• No results found

Normen en waarden (redactioneel)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Normen en waarden (redactioneel)"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De handhaving van bijzondere wetten is vaak een multidisciplinaire zaak. Zo worden de normen van de Genees­

middelenwet (Gnw) publiekrechtelijk gehandhaafd door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Inspectie voor de Gezondheidszorg) met bestuursrechtelijke boetes en in bepaalde gevallen ook strafrechtelijk door het Openbaar Ministerie (art. 100 e.v. Gnw). In het privaatrecht kunnen schendingen van de Gnw aan de kaak worden gesteld als onrechtmatige daad (art. 6:162 lid 2 BW). Het verschijnsel van multidisciplinaire handhaving doet zich ook voor in andere (semi)geprivatiseerde sectoren zoals de energie­, telecom­ en financiële sector.

Op het congres ‘Het publieke van het privaatrecht’ wierp de Amsterdamse hoogleraar Du Perron de vraag op of we in de regulatory state geen afscheid moeten nemen van het onderscheid tussen publiek­ en privaatrechtelijke normen: ‘Normen zijn niet privaatrechtelijk of publiekrechtelijk, het zijn normen’. Volgens Du Perron moeten normen

‘consistent’ zijn en de handhaving moet instrumenteel worden benaderd: door inzet van publiek­ of privaatrecht of beide (zie de presentatie op www.nilg.nl).

Wij zien bij deze op zichzelf interessante perspectiefwisseling het gevaar dat te veel nadruk komt te liggen op de gedachte dat normen moeten worden gehandhaafd. In de instrumentele benadering van Du Perron dreigt het belang van het onderscheid tussen publiek­ en privaatrecht te worden gereduceerd tot de vraag welk van beide de meest effectieve sanctie kan leveren in de zin dat daarmee toekomstige normschendingen kunnen worden voor­

komen: een bestuurlijke boete, strafrechtelijke vervolging, privaatrechtelijke aansprakelijkheid of een combinatie daarvan.

Hoe belangrijk ook, effectieve handhaving van normen kan niet het hoogste doel zijn van het recht. Normen zijn uiteindelijk niet meer dan een middel om achterliggende waarden te verwezenlijken. Daartoe zal handhavend optre­

den weliswaar vaak, maar niet per definitie nodig zijn. Aan de vraag welke sanctie op een normschending behoort te volgen, behoort steeds de vraag vooraf te gaan of er moet worden gesanctioneerd. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de eigen waardeoriëntatie van het bestuurs­ en strafrecht enerzijds en het burgerlijk recht anderzijds. Het onderscheid tussen publiek­ en privaatrecht is daarom juist onverminderd actueel.

Zowel bij bestuurs­ als strafrechtrechtelijke handhaving treden representanten van het algemeen belang hand­

havend op (inspecties, autoriteiten, toezichthouders, Openbaar Ministerie). In het bestuursrecht wordt een ‘begin­

selplicht’ tot handhaving aangenomen (voor herstelsancties). Niettemin behoort van handhavend optreden te wor­

den afgezien indien dat ‘onevenredig’ zou zijn ‘in verhouding tot de daarmee te dienen belangen’ (zie bijv. ABRvS 11 augustus 2004, AB 2004, 444). Strafrechtelijke handhaving is een ultimum remedium, hetgeen haar weerslag vindt in het opportuniteitsbeginsel. Soms moet van vervolging worden afgezien omdat het algemeen belang beter wordt gediend met het uitblijven van een leedtoevoegende sanctie (art. 167 lid 2 Sv). In het publiekrecht, kortom, staat handhaving ten dienste van het algemeen belang: datzelfde algemeen belang kan er soms ook toe leiden dat handhaving uitblijft.

Het burgerlijk recht daarentegen stelt private partijen in staat in voorkomende gevallen compensatie te verkrijgen voor inbreuken op hun vermogensrechtelijke belangen. Niet door handhaving van een categorisch verbod op norm­

schendingen of schadeveroorzaking, maar door het toekennen van een aanspraak op schadevergoeding jegens de dader indien een inbreuk naar civielrechtelijke maatstaven onrechtmatig moet worden geacht. Bij schending van wettelijke normen zoals die van de Gnw is dat vooral de maatstaf van het relativiteitsbeginsel (zie bijv. Hof Arnhem 23 september 2008, JGR 2008, 41). Soms moet ondanks een normschending geen verplichting tot schadever­

goeding worden aangenomen, omdat de geschonden norm niet door de wetgever is uitgevaardigd ter bescher­

ming tegen de geleden schade (art. 6:163 BW).

Met multidisciplinaire handhaving van de normen van bijvoorbeeld de Gnw is niets mis, mits met inachtneming van de eigen waarden van publiek­ en privaatrecht. Niet op elke normschending hoeft per definitie een sanctie te volgen. Vanuit hun eigen waardeoriëntatie kunnen de verschillende rechtsgebieden verschillend reageren op de­

zelfde normschending. Dat maakt het onderscheid tussen publiek­ en privaatrecht niet inconsistent maar principieel.

NormeN eN waardeN

Wouter den Hollander & Wouter de Zanger

opinie Ars Aequi maart 2011 165

Redactioneel arsaequi.nl/maandblad AA20110165

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tot de intrinsieke doeleinden van de zich ontplooiende mens sluit een effectief over- heidsoptreden, gericht op bevordering van die ontplooiing, uit. We kunnen uit

112 Analyse van organisatieproblemen J in ’t Veld p.229.. maar wel informatie toevoegt aan de beleggingstransactie. Dat is een activiteit van het transformatieproces.

Het eenige, wat dus overblijft, wanneer men aan de practische politiek niet meer wil meedoen, is te hoopen, dat de schaduw van de verrotte liberaal kapitalistische maatschappij nog

Volgens Van Gerven en Lierman maakt het vervagen van het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht de weg vrij te zoeken naar de beginselen die aan beide rechtsgebieden

This difference in the expression of certainty is further visible in the two letters’ prognostic and diagnostic framing tasks, as the anti-LGBT-equality

Het privaatrecht kan ook regulerend voor private regelgeving zijn, omdat het regels stelt voor haar geldigheid en de civiele aansprakelijk- heid van de private regelgever bepaalt.. 5

Ter voorkoming van een dergelijke stagnatie dient het door de over­ heid geabsorbeerde spaaroverschot dus in elk geval te worden besteed, doch het staat bij

Diverse sociale wetenschappers hebben gewezen op de centrale betekenis van vertrouwen voor de kwaliteit van leven in een gemeenschap. Vertrouwen maakt onderdeel uit van wat zij