• No results found

Actief betrokkenen: stakeholders die een duidelijke taak of functie hebben in een project, en die bovendien invloed kunnen uitoefenen op de uitkomsten van dat project

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Actief betrokkenen: stakeholders die een duidelijke taak of functie hebben in een project, en die bovendien invloed kunnen uitoefenen op de uitkomsten van dat project"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlagen

1. Begrippenlijst

2. Afkortingen

3. Lijsten

4. Tabellen

5. Figuren

6. Toelichtingen

7. Microsoft Excel bestanden

(2)

1. Begrippen

Aanbieders: alle soorten behandelaars, van instellingen tot vrijgevestigde hulpverleners.

Actief betrokkenen: stakeholders die een duidelijke taak of functie hebben in een project, en die bovendien invloed kunnen uitoefenen op de uitkomsten van dat project.

Ambulante zorg: de cliënt blijft thuis wonen en gaat voor de zorg naar een kliniek of krijgt iemand over de vloer.

Angststoornissen: fobieën en paniekstoornissen.

Aspect- of partieel systeem: men beschouwt de gehele objectenverzameling, maar slechts een gedeelte van de relaties. Men beperkt zich tot bepaalde aspecten.

Attitude: de door “basic assumptions” (basis vooronderstellingen), waarden en normen ingegeven opstelling, houding die op een zeker moment kenmerkend is voor een persoon in een bepaalde situatie.

Besluitvormer, rol binnen de vergelijkingsmethode: stelt eisen of randvoorwaarden waaraan het veranderings- of innovatieproject moet voldoen en/of evalueert of het project hieraan voldoet.

Cliënt: de persoon die de zorg daadwerkelijk ontvangt.

Data (of gegevens): symbolische weergave van getallen, hoeveelheden, grootheden of feiten.

Disseminatie: verspreiding.

Duurzaam (sustainable): blijvend; blijvend vol te houden; op hechte grondslagen gebaseerd en gericht op continuïteit.

Duurzame innovatie: dit begrip heeft binnen dit onderzoek twee betekenissen; enerzijds innovatie in een organisatie gericht op duurzame diensten, producten of productieprocessen (kennis van duurzaamheid), en anderzijds innovatie in een organisatie gericht op de inrichting van innovatie zelf als een duurzaam proces (duurzaamheid van kennis).

Duurzame ontwikkeling: een koppeling van welvaart en welzijn; van economische groei en verbetering van de leefomgeving.

Duurzaamheid van kennis: (in deze toepassing) evaluatie van de wijze waarop synthese, overdracht en

(3)

Ervaringen: een bron van gevoelens, associaties, fantasieën en intuïties.

Externe stakeholders: de partijen buiten het systeem die interacties hebben met het systeem, maar die er geen onderdeel van zijn.

Extramurale of ambulante zorg: de cliënt blijft thuis wonen en gaat voor de zorg naar een kliniek of krijgt iemand over de vloer.

Eerstelijns ggz: huisarts, algemeen maatschappelijk werk, eerstelijns psychologen en sociaal psychiatrische verpleegkundigen.

Fasesysteem: men beschouwt het systeem op een deel van de tijdstippen waarop het oorspronkelijke systeem was gedefinieerd.

Feit: geeft iets aan over de toestand van een variabele.

Forensische psychiatrie: de hulp aan gedetineerden met psychische stoornissen in penitentiaire inrichtingen (huizen van bewaring en gevangenissen) en de zorg voor personen aan wie een tbs-maatregel is opgelegd.

Geestelijke gezondheid: het vermogen zin te geven aan het eigen bestaan, te zien dat wat men doet zinvol is en dat het door anderen ervaren wordt als zinnig en is ingebed in een maatschappelijke context.

Geestelijke gezondheidszorg (ggz/GGZ): dit begrip heeft binnen dit onderzoek twee betekenissen; enerzijds de zorg zelf (inclusief verslavingszorg), onderzoek naar zorg en management van zorg (de ggz) en anderzijds de instellingen die deze zorg bieden (de GGZ).

Geëxpliceerde of gecodificeerde kennis: kennis die dadelijk door de bezitter opgeschreven kan worden of die al in symbolen is uitgedrukt en daarna verworven, eigengemaakt is.

Gegeven: datgene wat een menselijk of geconstrueerde sensor aangeeft over de toestand van een in beschouwing genomen variabele. Meerdere gegevens vormen data.

GGZ-instelling: organisatie dat hulp en zorg biedt aan mensen met psychosociale, psychische of psychiatrische problemen. Problemen waarbij hulp door huisarts, maatschappelijk werker of eerstelijnspsycholoog niet voldoende is.

(4)

Impliciete of ‘tacit’ (stilzwijgende) kennis: het geheel van de ervaringen, vaardigheden en attitude.

Informatie:

- geëxpliceerde of gecodificeerde kennis.

- dat wat ontstaat als een persoon betekenis toekent aan verkregen gegevens.

Innovatie: (toegepast binnen het project)

- het vertalen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg naar in de praktijk toepasbare kennis.

- het beschikbaar maken van lokaal aanwezige therapeutische kennis voor andere locaties.

- het vertalen van praktijkvragen naar wetenschappelijke onderzoeksvragen.

Interne stakeholders: de partijen binnen het systeem, toegepast; alle partijen die betrokken zijn bij de daadwerkelijke kennistransformatie.

Intramurale of klinische zorg: de cliënt bevindt zich binnen de muren van een kliniek voor behandeling, verpleging, zorg én verblijf. De gehele behandeling vindt binnen de kliniek plaats.

Jeugd-ggz: (voormalige) RIAGG-jeugdafdelingen en kinder- en jeugdpsychiatrische (poli)klinieken.

Jongeren: kinderen en jeugdigen tot de leeftijd van 18 jaar, binnen de ggz kan de leeftijd voor toegang tot jeugdzorg uitlopen tot 23 jaar.

Kennis: het vermogen dat iemand in staat stelt een bepaalde taak uit te (gaan) voeren door gegevens (van externe bronnen) te verbinden, te laten reageren met eigen informatie, ervaringen en attituden, in andere woorden een persoonlijk vermogen dat gezien kan worden als het product van de informatie, de ervaring, de vaardigheid en de attitude waarover iemand op een bepaald moment beschikt.

(Landelijk, specifiek) Kenniscentrum (in de ggz): een samenwerkingsverband voor een middellange periode van één of meer GGZ-instellingen (en eventueel andere praktijkorganisaties, bijvoorbeeld in de eerste lijn) met één of meer, al dan niet academische, onderzoeksinstituten rond een specifieke doelgroep of specifiek thema in de ggz.

Kenniscyclus: opeenvolging van kennisontwikkeling, kennissynthese, vertaling van kennis naar praktijk, kennisoverdracht & -implementatie en kennisevaluatie. De resultaten van de evaluatiefase leiden weer tot input voor kennisontwikkeling. Ook wel kenniscirkel of kennisketen genoemd.

Kenniselicitatie: kennisverwerving.

(5)

Kennisevaluatie: de waarde, het belang, de betekenis schatten van kennis; beoordelen van kennis.

Kennismanagement:

- het beleidsmatig en planmatig inzetten, beheren, aanmaken, bijstellen, instandhouden en afbouwen van die (vormen van) kennis die voor een organisatie noodzakelijk is teneinde haar taak goed te kunnen uitvoeren.

- binnen de zorg, het verhogen van het rendement en het plezier van de productiefactor kennis.

Kennisontwikkeling: het doen ontstaan van kennis.

Kennisoverdracht en –implementatie: het overdragen (doen overgaan) van kennis en het tot uitvoer brengen, in gebruik nemen, bruikbaar maken van kennis.

Kennis over duurzaamheid: het ontwikkelen van kennisbeleid, kennisinfrastructuur en protocollen waarmee op een continue manier synthese, overdracht en implementatie van kennis plaatsvinden, waardoor GGZ instellingen beschikken over bruikbare (up-to-date, relevante en gefundeerde) kennis.

Kennissynthese:

- samenstellen van kennis tot een geheel.

- kennis uit verschillende bronnen samenbrengen tot een samenhangend geheel.

Klant/afnemer: algemeen gezegd is een klant of afnemer iemand die een product, fabrikaat of dienst afneemt.

Binnen het perspectief van het onderzoek geld als definitie ‘degene die de kennis gebruikt, die de kennis afneemt’. Concreet gezien de behandelaar, het management en de overheid.

Klant, rol binnen de vergelijkingsmethode: degene die de diensten of producten afneemt van het veranderings- of innovatieproject. Het project ontleent hieraan haar doel.

Ontwerper, rol binnen de vergelijkingsmethode: verantwoordelijk voor het opleveren van (tussen)producten in het veranderings- of innovatieproject of draagt actief specifieke kennis en/of vaardigheden bij.

Openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz): alle activiteiten op het gebied van de geestelijke volksgezondheid die worden uitgevoerd niet op geleide van een vrijwillige, individuele hulpvraag.

Ouderen: oudere volwassenen, mensen boven de 65 jaar.

Passief betrokkenen: zijn het tegenovergestelde van actief betrokkenen, zij kunnen geen invloed uitoefenen op, maar worden wel beïnvloed door de uitkomsten van het project.

Passief betrokkene, rol binnen de vergelijkingsmethode: ondervindt gevolgen (negatief of positief) van de

(6)

Primitieve termen: termen die worden begrepen zonder dat ze exact kunnen worden gedefinieerd.

Representant: vertegenwoordigt de passief betrokkene(n) in het project ten einde tot oplossingen te komen voor eventuele ondervonden nadelen.

Schizofrenie: een eenheid in verscheidenheid.

Semi-murale zorg: alle vormen van zorg tussen extra- en intramurale zorg, zoals beschermd wonen.

Stakeholder: any group or individual who can affect or is affected by the achievement of the organisations objectives.

Stakeholder of belanghebbende: elke groep of ieder individu die invloed heeft op of beïnvloed wordt door de behaalde prestaties van de door de organisatie gestelde doelen.

Stakeholder of betrokkene:

Binnen de vergelijkingsmethode: iedereen, groep of individu, die 1) invloed kan uitoefenen op het bereiken van de projectdoelen of 2) hierdoor wordt geraakt. De eerste categorie wordt dan aangeduid als de actief betrokkenen en de tweede categorie als de passief betrokkenen.

Bij toepassing van deze methode op dit project: iedereen die 1) invloed op het resultaat van de nieuwe kennisinfrastructuur bij de GGZ heeft (actief betrokkene) of 2) door deze resultaten geraakt wordt (passief betrokkene).

Stemmingsstoornis: depressie in engere zin, dysthymie en bipolaire stoornis (manisch-depressief).

Subsysteem: men beperkt zich tot een deel van de objectenverzameling, maar beschouwt wel alle relaties binnen dat deel.

Vaardigheden: ambachtelijk/manuele, analytische en communicatieve vaardigheden, kundes.

Verslavingszorg: hulpverlening, opvang van en zorg voor verslaafden, crisishulpverlening, begeleiding bij het maatschappelijk functioneren, voorzorg en introductie, behandeling, nazorg na klinische behandeling, maatschappelijke herstelprogramma’s, consultatie aan derden over de hulp aan verslaafden en trajectmanagement.

Vertaling van de kennis naar de praktijk: in een veelal duidelijkere vorm weergeven van kennis voor de praktijk (toepassing, uitoefening).

Volwassenen: mensen van 18 tot 65 jaar.

(7)

Werkplaatsfunctie: een samenwerking tussen wetenschap en praktijk op de werkvloer (Kennis en kenniscentra in de GGZ.

Zorgprogramma: een samenhangend hulpaanbod, dat als kader gebruikt wordt bij de keuze door cliënt en hulpverlener van de ingrediënten van een individueel behandelplan.

Zorgcircuits: samenwerkingsverbanden tussen uiteenlopende (ggz- en andere) instellingen en andere zorginstellingen teneinde een bepaalde doelgroep goede zorg te kunnen bieden.

Zorgprofessionals: kenniswerkers die trachten relevante connecties te maken tussen wetenschappelijke inzichten, ervaringskennis, specifieke patiëntinformatie en het labyrint van organisatorische regels en procedures dat hun werk kenmerkt.

Zorgwerk: het managen van patiënttrajecten.

(8)

2. Afkortingen

2.1. Instellingen

2.2. Andere afkortingen

(9)

2.1 Instellingen

ACGG-N: Academisch Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Groningen-Noord

GGD: Gemeentelijke Geneeskundige Dienst

GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg, als zijnde de instelling

GGZ N: GGZ Nederland, geestelijke gezondheidszorg Nederland

ICES: Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking

NcGv: Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid

NIAD: Nederlands Instituut voor Alcohol en Drugs

NIDO: Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling

NIVEL: Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

NIZW: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn

NWO: Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

RGO: Raad Gezondheidsonderzoek

RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

SFN: Stichting Fobieclub Nederland

SSN: Schizofrenie Stichting Nederland

Ti: Trimbos-instituut

VWS: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport

ZonMw: Zorgonderzoek Nederland & Medische Wetenschappen van NWO

(10)

2.2 Andere afkortingen

APZ: Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis

CAD: Consultatie bureau voor Alcohol en Drugs

Ggz/ggz: geestelijke gezondheidszorg (de daadwerkelijke zorg)

KDI: kenniscreatie voor duurzame innovatie

KIS: kennisinfrastructuur

KJP: Kinder- en Jeugdpsychiatrie

MFE's: Multifunctionele Eenheden

mz: maatschappelijke zorg

oggz: openbare geestelijke gezondheidszorg

PAAZ: Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis

PTC: Psychotherapeutisch Centrum

RIAGG: Regionaal Instituut voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg

RIBW: Regionale Instelling voor Beschermd Wonen

RPC: Regionale Psychiatrische Centra

vz: verslavingszorg

(11)

3. Lijsten

3.1. Lijst van GGZ-instellingen, lid van GGZ Nederland

3.2. Lijst van (initiatieven voor) kenniscentra in de ggz

(12)

3.1 Lijst van GGZ-instellingen, lid van GGZ Nederland

GGZ-instellingen ingedeeld per provincie:

• Drenthe

o CAD1 Drenthe o GGZ Drenthe o RIBW2 Drenthe

• Flevoland

o Het Boschhuis

• Friesland

o GGZ Friesland

• Gelderland o GGNet

o RIBW Arnhem & Veluwe o RIBW Oost-Veluwe o Pompestichting o Stichting Radar

o Kinder- en Jeugdpsychiatrie Oost Nederland o Meerkanten – GGZ Flevo-Veluwe

o GGZ Nijmegen o De Gelderse Roos o De Grift – verslaafdenzorg o Ontwenningscentrum De Wending o Oldenkotte

o Kliniek Overwaal

• Groningen

o GGZ Groningen

o Ambulante Verslavingszorg Groningen o Accàre

• Limburg

o Vincent van Gogh Instituut o RIBW Heuvelland en Maasvallei

(13)

o CAD Limburg o Stichting Vijverdal o De Rooyse Wissel, FPI3

• Noord-Brabant

o GGZ Midden-Brabant o GGZ Westelijk Noord Brabant o GGZ Oost Brabant

o GGZ Regio Breda o GGZ Eindhoven o GGZ ’s-Hertogenbosch o PTC4 De Viersprong o Novadic verslavingszorg o Kentron verslavingszorg

o Medisch-Pedagogische Instellingen West Brabant

• Noord-Holland o Mentrum

o (AMC/)De Meren o GGZ Buitenamstel

o GGZ Noord-Holland Noord o De Geestgronden

o De Jellinek o Brijder Stichting o Streetcornerwork o Stichting ’t Kabouterhuis o Stichting de Regenboog

o Psychiatrisch Ziekenhuis Duin en Bosch o HVO/Querido

o Nederlands Psychoanalytisch Instituut o Triversum – Kinder en Jeugdpsychiatrie o RIBW PC Hooft

o RIBW Zaanstreek/Waterland en West-Friesland o RIBW Kennemerland/Amstelland en de Meerlanden o De Argonaut

o Paedologisch Instituut

o Stichting Volksbond Amsterdam

(14)

o RIAGG Midden Kennemerland

• Overijssel

o Jarabee – Jeugdzorg in Twente o RIAGG Zwolle

o Mediant – GGZ Oost- en Midden-Twente o RIAGG IJsselland

o Adhesie – GGZ Midden Overijssel o Zwolse Poort – Locatie Franciscushof o Stichting CAD Zwolle

o Tactus

o Trias Jeugdhulp

• Utrecht

o Symfora Groep o Pharos o Trajectum

o RIAGG Amersfoort & Omstreken o Eleos, stichting gereformeerde GGZ o Altrecht GGZ

o Dr. Henri van der Hoeven Stichting

o Arta-Lievegoedgroep – Antroposofische Psychiatrie o Vindicta – RIBW Midden en West Utrecht en Amersfoort o Centrum Maliebaan

o Sinaï Centrum

o Protestantse Christelijke Vereniging Jeugdzorg o Zonnehuizen Veldheim Stenia

• Zeeland

o Emergis

o Agogische Zorgcentra Zeeland

• Zuid-Holland

o RIAGG Midden Holland o RIAGG Rijnmond Noord West o Stichting De Hoop

o Stichting Woonbegeleiding Delft o RIBW Den Haag

(15)

o RIBW Midden Holland o Parnassia

o Robert Fleury Stichting o Rijngeest Groep o De Grote Rivieren o Bavo RNO Groep o Stichting Centrum ‘45 o Stichting Lindenhof o TBS-kliniek De Kijvelanden o Stek Jeugdzorg

o Trivium Jeugdzorg o Horizon Jeugdzorg

o Curium kinder- en jeugdpsychiatrie o De Jutters, centrum voor Jeugd GGZ o RMPI kinder- en jeugdpsychiatrie o GGZ Delfland

o DeltaBouman o GGZ Groep Europoort

Bron: http://www.ggznederland.nl/links/ggz/index.html 1 september 2003, aangepast n.a.v. recente ontwikkelingen

(16)

3.2 Lijst van (initiatieven voor) kenniscentra in de ggz

• Kenniscentra aangewezen door het ministerie van VWS o Kenniscentrum Eetstoornissen Nederland

o Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Psyche

o Stichting Impact Landelijk Kenniscentrum Psychosociale Zorg na Rampen o Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP) Accáre o MIKADO Kenniscentrum Interculturele Geestelijke Gezondheidszorg o Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie

o Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

• Ver ontwikkelde initiatieven voor kenniscentra o Kenniscentrum Schizofrenie

o Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen i.o.

o Kenniscentrum Rehabilitatie o Resultaten Scoren

o Expertisecentrum Phoenix

o Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid, UMC St. Radboud o Kenniscentrum voor de gevolgen van oorlog en geweld

o Kenniscentrum Autisme Nederland (KAN) o Kenniscentrum ADHD bij volwassenen o Centrum voor kennistransfer in de GGZ

o Pharos Kenniscentrum Vluchtelingen en Gezondheid

• Overige initiatieven

o Kenniscentrum Angst en Depressie i.o.

o Brabants Kenniscentrum Ervaringsdeskundigheid in de GGZ o Kenniscentrum Alzheimer Centrum Limburg

o Kenniscentrum Angststoornissen

o Stichting Kenniscentrum Zelfhulp (wellicht gefuseerd met BKE, 2e van boven) o Informatie- en ontwikkelingscentrum “Zelfhulpgroepen en verslavingen” (Ti) o Utafiti (forensische psychiatrie)

o Kenniscentrum Relationele problematiek

o De Grote Rivieren (conversiestoornissen/eerste psychosen/kenniscentrum autisme/ kenniscentrum vermaatschappelijking/ kenniscentrum schizofrenie en samenleving)

o Nederlands Psychoanalytisch Instituut

o N.PCR – Het gebruik van GGZ-voorzieningen/Casusregisters in Nederland o Neuropsychiatrie/Vincent van Gogh

(17)

o De Rode Loper (Centrum voor assessment, diagnostiek, behandeling, consultatie en onderzoek, voor mensen die lijden aan een chronisch psychotische stoornis)

o (Bovenregionaal) Kenniscentrum/werkplaats Arbeidsintegratie en Onderzoek Persoonlijkheidsstoornissen

o Productgroepen voor psychische stoornissen van stemming, angst, aandacht, persoonlijkheid en psychosen

Bron: interne mail van het Trimbos-instituut

(18)

4. Tabellen

4.1 Organigram Trimbos-instituut

(19)

4.1 ORGANIGRAM TRIMBOS-INSTITUUT

Informatiecentrum drs. A. de Jong

Personeel & Organisatie Mw. W. Buys MSM Voorlichting & PR

H. Maurits / H. Wychgel

Financiën, Administratie & Control R. van den Broek

Bedrijfsvoerders

Mw. drs. P.D. Geradts / Mr. M.A.G.M. Kok

Inkoop, Logistiek & Gebouwbeheer M. Grethe

Stafmedewerker Raad van Bestuur Mw. drs. S. Verstraaten

Informatie- & Communicatie Technologie E. Nederveen (a.i.)

Directie-/Stafsecretariaat C. van Nimwegen

Interview- & Datamanagement Mw. ir. B. Schaefer

Centrum Monitoring & Epidemiologie o.l.v. Mw. prof. dr. C. de Ruiter

Nationale Drug Monitor & Focal Point (NDM/FP) Mw. dr. M. van Laar

Epidemiologie (EPI) Mw. prof. Dr. W. Vollebergh

Drugs Informatie Monitoring Systeem (DIMS) dr. R. Niesink Opvang & Maatschappelijke Zorg (OMZ) Mw. prof. dr. J. Wolf Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG) Mw. prof. dr. C. de Ruiter

Centrum Preventie & Kortdurende Interventies o.l.v. dr. P. Cuijpers

Internationalisering (INT) drs. F. Trautmann

Landelijke Steunfunctie Preventie (LSP) Mw. drs. J. Blekman

Middelengebruik Jongeren (MIJO) J. Bevers

Vroegsignalering (VS) drs. E. Bohlmeijer

Diagnostiek en Behandeling (D&B) Mw. prof. dr. C. de Ruiter

Centrum Langdurige zorg o.l.v. dr. J. van Weeghel

Reïntegratie (REI) dr. H. Kroon

Ouderen (OUD) Mw. drs. J. de Lange

Centrum Beleid & Kwaliteit o.l.v. dr. J. Wennink

Programma's en Richtlijnen (P&R) drs. K. Blonk (a.i.) Raad van Bestuur:

Voorzitter, prof. dr. J.A. Walburg

(20)

5. Figuren

5.1 Kennisinfrastructuur GGZ en verslavingszorg, volgens Toekomst kennismanagement zorgsector – De positie van de aanbieder van kennis, H. Verburg.

5.2 Stakeholdersgroepen.

5.3 Samenhangende kenmerken

(21)

5.1 KENNISINFRASTRUCTUUR GGZ EN VERSLAVINGSZORG

*ZonMw, VWS en Trimbos-instituut.

Bron: Toekomst kennismanagement zorgsector De positie van de aanbieder van kennis H. Verburg, oktober 2003

COÖRDI- NATIE KENNIS- BELEID*

LANDELIJK KENNIS INSTITUUT

(Ti/GGZ N)

KENNIS- CENTRA

ACADEMISCHE WERKPLAATSEN

PRAKTIJK WERK- PLAATSEN KENNIS-

BELEID OVERHEID

(VWS)

cliënten verzekeraars

aanbieders

beroeps- vereni- gingen opleiding- en

nascholingsin- stituten universiteiten

ONDERZOEKS NETWERKEN

(ZonMw – GeestKracht)

(22)

5.2 Stakeholdersgroepen

9 19 146 16 714 18 12 17

3 95

54

193

36

58 14

287

9 19 14 6 16 14 7 18 12 17

3 95

54

193

36

58 14

287 L

M C P A O D U S B F V K I G Z R

Aanbieders

= Landelijk kennisinstituut

= Kennisbeleid overheid (VWS)

= Kenniscentrum

= Praktijk werkplaats

= Academische werkplaats

= Onderzoeksnetwerk

= Adviesorgaan

= Universiteit

= Opleiding- en/of nascholingsinstituut

= Beroepsvereniging

= Fonds

= Verzekeraar

= Cliënten- en/of familieverenigingen

= Instelling die geestelijke gezondheidszorg aanbiedt

= Instelling die meer algemene en preventieve zorg aanbiedt

= Belangenvereniging van zelfstandige/vrijgevestigde hulpverlener die zorg aanbiedt

= Branchevereniging

(23)

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450

KO KS KV KI KE KC

Fas e n in de k ennis cyc lus

Aantal

O T S 5.3 Samenhangende kenmerken

0 50 100 150 200 250 300 350

S T O

Betrokkenheid

Aantal

KC KE KI KV KS KO

De samenhang tussen de fasen in de kenniscyclus en de betrokkenheid van de stakeholders

KC = gehele kenniscyclus KE = kennisevaluatie

KI = kennisoverdracht & -implementatie KV = vertaling van kennis naar de praktijk KS = kennissynthese

KO = kennisontwikkeling

O = operationeel T = tactisch S = strategisch

(24)

6. Toelichtingen

6.1 NEMESIS onderzoek

6.2 Intramurale, extramurale en semi-murale zorg

6.3 Zorgcircuits

6.4 GeestKracht

6.5 Samenhang cannabisgebruik en schizofrenie

(25)

6.1 NEMESIS onderzoek

Algemene gegevens van het onderzoek

NEMESIS: Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study Bewerker: Trimbos-instituut

Geografische dekking: landelijk

Omvang: eerste meting: 7.076 personen

tweede meting: 5.618 personen

derde meting: 4.796 personen (deze zijn drie maal geïnterviewd) Leeftijdklassen: 18-64

Type bron: epidemiologisch bevolkingsonderzoek Periode: eerste meting: februari 1996-december 1996

tweede meting: februari 1997-januari 1998 derde meting: 1999

Type gegevens: ziekten en aandoeningen; kwaliteit van leven; determinanten, leefstijl;

determinanten, sociale omgeving

Opmerking: longitudinaal onderzoek naar psychische stoornissen

Bron: http://www.rivm.nl/vtv/data/bronnen/nemesis.htm, 20 mei 2004.

Een aantal uitkomsten van het onderzoek

Het percentage gediagnosticeerde psychische stoornissen onder de respondenten van het NEMESIS-onderzoek was 23,5% (jaarprevalentie). Dit betekent dat bijna één op de vier Nederlanders jaarlijks één of meerdere psychische stoornissen heeft. Van de volwassen Nederlanders met een psychische stoornis in het afgelopen jaar zoekt één op de drie professionele hulp. De meerderheid doet dat dus niet. Mensen met depressie of een angststoornis doen vaker dan gemiddeld een beroep op hulp, mensen met alcoholproblemen veel minder. Van degenen met meer dan één stoornis tegelijk zoekt ruim de helft hulp. Van de mensen die hulp zoeken wendt 80%

zich tot de eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, maatschappelijk werk, eerstelijns psycholoog). 45% van de hulpvragers gaat naar de ambulante geestelijke gezondheidszorg. 30% roept informele of alternatieve hulp in.

Opname in een psychiatrisch of ander ziekenhuis is zeldzaam (1%).

Psychische stoornissen komen bij mannen en vrouwen nagenoeg evenveel voor. Er is wél een sekseverschil wanneer gekeken wordt naar de specifieke stoornissen. Bij vrouwen komen angst- en depressieve stoornissen meer voor en bij mannen is er sprake van een overmaat aan stoornissen in middelengebruik en antisociale stoornissen.

Bron:http://www.rivm.nl/vtv/data/kompas/gezondheidstoestand/kvl/psych_func/psychfunc_omvaantal.htm &

http://www.rivm.nl/vtv/data/kompas/zorg/ggz/ggz_kort.htm, 20 mei 2004.

Persbericht 31-10-2003 “Uitkomsten NEMESIS-onderzoek gebundeld”

Utrecht, 30 oktober 2003. Vóór 1997 wist niemand hoeveel volwassen Nederlanders er leden aan een psychische

(26)

Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS) van het Trimbos-instituut, die tussen 1996- 1999 werd uitgevoerd en waarvan de diverse uitkomsten nu zijn gebundeld in de publicatie Psychische stoornissen in Nederland.

NEMESIS is het eerste grootschalige, landelijke onderzoek naar de geestelijke gezondheid van de algemene bevolking in Nederland. Het onderzoek werd in 1996, 1997 en 1999 uitgevoerd door het programma Epidemiologie van het Trimbos-instituut en is gebaseerd op een steekproef onder 7.076 personen. Het leverde een enorme hoeveelheid gegevens op, waar tot op de dag van vandaag beleidsmakers, professionals en onderzoekers hun voordeel mee doen. Het geeft niet alleen een beeld van de geestelijke gezondheid van de Nederlander tussen de 18 en de 65 jaar, maar ook van de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg, en van de vraagkant van de zorg. Door deze studie weten we nu dat psychische stoornissen veel voorkomen, dat zij vaak chronisch zijn, ernstige gevolgen kunnen hebben en dat ze een belangrijke plaats innemen op de lijst van de meest voorkomende ziekten, met depressie als belangrijkste voorbeeld.

In de publicatie Psychische stoornissen in Nederland, overzicht van de resultaten van NEMESIS wordt verslag gedaan van de manier waarop het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. Daarnaast worden de belangrijkste onderzoeksresultaten op een rij gezet, zoals die door het programma Epidemiologie en door anderen binnen en buiten het Trimbos-instituut de afgelopen jaren in artikelvorm of in specifieke publicaties naar buiten zijn gebracht. Aan bod komen onderwerpen als de mate waarin psychische stoornissen in de bevolking voorkomen, het ontstaan van nieuwe psychische stoornissen, het samengaan van verschillende psychische stoornissen, en de gevolgen ervan (functioneren en zorggebruik). Ook komt de betekenis voor de praktijk aan bod. Tenslotte wordt ook aandacht geschonken aan het grote belang van regelmatige monitoring van de geestelijke gezondheid van de bevolking om veranderingen in de psychische gesteldheid van de Nederlander zichtbaar te maken.

Vollebergh W.A.M., Graaf R. de, Have M. ten, Schoemaker C.G., Dorsselaer S. van, Spijker J., Beekman A.T.F, Psychische stoornissen in Nederland; overzicht van de resultaten van NEMESIS, Uitgave Trimbos-instituut, 2003.

Prijs 10 Euro. Te bestellen via 030-297 11 80. Bestelnummer AF0474.

Bron: http://www.trimbos.nl/default.asp?id=4580&date=1&back=1, 20 mei 2004

(27)

6.2 Intramurale, extramurale en semi-murale zorg

Intramurale of klinische zorg houdt in dat de cliënt zich binnen de muren van een kliniek bevindt voor behandeling, verpleging, zorg én verblijf. De gehele behandeling vindt binnen de kliniek plaats. Dit wordt alleen gedaan als het echt nodig is en niet anders kan. Het is niet goed bevonden om behandeling en verblijf te combineren als dat niet noodzakelijk is. Er zijn verschillende soorten klinieken, een psychiatrisch ziekenhuis, een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ), een verpleeghuis psychogeriatrie (voor ouderen met een psychische stoornis) en een medisch kindertehuis. Het psychiatrisch ziekenhuis bestaat in meerdere vormen (specialiteiten), als algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ), kinder- en jeugd psychiatrisch instituut, instelling voor verslavingszorg en als instelling voor tbs patiënten.

Extramurale of ambulante zorg is hier het tegenovergestelde van. Deze vorm van zorg houdt namelijk in dat de cliënt thuis blijft wonen en voor de zorg naar een kliniek gaat of iemand over de vloer krijgt. Hiervoor kan de cliënt terecht bij een regionaal instituut voor ambulante geestelijke gezondheidszorg (het RIAGG), de ambulante verslavingszorg, een polikliniek van een psychiatrisch ziekenhuis, een polikliniek van een PAAZ, een zelfstandig gevestigde psychiater en/of een zelfstandig gevestigde psychotherapeut.

Met semi-murale zorg tot slot worden alle tussenvormen bedoeld. Hierbij moet gedacht worden aan beschermd wonen, waar de cliënt wel in de gaten wordt gehouden, maar waar de behandeling en het verblijf wel gescheiden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The research conducted for this study, which had the intention of identifying a possible NHI option for South Africa, investigated three countries: Brazil, Spain and Germany, as well

Levine en White onderscheidden drie factoren die van invloed zijn op de mate van afhankelijkheid van andere partijen: (1) de toegang tot elementen buiten het eigen domein,

De waardering inzake legitieme macht alsmede invloed uitoefenen via waardering/afdwingbaarheid toegewezen aan de Algemeen Directeur bij organisatie A en de Algemeen Directeur

De bloedtoevoer wordt hierdoor afgesloten en de prostaat wordt geleidelijk aan kleiner waardoor naar verwachting het plassen verbetert en eventueel het bloeden stopt.. U wordt voor

ontstekingsremmende medicijnen van het type NSAID (bijvoorbeeld Diclofenac, naproxen, ibuprofen….) Als u bloedverdunners gebruikt die gecontroleerd worden door de trombosedienst meld

In de het eerste deel werd door drie inleiders vanuit verschil- lende invalshoeken hun visie op de consultfunctie bin- nen de klinische chemie gedeeld met de deelnemers..

They are used in the fabrication of a growing range of devices such as transducers (such as ultrasonic acoustic wave), actuators (microfludic pump), pressure sensor

Heeft u een CIZ-indicatie voor langdurige zorg (WLZ), komt u volgens het CIZ in aanmerking voor intramurale zorg én is er binnen De Leyhoeve een Zorgsuite voor u