• No results found

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de

werkloosheidsduur?»

(2

de

deel)

(2)

Tweede deel

In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur en ook in het bijzonder over de statuten van werkzoekende werklozen toegelaten op grond van normale arbeids- prestaties of op basis van studies en over de vrijgestelde oudere werklozen.

In dit tweede deel gaat men verder met de studie van de andere vrijgestelden, de deeltijdse werknemers, de werklozen die hun rechten invoeren en uiteindelijk, de werklozen die toegelaten zijn op grond van prestaties in een OCMW of in een beschermde werkplaats.

(3)

Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering

Onder bepaalde voorwaarden kunnen werknemers die deeltijds werk aanvaarden om volledige werkloosheid te vermijden het zgn. statuut « behoud van rechten van een voltijds werknemer » en in bepaalde gevallen inkomens- garantie-uitkeringen genieten.

In deze analyse, die gebaseerd is op de bij de RVA ingediende betalingen, zijn vanzelfsprekend enkel de deeltijdse werknemers opgenomen die inkomens- garantie-uitkeringen aangevraagd en verkregen hebben.

De deeltijdse werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering vertegenwoordigen 6,4 % van alle uitkeringsgerechtigde volledig werklozen.

Relatief belang van de deeltijdse werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie- uitkering in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

Werkloosheidsduur volgens leeftijd van de deeltijdse werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1 000 1 100 1 200 1 300 1 400 1 500 1 600 1 700 1 800

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar 64 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

Andere volledig werklozen 93,6%

Deeltijds statuut 5 6,4%

(4)

Deze grafiek vertoont een bijzondere vorm die de activiteitsgraad weergeeft van de volledig werklozen die in deze regeling van deeltijdse arbeid tewerkgesteld zijn.

Het hoogtepunt van deze regeling wordt bereikt tussen 36 en 40 jaar, leeftijden die 21 % van het aantal personen met dat statuut betreffen. Meer dan de helft van de personen die recht hebben op inkomensgarantie- uitkeringen zijn tussen 31 en 43 jaar. Daarna wordt een snelle daling vastgesteld van het aantal volledig werklo- zen die voor dat statuut gekozen hebben.

Er moet evenwel opgemerkt worden dat de werkloosheidsduur niet noodzakelijk in dit statuut verworven werd.

Globaal zijn 53 % van de personen die onder dat statuut vallen minder dan 3 jaar werkloos, d.i. iets meer dan op het niveau van het geheel van de volledige werkloosheid. Bijna 1 persoon op 8 is langer dan 10 jaar inactief, d.i. iets minder dan op het vlak van het geheel van de volledige werkloosheid, waar minder dan één persoon op 6 in die toestand verkeert.

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de deeltijdse werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar 64 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(5)

Volledig werkloze vrijwillig deeltijdse werknemers

Die werklozen hebben recht op werkloosheidsuitkerin- gen na een deeltijdse job die het hun niet mogelijk maakt erkend te worden als voltijds werknemer.

Een betrekking wordt als (vrijwillig) deeltijds beschouwd wanneer, hetzij ze minder dan 35 uur per week omvat, hetzij het uitbetaalde loon lager is dan het loon van een voltijdse job in de onderneming en lager dan het referteloon.

Het statuut van de vrijwillig deeltijdse werknemer betreft 4,3 % van de rechthebbenden op uitkeringen voor volledige werkloosheid.

Werkloosheidsduur volgens leeftijd van de vrijwillig deeltijde werknemers (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Relatief belang van de UVW’s vrijwillig deeltijde werknemers in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

Vrijwillig deeltijds 4,3%

Andere volledig werklozen 95,7%

0 200 400 600 800 1000 1200 1400

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar 64 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(6)

Globaal kan worden gesteld dat dit statuut vooral oudere personen betreft die niet konden worden toegelaten in een regeling voor voltijdse volledige werkloosheid. Meer dan 43 % van de rechthebbenden in dat statuut zijn ouder dan 50 jaar.

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de vrijwillig deeltijde werknemers (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar 64 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(7)

De uitkeringsgerechtigden die

vrijgesteld zijn wegens activiteiten in een PWA of als stadswachter

De volledig werkloze die prestaties verricht in een PWA of als stadswachter kan onder bepaalde voorwaarden vrijstelling als werkzoekende genieten.

Relatief belang van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn wegens activiteiten in een PWA of als stadswachter in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

De uitkeringsgerechtigden die een vrijstelling genieten wegens activiteiten in een PWA of als stadswachter vertegenwoordigen bijna 3 % van de volledig werklozen.

In mei 2002 maakten 17 598 personen, waarvan 15 820 vrouwen en 1 778 mannen, deel uit van die groep.

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn wegens activiteiten in een PWA of als stadswachter (in absolute cijfers), mannen en vrouwen,

Land - Mei 2002

0 200 400 600 800 1 000 1 200

20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

Andere volledig werklozen

97%

PWA vrijgestelden

3%

(8)

Dit statuut omvat vooral personen van wie de leeftijd in 77,4 % van de gevallen schommelt tussen 35 en 50 jaar en die in het algemeen (statistisch) vrij lang werkloos zijn. Meer dan 3/4 van hen zijn meer dan 5 jaar inactief en meer dan één persoon op 3 is zeer lang, 10 jaar en meer, werkloos.

De invloed van het bestaan van het statuut van oudere werkloze doet zich ook gevoelen op het niveau van de personen die een vrijstelling genieten voor activiteiten in een PWA of als stadswachter, waar een daling van de aantallen wordt vastgesteld vanaf de leeftijd van 50 jaar.

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn wegens activiteiten in een PWA of als stadswachter (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen,

Land - Mei 2002

De grafiek van de relatieve waarden toont duidelijk het belang van de lange periodes van inactiviteit.

Bepaalde relatief jonge leeftijdscategorieën, van 39 tot 45 jaar, registreren een hoog percentage, meer dan 40 %, van personen die 10 jaar en meer ononderbroken werkloos zijn. Het onconventionele verloop van de grafiek voor de leeftijdscategorie boven de 50 jaar kan worden toegeschreven aan de impact van het statuut van oudere vrijgestelde werkloze die de aantallen van dit statuut schaars maakt. De minieme omvang van de groep van personen die –statistisch– tijdens een korte periode van minder dan 2 jaar werkloos geweest zijn, 6 % tegen 41 % op het vlak van het geheel van de volledige werkloosheid, is waarschijnlijk te wijten aan de

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar 64 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(9)

Vrijgestelden studies, opleidingen,

stages 2%

Andere volledig werklozen

98 %

Zoals blijkt uit de grafiek hieronder zijn de rechthebbenden op een vrijstelling voor het volgen van studies, een opleiding of een stage vooral personen van wie de leeftijd tussen 20 en 30 jaar ligt (53,4 %). Het gaat voornamelijk om personen die maar een relatief korte tijd werkloos geweest zijn.

Uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn om studies, een opleiding of een stage te volgen

Onder bepaalde voorwaarden kunnen volledig werklozen een vrijstelling genieten om studies te volgen of een opleiding of een stage.

In mei 2002 werden 12 593 vergoedingen uitbetaald aan personen die een dergelijke vrijstelling hadden verkregen, wat bijna 2 % van de volledige werkloosheid vertegenwoordigt.

Relatief belang van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn om studies, een opleiding of een stage te volgen in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

Werkloosheidsduur volgens leeftijd van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn om studies, een opleiding of een stage te volgen (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0 100 200 300 400 500 600 700 800

15 jaar 17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(10)

In vergelijking met de groep van alle volledig werklozen is er immers relatief meer kans om in deze groep personen aan te treffen met een korte inactiviteitsperiode. Meer dan 40 % (27,4 % op het niveau van het geheel van de volledige werkloosheid) is minder dan een jaar inactief en meer dan 75 % minder dan 3 jaar (50,3 % op het vlak van het geheel van de volledige werkloosheid).

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn om studies, een opleiding of een stage te volgen (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

15 jaar 17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(11)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de uitkeringsgerechtigden vrijgesteld om een beroepsopleiding te volgen (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Relatief belang van de uitkeringsgerechtigden vrijgesteld om een beroepsopleiding te volgen in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

De uitkeringsgerechtigden vrijgesteld om een beroepsopleiding te volgen

Naast de voormelde vrijstelling kan de volledig werkloze ook een vrijstelling verkrijgen om een door de

plaatsingsdienst georganiseerde of gesubsidieerde beroepsopleiding te volgen of om een individuele beroepsopleiding in de onderneming te volgen die door de plaatsingsdienst erkend en door de directeur van het werkloosheidsbureau aanvaard is.

Volgens de gegevens van mei 2002 werden 12.046 vergoedingen uitbetaald aan personen die een beroeps- opleiding volgden, wat 1,9 % van alle volledig werklo- zen vertegenwoordigt.

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900

16 jaar 18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 61 jaar 63 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

Beroeps- opleiding 1,9%

Andere volledig werklozen

98,1%

(12)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de uitkeringsgerechtigden vrijgesteld om een beroepsopleiding te volgen (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Wanneer men de bovenstaande grafiek vergelijkt met die betreffende alle volledig werklozen stelt men een duidelijk verschil vast in de tekening gevormd door de verschillende inactiviteitsperiodes . Terwijl in de grafiek van de volledige werkloosheid de kans dat men een werkloze aantreft met een korte inactiviteitsduur snel vermindert naarmate de leeftijd stijgt, stelt men daarentegen in deze grafiek een opvallende stabiliteit van dat percentage vast tot aan de leeftijd van 50 jaar, vanaf welke leeftijd de geringe aantallen het niet meer mogelijk maken er nog nuttige informatie uit te halen.

Nog meer dan de rechthebbenden op de vorige vrijstel- ling zijn de personen die een beroepsopleiding volgen vooral (in 60 % van de gevallen) jongeren tussen 20 en 30 jaar met een heel korte werkloosheidsduur. Voor bijna 55 % bedraagt de inactiviteitsduur minder dan één jaar, voor 81 % minder dan 2 jaar en voor 88 % minder dan 3 jaar. Is dit feit te wijten aan een grotere vraag vanwege deze personen of vormen zij een bevoorrecht kliënteel van de gewestelijke plaatsings- diensten die hen prioritair naar deze opleidingen orienteert? Wellicht verenigen beide factoren hun effecten. Het volgen van een opleiding getuigt van de wil voor deze personen zonder baan om uit deze situatie weg te komen en die wil is des te groter naarmate de inactiviteitsduur korter is.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

16 jaar 18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 61 jaar 63 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(13)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de om sociale en familiale redenen vrijgestelde volledig werklozen (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

62,5 % van de personen die een vrijstelling genieten om sociale en familiale redenen behoren tot de leeftijds- categorie 25-35 jaar.

Relatief belang van de om sociale en familiale redenen vrijgestelde volledig werklozen in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

De om sociale en familiale redenen vrijgestelde volledig werklozen

In mei 2002 genoten iets meer dan 8 000 volledig werklozen (8 067), d.i. 1,2 % van alle volledig werklo- zen, vrijstelling van de inschrijving als werkzoekende en van andere reglementaire verplichtingen omdat ze moeilijkheden ondervinden op sociaal en familiaal vlak.

0 100 200 300 400 500 600

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

Andere volledig werklozen

99%

Vrijgestel- den wegens

sociale en familiale redenen 1%

(14)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de om sociale en familiale redenen vrijgestelde volledig werklozen (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Bovenstaande grafiek betreffende de relatieve waarden bevestigt wat wij al eerder hadden opgemerkt, namelijk het overwicht van de middellange werkloosheids- periodes tussen 1 en 4 jaar.

Wat de inactiviteitsduur betreft, behoren die personen voornamelijk tot de categorieën van middellange duur.

3/4 van hen hebben een (statistische) inactiviteitsduur van minder dan 4 jaar en nochtans behoren er zeer weinig tot de categorie van diegenen die minder dan 1 jaar inactief zijn: 17,9 %, terwijl dat percentage 27,4 % bereikt voor het geheel van de volledig werklozen.

Zeer weinig om die reden vrijgestelde personen behoren tot de groepen met zeer lange inactiviteitsduur. Slechts 16 % van de rechthebbenden op een dergelijke vrijstel- ling hebben een inactiviteitsduur van meer dan 5 jaar, tegen meer dan 37 % voor alle volledig werklozen. Wat de werkloosheidsduur van meer dan 10 jaar betreft, die heeft slechts betrekking op 2,5 % van de rechthebben- den die vrijstelling genieten om sociale en famiiale redenen, tegen 17,1 % voor alle volledig werklozen.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(15)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de volledig werklozen toegelaten op basis van prestaties in een O.C.M.W. (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

De personen die deze maatregel genieten zijn regelma- tig gespreid over alle leeftijdsgroepen tot aan de beslissende leeftijd van 50 jaar, vanaf welke ze konden toetreden tot het statuut van vrijgestelde oudere werkloze.

Opvallend is het feit dat die personen over het algemeen slechts een heel korte inactiviteitsduur hebben die zelden 3 jaar overschrijdt. Zoals blijkt uit de volgende grafiek noteren inderdaad meer dan 85 % van hen een periode van minder dan 3 jaar, wat slechts het geval is voor 50 % van alle volledig werklozen.

Het is evenwel moeilijk voor ons om het daarna door die personen gevolgde traject terug te vinden.

De andere statuten

Volledig werklozen toegelaten op basis van prestaties in een O.C.M.W.

Bijna 3.000 personen die in mei 2002 een uitkering ontvin- gen werden toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitke- ringen op basis van prestaties in een O.C.M.W., wat gelijk is aan 4 volledig werklozen op duizend.

0 20 40 60 80 100 120 140

18 jaar

20 jaar

22 jaar

24 jaar

26 jaar

28 jaar

30 jaar

32 jaar

34 jaar

36 jaar

38 jaar

40 jaar

42 jaar

44 jaar

46 jaar

48 jaar

50 jaar

52 jaar

54 jaar

56 jaar

58 jaar

60 jaar

62 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(16)

Volledig werklozen, toelaatbaar wegens prestaties in een beschermde werkplaats Bijna duizend volledig werklozen, dus ongeveer 1 ‰, werden toegelaten op basis van hun prestaties in een beschermde werkplaats.

Volledig werklozen tewerkgesteld in een beschermde werkplaats

In mei 2002 werden 720 RVA-uitkeringen betaald aan personen die in een beschermde werkplaats tewerkge- steld zijn.

Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen die hun rechten gedurende maximaal 3 maanden invoeren

Een klein honderdtal personen hebben in mei 2002 een werkloosheidsuitkering ontvangen in het kader van de invoer in België van rechten die in een ander land verworven werden.

Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen vrijgesteld voor een verblijf in het buitenland (humanitaire opdracht, coöperanten,

terbeschikkingstelling van de opgedane ervaring)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de volledig werklozen toegelaten op basis van prestaties in een O.C.M.W. (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar 52 jaar 54 jaar 56 jaar 58 jaar 60 jaar 62 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(17)

Besluiten

Deze analyse is een snelle benadering van het verband tussen leeftijd en inactiviteitsduur. Dat dit verband bestaat valt niet te ontkennen. Als we de volledig werklozen in hun geheel nemen zien we dat, wanneer de leeftijd toeneemt, men een veel groter gewicht vaststelt van de categorieën met een hoge werkloosheidsduur.

Dat betekent echter niet dat de kans om werkloos te worden toeneemt met de leeftijd van de werknemer.

Integendeel, zo men de curve volgt die wordt gevormd door de laagste duur, die van minder dan 1 jaar, stelt men vast, wanneer men in stijgende lijn de leeftijden volgt, dat het aantal werklozen regelmatig daalt en ook de waarschijnlijkheid die er verband mee houdt.

De groep van diegenen die 1 tot 2 jaar werkloos zijn, heeft ook de neiging te verminderen naarmate de leeftijd toeneemt. De middellange inactiviteitsduren tussen 2 en 9 jaar blijven relatief stabiel, althans tot de leeftijd van 45 jaar, om daarna te stijgen, waarbij aangetoond wordt dat die personen het nog moeilijker hebben om uit de werkloosheid te geraken.

Wat de groep betreft die gevormd wordt door de personen die meer dan 10 jaar inactief zijn, die komt eerst significatief naar voor vanaf de leeftijd van 28 jaar en boekt dan een regelmatige vooruitgang die het, in principe, in de tijd onbeperkt karakter van de werkloos- heidsuitkeringen uitdrukt.

De korte duur van de gerechtigden op een vrijstelling om beroepsopleiding te volgen getuigt dan weer van de wil van deze personen zonder baan, waarvan 2/3 minder dan 30 jaar is, om uit deze situatie weg te komen.

De volledige werkloosheid vormt dus duidelijk geen homogeen geheel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Ten eerste zijn de uitstroom- kansen uit de werkloosheid van schoolverlaters zonder een diploma secundair onderwijs onrust- wekkend laag, maar vertegenwoordigt deze groep nog

De belangrijkste bevinding van deze studie is dat zelfsturing een negatief effect blijft hebben op werkloosheid zelfs na controle voor de structurele factoren.. De samenhang

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in

… Eén van de belangrijkste redenen waarom ik naar sport kijk, erover lees en erover praat, is dat ik er daardoor op kan wedden.. … Eén van de belangrijkste redenen waarom ik

Een reden voor het resultaat dat jongeren niet meer sociaal eenzaam zijn dan ouderen is dat in het huidige onderzoek positieve sociale steun positief met sociale eenzaamheid

Omdat teams binnen organisaties steeds vaker voorkomen (Molleman, 2001) en deze teams ook veel moeten leren om goed te kunnen functioneren en hun concurrentiepositie te behouden

7 Ik begrijp dat ik het gebruik van isotretinoïne moet staken en mijn arts onmiddellijk moet informeren als ik zwanger word, als mijn menstruatie uitblijft, als ik stop met het