• No results found

Vraag nr. 47 van 6 december 1995 van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 47 van 6 december 1995 van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 47

van 6 december 1995

van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE BLOSO Brussel – Werking

Sinds jaar en dag is er een probleem met de werking van Bloso in Brussel.

Enige tijd geleden werd door de voorzitter van Bloso een breed debat aangekondigd over de werking van zijn instelling in het Hoofdstedelijk Gewest.

Wellicht zijn ter zake initiatieven genomen, die mij ech-ter niet bekend zijn.

Wat zijn die eventuele initiatieven geweest en wat zijn de mogelijke knelpunten die Bloso in Brussel onder-vindt ?

Antwoord

De opmerking van het Vlaams parlementslid dat er "sinds jaar en dag een probleem is met de werking van Bloso in Brussel" is verwonderlijk, aangezien hijzelf jarenlang voorzitter (1992-1995) was van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en dus verantwoorde-lijk voor onder andere de sport in Brussel. Wij gaan ervan uit dat, indien er problemen zouden geweest zijn, er zeker contact zou opgenomen zijn door de VGC met Bloso. Dit is niet gebeurd.

Wij zijn ook niet op de hoogte van het door de voorzit-ter van de raad van bestuur van Bloso aangekondigde brede debat over de werking van Bloso in het Ho o f d-stedelijk Gewest.

Het Bloso werkt op twee vlakken. Er moet een onder-scheid worden gemaakt tussen wat het Bloso zelf onderneemt en wat het Bloso ondersteunt (financieel, logistiek, enz. ...). Wat de eigen Bloso-werking in Brus-sel betreft zijn twee initiatieven te vermelden. Het Bloso organiseert sinds 1988 initiatie en vervolmakin-gen tennis op de eivervolmakin-gen Bloso-infrastructuur te Ander-lecht. De Bloso-jeugdsportcampagne "Als het kriebelt, moet je sporten", werd in heel Vlaanderen en dus ook in Brussel gevoerd.

In samenwerking met Bloso werden door de VGC in het kader van deze actie, specifieke Brusselse activitei-ten (de Stadskriebels) georganiseerd op 17 april 1994 en op 21 mei 1995. De Stadskriebels hebben dit jaar plaats op 12 mei 1996. De VGC heeft ook meegewerkt aan Bloso-initiatieven zoals Jeugdsportival in Hofstade en de Seniorensportdag in Leuven.

In de begroting 1994, 1995 en 1996 werden steeds kre-dieten uitgetrokken voor de sportpromotie in Brussel. Tevens worden activiteiten (onder andere sportkam-pen) van de VGC gesubsidieerd. Er valt eveneens op te merken dat sportactiviteiten georganiseerd door de VGC, in het kader van de Sport+ acties, door het Bloso worden verzekerd.

Het Bloso heeft de indruk dat van al deze mogelijkhe-den geen maximaal gebruik wordt gemaakt. Indien er problemen zouden zijn, dan zijn die dus zeker niet door het Bloso veroorzaakt.

Nochtans zijn ook wij ervan overtuigd dat de samen-werking moet kunnen verbeteren. Daarom heeft de Bloso-administratie onmiddellijk gereageerd toen, in de schoot van de Vlaamse administratie, een gemengde ambtelijke commissie Brussel werd opgericht. Op basis van de voorstellen van het Bloso en van de VGC werd uiteindelijk door het Bloso volgende definitieve tekst overgemaakt voor het eindrapport (knelpunten, haal-baarheid en prioriteiten).

1. Knelpunten. 1. Overleg

Met betrekking tot een Brussels sportbeleid dient overleg tussen het Bloso en de VGC t o t stand gebracht te worden. De Vlaamse regering delegeerde immers de bevoegdheid over het Vlaams sportbeleid aan het Commissariaat-generaal voor de Sport (Bloso) bij dec reet bestuurlijk beleid van 12 december 1990. Tot nu toe waren er alleen gesprekken tussen personen, maar geen structureel overleg omdat daar geen decretale basis voor was.

Met de goedkeuring van het decreet van 5 april 1995 op de subsidiëring van promotionele activi-teiten van de gemeenten, de provincies en de VGC, wordt dit kader gecreëerd.

Op dit ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan de uitvoeringsbesluiten.

2. Tekort aan infrastructuur

In tegenstelling tot andere grootsteden kampt Brussel met een tekort aan sportinfrastructuur en groene ruimte. Bovendien is het grootste deel van de sportinfrastructuur in handen van de gemeenten. Het gebruik ervan door Nederlands-talige sporters, individueel of in clubverband, wordt vaak bemoeilijkt.

Op korte termijn zullen een aantal zaken moe-ten worden gerealiseerd, maar ook van de bestaande infrastructuur moet maximaal gebruik worden gemaakt.

De opmaak van een inventaris van de bestaande noden is een noodzaak.

3. Brusselse vertegenwoordiging

In allerlei sport- en adviesorganen zoals Bloso en de Hoge Raad voor de Sport zal gestreefd worden naar een Brusselse vertegenwoordiging. Deze bekommernis is echter van politieke aard en moet het onderwerp z ijn van politieke besprekingen en is als dusdanig geen onderwerp van overleg op ambtelijk niveau.

Mogelijk ontstaat uit het decreet van 5 april 1995 een nieuwe dynamiek op dit vlak.

2. Haalbaarheid en prioriteiten

1. Er moet structureel overleg tot stand gebracht worden tussen het Bloso en de VGC.

2. Er moet een inventaris opgemaakt worden van de noden op het gebied van de infrastructuur en

(2)

op korte termijn moeten een aantal kleinschali-ge projecten worden kleinschali-gerealiseerd.

3. Binnen het Bloso wordt een cel Brussel opge-richt die zich met de Brusselse sportproblema-tiek zal bezighouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hier- bij werden een aantal objectieve parameters gehan- teerd, met name aantal bewoners in grootstad/nood- woongebieden, inkomensverdeling, aantal

Heeft de minister reeds concrete initiatieven genomen om op relatief korte termijn tot een gezamenlijk initia- tief van de Vlaamse en Nederlandse regering te

In alle publikaties van het Vlaams Parlement wordt, telkens wanneer een persoon wordt vermeld, steeds de voornaam voor de naam voluit geschreven3. Met de "voornaam" wordt

Deze laatste bepaling heeft tot doel dat ook de Vlaam- se regering een zelfde richtlijn zou uitvaardigen voor de eigen publikaties en die van de administraties.. Heeft de minister

Gezien de draagwijdte van de vragen en de gesprekken die ik hierover nog in de Vlaamse regering zal voeren, zal op een latere datum een antwoord

Het gesprek over de diverse functies van de infrastruc- tuur moet globaal worden gevoerd, niet alleen omdat het onvermijdelijk over veel geld gaat, maar ook omdat de keuzes die

In haar beleidsbrief "Vlaanderen en zijn hoofdstad Brussel" stelt de minister dat er een dialoog moet op gang worden gebracht over het statuut en de werking van

Zij is van oordeel dat het driemaandelijks rapport over de toepassing van de taalwetgeving in de Brusselse OCMW's, zoals overeengekomen in de regeringsver- klaring van het