Vraag nr. 50 van 9 februari 1999
van de heer Jean-MARIE BOGAERT Macro-economische kengetallen – Bronnen
In een interview met De Standaard van 31 decem-ber 1998 verklaarde de minister dat de reële eco-nomische groei in Vlaanderen in dat jaar 3,5 % zou hebben bedragen. Voor 1999 ging hij uit van een groei van 2,5 %.
Bij mijn weten worden de regionale rekeningen opgemaakt door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). Vandaag zijn regionale cijfers slechts ter beschikking tot en met het jaar 1996. 1. Op basis waarvan komt de minister tot deze
cij-fers ?
2. Zijn de minister dienaangaande ook gegevens bekend vanuit het INR of de KBC ?
Antwoord
1. De gebruikte cijfers in het interview berusten op schattingen. Officiële cijfers voor de Belgi-sche economie werden pas onlangs bekend ge-maakt, terwijl officiële Vlaamse cijfers nog jaren op zich zullen laten wachten.
De schattingen voor 1998 en 1999 gebeurden op basis van de ervaring dat de reële groei in Vlaanderen over de laatste tien jaar gemiddeld een half procentpunt sterker is dan de Belgi-sche. Ook het Vlaams Economisch Verbond heeft reeds een verwachting van een Vlaamse groei van 3,5 % in 1998 vooropgesteld. Voor 1999 werd van een voorzichtigere schatting uit-gegaan. Het was dan ook louter de bedoeling hier de relativiteit van het "crisisgevoelen" voor 1999 aan te geven.
De andere gebruikte cijfers in het interview zijn gebaseerd op de KBC en het Planbureau. Het beschikken over goede kerncijfers van de Vlaamse economie blijft een probleem. Daarom lopen er op dit ogenblik twee onderzoeksop-drachten in het kader van het programma Be-leidsgericht Onderzoek om een meetinstrument van de sterkte van de Vlaamse economie op te stellen, en een derde onderzoek dat is gericht op het opstellen van Vlaamse economische reke-ningen. Ook de afdeling Statistiek van het mi-nisterie van de Vlaamse Gemeenschap treft voorbereidingen om op termijn goede ramingen van de groeikracht van de Vlaamse economie te
kunnen maken.