• No results found

Convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht (redactioneel)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht (redactioneel)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

opinie

684 Ars Aequi oktober 2011

Redactioneel arsaequi.nl/maandblad AA20110684

Het zestigjarig bestaan biedt een mooie gelegen- heid eens in de archieven te neuzen. De verhouding tussen publiek- en privaatrecht blijkt ten minste éénmaal eerder inzet te zijn geweest van een Ars Aequi-themanummer. Zo verscheen in mei 1987 het themanummer Osmose tussen publiek- en privaat- recht. De redactie constateerde destijds dat in de achterliggende vijftien jaren een verschuiving was opgetreden in het denken over de verhouding tussen beide rechtsgebieden (p. 273). De overheid beperkte zich niet langer tot het eenzijdig uitvaardigen van bindende besluiten in een verticale gezagsstructuur, maar zocht in toenemende mate samenwerking met particuliere instanties om overheidsbeleid te realise- ren. De gemene rechtsleer, waarin het burgerlijk recht geldt als commuun recht ‘voorzover het publiekrecht er geen inbreuk op maakt’, maakte daarom plaats voor de gemengde rechtsleer. Daarin zijn publiek- en privaatrecht gelijkwaardig en doordringen zij elkaar over en weer. Osmose, zogezegd: het zich weder- zijds vermengen van twee vloeistoffen door een poreuze wand heen (Van Dale).

Deze verschuiving in de verhouding tussen over- heid en particuliere instanties heeft zich sinds 1987 doorgezet. De privatisering van nutsbedrijven bijvoor- beeld heeft een serie rechtsgebieden opgeleverd die de gemengde rechtsleer bij uitstek belichamen.

Te denken valt aan het financieel, energie-, telecom- municatie-, gezondheids- en mededingingsrecht.

Deze rechtsgebieden kenmerken zich enerzijds door intensieve publiekrechtelijke regulering en bestuurs- en strafrechtelijke handhaving door gespecialiseerde toezichthouders als DNB, AFM, NMa, OPTA en NZa en anderzijds door privaatrechtelijke verhoudingen tussen met elkaar concurrerende ondernemingen en tussen ondernemingen en hun klanten.

De grens tussen publiek- en privaatrecht vervaagt ook door het ontstaan van een meergelaagde rechts- orde, zo betogen de Belgische auteurs Van Gerven en Lierman in hun vorig jaar verschenen Algemeen deel (W. Van Gerven & S. Lierman, Algemeen Deel.

Veertig jaar later, Mechelen: Kluwer 2010). Nationaal publiek- en privaatrecht doordringen niet alleen el-

60 jaar ars aequi

Convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht

Wouter den Hollander, Esther Huijzer, Marjolein van Rest, Daniël Stein & Wouter de Zanger

kaar, maar worden ook doordrongen door het EVRM en het Unierecht. Te denken valt aan de doorwer- king van fundamentele rechten in privaatrechtelijke verhoudingen en aan de Europese verkeersvrijhe- den van goederen, diensten, personen en kapitaal.

Volgens Van Gerven en Lierman maakt het vervagen van het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht de weg vrij te zoeken naar de beginselen die aan beide rechtsgebieden ten grondslag liggen, zoals proportionaliteit en de bescherming van gerechtvaar- digd vertrouwen, die door de rechter moeten worden toegepast en uitgewerkt.

Van gemene rechtsleer via gemengde rechtsleer naar een rechtsleer die het onderscheid tussen pu- bliek- en privaatrecht voorbij is en zich kenmerkt door functionele rechtsgebieden en een (trans)nationale rechter die zich sterk oriënteert op rechtsbeginselen?

Twee kanttekeningen zijn hier op hun plaats. Publiek- en privaatrecht convergeren onmiskenbaar, in elk geval in die zin dat het handelen van de overheid of ondernemingen in bijvoorbeeld de gezondheidszorg genormeerd wordt door zowel het publiek- als het privaatrecht. Toch is er goede reden publiek- en privaatrecht te blijven onderscheiden als afzonderlijke rechtsgebieden met eigen, soms divergerende begin- selen en regels. Dit onderscheid laat zich nog altijd rechtvaardigen doordat in het privaatrecht in beginsel gelijkwaardige partijen tegenover elkaar staan, die opkomen voor hun eigen belangen, terwijl in het pu- bliekrecht onderdanen zich geconfronteerd zien met de overheid die opkomt voor het algemeen belang en daarbij dwang en drang kan toepassen.

Een andere kanttekening betreft de politieke dek- king van een rechtsleer die aan de (transnationale) rechter een zo grote rol toekent. De rechter zal dan on- vermijdelijk ook politieke keuzes moeten maken. In dit lustrumnummer vraagt Carel Smith in zijn essay naar aanleiding van het Algemeen Deel van Van Gerven en Lierman nadrukkelijk aandacht voor dit politieke aspect, dat volgens hem onderbelicht dreigt te blijven wanneer de werkzaamheden van de rechter uitsluitend worden voorgesteld als het toepassen en uitwerken van beginselen en het afwegen van belangen.

Ars Aequi bestaat 60 jaar. Dat laten we niet ongemerkt voorbijgaan. We vieren het twaalfde lustrum met dit lustrumnummer en een lustrumsymposium rondom het thema Convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht.

Foto © Marten Hoogstraat (whiteframe.nl)

(2)

opinie Ars Aequi oktober 2011 685 arsaequi.nl/maandblad AA20110684

Imelda Tappeiner, Chantal Mak en Raymond Schlössels bespreken elk een concreet vraagstuk van convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht. In de bijdrage van Tappeiner staat de Wet Bibob centraal. Het oorspronkelijke doel van dit bestuursrechtelijk instrument is het waarborgen van de integriteit van het openbaar bestuur. Inmiddels wordt de Wet Bibob door burgemeesters enthou- siast ingezet als instrument ter bestrijding van allerhande vormen van criminaliteit: van prostitutie tot vechtsportgala’s en overlast op straat. Tappeiner betoogt dat dit een onwenselijke convergentie van bestuurs- en strafrecht oplevert, waarbij een politiek wenselijk geachte ‘harde aanpak’ van criminaliteit prevaleert boven de rechtsstatelijke waarborgen, die het strafrecht traditioneel hoog in het vaandel heeft staan.

Mak gaat in op de doorwerking van fundamen- tele rechten in de civiele rechtspraak. Zij koppelt dit vraagstuk nadrukkelijk aan de Europeanisering van het privaatrecht, die met name in het contractenrecht een hoge vlucht neemt. Het Europees recht, dat meer dan het nationaal privaatrecht functioneel van aard is, leidt tot convergentie van publiek- en privaatrecht en brengt fundamentele rechten in beeld. Mak demon- streert dit aan de hand van toekomstige regelgeving

op het gebied van toegang tot digitale diensten. De doorwerking van fundamentele rechten in privaat- rechtelijke verhoudingen vergt daarom een dialoog tussen de nationale civiele rechter en het Europees Hof van Justitie.

De bijdrage van Schlössels ziet op procesrech- telijke osmose. Nu het bestuursrecht, privaatrecht en strafrecht inhoudelijk verder in elkaar grijpen en het bestuursprocesrecht een geschilbeslechtend

‘partijenprocesrecht’ wil zijn, is het tijd ook in het be- stuursrecht over de gehele lijn cassatieberoep open te stellen, zo betoogt hij. Een bestuursrechtelijke cassatieopdracht aan de Hoge Raad zou volgens Schlössels het sluitstuk moeten zijn van volledige integratie van de bestuursrechtspraak in de reguliere rechterlijke organisatie. Het huidige complexe stelsel van bestuursrechtspraak met niet minder dan vijf ho- gerberoepsinstanties kan dan plaatsmaken voor een solide stelsel waarin cassatie, concentratie, speciali- satie, selectie en kwaliteit centraal staan.

Convergentie en divergentie van publiek- en pri- vaatrecht: in zestig jaar is veel veranderd. Niettemin blijven veel vragen hetzelfde. Ars Aequi hoopt ook in de toekomst een podium te kunnen bieden aan jonge én oude(re) juristen om op veelgestelde vragen nieuwe antwoorden te formuleren.

Ars Aequi bestaat 60 jaar. Dat laten we niet ongemerkt voorbijgaan. We vieren het twaalfde lustrum met dit lustrumnummer en een lustrumsymposium rondom het thema Convergentie en divergentie van publiek- en privaatrecht.

Foto © Marten Hoogstraat (whiteframe.nl)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van Bladel heeft in zijn proefschrift “Arbitrage in de praktijk” 7 empirisch onderzoek gedaan naar de vraag of de voordelen die in de literatuur 8 aan arbitrage

26 Solidariteit kan weliswaar dienen als rechtvaardiging voor sociale tendensen in het recht, doch de uitingsvormen daarvan zijn dan geen solidariteit omdat zij alleen de abstracte

Ligt het daarnaast niet voor de hand dat deze vereisten zijn afgestemd op civielrechtelijke regels over overgang van vorderingen en het uitsluiten van risico’s, zodat de

Theoretisch zou men kunnen eisen dat bedrijven daar nooit geheel op mogen vertrouwen, maar dit lijkt mij in zijn algemeenheid onjuist, aangezien dan enerzijds bedrijven dubbel

Dit alles betekent evenwel dat ook in de gangbare rechtseconomische theorieën het recht er niet louter is om de feitelijke markt te bevorderen; er wordt gestreefd naar een

Het concept van de rechtsbetrek- king biedt daardoor niet alleen de gelegenheid de specifieke kenmerken van de verschillende rechtsdomeinen in domeinneutrale bewoordingen te duiden

De strafrechtelijke overeenkomst : de rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht..

In 2001 behaalde hij zijn doctoraal Nederlands Recht, afstudeerrichting Straf- en strafprocesrecht, aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.. Van 2001 tot