgny. Ook de vogels die regel- matig in Zuid-Frankrijk (Camargue) opdui- ken zijn meer dan waarschijnlijk Afrikaanse.

Door de zeer moeilijke determinatie is de werkelijke verspreiding in Europa nog moei- lijk in te schatten. Wel is geweten dat cir- tensis binnen Noord-Afrika soms grote afstanden aflegt ten gevolge van voedsel- schaarste en/of ongunstige klimaatomstan- digheden. Hieruit kunnen we dan ook con- cluderen dat Afrikaanse Arendbuizerd geen moeite heeft om West-Europa te bereiken!

Rufinus is deels een trekvogel, inclusief de meeste Europese vogels. Ze overwinteren voornamelijk in Oost-Afrika, het Midden- Oosten, Zuidwest-Arabië en van Turkije oostwaarts tot noordelijk Indië. Het zijn vooral de noordelijke populaties die weg- trekken in de winter en de zuidelijke die in de broedgebieden blijven.

In Europa broedt rufinus in Albanië, Griekenland, Bulgarije, Hongarije (sinds 1992), Roemenië (sinds 1996), Oekraïne, het zuidwesten van Rusland en waarschijn- lijk ook in het zuiden van het vroegere Joegoslavië. De soort is het talrijkst in Bulgarije en Rusland.

In Midden-Europa is rufinus of Oostelijke Arendbuizerd een schaarse tot onregelmati-

ge gast en in Italië een onregelmatige door- trekker/gast.

In Noordwest-Europa zijn dwaalgasten vastgesteld in onder andere Zweden, Finland, Noorwegen, Denemarken en Duitsland. In Nederland zijn er tot en met 2001 twee aanvaarde gevallen. De eerste was een vangst op 12 december 1905 bij Buiksloot, Noord-Holland en het tweede exemplaar betrof een juveniele vogel die in september 2000 in Flevoland opdook. Ook zijn er na 2001 nog verschillende al of niet betrouwbare waarnemingen van overvlie- gende vogels.

In België werd de soort nooit eerder vastge- steld en indien aanvaard betreft het hier de eerste waarneming!

Herkomst

Arendbuizerd wordt in België bijzonder wei- nig gehouden in gevangenschap. Tevens was er qua gedrag en verenkleedkenmerken niks op aan te merken. Men mag veronderstellen dat een roofvogel die een tijd lang in gevan- genschap verbleef wel wat slijtage aan het verenkleed zou vertonen en niet zo behen- dig zou zijn in het jagen. Gedurende zijn ver- blijf in Doel verloor de vogel wel een nagel aan de rechterpoot, maar foto’s van bij de ontdekking bewijzen echter dat op dat moment nog alle nagels aanwezig waren!

Typisch voor de jachttechniek bij Arendbuizerden, en dus ook bij deze vogel, was het geduldig afspeuren van de vlakte van op de grond of van af een lage uitkijk- post!

Ook werden bij de Arendbuizerd geen riem- pjes of ringen gezien. Mijn persoonlijke observaties van beide ondersoorten in de broedgebieden leert me trouwens ook dat Arendbuizerden niet noodzakelijk schuw zijn!

Dat de vogel wel degelijk een beetje trekge- drag vertoonde, werd mogelijk op 2 novem- ber bewezen. Toen won de vogel namelijk samen met een Buizerd al schroevend hoog- te om vervolgens in zuidelijke richting te verdwijnen. Die dag werd trouwens geken- merkt door het opvallend hoge aantal Buizerden die over de Benelux trokken, met

onder andere 300 exemplaren over de Hamert in Nederland! Vijf dagen later was de vogel echter terug gekeerd naar zijn ver- trouwde plek in Doel, waarom is niet duide- lijk.

Dankwoord

Graag wil ik Koen Leysen en Gerald Driessens bedanken voor het nalezen van de tekst en het inwinnen van advies betreffen- de de determinatie en leeftijd bij Andrea Corso en Dick Forsman.

Patrick Beirens, Raymond de Smet en Johan Buckens worden bedankt voor het ter beschikking stellen van foto’s en Peter Adriaens voor het doorgeven van de soort via RBAB, want ik had weer maar eens mijn codegids niet op zak…

Kenny Hessel, Ieperse heerweg 14, B- 8820 Torhout

kennyhessel050@hotmail.com

Referenties

Forsman D. 1999. The raptors of Europe and the Middle East: a handbook of field identification. Londen Lewington I., Alström P. & P. Colston 1991. A Field Guide to the Rare Birds of Britain and Europe. Domino Books,

Jersey.

Mitchell D. & S. Young 1997. Photographic Handbook of the Rare Birds of Britain and Europe. New Holland, Londen.

Mullarney K., Svensson L., Zetterström D. & P.J. Grant 2001. Europese vogels, alle vogels van Europa, Noord- Afrika en het Midden-Oosten. Tirionuitgevers BV, Baarn.

Van Duivendijk N. 2002. Dutch Birding Kenmerkengids voor vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden- Oosten. Dutch Birding Association, Amsterdam.

Arendbuizerd Buteo rufinus. 17 nov 2008, Doel (Foto: Raymond de Smet)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De leerkracht geeft een stapsgewijze verlengde instructie op het doel waarop het kind uitvalt.. De leerkracht maakt hierbij gebruik van de voorbeelden en materialen uit de

De Belgische federale overheid bereidt de levensduurverlenging van 2015 tot en met 2025 voor van de reactoren Doel-1 en Doel-2 van de kerncentrale in Doel.. Hiervoor

Uit de evaluatie van de Wvps blijkt dat de wet goed werkt in die gevallen waarin de ex-partners tijdens de scheiding een bewuste keuze maken over de verdeling van het

Toen de PvdA kwam met een voorstel om vóór de verkiezingen te komen tot een stembusakkoord van progressieve partijen, werd dit door Lammers in De Groene beschreven als een

Scholing van onderwijsgevenden eerste fase voortgezet onderwijs.. Algemene Onderwijskunde voor het

Conservation of Little Owl Athene noctua in Flanders might be considered redundant since the species does not seem to be endangered at all and not even threatened.The Little Owl is

Op 19 december werd via de Antwerpse scheepsagent, de firma "Kennedy Hunter", per e-mail een aantal foto’s van de Katvogel van Kallo aan de kapitein en de bemanning van de

Het leek een eeuwigheid alvorens de vogel wakker werd maar toen hij zich na een vijf- tal minuten begon te poetsen waren de dieprode snavel met donkere band, de donkere iris en