• No results found

5 Hoe hard kun je rijden?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "5 Hoe hard kun je rijden?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen havo wiskunde A 2013-II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

5

Hoe hard kun je rijden?

19. Je wilt weten voor welke snelheid de kans om een boete te krijgen gelijk is aan 0,0001. De kans om bij een snelheid van 130 km per uur een gemeten snelheid van x km per uur te krijgen is gelijk aan normalcdf(x, 1099, 130, 1.235).

Om te kijken wanneer deze kans gelijk is aan 0,0001 voer je op de Ti-84 plus de volgende twee formules in:

y1= normalcdf(x, 1099, 130, 1.235),

y2= 0.0001.

Calc intersect geeft dan dat vanaf x ≈ 135 km per uur een boete gegeven wordt.

20. Eerst reken je de standaardafwijking uit bij 138 km per uur. Deze is gelijk aan 0, 0095 · 138 ≈ 1, 311 km per uur. Vervolgens reken je de kans uit dat een auto een boete krijgt. Op de Ti-84 plus doe je dit met normalcdf. De kans dat een auto een boete krijgt is gelijk aan

P (auto krijgt een boete) = normalcdf(139, 1099, 138, 1.311) ≈ 0, 22 km per uur. Het verwachte aantal bekeuringen is dan 0, 22 · 20 ≈ 4. 21. Het aantal boetes dat Johan krijgt is binomiaal verdeeld met succeskans

0,5. Het kansexperiment wordt 10 keer uitgevoerd. De kans op maximaal 4 boetes kun je dan uitrekenen met binomcdf:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stel vast in welk domein en/of op welke doelen er sprake van vertraging is?. Stap 3 Bij opgaven

[r]

Omdat je in dit spel dus alleen iets wint of verliest wanneer het Ases, Pequeno of Grande wordt, is voor de deelnemers eigenlijk alleen de kansverdeling uit tabel 3 van belang.. Op

Als de hellingen in de oorsprong gelijk zijn betekent dit dat de afgeleides daar

Aangezien je weet dat de x-co¨ ordinaat van A gelijk is aan 1, kun je met de functie f de y-co¨ ordinaat van A uitrekenen.. Dit kan met

Het verschil tussen deze twee waarden is 13, dus dat is hoeveel de grafiek f omhooggeschoven zal moeten worden zodat de grafieken

20 Als de bewering waar is voor alle beginsnelheden moet de remweg gedeeld door de beginsnelheid in het kwadraat voor alle beginsnelheden gelijk zijn aan c.. De remwegen

De omtrek van de grote opening is k keer zo groot als de omtrek van de kleine opening, en de oppervlakte van de grote opening is k 2 keer zo groot als de omtrek van de kleine