Gegevensverwerking in het kader van de opsporing. Toepassing van datamining ten behoeve van de
opsporingstaak: afweging tussen het opsporingsbelang en het recht op privacy.
Sietsma, R.
Citation
Sietsma, R. (2007, January 10). Gegevensverwerking in het kader van de opsporing. Toepassing van datamining ten behoeve van de
opsporingstaak: afweging tussen het opsporingsbelang en het recht op privacy. SDu Uitgevers, Den Haag. Retrieved from
https://hdl.handle.net/1887/8599
Version: Corrected Publisher’s Version
License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded
from: https://hdl.handle.net/1887/8599
Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).
Nationaal Pr ogramma Inf ormatietechnologie en Recht
80
Gegevensverwerking
in het kader van de
opsporing
Toepassing van datamining ten
behoeve van de opsporingstaak:
afweging tussen het opsporings-
belang en het recht op privacy
Ruben Sietsma
Gegevensverwerking in het kader van de opsporing
Ruben SietsmaGegevensverwerking is voor de (justitiële) politietaak van essentieel belang. Informatiegaring richt zich in toenemende mate op elektronische gegevensverzamelingen, hetgeen de mogelijkheid biedt informatie snel- ler en efficiënter te verwerken dan voorheen het geval was. Het huidige kabinetsbeleid heeft geresulteerd in een toename van de mogelijkheden en bevoegdheden inzake gegevensverwerking door opsporingsinstanties en veiligheidsdiensten, teneinde in een veranderende maatschappij hun werk te kunnen blijven doen. Hierbij speelt de toepassing van geavan- ceerde hulpmiddelen als datamining een steeds belangrijker rol.
In het kader van de bestrijding van terroristische acties lijken nauwelijks nog beperkingen te gelden voor het verwerken van informatie over personen, verdacht dan wel onverdacht. Het is de vraag in hoeverre dergelijke ruime mogelijkheden tot de verwerking van informatie en daarmee mogelijk gepaard gaande inbreuken op de privacy wenselijk en toelaatbaar zijn. De maatschappelijke ontwikkelingen nopen de wetgever tot het vinden van een balans tussen het effectief waarborgen van de veiligheid van de burger enerzijds en de bescherming van de privacy van diezelfde burger anderzijds. Dit onderzoek beoogt duidelijkheid te scheppen omtrent de mogelijkheden en onmogelijkheden van de verwerking van gegevens in het kader van de opsporingstaak. Daartoe is onder meer voor het gebruik van datamining onderzocht wat er binnen de grenzen van de juridische en maatschappelijke kaders wenselijk en mogelijk is.
F U N D A M E N T E E L
80
omslag.80 30-10-2006 13:14 Pagina 1
Gegevensverwerking
in het kader
van de opsporing
Toepassing van datamining
ten behoeve van de opsporingstaak:
afweging tussen het opsporingsbelang
en het recht op privacy
r u b e n s i e t s m a
Geg e v ens v e rw erking in het k ader v an de opspor ing ruben si et s m a
Gegevensverwerking is voor de (justitiële) politietaak van essentieel belang. Informatiegaring richt zich in toenemende mate op elektro- nische gegevensverzamelingen, hetgeen de mogelijkheid biedt infor- matie sneller en efficiënter te verwerken dan voorheen het geval was.
Het huidige kabinetsbeleid heeft geresulteerd in een toename van de mogelijkheden en bevoegdheden inzake gegevensverwerking door opsporingsinstanties en veiligheidsdiensten, teneinde in een verande- rende maatschappij hun werk te kunnen blijven doen. Hierbij speelt de toepassing van geavanceerde hulpmiddelen als datamining een steeds belangrijker rol.
In het kader van de bestrijding van terroristische acties lijken nauwe- lijks nog beperkingen te gelden voor het verwerken van informatie over personen, verdacht dan wel onverdacht. Het is de vraag in hoeverre dergelijke ruime mogelijkheden tot de verwerking van informatie en daarmee mogelijk gepaard gaande inbreuken op de privacy wenselijk en toelaatbaar zijn. De maatschappelijke ontwikkelingen nopen de wetgever tot het vinden van een balans tussen het effectief waarborgen van de veiligheid van de burger enerzijds en de bescherming van de privacy van diezelfde burger anderzijds. Dit onderzoek beoogt duidelijk- heid te scheppen omtrent de mogelijkheden en onmogelijkheden van de verwerking van gegevens in het kader van de opsporingstaak.
Daartoe is onder meer voor het gebruik van datamining onderzocht wat er binnen de grenzen van de juridische en maatschappelijke kaders wenselijk en mogelijk is.
omslag.80 30-10-2006 13:14 Pagina 2