• No results found

Couwenbergs visie op multiculturaliteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Couwenbergs visie op multiculturaliteit"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Civis Mundi

Couwenbergs visie op multi-culturaliteit

Paul Cliteur*

Bij een andere gelegenheid heb ik al het genoegen gehad terug te blikken op het moment waarop ik voor het eerst in contact kwam met Prof. dr. Wim Couwenberg.

Dat was in 1984 toen ik een artikeltje instuurde voor het onvolprezen prachtblad Civis Mundi. Ik was mij in die tijd aan het oriënteren in de academische wereld en was net begonnen als universitair docent aan de universiteit van Leiden.

Ik kwam overigens uit Amsterdam. Ik had filosofie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en rechten aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam waar ik onder andere criminologie had gehad van Prof. dr. Bert Snel, iemand die op dit symposium geen introductie behoeft.

Een van de dingen die mij is bijgebleven uit die studentenperiode was de ideologische setting waarin veel wetenschappelijke discussies plaatsvonden. Ik kwam van het hoger beroepsonderwijs en keek erg op tegen wetenschap en tegen de universiteit. Maar toen ik rechten studeerde aan de VU begon het bij mij te dagen dat mensen veel minder in wetenschappelijke objectiviteit, onbevangen uitwisseling van argumenten, openheid en visies die niet stroken met de eigen visies geïnteresseerd waren dan idealiter het geval zou moeten zijn aan een universiteit.

Criminologie

Er was geen wetenschap waarin dat "ideologische element" , als ik het zo mag noemen, zo sterk overheerste als in de criminologie. Die criminologie werd gedomineerd door "persoonlijkheden". Door mensen als Herman Bianchi, G.P.

Hoefnagels, Louk Hulsman, C.I. Dessauer - en ik genoot daarvan. Maar ik was ook een beetje bezorgd: het waren meer ideologische schermutselingen waarin de participanten betrokken waren, zo leek het, dan wetenschappelijke debatten.

Het viel mij ook al snel op dat bepaalde mensen niet werden besproken maar

(2)

"uitgesloten" van een serieus wetenschappelijk debat. Dat was bijvoorbeeld het geval met de criminoloog Buikhuisen. De hoeveelheid agressie die deze man wist op te wekken bij collega's die andere inzichten hadden was werkelijk fenomenaal.

Het begon mij toen op te vallen dat wetenschap niet zo heel veel verschillend was van het politieke debat of een heftige discussie over religieuze dogma's - met alle emoties van dien. De agressie die Buikhuisen opriep met zijn ideeën was vergelijkbaar met wat we later zouden zien rond Pim Fortuyn en Geert Wilders.

Zeggen dat deze mensen "gehaat werden" was eigenlijk een understatement.

Toch deed niet iedereen daaraan mee en af en toe kwam je in de gangen van het universitaire bedrijf mensen tegen die wel betrekkelijk onbevangen op zoek leken te zijn naar zo iets ouderwets als "de waarheid" (nog niet "gedeconstrueerd") en door niet veel anders dan door nieuwsgierigheid gedreven. En dat was het geval bij mijn docent Bert Snel en later meende ik dat te herkennen bij Wim Couwenberg met wie ik in 1984 kennis zou maken.

Wetenschap ideologisch gekleurd, en dan?

Nu kan je met die constatering dat in de wetenschap ideologie een veel grotere rol speelt dan passend is in het klassieke model van wetenschap twee kanten uit.

De eerste is dat je stelt: laten we wetenschappelijke rationaliteit dan maar als ideaal laten varen. Er is geen waarheid. Wetenschappelijke objectiviteit is een mythe. Dat is grofweg de lijn die men - geïnspireerd door Friedrich Nietzsche - volgt in het postmodernisme. Dat postmodernisme heeft een enorme aanhang verworven.

Foucault's Surveiller et punir kreeg in kringen van criminologen en strafrechtgeleerden een soort cultboek-status.[1] Het heeft mij altijd verbaast hoe mensen die officieel voorgaven dat er geen waarheden bestaan en die dus officieel het relativisme omarmen tegelijkertijd zo konden schuimbekken over criminologen als Buikhuisen die zo ongeveer de status van polder-fascist had bereikt. Als geen waarheid bestaat en alles toch maar relatief is, waarom mag die man zijn relatieve waarheden dan niet ventileren. Maar zo zat het kennelijk niet. Het relativisme bleef de heersende leer. Officieel dan, hoewel dus de emoties op iets anders wezen.

Maar je kan ook een andere kant uit met die constatering dat ideologie een rol speelt in de wetenschap. En die houdt in: probeer die wetenschappelijke objectiviteit tóch hoog te houden. Probeer onbevangen nieuwsgierigheid te behouden. Probeer het ethos van wetenschap te herstellen. Dit was de lijn van

(3)

denkers als Karl Popper[2] en John Searle.[3]

Nu zal het ongetwijfeld zo zijn dat sommigen op dit moment geamuseerd achterover leunen en tegen hun buurman fluisteren dat hier kennelijk een naïeveling aan het woord is. Iemand die denkt dat de wetenschap ons "objectieve kennis" kan aanreiken. Iemand die denkt ideologische discussies uit de wetenschap te kunnen weren. En hier ligt ook een zeker verschil van inzicht met Couwenberg.

Wanneer je bij Couwenberg aankomt met wetenschappelijke objectiviteit en met normen voor een fatsoenlijk wetenschappelijk debat dan geeft hij altijd twee reacties:

(a) Je hebt volkomen gelijk, zo zou het moeten;

(b) Zo gaat het helemaal niet.

Op basis van dat laatste wijdt Wim uit over de "macht" die een veel grotere rol speelt in deze wereld dan men doorgaans wil doen voorkomen. En dat is allemaal waar maar we moeten ons daar ook tegen verzetten.

Hoe dan toch waarheid vinden?

Welke vorm zou dat "verzet" of dat "protest" kunnen aannemen? Blijkens het programma voor het symposium van vandaag heeft Bert Snel mij het thema toegedacht: "Couwenbergs visie op multiculturaliteit".

Nu is dat een thema dat sinds grofweg de tijd dat ik afstudeerde aan de Vrije Universiteit en ik Couwenberg ontmoette een steeds grotere actualiteit heeft gekregen. Die multiculturaliteit is sindsdien een mondiale realiteit geworden, maar ook een mondiaal probleem. Daarbij zal ik onder "multiculturaliteit" verstaan het gegeven dat mensen met zeer verschillende levensbeschouwingen, opvattingen en overtuigingen toch op de één van andere manier moeten samenleven. [4]

Sinds 1989, het jaar dat de Nederlandse editie van Foucault verscheen, de Berlijnse Muur viel, maar ook de fatwa over Rushdie werd uitgeroepen is dat een steeds klemmender punt geworden.[5]

Laat ik concreet worden. Toen in 2004 Theo van Gogh werd vermoord dachten we misschien nog erg traditioneel. Dat wil zeggen: in termen van territoriale jurisdictie.

We hadden te maken met een "Nederlands probleem", dachten we. Het leek moeilijk om de vrijgevochten liberaliteit van denken en spreken van Van Gogh te

(4)

accommoderen met de traditioneel-religieuze cultuur van

migrantengemeenschappen. De oplossing die over het algemeen werd aangewezen (niet door mij, maar dat was wel een dominant geluid) was dat men opriep tot rust, beschaving, dialoog, respect en voorzichtigheid. Dat was de benadering van opeenvolgende kabinetten Balkenende en dat bleef lange tijd het heersend paradigma.

Diegenen die niet geloofden in de haalbaarbaarheid van die oplossing werden straf toegesproken, zo niet met hoon overladen. Dat waren tenslotte mensen die kennelijk niet bereid waren om de rust, beschaving, dialoog en het respect terug te brengen in de omgang met elkaar. Zij kregen de wat bekend kwam te staan als de

"verhuftering" in de schoenen geschoven.[6]

De gedachte was ook dat de "verhuftering" in het discours de gewelddadige reacties opriep. Dus niet het geweld dat uitging van religieus terroristische groeperingen was de basis van het probleem, maar dat waren "wijzelf". Wij hadden het geweld over onszelf afgeroepen. Over ons afgeroepen door verbale hooligans in ons midden te dulden.

Wat moest gebeuren, was dat er een nieuwe moraal van "onthuftering" zou moeten groeien. Een nieuw beschavingsoffensief. Het zelfgenoegzame triomfalistische geluid over de botsing van beschavingen waarbij de westerse cultuur op arrogante wijze als "superieur" werd voorgesteld zou moeten wijken voor ingetogenheid, een besef van koloniale schuld[7] en van welwillende omgang met mensen uit andere culturen. Er zou minder "gepolariseerd" moeten worden.[8]

Nu wil ik niet beweren dat alles van wat hier gezegd wordt volledig onjuist is. Maar het is zeker ook niet helemaal juist en in de jaren die zijn verstreken wordt ons dat steeds duidelijker.

Het internationale debat

Laat ik het debat op nationaal niveau over die multiculturaliteit verlaten en laten we ons richten op het debat op internationaal niveau. De minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten van Amerika, Hillary Clinton, verklaarde de satirische film van Nakoula Basseley Nakoula over Mohammed die in de Verenigde Staten op YouTube was geplaatst "disgusting and reprehensible" te achten.[9] Zij noemde die film een cynische poging om mensen in hun religieuze overtuigingen te beledigen. Pas na dat "disgusting" en "reprehensible" volgde dat zij Amerikanen

(5)

niet zou stoppen om hun overtuigingen te ventileren. En ook zei zij dat een film nooit de rechtvaardiging kon zijn voor geweld tegen een Amerikaanse ambassadeur. Maar dat "disgusting" en "resprehensible" bleef als het ware de grondtoon van het debat.

Waarom informeert een minister van buitenlandse zaken Amerika ons over haar appreciatie van slecht gemaakte films? Dat is uitzonderlijk. Wij weten niet of de minister de film The Life of Brian van Monty Python een goede of een slechte satire vindt over het leven van Jezus Christus. Maar met deze film van Nakoula Bassely Nakoula acht de minister het kennelijk geboden om ons te informeren over haar artistieke smaak.

De houding van minister Clinton was niet uitzonderlijk. President Obama vertelde ons hoe hij dacht over de film. De voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz[10] ontpopte zich ook als filmrecensent in zijn vrije tijd. En zelfs de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-Moon,[11] bleek een visie te hebben op deze film.

Nu is dat knap. Want ik weet niet of u het heeft geprobeerd, maar het is moeilijk dat filmpje uit te kijken. Toch hebben die wereldleiders dat gedaan of zij hebben zich laten voorlichten door mensen die dat hebben gedaan. En hun artistieke oordeel is unaniem: een slechte film. Een hele slechte film. Walgelijk, verwerpelijk en bewust gemaakt om te beledigen.

Waarom wereldleiders filmrecensenten worden

De vraag is nu waarom wereldleiders filmrecensenten worden. Het antwoord ligt voor de hand. Dat antwoord is dat door deze film de Amerikaanse ambassadeur in Libië, Chris Stevens, werd vermoord. Er woedt sinds 1989 sinds Salman Rushdie een fatwa over zich kreeg uitgesproken, Kurt Westergaard zijn cartoon publiceerde in 2005 en vele andere "indicenten" een hardnekkige strijd over de vraag of religieuze satire nog kan bestaan in deze wereld. In die strijd is nu opnieuw een slachtoffer gevallen.

Het is de film die daarvoor verantwoordelijk wordt gehouden door de terroristen die hem hebben vermoord en daarom voelen wereldleiders zich genoopt zich te distantiëren van die film.

Inmiddels is de maker van de film in de Verenigde Staten van Amerika

(6)

ondergedoken. Kennelijk vreest ook hij, net als gebeurd is met de Amerikaanse ambassadeur, te worden vermoord. Evenals de actrices in de film trouwens die allemaal in tranen voor de televisie verklaarden dat zij niet wisten hoe de film zou uitpakken.

In een toespraak van president Obama voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties[12] beloofde hij de schuldigen te zullen straffen, maar of die ooit zullen worden gevonden is de vraag. De Verenigde Staten is een machtig land, maar niet almachtig. Dat blijkt al uit het feit dat de ambassadeur vermoord kon worden. Maar het is nog erger. Er is nog iets dat veel interessanter is vanuit een staatstheoretisch perspectief dan die moord op de ambassadeur, namelijk het feit dat de maker Nakoula Bassely Nakoula is ondergedoken omdat hij voor zijn leven vreest. Let wel: hij vreest niet voor zijn leven omdat hij zich in Libië bevindt; hij vreest voor zijn leven hoewel hij zich in de Verenigde Staten van Amerika bevindt.

Dat is een interessante ontwikkeling. Maar over dat laatste hoorden we president Obama, minister van buitenlandse zaken Clinton, Europees Parlement-voorzitter Schultz en secretaris-generaal Ban Ki-Moon niet spreken. Waarom eigenlijk niet?

Omdat zij het te druk waren met het veroordelen van een film als "disgraceful and shameful", zoals Ban Ki-Moon het formuleerde? Omdat zij het zagen als een

"attempt to ridicule Islam", zoals Schulz het vol afkeer te berde bracht, geflankeerd door twee mannen in Arabische dracht die instemmend en serieus kijkend naast hem stonden? Omdat de film "disgusting" en "reprehensible" was, volgens Clinton?

Maar volgens de Amerikaanse constitutie hebben de makers van "walgelijke films"

geen andere rechten dan de makers van smaakvolle films. Het doet er niet toe hoe je denkt over het artistieke gehalte van The Life of Brian, The Last Temptation of Christ, The Passion of Christ of welke andere van de vele films die zijn gemaakt over Jezus Christus: de Amerikaanse overheid heeft te staan voor de veiligheid van alle filmmakers.

We noemen dat het "geweldsmonopolie van de staat". De staat en niemand anders dan de staat legt sancties op aan de burgers op het grondgebied van de staat.

Maar het is de vraag of de Amerikaanse overheid dat onder de huidige omstandigheden kan handhaven. Moeten we misschien daaruit die heftige reacties van wereldleiders verklaren dat zij eigenlijk aangeven de boel helemaal niet de hand te hebben? Hebben we hier te maken met de verontwaardiging van de wanhoop?

(7)

"Wij" en "zij"

Nu is een veelgehoorde reactie in deze discussie dat "wij", hier in het westen hechten aan vrijheid van meningsuiting en aan het recht van vrije kritiek op godsdiensten, maar dat "zij", daar in Egypte en Libië, daar helemaal niet van gediend zijn. We moeten daarom niet proberen om vanuit "hier" onze waarden en normen aan hen, "daar", op te leggen. Deze keurig nette cultuurrelativistische reflex heeft lang de gemoederen beheerst, maar als iets duidelijk wordt dan is dat we leven in een globale wereld waarin helemaal niet meer gedacht kan worden in regio's. Laten we twee reacties op de film van Nakoula was nader bezien.

De eerste is die van Alber Saber, een 27-jarige Egyptische kopt die in Caïro gearresteerd werd op verdenking van het posten van de anti-Islam film van Nakoula op het internet.[13] Saber is kennlijk handig met de computer, want hij is een

"computer science graduate", zoals de krant bij zijn personalia vermeldt. Maar hij zal worden berecht op basis van de aanklacht "insulting religions".

Wat de kwestie interessant maakt is dat kennelijk een 27-jarige Egyptische man zijn leven op het spel wil zetten door het herposten van een - in de woorden van Ban Ki- moon - "disgraceful" en "shameful" filmpje. Waarom doet die Saber dat? Is hij soms van mening dat dit iets met zijn vrijheid te maken heeft? Vindt hij wellicht dat nu hij aan de Arabische lente heeft geroken we dit proces maar moeten voortzetten? En hoe zou Clinton over hem denken? Zou ook het uploaden van de verderfelijke film van Nakoula in Egypte door een Egyptenaar nog steeds zo "reprehensible" zijn? Of is zij wellicht van mening dat één en dezelfde film die door een koptische Christen in Amerika op YouTube wordt geplaatst "shameful" en "resprehensible" is, maar diezelfde film geupload door een koptische Christen die zich in Egypte bevindt plotseling een uiting is van het vrijheidsethos van de Arabische lente?

Ik vrees dat het laatste wel eens het geval zou kunnen zijn. En vanuit een bepaald cultuurrelativistisch perspectief bekeken is dat misschien nog consistent ook. Maar het is ook onzinnig. De strijd voor vrijheid van kritiek, de vrijheid om je eigen ideeën over de profeet te koesteren waar je ook woont, is een mondiale strijd. Zo wordt die strijd ook gevoerd. Het loopt van Amerika naar Egypte en van Egypte naar Frankrijk waar - hoe kon het ook anders? - nu ook de redacteur van Charlie Hebdo is bedreigd vanwege het publiceren van Mohammed-cartoons.[14] We zullen zien hoe de mondiale leiders dit probleem gaan aanpakken. Maar wie de reacties van Obama, Clinton, Ban Ki-moon en Martin Schulz bestudeert zal constateren dat die niet substantieel verschillen van die van Jan Peter Balkenende en Job Cohen. Dat

(8)

wil zeggen dat men oproept tot matiging. Niet bij de geweldplegers maar bij diegenen die filmpjes uploaden op YouTube.

*Paul Cliteur is jurist en filosoof en hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap Universiteit Leiden

[1] Vaak gelezen in de Nederlandse vertaling: Foucault, Michel, Discipline, toezicht en straf: de geboorte van de gevangenis, Historische Uitgeverij 1989 met op de kaft een afbeelding van een sado-masochistische scene wat het boek nog meer "sexy" maakte dan het al was.

[2] Onder andere in: Popper, Karl, "Science and Religion", 1940, in: Karl Popper, After the Open Society, Selected Social and Political Writings, edited by Jeremy Shearmur and Piers Norris Turner, Routledge, London and New York 2008, pp. 41- 53.

[3] Searle, John R., "Is There a Crisis in American Higher Education?", in: Bulletin of the American Academy of Arts and Sciences, Vol. 46, No. 4 (Jan., 1993), pp.

24-47; Searle, John R., "Rationality and Realism, What is at stake?", in: Daedalus, Journal of the American Academy of Arts and Sciences, Fall 1993, Vol. 122, nr. 4, pp. 55-83; Searle, John R., "The Mission of the University: Intellectual Discovery or Social Transformation?", in: Academic Questions, Vol. 7, No. 1, Winter 1993/1994, pp. 80-85; Searle, John R., "The Storm over the University", in: The New York Review of Books, December 6, 1990.

[4] Een zekere harmonie moeten vinden in deze wereld. Zie daarover: Verhofstadt, Dirk, Dirk Verhofstadt in gesprek met Paul Cliteur, Houtekiet, Antwerpen/Utrecht 2012.

[5] Zie Rushdie zelf over de gebeurtenissen: Rushdie, Salman, Joseph Anton: A Memoir, Jonathan Cape, London 2012; Rushdie, Salman, "Coming After Us", in:

Lisa Appignanesi, ed., Free Expression is No Offence, Penguin Books, London 2005, pp. 21-29; Rushdie, Salman, "In Good Faith", 1990, in: Salman Rushdie, Imaginary Homelands: Essays and Criticism 1981-1991, Vintage Books, London 2010 (1981), pp. 393-414.

[6] Zie over de "verhuftering": Fennema, Meindert, "Help! De elite verdwijnt", in:

(9)

Meindert Fennema, Help! De elite verdwijnt: veertig jaar Nederlandse politiek, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2012.

[7] Bruckner, Pascal, La tyrannie de la pénitence: essai sur le masochisme occidental, Bernard Grasset, Paris 2006.

[8] Hiertoe riep de Nederlandse regering op in: Actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011, Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties, Augustus 2007.

[9] Klapper, Bradley, "Hillary Clinton: Anti-Islam Video 'Disgusting And Reprehensible'", in: Huffpost World, 13 September 2012.

[10] "EU Parliament President denounces attempts to ridicule Islam", Kuwait News Agency 15 September 2012.

[11] "U.N. chief says anti-Islam filmmaker abused freedom of expression", Reuters, 19 September 2012.

[12] Obama, Barrack, "Remarks of President Barack Obama - As Prepared for Delivery. Address to the United Nations General Assembly, New York City, NY, 25 September 2012.

[13] "Alber Saber To Face Trial For Blasphemy In Egypt", in: Huffpost Religion, 24 September 2012.

[14] "Charlie Hebdo Editor Threatened Over Mohammad Cartoon", in: Huffpost Media, 26 September 2012.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

nieuwde digitale Kantelklas helpen vrijwilligers met een groot hart voor kinderen en/of met een zekere pedago­?. gische kennis met het huiswerk van de

Voorwaarden die betrekking hebben op de beschikbaarheid van voldoende woningen, het behoud van intramurale zorg voor zware zorgbehoeftigen, aandacht voor verslavingszorg en

De gekantelde werkwijze vereist bovendien niet alleen een andere manier van denken bij burgers en professionals, maar ook bij de gemeente zelf.. Wil het gekanteld werken een

o Bedenk dat toegankelijke voorzieningen niet alleen voor mensen met een (visuele) beperking, maar voor iedereen prettiger zijn.. Zorg en ondersteuning

Haal een stuk van het andere land naar u toe: door een theaterbezoek, een restaurant, een concert, een evenement,… Zoek contact met mensen die de andere talen spreken:

„Dit maken we concreet met onze wijkraad, vijfentwintig mensen die tweemaandelijks de knelpun- ten van de wijk bespreken.. Wij for- muleren onze prioriteiten en geven die door aan

Vanuit dezelfde openheid en dezelfde jeugdige noden die in Kamp Jezus aan bod komen, zoe- ken sommige jongeren daadwer- kelijk steun in het geloof.. „Ze zijn met minder dan

Dans sa catégo In diesem Sortim en t rie au lit re / pro Liter In dit assortim. en t Da ns sa catég