• No results found

Vanuit een stomphoekige driehoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vanuit een stomphoekige driehoek"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

havovwo.nl

havovwo.nl examen-cd.nl

Vanuit een stomphoekige driehoek

Gegeven is driehoek ABC met BAC120. De cirkel c is de

omgeschreven cirkel van driehoek ABC. De bissectrice van hoek A snijdt de cirkel c in punt D. Zie figuur 1. Deze figuur staat ook op de

uitwerkbijlage. figuur 1 D c B C A 60 60

Er geldt: driehoek BCD is gelijkzijdig. 4p 9 Bewijs dit.

(2)

-Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

havovwo.nl

havovwo.nl examen-cd.nl

In de situatie van figuur 1 geldt: ADABAC

Om dit te bewijzen verlengen we BA en leggen we E op dit verlengde zo dat EAAC. Er ontstaat een gelijkzijdige driehoek ACE. In figuur 2 is deze driehoek getekend. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. Het bewijs gaat verder met de volgende stappen:

 Maak gebruik van de in vraag 9 bewezen gelijkzijdigheid van driehoek BCD.

 Toon aan dat de driehoeken CEB en CAD congruent zijn. figuur 2 B D C A E 60 60

5p 10 Bewijs dat ADABAC, gebruikmakend van bovenstaande stappen.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De stomphoekige gelijkbenige driehoeken : ……….. 2 Teken een stomphoekige

Hoewel de driehoek duizend jaar geleden al bekend was aan Chinese en Indiase wiskundigen, is de driehoek vernoemd naar de 17-de eeuwse Franse wiskundige Blaise

gerschap wordt begrepen als vaardigheden en bepaald gedrag, en niet alleen als kennis, wordt het duidelijk dat kritisch denken (onder andere logisch redeneren,

Deze drie punten zijn de hoekpunten van driehoek OAB , waarbij de coördinaten van de punten A en B afhankelijk zijn van de waarde van p.. Driehoek OAB is in de figuur

[r]

Bij een koordenvierhoek zijn twee overliggende hoeken samen 180 ◦ , dus als je kunt bewijzen dat bijvoorbeeld ∠A + ∠F = 180 ◦ heb je de stelling be- wezen.. Nu geldt vanwege

[r]

Je ziet ook dat je, als je de lijn door C evenwijdig aan AB trekt, en een willekeurig punt op die lijn pakt, een gelijkzijdige driehoek kunt maken waarvan het laatste punt op de lijn