• No results found

Landelijke tafereelen. Deel 2 · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Landelijke tafereelen. Deel 2 · dbnl"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

Landelijke tafereelen. Deel 2. J. Scholz, Mainz 1860-1870

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_lan012land02_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)

Als de wijnoogst wel gelukt, En man puik van druiven plukt, Hoort men 't vrolijk zingen Van de landjeugd aan den Rijn En de Moezel, waar de wijn Naar den prijs mag dingen.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(3)

Als 't eerste vaatje nieuwe wijn Tot proef is aangekomen,

Dan wordt er dra, door oud en jong, Een glaasje van genomen.

Hier gaat de beker lustig rond, Daar men den wijn zoo heerlijk vond.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(4)

Neen Frans! 'k begeer u niet tot man, En word ook nooit uw' vrouw.

Ga naar uw buurmans nicht Susan, En bied haar liefde en trouw.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(5)

Het vrolijk veulen, bij zijn moeder, Eet nog lang geschonken voeder, Lang nog heeft het niets te doen Dan te spelen, springen, jagen;

Zelfs geen' zadel mag het dragen, En slechts dartlen in het groen.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(6)

De melkmeid heeft slechts weinig rust, Die 't vee goed zal verzorgen;

Nog 's avonds laat is ze in den stal, En vroeg reeds in den morgen;

Zij melkt haar beestjes tweemaal daags, En geeft haar rijk'lijk voeder,

Zij zorgt voor reinheid in den stal, Gelijk een' brave moeder.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(7)

Wel Hans! hoe komt gij aan dien haas?

Hij is zoowaar der hazen baas;

In lang zag ik zoo'n grooten niet;

Geen jager die er grooter schiet.

Maar, zijt gij, zeg het zonder schroomen, Wel eerlijk aan dien haas gekomen?

Den strooper wacht een' zware straf;

Houd Jongen! van dat kwaad U af.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(8)

Wacht? gij kleine druivendieven?

'k Heb uw' misdaad reeds ontdekt;

Daar ik door 't geblaf van Filaks, Uit mijn slaapje werd gewekt;

'k Zal U spoedig achterhalen, En U met mijn slok betalen.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(9)

Geeft de wijnbouw dit jaar veel, Ook de kuiper maakt goed' zaken;

Hij ook krijgt daarvan zijn deel, Als hij maar kan vaten maken.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(10)

Hoe snel de haas ook loopt door 't veld, Toch zal hij het schot niet ontloopen;

Toch kan hij van des jagers geweld, Op geene genade meer hopen.

Het baat U, Haasje! waarlijk niet;

Gij kunt den dans niet ontspringen, Het zij dat óf uw vervolger schiet, Of dat zijn hond U bespringe.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(11)

Kom Janbaas! lustig aan het werk, Besla mijn blesje goed en sterk, Dan kan hij mij weêr dragen

Van dorp naar stad, langs veld en woud, Trotsch op den last hem toevertrouwd;

Niets kan hem meer dan dat behagen.

Landelijke tafereelen. Deel 2

(12)

De druiven worden op deez' kar, In vaten vol gedragen,

Daarna ter perskuip heengevoerd;

Dat gaat naar elks behagen.

Landelijke tafereelen. Deel 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gelijkberechtigde maatschappelijke groep zouden worden gewaardec~rd. Deze heelt echter de weg van de mmste weeJ'Stand gekozen en zo :ût- ten wij in 't hoekje,

John Fry heeft een aantal jaar geleden een stuk land aangekocht in de Morgan Hills, niet ver van het vliegveld van San Jose, met ook een redelijke aansluiting naar het vliegveld van

– Respondenten moesten niet het aantal gewerkte uren opgeven, maar wel of ze ‘voltijds of deel- tijds aan het werk waren.’ Daarom moesten we zelf een schatting maken van het

hy geeft hem in vele zaeken gelyk, hy sluyt hem nae den mond, hy streélt hem, om zoo te spreken, in alles; maer dit hem meer te beschaedigen, want als'er eene zaeke van

Maak een lijst van de Bijvoegelike woorden, en als daar Voor- naamwoorden of Telwoorden bij zijn, teken ze dan aan.. Schrijf aile

De beide paardjes van zijn' heer, Brengt Jacob naar de vliet, Hij wetert hen en keert dan weêr Naar stal, en zingt zijn lied:.. ‘Ik heb geen hof, geen geld op zak, Niets als mijn

‘Nu heb ik zelfs geen klein stukje brood, geen kruimeltje meer voor je avondeten.’ - Hans ging nu zonder eten naar bed, en stond 's morgens vroeg op, o in den tuin voor zijn moeder

Ik beslis niet of het een overblijfsel uit de dagen van het Catholicismus was, dat elk der beide grombaarden zich den helm losgespte en dien van het borstelig hoofd ligtte, toen