• No results found

'Veroordeeld in den vreemde' [Bespreking van: Wree, E. de (2011) Internationale overbrenging van veroordeelden. De veroordeelde als subject. Gent: Maklu]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'Veroordeeld in den vreemde' [Bespreking van: Wree, E. de (2011) Internationale overbrenging van veroordeelden. De veroordeelde als subject. Gent: Maklu]"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'Veroordeeld in den vreemde' [Bespreking van: Wree, E. de (2011) Internationale overbrenging van

veroordeelden. De veroordeelde als subject. Gent:

Maklu]

Leun, J.P. van der

Citation

Leun, J. P. van der. (2011). 'Veroordeeld in den vreemde' [Bespreking van: Wree, E. de (2011) Internationale overbrenging van

veroordeelden. De veroordeelde als subject. Gent: Maklu]. Recht Der Werkelijkheid, 32(2), 112-115. Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/18237

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/18237

Note: To cite this publication please use the final published version (if

(2)

Joanne van der Leun

Bespreking van: Eveline De Wree, Internationale overbrenging van veroordeelden. De veroordeelde als subject, Gent: Maklu 2011, 681 pp., ISBN 978-90-466-0448-9.

Gevangen in een ander land

Gevangenissen zijn onder invloed van de globalisering sterk aan het veranderen, al was het maar wat betreft de populatie. Er verblijven al jarenlang veel buiten- landse gedetineerden in Belgische gevangenissen, maar ook veel Belgische gevan- genen in buitenlandse gevangenissen. Voor Nederland geldt mutatis mutandis hetzelfde. Bovendien worden de laatste decennia steeds meer straffen toegepast ten aanzien van vreemdelingen als gevolg van internationale mobiliteit. De ten- dens om terugkeer naar het thuisland van deze groep van veroordeelden te stimu- leren is evident, mede met het oog op re-integratie.

Een van de implicaties van deze specifieke globaliseringstendens is dat de straf- uitvoering daarmee ook deels grensoverschrijdend is geworden. En hoewel de vraag of veroordeelden niet beter in hun thuisland hun straf kunnen uitzitten in veel landen speelt, is er op het punt van de positie van de veroordeelden nog bij- zonder weinig helderheid. De Gentse criminologe Eveline De Wree is in dit gat gesprongen en heeft haar promotieonderzoek gericht op de internationale over- brenging van veroordeelden.1 De veroordeelde staat daarbij centraal.

Doel en opzet

In dit lijvige boek wordt nagegaan welke de rol en het belang zijn die de veroor- deelde krijgt toebedeeld in de verschillende rechtsinstrumenten betreffende internationale overbrenging van veroordeelde personen, diens rol en belang in de Belgische toepassingspraktijk van interstatelijke overbrenging, en de wijze waarop interstatelijke overbrenging beleefd wordt door de betrokkene zelf. Het onderzoek combineert een juridische en een sociaalwetenschappelijke invalshoek en richt zich op drie analyseniveaus in hun samenhang. Alleen dit complexe design al maakt deze studie uniek. De Wree onderscheidt twee hoofdvormen van overbrenging. Ten eerste de horizontale variant, wanneer een persoon in het ene land wordt veroordeeld en de overweging is of deze persoon in een ander land (lees het thuisland) de straf kan uitzitten. En ten tweede de verticale variant,

1 Eveline De Wree promoveerde in 2010 als criminoloog bij de Vakgroep Strafrecht en Criminolo- gie van de Universiteit Gent en werkt thans als vormingswerker met jongeren aan wie door de jeugdrechter een vorming werd opgelegd.

(3)

Veroordeeld in den vreemde

waarbij een persoon is veroordeeld door een internationaal strafhof en ergens de straf dient uit te zitten.

In hoofdlijnen kent het boek drie luiken met elk een eigen niveau van analyse.

Het eerste luik, waarin de law in the books centraal staat, biedt een historisch over- zicht van de relevante verdragen en hun belangrijkste inhoud. Het sluit af met een debat over de ontwikkelingen op het vlak van overbrenging van veroordeel- den, vooral in Europa, maar ook bij de internationale hoven en tribunalen, en de belangen die hiermee worden gediend. De Wree concludeert dat de regelgeving balanceert tussen een effectieve criminaliteitsbestrijding en de belangen van het individu, en wel erg sterk doorgeschoten lijkt te zijn naar denken vanuit het sys- teem in plaats van vanuit het individu.

In het tweede luik, de law in action, wordt de Belgische toepassingspraktijk onder de loep genomen, met aandacht voor de stand van zaken en de voor- en nadelen daarvan. Uit de analyse blijkt dat er belangrijke valkuilen zijn in het overbrengen van gedetineerden. De vrijwillige overbrenging kan een belangrijk humanitair instrument zijn, maar wordt momenteel beperkt ingezet, mede vanwege een bij- zonder logge en geenszins transparante procedure, terwijl de gedwongen over- brenging volgens de hier gepresenteerde analyse soms juist te ver gaat. De rele- vantie van de analyse reikt verder dan de Belgische praktijk, omdat de problema- tiek in veel landen vergelijkbaar is.

In het laatste luik verschuift het perspectief van dat van de regelgeving en de uit- voering naar de direct betrokkenen: de veroordeelden, de individuen achter het verhaal van beleid, regels en cijfers. Zowel aan overgebrachte Belgen als aan bui- tenlandse gedetineerden in Belgische gevangenissen werd in interviews gevraagd hoe zij staan tegenover vrijwillige en gedwongen overbrenging. Dit levert levens- echte en soms verrassende portretten op van de beleving van eventuele overbren- ging door de betrokkenen zelf. Uiteindelijk wordt door heel wat geïnterviewden geoordeeld dat de interstatelijke overbrenging helemaal niet in hun belang is en er zelfs tegen ingaat op – voor hen – belangrijke punten. Niet alleen law in action dus, maar ook een genuanceerde schets van de invloed op levens van individuen en een kijkje in de overdenkingen van gedetineerden. Hierbij valt niet alleen de reële kijk van veel geciteerde betrokkenen op, maar ook het feit dat men vaak helemaal niet van mening is in Belgische gevangenissen beter af te zijn dan elders.

Interessant in de methodologische verantwoording is dat de auteur drie functies van criminologisch onderzoek noemt: beschrijven, verklaren en emanciperen. In veel Nederlandse leerboeken wordt eerder de trits beschrijven, verklaren en voor- spellen genoemd. Juist het emanciperen van de veroordeelde lijkt de auteur aan het hart te gaan, gezien haar duidelijke affiniteit met het microperspectief.

Een aantal theoretische implicaties

Theoretisch sluit De Wree aan bij een breed palet aan penologische geschriften.

Van oudsher is de penologie sterk gekoppeld aan nationale wetgeving. De veran- deringen in de gevangenispopulatie die de auteur beschrijft, geven dan ook nieuwe impulsen aan zowel de empirie als de theorie. Terwijl momenteel in veel

(4)

Europese landen een heropleving gaande lijkt te zijn van het onderzoek naar detentie van vreemdelingen in al haar verschijningsvormen, is de blik die De Wree richt op de penologische theorievorming origineel en vernieuwend te noemen.

Empirisch laat ze overtuigend zien dat er niet één type vreemdeling bestaat met alleen maar problemen. Het betreft een bijzonder gevarieerde groep personen, die hun situatie ook zeker niet alleen maar problematisch en donker beleven. Sommi- gen vinden het wel best om in België te blijven en hebben eerder een vrees voor terugkeer naar het thuisland. In die zin is vreemdeling zijn in een ander land voor sommige betrokkenen een minder groot ‘probleem’ dan een terugkeer naar het thuisland.

Van de theoretische debatten waaraan De Wree haar bevindingen koppelt noem ik er enkele, te beginnen met het deprivatie/importatiedebat. Het deprivatiemo- del gaat er zeer kort gezegd van uit dat het gedrag, de attitudes en de waarden van gevangenen voortkomen uit de gevangenisomgeving en de dominante cultuur die daar heerst. Het importatiemodel daarentegen gaat ervan uit dat gevangenen hun eigen waarden, normen en attitudes meebrengen naar de gevangenissetting en dat het deze individuele karakteristieken zijn die veel sterker bepalen hoe gevan- genen zullen reageren en zich aanpassen aan het gevangenisleven. We kunnen stellen dat het huidige onderzoek verder gaat in de richting die al werd aangege- ven in theorie en empirie: beide modellen worden ondersteund. De Wree vindt heel duidelijk een interactie tussen beide.

Voorts gaat ze in op het debat over de pains of imprisonment. Recent gevangenis- onderzoek laat zien dat negatieve detentie-effecten niet zo algemeen zijn als vaak werd gesteld in het vroege gevangenisonderzoek. Dat de pains of imprisonment wel sterk genoeg zijn om ervoor te zorgen dat hun invloed in overbrengingswensen bepalend is, maakt dit onderzoek duidelijk. Niet enkel de termijnen van de invrij- heidstelling slagen er bovendien in om een dergelijk effect teweeg te brengen, ook de wijze waarop de beslissing genomen wordt heeft een vergelijkbaar effect. Wan- neer veroordeelden het systeem als ontransparant en unfair beoordelen terwijl ze weten of denken te weten dat dit in het thuisland niet het geval is, zorgt dit voor een sterke overbrengingswens.

Opmerkelijk genoeg spelen de relationele aspecten van de gevangeniservaring en het gevoerde regime, kenmerken die in de literatuur worden beschouwd als een erg belangrijke determinant van de gevangeniservaring, in dit onderzoek nauwe- lijks een rol van betekenis. Omgang met het personeel of met medegevangenen doet er met betrekking tot de overbrengingswens weinig of niets toe. Zo te zien maken de veroordeelden dan ook duidelijk een scheiding tussen een unfaire behandeling door het systeem en de dagelijkse bejegening door het personeel en de medegevangenen. De relationele aspecten doen er wel toe, maar zijn op geen enkele manier bepalend in de wens van de veroordeelden om weg te willen dan wel in België de staf te willen uitzitten. Een kleine kanttekening is wel dat de ana- lyse van De Wree vooral gericht is op invloeden op de overbrengingswens, niet zozeer op de gehele beleving van detentie.

(5)

Veroordeeld in den vreemde

Hoe nu verder?

Als de auteur de problematiek in kaart gebracht heeft en laat zien hoe in het ver- leden grensoverschrijdende strafuitvoer vaak sterk pragmatisch is aangepakt, zonder veel helderheid, rijst de vraag hoe verder? Straffen kunnen volgens De Wree, in navolging van Durkheim, gezien worden als een uitdrukking van tot op zekere hoogte gedeelde waarden en normen in een samenleving. Als staten bereid zijn elkaars straffen uit te voeren, is dat een grote stap die lijkt te verwijzen naar gedeelde opvattingen over rechtvaardigheid die, minder dan lange tijd het geval was, gebonden zijn aan staatsgrenzen. De instelling van internationale tribunalen en het Internationale Strafhof zijn hier volgens de auteur uitingen van. Wanneer zij enigszins voorzichtig pleit voor meer helderheid en eenduidigheid, pleit zij in het kielzog daarvan ook voor een zekere toenadering tussen de termijnen en sys- temen van invrijheidstelling die nu worden gehanteerd in de landen van de EU.

Volgens de auteur moet dit dan wel een echte toenadering zijn, en niet een nivel- lering naar het maximum. Landen met hoge drempels zouden dienen te zakken naar een aanvaardbare termijn; landen met lage drempels dienen juist te stijgen naar een breder geaccepteerde termijn. De tijd zal leren hoe realistisch deze wens is in een tijd van penal populism. Dit neemt niet weg dat het feit dat deze vragen zich voordoen, en wel in toenemende mate, staat voor een ingrijpende wijziging in het denken over de uitvoering van straffen, waarvan De Wree de complexiteit bewonderenswaardig in kaart heeft gebracht.

Tradities in academia

Tot slot: disciplinaire en nationale tradities rondom proefschriften verschillen.

Een zo omvangrijk en minutieus opgebouwd boek komt in de meeste disciplines in Nederland steeds minder voor. Promoveren op artikelen lijkt de norm aan het worden, en relatief overzichtelijke dissertaties, vaak ook in het Engels, worden steeds gebruikelijker. In mijn ogen had deze studie her en der zeker beknopter en minder gedetailleerd gekund. Een sterkere selectie en redactie van citaten die soms paginalang zijn, had voor de hand gelegen. En ook in theoretische invals- hoeken had De Wree selectiever kunnen zijn. Dit had wellicht ook de kans ver- groot dat het boek goed gelezen wordt. Kiezen is ook een kunst. Maar er zitten ook zeer waardevolle kanten aan de gekozen aanpak. Het systematisch doorden- ken van een complex vraagstuk in al zijn samenhangende facetten was in afzon- derlijke artikelen waarschijnlijk onmogelijk geweest en had zeker minder intellec- tuele verdieping gekend. Ook de open blik vanuit verschillend perspectieven is bijzonder verfrissend. Een zeer sterk punt is in mijn ogen het verbinden van de verschillende niveaus. Er bestaat zowel in de wetenschap als in politiek en beleid een zekere neiging om uitvoeringspraktijken en ervaringen hiermee buiten beschouwing te laten. Dit proefschrift toont eens en temeer aan dat dit ten onrechte is. Juist de bestudering van wetten, hun uitvoering en hun gevolgen voor mensenlevens in samenhang brengt de kennis, en hopelijk ook de praktijk, een stap verder.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarbij merkt de rechtbank op dat zij zich realiseert dat met deze uitspraak het voor de zoon van eiser noodzakelijke passend onderwijs niet wordt geregeld.. Het is op grond van de

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

Aan de hand van deze analyse hebben wij beoordeeld of het plausibel is dat de gepleegde ontvluchtingen kunnen worden toegeschreven aan het ontbreken van één of

Waar dus op allerlei wijze de mensch zoekende is naar rust en vertrouwen en op dien weg aan alle kanten zijn Geloof terugvindt, naast zijn blijvende bewustheid van de Rede, ben ik

De eik heeft niet alleen Derksens bijzondere aandacht vanuit zijn werkverleden, ook vanwege zijn huidige werk voor de Stichting Nationale Boomfeestdag vindt Derksen het van

In 1948 richtte Gary Vermeer zijn gelijknamige bedrijf op in Pella, Iowa en zijn filosofie voor succes was even sim- pel als doeltreffend: ‘Kijk waar behoefte aan is en voorzie

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

Monogamie wordt belangrijk en dus moet vooral de vrouw zich zedig gaan kleden (de mens krijgt niet voor niets kleding mee uit het paradijs).. De moraal wordt uitgevonden om