• No results found

Natuur.oriolus 2008-2 Nieuw voor België: Audouins Meeuw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuur.oriolus 2008-2 Nieuw voor België: Audouins Meeuw"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuur.oriolus

VLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR ORNITHOLOGIE - ERK. P706369 APRIL - MEI - JUNI 2008 - JAARGANG 74 - NUMMER 2

Afgiftekantoor Antwerpen X

Studie

België-Belgique P.B.

ANTWERPEN X 3/1485

Natuurpunt

Coxiestraat 11, B-2800 Mechelen

Zeldzame vogels 2006

Nieuw voor België:

Audouins Meeuw

Nieuwe invoersite

www.waarnemingen.be

(2)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus 74(2): 52-54

52

Om wat warm te lopen voor de voorjaars- trek probeerden we met onze vaste “maas- ploeg”, Kobe Janssen, Eveline Claes , Miel Opdenacker en mezelf onze kersverse voorjaarstelpost Bichterweerd zoveel mogelijk uit begin april. Spetters zaten er nog niet tussen maar klagen mochten we zeker niet met leuke soorten als enkele vroege DwergmeeuwenLarus minutus, LepelaarPlatalea leucorodia ,

DrieteenstrandloperCalidris alba, Rode WouwMilvus milvus enz.

Ondanks de slechte weersvoorspellingen besloten Miel en ik om op 13/04/2008 toch een poging te wagen. Tussen de buien door zagen we onze eerste Regenwulp Numenius phaeopus en enkele Beflijsters Turdus torquatus. De aantallen waren ech- ter zeer zwak en om half elf hield ik het voor bekeken. Miel haakte af en ik tipte erop om met het slecht weer iets aan de grond te vinden.

Het eerste grindgat dat ik aandeed was Stokkem. Door de grote omvormingswer- ken viel er niet veel te beleven, de plassen leken zo goed als leeg. De vele zwaluwen brachten me op ideeën en ik besloot om toch even te stoppen: een

Roodstuitzwaluw Hirundo daurica missen we immers nog steeds in Limburg! Op de voorste plas zag ik in de verte een handvol meeuwen staan op wat tonnen. Een Kleine MantelLarus fuscus, wat Stormmeeuwen Larus canus en een vogel die in grootte wat tussen de twee in leek te zitten. De grootte was moeilijk in te schatten door- dat ik nooit meerdere meeuwen samen in één beeld had, maar het formaat leek toch intrigerend. De vogel had een lichtgrijze mantel en slechts een zeer smalle witte rand aan de toppen van de tertials. Even dacht ik aan een groot uitgevallen Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis maar toen kreeg ik de pootkleur in de gaten. De afstand was groot en het was miezerig weer maar de poten leken in ieder geval donkergrijs! Een Audouins Meeuw in Limburg? De adrenaline begon te pompen en ik wist niet wat eerst te doen. Wekelijks vind ik een spetter in mijn dromen maar dit overtrof alles. Het kostte heel wat moeite om met mijn bevende handen een herkenbare foto te trekken van het slapen- de beest.

Het leek een eeuwigheid alvorens de vogel wakker werd maar toen hij zich na een vijf- tal minuten begon te poetsen waren de dieprode snavel met donkere band, de donkere iris en het aflopende voorhoofd duidelijk herkenbaar als aanvullende ken- merken, de eerste Auduins Meeuw voor België was een feit!

Onmiddellijk alarmeerde ik een aantal vogelkijkers, het wereldkundig maken via het RBA-systeem liet echter wat op zich wachten. De bevriende JTV-ers (Jong Twitchend Vlaanderen) die ik verwittigde om de waarneming op RBA te posten dachten dat ik hen iets op de mouw aan het spelden was... Ik reed snel met de auto naar de andere kant van het fietspad om betere foto’s te kunnen nemen. De vogel zat zich op ongeveer 100 m afstand wat te poetsen en zwom wat rond de ton waar hij eerst opzat.

Wat aanvankelijk een evidente twitch leek te worden werd opeens veel lastiger toen de vogel om 10u58 het luchtruim koos en in noordelijke richting vertrok. Zoekacties aan Limburgse zijde bleven zonder resul- taat. Om 13u40 werd de langsvliegende vogel 30 km zuidelijker onderschept in Maastricht (Nl) door de gealarmeerde Jo van der Coelen… waar de hond uitlaten al goed kan voor zijn!

Na deze 2de waarneming vertrok Laurent Raty vanuit Brussel richting Maasvallei om

de vogel in eigen streek te onderscheppen.

Hij volgde de Maas van Hermalle-sous- Argenteau tot in Maastricht en terug, om te eindigen aan het eiland van Monsin. Er zaten een 40-tal grote meeuwen, verschil- lende immature PontischeLarus cachin- nans, enkele Kleine Mantelmeeuwen maar geen Audouins. Omdat een deel van de meeuwen niet zichtbaar waren wandelde Laurent verder tot in het midden van de stuwdam. Van hieruit vond hij de Audouins terug om 18u55. Onmiddellijk begon hij andere vogelkijkers te bellen, maar tegelij- kertijd stopte er een auto vlakbij het eiland waardoor alle meeuwen opvlogen. De Audouins verdween in westelijke richting en werd niet meer teruggevonden. Gezien de beperkte afstand tussen Maastricht en Luik (ca. 10 km) is de kans groot de vogel hier het grootste deel van de namiddag gezeten heeft. Zoekacties de hierop vol- gende dagen bleven zonder resultaat tot Erwin Collaerts een week na datum (19 april) geheel onverwacht de vogel zag langsvliegen aan het Vinne te Zoutleeuw (VB), nota bene boven een plas waar zel- den grote meeuwen aanwezig zijn! Dit is meer dan 40 km van de locatie in Luik. Het leek er even op dat de vogel nu overal wel kon opduiken, maar helaas werd hij niet meer teruggezien. Dat een dergelijke zeld- zaamheid zich in Belgisch en Nederlands Limburg, Luik en Vlaams Brabant laat zien

G

EERT

B

ECKERS

Nieuw voor België: Audouins Meeuw Larus audouinii

Audouins Meeuw Larus audouinii, slapende vogel tijdens ontdekking. 13 apr 2008, Stokkem (L) (Foto: Geert Beckers)

(3)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus

74(2): 52-54 53

alvorens definitief te verdwijnen moet uniek zijn.

Beschrijving Algemene indruk:

Typische meeuw.

Bouw en grootte:

Middelgrote meeuw, opvallend groter dan de aanwezige Stormmeeuwen en kleiner dan Kleine Mantelmeeuw. De meeuwen zaten te ver uiteen om met de telescoop de grootte rechtstreeks te vergelijken.

Houding van de vogel variërend. In het begin eerder recht met vooruitstekende borst, maar meestal opvallend horizontaal waarbij de kop tussen de schouders werd gehouden met vleugeltoppen op ongeveer

dezelfde hoogte als de snavel. Deze hou- ding wordt door de meeste meeuwen enkel aangenomen bij sterke wind wat niet het geval was die dag. Opvallend lang en plat voorhoofd, zoals bij Pontische Meeuw.

Snavel zwaar in vergelijking met Stormmeeuw en iets korter dan afstand tussen bevedering aan basis van bovensna- vel en het oog. Langgerekt en spits uitein- de door gesloten vleugels met handpen- projectie langer dan tertials.

Hoofd:

Wit contrasterend met grijzige waas op achterhoofd en nek.

Bovendelen:

Mantel, vleugeldekveren en tertials in zit uniform lichtgrijs, in tint vergelijkbaar met

KokmeeuwLarus ridibundus met slechts zeer smalle witte tertialrand. In Luik kon de vogel vergeleken worden met Zilvermeeuw Larus argentatus en leek de tint neutraler en minder blauw. Doordat het grijs van de mantel uitliep op achterhoofd en zijborst werd het wit van de kop geaccentueerd waardoor de vogel in plaats van “white- headed” eerder “white-faced” leek.

Onderdelen:

Wit met grijzige waas op borst.

Bovenvleugel:

In zit zwarte handpennen met 4 witte spie- gels zichtbaar. In vlucht zwart op handpen- nen en buitenste handpendekveren tot bijna aan vleugelboeg reikend. Geen spie- gel zichtbaar, enkel een rij witte apicale vlekken, van gelijke grootte en op vergelijk- bare afstand van mekaar op de achterrand van vleugel. De grote hoeveelheid zwart in de vleugel werd ook in Maastricht vastge- steld. Op basis hiervan kunnen we conclu- deren dat het om een vogel in 3de zomer- kleed ging.

Naakte delen:

Donkere iris die klein en geïsoleerd leek in wit gezicht zoals bij Pontische Meeuw . Snavel donkerrood met lichte gelige punt met smalle zwarte band ervoor. Poten don- kergrijs.

Verspreiding en status

Audouins Meeuw is als broedvogel beperkt tot het Middellandse Zeegebied waar ze in verschillende kleine kolonies broeden, voornamelijk op eilanden met rotsige kusten. De grootste kolonies (naar schat- ting 70% van de wereldpopulatie in 1989, Hagemeijer & Blair 1997) bevinden zich in Spanje, meer bepaald in de Ebrodelta en op de Chafarinas eilanden, voor de noord- kust van Marokko. Audouins Meeuw is steeds als één van de zeldzaamste meeuwen ter wereld beschouwd. In 1966 werd de volledige populatie geschat op 800 tot 1000 paren. Van toen af heeft de broedpopulatie in het westelijk deel van het Middellandse zeegebied een sterke stij - ging ondergaan van ca. 10 % per jaar. In 1993 broedden er reeds ca. 9373 paren in de Ebrodelta en 3540 op de Chafarinas eilanden. Sindsdien zijn de aantallen gesta- biliseerd met rond de eeuwwisseling ca.

10.500 broedparen in de Ebrodelta. De soort broedt recent ook jaarlijks in de Portugese Algarve (Hagemeijer & Blair 1997, Walker 2004). Na het broedseizoen trekt het merendeel van de populatie door de straat van Gibraltar om te overwinteren Audouins Meeuw Larus audouinii. 13 apr 2008, Stokkem (L) (Foto: Geert Beckers)

De korte donkerrode snavel met aflopend voorhoofd, donkere iris, smalle witte randen aan de teritaltoppen, grijzige waas op de borst en donkergrijze poten maken de determinatie eenvoudig.

Audouins Meeuw Larus audouinii. 13 apr 2008, Stokkem (L) (Foto: Geert Beckers) Typische horizontale houding waarbij vogel kop tussen schouders stak, een pose die de meeste grote meeuwen enkel aannemen bij sterke wind. Dit werd zowel in Stokkem als in Luik vastge-

steld.

(4)

VLAANDEREN ACTUEEL

Natuur.oriolus 74(2): 52-54

54

langs de kust van de Atlantische oceaan tussen Marokko en Senegal.

Ondanks het feit dat grote aantallen Audouins Meeuwen ieder jaar overwinte- ren tussen Kleine Mantelmeeuwen die in het voorjaar naar Noordwest Europa migreren, blijft de soort een extreme dwaalgast ten noorden van het Middellandse Zeegebied. De explosieve toename van de soort in het westelijke deel van het Middellandse Zeegebied en van vogelkijkers die zich met meeuwen bezig houden zorgt recent echter toch voor een stijgend aantal waarnemingen.

Opvallend hierbij is dat alhoewel de Audouins Meeuw als een echte “zee- meeuw” beschouwd wordt, er heel wat binnenlandgevallen zijn.

Een overzicht:

15 juni-27 augustus 1995; Frankrijk:2de zomer/3de winter te Boulogne-sur-Mer, Pas-de-Calais. Eerste waarneming in Noord-Frankrijk (Hoogendoorn 1995) 22 januari 1996; Frankrijk: Adult te Saint- Nazaire, Loire.

16 juli 1997;Duitsland: Adult ex. dat schip volgde 20km ten oosten van Helgoland.

Eerste waarneming voor Duitsland (Flore 1997)

3-8 september 1998;Zwitserland: 1ste winter te Lac Léman. 3de waarneming voor Zwitserland, vogel is tevens boven Frans grondgebied waargenomen.

8 oktober 2000; Frankrijk: juveniel ex te Lège-Cap Feret, Gironde.

9 mei 2001; Frankrijk: adult ex te Audinghen, Pas-de-Calais.

16-18 augustus 2001; Frankrijk: juveniel ex, geringd als pullus op Pianosa eiland in Toscanië, te Lac Léman op 18 augustus waargenomen te Alleman in Zwitserland.

1 mei 2003; Nederland: 2de zomer op Neeltje Jans, Zeeland en zelfde vogel van 5-7 mei te Duggenes, Kent in Groot- Brittannië. Het betrof hier de eerste waarneming voor zowel Nederland als Groot-Brittannië.

14 november 2003; Duitsland: 2de winter te Sylt, Schleswig-Holstein, 2de waarnem- ing voor Duitsland.

31 mei-1 juni 2005; Groot-Brittannië: 2de zomer te Jersey, 2de waarneming voor Groot Brittanië.

9-12 juni 2006; Denemarken: 3de zomer in de haven van Helsingur, Kronburg. 1ste waarneming voor Denemarken.

10 augustus 2006; Duitsland: Adult ex te Acker, Cecilienkoog. 3de waarneming voor Duitsland.

7 mei 2007; Zwitserland: Adult ex te Reussdelta, Uri, Zeedorf, 5de voor Zwitserland.

16 mei 2007; Groot-Brittannië: Kent, 3de waarneming voor Groot-Brittannië 24 juni 2007; Finland: 1ste zomer te Ammässuo, Espoo op een stort. 1ste waarneming voor Finland.

14 augustus 2007; Groot-Brittannië:

immatuur te Devon, 4de waarneming voor Groot-Brittannië.

13 april 2008; België: 3de zomer te Dilsen- Stokkem, Limburg, 1ste waarneming voor België. (Later allicht zelfde exemplaar ook bij Maastricht, Luik en Zoutleeuw).

Voor 1995 was de soort nooit waargeno-

men in noordwest Europa. Wel waren er 3 waarnemingen ten noorden van het broed- gebied uit Zwitserland. Januari 1956, december 1983 en december 1986 (Lewington et al. 1991). Sinds het ex. van Boulogne-sur-Mer zijn de waarnemingen echter in een stroomversnelling geraakt.

Het aantal voor- en najaarsgevallen lijkt voorlopig gelijkmatig verdeeld. Mei is de beste maand om de soort waar te nemen (5 ex). Van de waarnemingen die dateren uit de maanden juni en juli kan men zich afvragen of dit dan wel vogels zijn die tij- dens de voorjaartrek in noord Europa ver- zeild zijn geraakt en blijven rondzwerven, dan wel of deze hier tijdens hun najaars- trek beland zijn. In Gibraltar worden immers grote aantallen langstrekkende Audouins Meeuwen waargenomen tijdens de maanden juni-september (Lewington et al. 1991). Het grote aantal najaarswaarne- mingen is enigszins verrassend aangezien de soort ten zuidwesten van de broedge- bieden overwintert langs de Atlantische kust. Het geval van Stokkem is het vroeg- ste voorjaarsgegeven voor West-Europa.

Dankwoord

Met dank aan Jo van der Coelen en Laurent Raty om hun versie van de waarneming door te sturen en aan Koen Leysen om het artikel kritisch na te lezen.

Geert Beckers, Ubbelstraat 25, B- 3550 Zolder geert.beckers@lne.vlaanderen.be

Referenties

Grant P.J. 2002. Gulls: a guide to identification. Poyser, London.

Hagemeijer E.J. & M.J. Blair (eds) 1997. The EBCC Atlas of European breeding birds: their distribution and abundance. Poyser, London.

Lewington I., Alström P. & P. Colston 1991. Rare birds of Britain & Europe. Collins Field Guide. Collins, London.

Walker D. 2004. Audouin’s Gull, new to Britain. British Birds 97: 537-541.

Samenvatting – Abstract - Résumé

Op 13 april 2008 werd een Audouins Meeuw gezien in Stokkem (Limburg). Het betrof de eerste waarneming van deze soort voor Vlaanderen. Diezelfde dag werd de vogel nog gezien in

Maastricht (Nederland) en Luik (Luik). Op 19 april 2008 was er onverwacht ook een waarneming in het Vinne te Zoutleeuw (Vlaams Brabant).

New for Belgium: Audouin’s Gull Larus audouinii On 13 April 2008 an Audouin’s Gull was seen at Stokkem (Limburg). This is the first observation of this species for Flanders. On the same day the bird was seen again in Maastricht (Netherlands) and Luik (Luik). Unexpectedly there

was a further observation on 19 April 2008 in Het Vinne at Zoutleeuw (Vlaams Brabant).

Une nouveauté pour la Belgique: le Goéland d’Audouin Larus audouinii

Le 13 avril 2008, un Goéland d’Audouin a été aperçu à Stokkem (prov. du Limbourg). Il s’agit de la première observation de cette espèce en Flandre. Le même jour, cet individu a aussi été obser- vé à Maastricht (Pays-Bas) et à Liège (prov. de Liège). A ces données s’ajoute une observation inattendue au Vinne, à Zoutleeuw (prov. du Brabant flamand) le 19 avril 2008.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij liet de sombre geilheid zijner oogen Vaag schemeren, de man belust op bloed, En onverschillig hoorde hij 't verwoed Getier der Joden, maar zijn blikken vlogen Den schamelen

Soms betreuren we iemands keuze, maar soms moet je er ook gewoon op vertrouwen dat dit het beste was voor die persoon in die si-

Wel wordt er in Europa soms een vorm van hondsdolheid geconsta- teerd bij vleermuizen, maar de dieren die in onze huizen wonen, vormen zeker geen gevaar.. • Vleermuizen die

Leggen jullie iets klaar voor zijn paard?’ Eén van de kinderen had het over een wortel voor het paard en een pintje voor Zwarte Piet.. En toen riep een jongen: ‘Maar juf, Zwarte

Door die woelende gedachten heen maakten vaders slagen haar toe een kind mee de volgekropte ziel, da wraakgedachten verzint om weg te loopen en zijn eigen te vergooien aan ramp

Wel is het gedeeltelijk waar dat, zoals Smulders zegt, het opdagen van Dorbeck Osewoudt in de ogen van zijn aanklagers niet zou kunnen vrijpleiten, maar dit komt niet omdat

5p 5 Leg uit hoe die grenswaarde uit deze formule volgt en bereken in welk jaar het aantal lepelaars op de Waddeneilanden volgens deze formule voor het eerst minder dan 5%

5p 4 Stel deze formule op en bereken het verschil tussen het aantal lepelaars op de Waddeneilanden in 2010 volgens deze formule en volgens het model in de figuur. Rond je