Voel je fit met de beweegmoves

(1)

Deze spelkaarten zijn een product van KoningsspelenPakket.nl Deze spelkaarten zijn een product van KoningsspelenPakket.nl

KoningsspelenPakket KoningsspelenPakket

Een VIP behandeling voor vrienden Je krijgt:

• Jaarlijks het KoningsspelenPakket én

• 8 extra uitgewerkte spellen voor de Koningsspelen

• 4 aanvullende printvellen (Pakket Zilver t.w.v. 7,50)

• 10% korting in de webshop

• 30% korting op de nieuwste themapakketten

• Gratis Olympische Spelen pakket in het jaar dat de Spelen plaatsvinden.(t.w.v. 14,95)

Meer informatie op de website: www.koningsspelenpakket.nl

Speluitleg:

Zorg dat iedereen voldoende ruimte heeft om te bewegen en met de armen en benen te zwaaien.

Ga naar de Koningsspelen website waar je energizers vindt.

Start de video met beweegmoves en dans samen mee.

https://www.koningsspelen.nl/inspiratie/moves/

Alternatief

Speel muziek af in een tempo van ongeveer 120 beats per minuut en laat de leerlingen zelf een nieuwe beweegmove bedenken en aan elkaar leren.

Voel je fit met de beweegmoves

Materialen:

• muziekinstallatie

• digibord (?) + filmpjes

• pennen of potloden

Notities:

Misschien interessant: ‘Dans klas’ van onze sponsor Pleinplakkers:

https://www.pleinplakkers.nl/dans-klas/

(2)

Speluitleg:

Zorg dat iedereen die meespeelt een bingokaart heeft. De spelleider geeft iedereen een bingo kaart en leest de nummers 1 t/m 9 in willekeurige volgorde en ruim na elkaar op. Zorg dat tussen het noemen van nummers voldoende tijd is om de opdrachten uit te kunnen voe- ren. Tijd voorbij en opdracht niet gelukt? dan mag je niet afstrepen.

Spreek af met welke volle rij, kolom of diagonaal je bingo hebt.

Wie heeft het eerst bingo en heeft ook alle opdrachten uitgevoerd?

Alternatief

Gebruik de bingokaart als beweegkaart. Voer zoveel mogelijk be- wegingsopdrachten uit. Voor elke goed uitgevoerde opdracht krijg je een punt. Er zijn bonuspunten te verdienen voor degene die de opdracht op de meest originele manier uitvoert.

Opdrachten (zie ook de extra opdrachten in de webshop) 1= 10 jumping jacks

2= 5 maal opdrukken 3= 20 sec planken

4= 3 tennisballen in een emmer gooien

5= rondje op handen en voeten om 4 pionnen heen 6= 3 maal onder een kniehoge lijn door, en er overheen 7= je favoriete dans moves laten zien

8= hinkelen 10xre 10xli 9= 5 sit ups

Beweeg je fit met de beweegbingo

Materialen:

• download de bingokaarten

• pennen of potloden

Notities:

Bingokaarten

1 4 8 6 2 5 9 7 3

1 3 5 2 7 4 8 6 9 4 6 8

2 3 7 9 1 5

2 9 1

8 6 3

7 5 4

(3)

Bingokaarten

3 2 8 6 1 5 9 7 4

6 3 2 7 5 4 8 9 1 1 7 5

2 4 6 9 3 8

2 9 1 5 8 3 7 6 4

Bingokaarten

(4)

Speluitleg:

Er zijn 2-4 teams. Elk team heeft een eigen wei (mat) en een dobbelsteen. De spelers van het team mogen om de beurt de dobbelsteen gooien. Gooien ze 1, 2 of 3 dan mogen ze een 1-meterstok ophalen. Gooien ze 4, 5 of 6 dan mogen ze een boerderijdier of pittenzak ophalen of eentje stelen bij een ander team.

Je mag alleen stelen bij een team dat nog geen vier hekken om de wei heeft geplaatst. Je mag weer dobbelen als het dier of het hek in je wei geplaatst is. Welk team heeft aan het einde de meeste dieren in de wei?

Niveau 1

De spelers dobbelen op de mat en zodra een speler loopt mogen de andere spelers al weer dobbelen.

Niveau 2

Zie niveau 1, maar de spelers dobbelen nu niet op de mat maar op een centrale plaats in de zaal. Ze moeten in estafettevorm naar de dobbelsteen, een dier of hek ophalen en dan terug naar de wei (mat) voor de volgende speler mag vertrekken.

Alle paarden in de wei

Materialen:

• 2-4 matjes

• 2-4 dobbelstenen

• eventueel een hoepel als dobbelplaats

• per team 4 1-meterstokken

• per team een aantal dieren of pittenzakken

• pen

Notities:

Amalia, Alexia en Ariane

Materialen:

• groot speelveld 3x3

• 9 blauwe en 9 rode bekertjes met afbeelding van de prinsessen*

• pen

• *bekerwikkels in webshop

Notities:

Speluitleg:

Zorg er voor dat je met je team als eerste drie op een rij hebt.

Niveau 1

De spelers rennen om de beurt met een bekertje naar het speelveld.

Plaats het bekertje in een leeg vak, waarbij je probeert 3 op een rij te krijgen. Als er geen lege vakken meer zijn mag je een bekertje van het andere team weghalen. Het team dat het eerst drie op een rij heeft, heeft gewonnen.

Niveau 2

Zie niveau 1, maar nu rennen de spelers naar de tafel waarop het speelveld ligt en de bekertjes staan. Bij de tafel aangekomen zetten ze een bekertje op de kop op het randje van de tafel en tikken deze van onderaf omhoog zodat het bekertje met een ‘salto’ op de tafel terecht komt. Als het bekertje netjes op de kop op tafel landt, mag je het bekertje in het speelveld plaatsen.

Extra moeilijk: het bekertje moet bij het landen terecht komen op een bepaalde plaats, bijv over een klein voorwerp dat op tafel ligt.

Tips/aanpassingen

• Varieer door de deelnemers wel of juist niet te laten praten met elkaar om af te spreken waar ze de bekertjes gaan plaatsen.

• Plak op de bekertjes afbeeldingen van de prinsessen. In het rijtje van drie moeten alle drie prinsessen voorkomen.

(5)

Speluitleg:

Maakt twee teams. Elk team staat bij de eigen startpion of achter de startlijn. Hier liggen ook de koningskleren.

In estafettevorm rennen de spelers om de beurt gekleed als koning naar de tweede pion en terug. Bij de startpion geef je de

koningskleren aan de volgende persoon. Deze kleedt zich snel aan en rent of rijdt ook weer gekleed naar de pion en terug.

Noteren hoe vaak jullie team heen en weer kan binnen de totale tijd of hoe lang het duurt voordat iedereen aan de beurt

geweest is.

Niveau 1

Makkelijk aan te trekken kleding. Parcours recht toe recht aan.

Niveau 2

Zie niveau 1, maar lastiger kledingstukken bijvoorbeeld grote schoenen er bij. Onderweg eventueel hindernissen inbouwen.

De kleren van de Koning

Materialen:

• startlijn of pionnen

• 2 setjes met koninklijke kleding (kroon, mantel, scepter ...)

• 2 pionnen

• eventueel hindernissen

• pen

Notities:

Speluitleg:

Maak twee teams. De teams spelen om de beurt. Elke speler krijgt een letter (moeilijker: 2 letters, waarvan eentje op de buik en eentje op de rug van de speler, in dit geval elke letter twee keer inzetten).

De spelleider noemt/omschrijft een woord en de spelers gaan zo snel mogelijk in de juiste volgorde staan zodat het juiste woord ontstaat. Weet je het woord niet dan mag je passen en noemt de spelleider het volgende woord.

Niveau 1

De spelleider noemt het woord. Iedere speler krijgt één letter.

Niveau 2

De spelleider omschrijft het woord, de spelers moeten het woord raden en kijken of de juiste letters aanwezig zijn.

Iedere speler krijgt twee letters.

Zijn er meer spelers dan letters, laat de extra spelers dan coachen en meedenken. Bij minder spelers de letters neerleggen en bij het noemen van het woord de juiste letters op laten halen...

Letterspel van Laurentien

Materialen:

• letters op A4 formaat op karton of hesjes met op voor- en achterzijde een grote letter*

• woordenkaart voor de spelleider*

• stopwatch

• pen

• *in de bijlagen en extra in de webshop

Notities:

(6)

Speluitleg:

Maak 2 teams, de twee teams gaan tegenover elkaar staan en pakken het touw vast. Op het startsein van de begeleider mogen de kinderen gaan trekken aan het touw. Trek je tegenstander voorbij je eigen pion.

• Het lintje moet bij de start in het midden liggen. Aangegeven met een krijtlijn

• Houdt goed de veiligheid in de gaten de kinderen mogen pas aan het touw trekken bij het startsein

Tips/aanpassingen:

• Bij het behalen van 3 punten, kunnen er andere teams gemaakt worden.

Koninklijk touwtrekken

Materialen:

• Trektouw

• Lintje

• Pion/ krijt

Notities:

Speluitleg:

Touwtrekken: Twee teams staan elk aan een kant van de zaal / het veld klaar. Op het startsignaal rennen ze rond het speelveld (duidelijk aangeven met pionnen) en starten na een ronde gerend te hebben zo snel mogelijk met touwtrekken. Welk team heeft het touw het eerst binnen gehaald?

Niveau 1

Touwtrekken zonder eerst rond te rennen. (zie koninklijk touwtrekken)

Niveau 2

Met rondrennen. Bij een tweede ronde moet het team dat gewonnen heeft iets verder rennen. Lukt het dan nog steeds om te winnen?

Koninklijk getouwtrek

Materialen:

• 4 of 5 pionnen

• touwtrektouw

• pen

Notities:

(7)

Speluitleg:

2 Groepen, elk aan een kant van beide speelvelden. Groep A probeert de blokken om te rollen en de ballen die groep A rolt komen bij groep B terecht. (en andersom)

Groep B mag deze ballen pakken als ze de achterlijn gepasseerd zijn en vervolgens meenemen naar het andere speelveld om daar de blokken om te rollen. De spelers blijven dus elk aan één kant van de speelvelden en lopen niet achter de gespeelde ballen aan!

Wie heeft het eerst de blokken van de andere partij omgerold?

Speel zoveel potjes als mogelijk in de tijd.

Bij het wisselsignaal de ballen in de opbergmanden leggen en de blokken klaarzetten voor de volgende groep.

Niveau 1

Smaller en korter speelveld. Spreek af dat de spelers om de beurt mogen mikken.

Niveau 2

Breder en langer speelveld. Laat de groepen zelf regelen wie mag mikken en wie de ballen opvangt.

Koninklijk bowlen

Materialen:

• werplijn & achterlijn

• 3 gymbanken

• 2 sets van 6-10 grote blokken of kegels met koninklijke afbeelding*

• 4-6 ballen (tennis-/handbal)

• 2 opbergmanden voor ballen (korven)

• pen

• *in de webshop

Notities:

Koninklijk bowlen

(8)

Speluitleg:

Maak twee teams. Elk team kiest een speler die de ‘boom’ is. Deze speler gaat in de hoepel staan met beide voeten op de grond. De speler mag zelf bepalen in welke houding hij of zij gaat staan.

De andere spelers mogen in estafettevorm zoveel mogelijk spelkaarten op de boom leggen.

Maximale spelduur afspreken of elk team een spel kaarten geven zodat ze evenveel kaarten op de boom kunnen proberen te leggen.

Eenmaal gevallen kaarten mogen niet opnieuw op de boom gelegd worden.

Niveau 1

De spelkaarten mogen op/over elkaar liggen of ergens tussen geklemd worden, zolang ze maar zichtbaar blijven.

Niveau 2

De spelkaarten mogen elkaar niet raken en ze mogen ook niet ergens tussen geklemd of vastgezet worden. Alle kaarten liggen aan het einde dus ‘los’ op de boom.

Bomen in de paleistuin

Materialen:

• 2 hoepels

• 2 kaartspellen

• startlijn of pionnen

• stopwatch

• pen

Notities:

Speluitleg:

Estafettespel. Leg 4 hoepels achter een lijn op ongeveer 10-15 meter afstand van de (thuis)matjes van beide teams. Leg in elke hoepel 5 willekeurige kwartetkaarten omgekeerd neer.

Beide teams krijgen 6 kwartetkaarten om mee te starten.

De spelers mogen om de beurt met een kwartetkaart naar een hoepel naar keuze rennen om deze kaart al dan niet om te ruilen.

Voor ze teruglopen naar hun eigen team leggen ze de kaarten in de hoepel weer omgekeerd terug. Heeft een team op hun thuismat een kwartet dan leggen ze dit opzij. Het team dat een kwartet heeft mag de eigen kaarten op de thuismat aanvullen. Hiervoor mag de eerstvolgende loper uit elke hoepel blind een kaart meenemen.

Zijn de kaarten in de hoepels op dan stopt het spel.

Welk team heeft aan het einde van het spel de meeste kwartetten?

Vliegensvlug kwartetten

Materialen:

• (koninklijk) kwartet*

• 4 hoepels

• 2 matjes

• pen

* verkrijgbaar via de webshop:

www.koningsspelenpakket.nl

Notities:

(9)

Speluitleg:

Maak een hindernisparcours met diverse toestellen en voorwerpen- met een duidelijk startpunt en eindpunt.

Niveau 1:

Neem een (grote) bal en zorg er voor dat de bal het parcours over rolt. Je mag de bal alleen met je hoofd aanraken. Moet de bal ergens overheen, dan mag je deze terwijl je zit met twee voeten optillen. Vervolgens ga je weer verder met je hoofd. Hoe snel kun je de bal het parcours over krijgen?

Niveau 2:

In plaats van een grote bal pak je nu een kleine bal of een pittenzak. Deze rollen minder makkelijk en het is een stuk lastiger om deze met je hoofd het parcours over te rollen.

Maak eventueel het parcours ingewikkelder, bijvoorbeeld onder een bok door, over een bank heen etc..

Houd je hoofd er bij

Materialen:

• obstakels voor een mooi parcours

• 1 grote bal, 1 kleine bal of 1 pittenzak per persoon

Notities:

Speluitleg:

Teken 3 lijnen op de grond op 7-10 meter van elkaar. De spelers van beide teams gaan tegenover elkaar staan bij de middelste lijn, elk aan een eigen kant van de lijn. De spelers van het ene team zijn de koningen, de spelers van het andere team de koninginnen.

De spelleider vertelt een verhaal. Op het moment dat de spelleider het woord ‘koning’ noemt rennen de koningen naar hun eigen achterlijn en mogen de koninginnen proberen hen te tikken voor ze de lijn bereiken.

Wordt het woord ‘koningin’ genoemd, dan mogen de koningen de koninginnen proberen te tikken.

Niveau 1

De spelers mogen zelf weten hoe ver ze van de middenlijn af gaan staan. Als er niemand meer getikt wordt is het spel afgelopen en heeft het team waarvan de minste spelers getikt zijn gewonnen.

Niveau 2

In plaats van 1 middenlijn worden er 2 lijnen getrokken; voor elk team een eigen lijn midden in het speelveld. De spelers mogen pas van de lijn af als de spelleider ‘koning’ of ‘koningin’ zegt. Stap je op een ander moment van de lijn af dan ben je af en moet je het spel verlaten. Ben je getikt, dan moet je het spel ook verlaten. Welk team heeft aan het einde de meeste spelers over?

De Koning en de Koningin

Materialen:

• 3 of 4 lijnen

• verhaal over koningen en koninginnen

• pen

Notities:

(10)

In de spotlight namens sponsoren

Pleinplakkers:

E-WISE:

Meer Themapakketten

Vraag een gratis proefcursus aan Bestel een bowlingbaan

(11)

Deze spelkaarten worden aangeboden door KoningsspelenPakket.nl Deze spelkaarten worden aangeboden door KoningsspelenPakket.nl

Letterspel van Laurentien

Letters:

I - J - K - L - R - T - U - P Woorden:

JURK Maxima draagt vaak een mooie ....

TULP Dit is een typisch Nederlandse bloem KUIT Een deel van het been van Willem-Alexander KRUIPT Een klein kind loopt nog niet maar ....

PRUIK Haar dat niet aan je hoofd vastzit is een ....

KRIJT Vroeger schreef je op het bord met ....

PIJL Bij een boog hoort een ....

RIJK Als je veel geld hebt ben je ....

KUIL Een gat in de grond noem je een ....

PIL Medicijn waardoor je je beter gaat voelen KRUL Een kronkel in je haar noem je een ....

RIJK Het land waarover de vorst heerst heet een ....

RUILT Je geeft en krijgt iets van een ander als je ....

UIL Het vliegt en kan ‘s nachts goed zien LIJKT Bijna hetzelfde: je zegt dan dat het ....

KRUIT In een oud geweer stop je ....

PLUK .... van de Petteflet

RILT Amalia heeft het koud, ze ....

KIP Dit paleisdier zegt “tok”

LUIK Open dit en je kunt de paleiszolder op KLUIT Een homp klei noem je een ....

LIP Roze/rode deel van het gezicht van Alexia TIP Een advies noem je ook wel een ....

KILT Kledingstuk dat Ariane ziet in Schotland KUIP Een bak voor spezie noem je een ....

PIT Het zaadje van een appel heet een ....

Letterspel van Laurentien

Letters:

K - N - O - O - R - S - T - V Woorden:

KROON Op het hoofd van de koning staat een ....

TROON Willem-Alexander zit op een ....

VORK Het koninklijk paar eet met mes en ....

VOOR Niet achter maar ....

SOK Kledingstuk dat Amalia draagt aan haar voet VORST Een koning noem je ook wel een ....

STOK Een koninklijke hond speelt met een ....

STROOK Een lang stuk papier noem je een ....

NOK Hoogste punt van het dak van het paleis STRONK Onderste deel van een boom heet een ....

KNOT Het lange haar van Maxima kan in een ....

NOOT Het Wilhelmus speel je .... voor ....

KOOR Een groep zingende mensen noem je een ....

OOR Lichaamsdeel aan het hoofd van Alexia ROOK Dit komt uit de schoorsteen van het paleis ROK Kledingstuk van Ariane

TOON De klank in de muziek noem je de ....

VORST Dit is nodig voor een elfstedentocht ROS Ander woord voor een paard

ROT Als een appel bedorven is is hij ....

TOR Klein beestje in de tuin van het paleis

KOTS Als een koning erg ziek is komt dit uit zijn mond KROT Vervallen onbewoonbaar onderkomen

TOK De koninklijke kip zegt: ....

ROOS Voor Valentijn krijgt Maxima een ....

KOST Vijf euro, dat is wat het ....

(12)

K

(13)

N

(14)

O

(15)

O

(16)

R

(17)

S

(18)

T

(19)

V

(20)

I

(21)

J

(22)

K

(23)

L

(24)

R

(25)

T

(26)

U

(27)

P

(28)

Dit is een product van KoningsspelenPakket.nl Dit is een product van KoningsspelenPakket.nl

Scorekaart Scorekaart

Teamleden:

Spel Score

totaal Teamleden:

Spel Score

totaal

(29)

Deze sportkaarten zijn een product van KoningsspelenPakket.nl Deze sportkaarten zijn een product van KoningsspelenPakket.nl

Sportkaart Sportkaart

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Elk team heeft zijn eigen keeper.

Probeer door samen te spelen te scoren bij het andere team.

Regels:

• Als de bal uitgaat aan de zijkant dan mag het andere team de bal vanaf de zijlijn inschieten.

• Als de bal uitgaat aan de achterkant dan mag de keeper de bal uitnemen.

• Als de bal met de handen wordt aangeraakt, krijgt het andere team de bal.

• Alleen de keeper mag de bal met zijn handen aanraken.

• De bal moet over de middenlijn zijn geweest, voor er gescoord mag worden.

Aanpassingen/tips:

• Achterstevoren voetbal: doe de doeltjes wat meer naar voren.

Er moet via de achterkant gescoord worden (dit voorkomt hard schieten en stimuleert samenspel)

• Maak 3 teams. 1 team staat wissel. Als er gescoord is, mag het andere team erin.

• Iedereen moet de bal 1 keer hebben aangeraakt voordat er gescoord mag worden.

• Doeltjes groter of kleiner maken.

Voetbal Hockey

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Elk team heeft zijn eigen keeper. Pro- beer door samen te spelen te scoren bij het andere team.

Regels:

• Als de bal uitgaat aan de zijkant dan mag het andere team de bal vanaf de zijlijn inschieten.

• Als de bal uitgaat aan de achterkant dan krijgt de keeper de bal.

• De bal mag niet met je lichaam worden geraakt/tegengehouden.

• Als er met een vaste keeper wordt gespeeld, mag deze de bal wel met zijn lichaam tegenhouden.

• De bal moet over de middenlijn zijn geweest, voor er gescoord mag worden.

• Achterstevoren hockey: doe de doeltjes wat meer naar voren. Er moet via de achterkant gescoord worden (dit voorkomt hard schieten en stimuleert samenspel)

• Maak 3 teams. 1 team staat wissel. Als er gescoord is, mag het andere team erin.

• Doeltjes groter of kleiner maken.

• 2 doeltjes aan de achterlijn, dit maakt het voor het verdedigen lastiger.

Materialen:

• 4 Pionnen (veld aangeven)

• Voetbal

• Pionnen om doeltjes mee te maken (of echte doeltjes)

• Lintjes om teams te onder- scheiden

Materialen:

• Hockey sticks + hockey bal

• Pionnen om doeltjes mee te maken (of echte doeltjes gebruiken)

• Lintjes om teams te onder- scheiden

Veldindeling:

• Veldje van ±20 bij 15 m

Veldindeling:

• 4 Pionnen (veld aangeven)

(30)

Sportkaart Sportkaart

Slagbal

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. De slagpartij probeert de bal zo ver mogelijk in het veld te slaan, de vangpartij probeert de bal te vangen en zo snel mogelijk bij de brander te krijgen. Als je geslagen hebt ren je naar een paal toe, hier moet je zijn voor de brander

‘brandt’ roept.

Regels:

• Als je te laat bij de paal bent krijg je een strafpunt en sluit je weer achter aan in de rij. (Of mag je vanaf de vorige paal door.)

• Als je bij de laatste paal bent, ben je binnen en heb je een punt verdiend.

• Als de bal gevangen wordt, is dat 1 strafpunt voor de slagpartij.

• Bij 3 strafpunten wordt er gewisseld. (Of als iedereen 2x geslagen heeft.)

• Je mag lopers van het andere team niet hinderen.

• De kinderen de bal laten ingooien, als slaan (te) moeilijk is.

• Afstand tussen de palen groter of kleiner maken.

• Meer palen neerzetten als het lopen lastig blijkt te zijn.

• Obstakels maken waar de kinderen overheen moeten.

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. De bal wordt vanaf de achterlijn over het net gegooid. Je mag met je team maximaal drie keer overspelen in je veld, daarna moet de bal over het net worden gegooid. Als de bal op de grond valt krijgt het andere team een punt en de bal.

Regels:

• Als de bal op de grond valt krijgt het andere team een punt.

• Als de bal buiten het veld wordt gegooid, krijgt het andere team een punt.

• Het veld groter of kleiner maken.

• De kinderen die willen mogen ook volleyballen.

• Bij weinig samenspel: 3 keer overspelen verplicht stellen.

• Blind lijn bal: een groot zeil over de lijn heen doen, nu zie je niet wanneer de bal gespeeld wordt.

Lijnbal

Materialen:

• Net of lijn op ongeveer 2 meter hoogte

• 4 Pionnen om de hoeken van het veld aan te geven

• Krijt om de zij- en achterlij- nen van het veld te marke- ren

• Bal

Veldindeling:

Materialen:

• Slagplankje + bal

• 4 palen of pionnen

• Lintjes om de teams mee aan te geven

• Papier om de score bij te houden

Veldindeling:

• Veld van ± 15 bij 30 meter

(31)

Sportkaart Sportkaart

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Elk team blijft in zijn eigen vak.

Probeer de tegenstander af te gooien en probeer dit voor je zelf te voorkomen.

Regels:

• Je mag niet over de middenlijn.

• Je bent af als;

o Je afgegooid wordt door de bal.

o Je gegooide bal gevangen wordt door het andere team.

• Komt de bal tegen je hoofd, ben je niet af.

• Komt de bal via de grond tegen je aan, ben je niet af

• Ben je afgegooid, ga je in het achtervak van de tegenstander staan.

• Gooi je iemand vanuit het achter af, mag je weer terug naar je eigen vak.

• De begeleider houdt de tijd in de gaten. Na 3 minuten stopt het spel. In welk veld staan nog de meeste kinderen?

• Is er nog tijd speel het spel opnieuw

Trefbal

Materialen:

• 4 Pionnen om veld aan te geven

• Stopwatch

• 2 ballen

• Krijt/ pionnen om achter vak aan te geven

Veldindeling:

• Veldje van ±20 bij 15 m Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Probeer de frisbee met je team 5 keer over te spelen en daarna een speler in het achtervak aan te spelen.

Het andere team probeert dit te voorkomen.

Regels:

• Je mag niet lopen met de frisbee in de hand.

• Als de frisbee op de grond ligt is deze voor het team waarvan de speler als eerste zijn of haar hand op de frisbee legt.

• Elke willekeurige speler van het team mag in het achtervak gaan staan om te kunnen scoren. De teams mogen niet in elkaars achtervak komen.

• Is de frisbee uit, dan is de frisbee voor de tegenstander.

• Je mag de frisbee niet uit elkaars handen pakken.

• Is er gescoord dan heeft het team een punt en mag de tegenstander de frisbee uitnemen.

Scoren door de frisbee in een doel / tussen 2 palen door te laten gooien.

Frisbee

Materialen:

• Lintjes

• 1frisbee

Veldindeling:

(32)

Sportkaart Sportkaart

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Probeer met je team de bal zeven keer over te gooien. Het andere team probeert dit te voorkomen.

Regels:

• Je mag niet lopen met de bal.

• Heeft een team 7 keer overgegooid, dan heeft het team een punt en geef je de bal aan de tegenstander.

• Is de bal uit, dan is de bal voor de tegenstander.

• Je mag de bal niet uit elkaars handen pakken.

• Als één of meer kinderen uit een team consequent niet aange- speeld worden door hun teamgenoten kun je afspreken dat alle teamleden minimaal 1maal de bal moeten hebben gehad voor er gescoord kan worden.

• Maak het overspelen makkelijker door één kind als kameleon mee te laten spelen. De kameleon hoort altijd bij de aanval- lende partij en speelt een teamgenoot aan van het team dat in balbezit is.

7-Bal

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Probeer de bal met je team in de levende korf te gooien. Het andere team probeert dit te voorkomen. De levende korf is een speler uit eigen team die de bal moet vangen.

Regels:

• Je mag niet lopen met de bal.

• De levende korf blijft in het afgebakende vak staan, en mag alleen in het vak heen en weer bewegen.

• Is de bal uit, dan is de bal voor de tegenstander.

• Je mag de bal niet uit elkaars handen pakken.

• Is er gescoord dan heeft het team een punt en mag de tegenstander de bal uitnemen.

Speel met een ‘vliegende’ korf; op het moment dat een team aan- valt en wil scoren gaat een willekeurige speler van dat team in het eindvak staan en probeert deze de bal te vangen.

Levend korfbal

Materialen:

• Lintjes

• 1bal

Veldindeling: Materialen:

• Lintjes

• 1bal

Veldindeling:

(33)

Sportkaart Sportkaart

Speluitleg:

Er worden twee teams gemaakt. Elk team staat in zijn eigen vak, achter een lijn. Van elk team start één speler als keeper bij de kast (doel) in het midden van het veld. Probeer als teamspeler vanuit het eigen vak te scoren bij de keeper van de tegenpartij. De keepers proberen elkaar af te gooien. Team gescoord of keeper afgegooid?

Keeperswissel!

Regels:

• Je mag als teamspeler niet uit het speelvak tenzij je moet gaan keepen. Als je van achter de lijn bij de bal kunt mag je deze pakken en proberen te scoren of de bal naar je eigen keeper spelen zodat deze de andere keeper kan afgooien.

• Het wisselen van keeper gebeurt in vaste volgorde.

• De keeper mag niet lopen met de bal en mag niet over de middenlijn. Afweren mag evt alleen met de handen.

• Als de nieuwe keeper bij een keeperwissel te laat bij het doel is en er is tussentijds gescoord, dan moet hij direct weer plaats- maken voor de volgende keeper.

• Het spel kan continu doorgespeeld worden. Het team dat het minste keeperswissels heeft gehad aan het eind wint.

Keeperwissel

Materialen:

• 1 kast

• 1 foambal

• krijt of banken om vak en middenlijn aan te geven

Veldindeling:

Speluitleg:

Er worden 2 teams gemaakt. Beide teams verstoppen hun kroon.

Probeer de kroon van de tegenstander te veroveren zonder dat je getikt wordt.

Regels:

Verdeel de groep in twee gelijkwaardige teams. Elk team gaat naar de eigen helft van het speelveld en verstopt de eigen kroon. De kroon mag niet helemaal bedekt worden, er moet een stukje zichtbaar blijven.

Alle spelers krijgen van de scheidsrechter een willekeurige spelkaart in de eigen kleur. De teams gaan voor de start van het spel naar de buitenrand van het speelveld. De scheidsrechter geeft het startsignaal, de teams proberen door middel van goed samenwer- ken de kroon van de andere partij te veroveren.

Elke speler mag een speler van de tegenpartij tikken. Ben je getikt dan vergelijk je de spelkaarten. Zijn beide kaarten gelijk in rang dan speel je door, is dit niet het geval dan ga je naar de scheidsrechter.

Komt een tweetal dat elkaar getikt heeft bij de scheidsrechter dan neemt de scheidsrechter de spelkaart in van de speler die het laagst in rang is. Deze persoon krijgt een nieuwe spelkaart in de eigen kleur. De andere persoon heeft een winstpunt gehaald voor zijn partij en mag gelijk doorspelen.

Heb je de kroon van de tegenpartij gevonden, dan neem je deze zo snel mogelijk mee naar de scheidsrechter.

Koninklijk stratego

Materialen:

• spelkaartjes in 2 kleuren

• 2 kronen

(downloads in webshop)

Veldindeling:

• Grote spelruimte, bij voor- keur in het bos