Cover Page
The handle
http://hdl.handle.net/1887/106087
holds various files of this Leiden University
dissertation.
Author:
Veldt, G.M.
Stellingen behorende bij het proefschrift
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstelling van Gitta Veldt
1. Hoewel Europees recht geen onderscheid maakt tussen publiek- en privaatrecht, lijkt de Europese wetgever met name aan te sturen op publiekrechtelijke handhaving van de in het productveiligheidsrecht vervatte verplichtingen. Deze verplichtingen kunnen worden gekenschetst als meer publiekrechtelijk van aard (hoofdstuk 2).
2. Europese producteisen zijn geen zelfstandige bron van een Europees recht op schadevergoeding, zelfs niet in combinatie met de verdere verplichtingen voor
marktdeelnemers, behoudens voor zover een dergelijk recht expliciet uit de bewoordingen van de desbetreffende wet- of regelgeving blijkt (par. 3.5).
3. De beslissing van het Hof van Justitie om geharmoniseerde normen als deel uitmakend van het Unierecht te beschouwen, kan bijdragen aan de controle op deze normen (par. 4.4). Het nader inbedden van geharmoniseerde normen in privaatrechtelijke normen is – bij gebreke van nadere handreikingen van de nationale wetgever – een taak voor de Hoge Raad (par. 8.3 en 8.7). 4. Bij toepassing van art. 6:248 lid 1 BW lijken de eisen van redelijkheid en billijkheid de
belangrijkste grond voor aanvulling van de inhoud van de overeenkomst met productnormen (par. 6.2.2).
5. De aard van de rechtsverhouding, namelijk of het een internationale commerciële koop of een consumentenkoop betreft, beïnvloedt sterk het antwoord op de vraag of conformiteit met Europese productnormen onderdeel is van de conformiteit bij koop indien de toepasselijkheid van productnormen niet expliciet is overeengekomen (par. 6.3.2).
6. Risk/benefit-analyses zijn onderdeel van de gebrekkigheidstoets onder de Richtlijn Productaansprakelijkheid en kunnen nuttige diensten bewijzen bij de beoordeling van ontwerpgebreken. De naleving van Europese productnormen kan bij de beoordeling van ontwerpgebreken een verweer vormen, mits de norm accuraat en up-to-date is en ziet op het risico in kwestie (par. 7.2.3).
7. Een beperkt partijdebat en de procedurele lijdelijkheid van de rechter staan in de praktijk soms aan een discussie over de inhoud van productnormen en de betekenis ervan voor
privaatrechtelijke normstelling in de weg (par. 6.2.3, 6.3.3, 7.3.2.4 en 8.3).
8. Indien eerlijke mededinging met zoveel woorden in de considerans van een richtlijn of
9. Voor privaatrechtelijke rechtsbescherming bij schending van productnormen uit hoofde van afdeling 6.3.3a BW (oneerlijke handelspraktijken) alsmede op grond van afdeling 6.3.4 BW (misleidende en vergelijkende reclame) vervult de CE-markering een nuttige rol (par. 7.4). 10. De mogelijkheid tot autonome normstelling in het privaatrecht op het gebied van
productveiligheid is wenselijk, doch coherentie dient het streven te zijn. Afwijken van
publiekrechtelijke normstelling in het privaatrecht verdient een bijzondere rechtvaardiging (par. 5.2 resp. 8.2).
11. Veel juridische dilemma’s op het gebied van productveiligheid kunnen worden teruggebracht tot een fundamentele vraag: hoeveel is onze veiligheid ons waard?
12. Een kosten-batenanalyse is in het leven altijd behulpzaam, doch men ontkomt niet aan normatieve keuzes; wat zijn bijvoorbeeld kosten en wat zijn baten?
13. Een mondiale gezondheidscrisis komt onderwijsvernieuwing ten goede.
