• No results found

Ons kenmerk:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ons kenmerk:"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Openbaar

Pagin

a

1

/3

Mu z ens tr aat 4 1 | 251 1 W B D en Haa g P os tbus 163 26 | 250 0 B H D en Haa g T 070 722 20 0 0 | F 070 722 23 5 5 info @ac m.n l | www.ac m.n l | www.c ons uwi jz er.nl

Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/204528

Zaaknummer: 17.0061.53

Datum 27 juli 2017

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot wijziging van het besluit van 10 maart 2017, met kenmerk ACM/DTVP/2017/401464.

1

Overwegingen

1. Bij besluit van 10 maart 2017 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) goedgekeurd de door Coöperatief Verenigd Inkoop en Verbruik van Energie op het Nederlandse Spoorwegnet U.A. (hierna ook: VIVENS) aan haar voorgelegde voorwaarden voor toegang, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel b, Spoorwegwet (hierna: Sw) en voor levering van diensten, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel c, Sw en de vergoedingen, bedoeld in artikel 68, eerste lid, Sw, voor zover deze betrekking hebben op de aanbesteding van de concessies regionaal spoorvervoer december 2020 - 2035 in de provincie Friesland en de provincie Groningen, inclusief de spoorverbinding naar Leer. 2. Bij het besluit is aan de goedkeuring het volgende voorschrift verbonden:

“Indien Coöperatief Verenigd Inkoop en Verbruik van Energie op het Nederlandse Spoorwegnet U.A. het voornemen heeft om aan de concessiehouder van de concessies regionaal spoorvervoer december 2020 - 2035 in de provincie Friesland en de provincie Groningen, inclusief de spoorverbinding naar Leer een vergoeding in rekening te brengen voor de dienst levering van brandstof in de tankinstallaties in Leeuwarden en Groningen,

dan dient zij deze vergoeding schriftelijk aan de ACM ter goedkeuring voor te leggen.”1

3. De ACM overweegt als volgt.

2

Beoordeling

4. Uit de tekst van artikel 68c, eerste lid, Sw, gelezen in samenhang met artikel 68b, eerste lid, Sw volgt dat een exploitant van een dienstvoorziening, in het kader van een aanbesteding als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 4, van de Wet personenvervoer 2000 van een

(2)

Besluit

Openbaar

2

/3

concessie voor openbaar vervoer per trein, de voorwaarden voor toegang, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel b, Sw, of voor verlening van diensten, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel c, Sw, of de vergoedingen, bedoeld in artikel 68, eerste lid, Sw, pas mag toepassen nadat deze voorwaarden of vergoedingen zijn goedgekeurd door de ACM. 5. De voorafgaande goedkeuring van de ACM ziet dus op de voorwaarden of vergoedingen die

worden toegepast in het kader van een aanbesteding. Daarmee worden de goedkeuringsbevoegdheid van de ACM én de bevoegdheid van de ACM om aan die goedkeuring voorschriften te verbinden, begrensd door wat moet worden verstaan onder ‘in het kader van een aanbesteding’.

6. Blijkens de geschiedenis van totstandkoming van de artikelen 68b en 68c Sw2 beoogde de

wetgever dat de goedkeuring plaatsvindt voor aanvang van de aanbestedingsprocedure op het spoor, dat wil zeggen vóór het begin van de inschrijvingstermijn, zodat vervoerders die inschrijven op een aanbesteding de goedgekeurde voorwaarden en tarieven kunnen betrekken bij hun aanbesteding. Dan zou het belang van een level playing field voor de inschrijvende partijen geborgd zijn.

7. Tegen deze achtergrond moet worden aangenomen dat de wetgever heeft beoogd dat de goedkeuringsbevoegdheid die bij artikel 68c Sw aan de ACM is toegekend, gericht is op de voorwaarden en vergoedingen zoals die vóór aanvang van de aanbestedingsprocedure van de betreffende concessie gelden binnen het concessiegebied. De ACM kan dus, anders dan uit randnummer 45 van het besluit van 10 maart 2017 kan worden afgeleid, geen goedkeuring verlenen aan bepaalde wijzigingen van vergoedingen die zich voordoen na het begin van de inschrijvingstermijn. Evenmin kan de ACM aan die goedkeuring voorschriften verbinden die zien op wijzigingen van vergoedingen in de periode na het begin van de inschrijvingstermijn.

8. Gelet hier op dient het besluit van 10 maart 2017 aldus te worden gewijzigd, dat het in randnummer 47, onder II, van dat besluit aan de goedkeuring verbonden voorschrift wordt geschrapt.

9. Gelet op het hiervoor overwogene wordt als volgt besloten.

(3)

Besluit

Openbaar

3

/3

3

Besluit

10. De Autoriteit Consument en Markt wijzigt het besluit van 10 maart 2017, kenmerk ACM/DTVP/2017/401464, aldus dat het in randnummer 47, onder II, van dat besluit aan de goedkeuring verbonden voorschrift wordt geschrapt.

De Autoriteit Consument en Markt, Namens deze,

Mw. A.M. Schilperoort

Teammanager Telecom, Vervoer en Post

Dit besluit betreft de wijziging van het eerdere besluit van de ACM van 10 maart 2017, kenmerk ACM/DTVP/2017/401464.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het verantwoordelijk bestuursorgaan de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning

Indien er wel sprake is van schaarste, zal dit uiterlijk binnen vier weken na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, aan de betreffende

Het UWV kan afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of

6.1.4 Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voornemens is om, buiten het geval van storing of calamiteiten, werkzaamheden te verrichten aan de aansluiting

5.3 Een minimum meetcapaciteit, dit is de capaciteit waarbij de ondergrens van het meetbereik van de meet- en regelinrichting wordt bereikt, wordt vastgelegd op basis van de door

De Raad beoordeelt op grand van artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet of een voorstel als bedoeld in artikel 12b of 12C van de Gaswet in strijd is met het belang,

Gemeentewet 229 Grafrechten Kern Vlist: Opgenomen in de ‘Tarieventabel behorend bij de verordening lijkbezorgingsrechten’ – hoofdstuk 4, artikelen 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3

De veiligeafstandsnorm geldt niet voor personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet