• No results found

Inleiding Astrofysica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding Astrofysica"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding Astrofysica

Hoorcollege VII

28 oktober 2019

(2)

Praktische zaken

n Inkijkmoment deeltentamen

Een tijdstip om de nagekeken deeltentamens in te kijken zal binnenkort bekend worden gemaakt.

n Voorbereiding op het tentamen

Vergeet je niet in te schrijven voor het tentamen.

Het tentamen test je kennis over alle onderwerpen die we in IAF hebben behandeld, dus ook de onderdelen die tijdens het deeltentamen aan bod zijn gekomen.

(3)

Samenvatting hoorcollege VI

n

Ontstaan van planeten

n

Dateren van het zonnestelsel

n

Atmosferen van planeten

n

Temperatuur van planeten

n Evenwichtstemperatuur

n Broeikaseffect

n Energie uit samentrekken

(4)

Vorming van het zonnestelsel

(5)

Chemische differentiatie

De protoplaneten zijn vloeibaar en zware atomen zakken naar het centrum: chemische differentiatie.

De planeet koelt af terwijl de chemische differentiatie zorgt voor een gasrijke atmosfeer. Deze kan ook weer veranderen door chemische processen.

Aarde: waterstof, helium, methaan en ammoniakwater en koolstofdioxidestikstofstikstof en zuurstof (nu).

(6)

Temperaturen in het zonnestelsel

De temperatuur aan het oppervlak van een planeet hangt af van de afstand tot de Zon en de albedo A, i.e.

hoeveel straling wordt gereflecteerd.

De geabsorbeerde energie warmt een snel roterende planeet op tot een evenwichtstemperatuur TP

Venus is veel warmer vanwege het broeikas effect en Jupiter is warmer doordat de planeet nog steeds samentrekt.

T

P

≈ 279K (1-A)

1/4

r 1AE

⎝ ⎜ ⎞

⎠ ⎟

−1/2

(7)

Vragen?

(8)

Onderwerpen vandaag

n Restafval in het zonnestelsel

n Detectie van exoplaneten

n Sterren

n Fysieke eigenschappen

n Dubbelsterren

n Herzsprung-Russel Diagram

(9)

Vraag:

Waarom hebben kometen twee staarten?

Kometen

(10)

Kometen hebben twee staarten

(11)

Het restafval

(12)

Asteroïdengordel

Asteroïden: rots- en metallische objecten tussen Mars en Jupiter

(13)

Asteroïdengordel

(14)

Vraag:

De kleinste asteroïden die we direct kunnen waarnemen hebben een diameter van ~1km.

Hoe weten we dat er nog heel veel kleinere asteroïden zijn?

Ruimtegruis

(15)

Veel gruis

Dankzij impact kraters op grotere asteroïden weten we echter dat er heel veel kleinere asteroïden moeten zijn.

(16)

Veel gruis

(17)

Trans-Neptunische Objecten

Trans-Neptunische Objecten (TNOs): ijs- en rotsachtige objecten voorbij de baan van Neptunus.

Gerard Kuiper (1951): de TNOs zijn ook een restant van de vorming van het Zonnestelsel. We verwachten veel TNOs in een ring met 30 < a < 50 AE: de zogenaamde Kuipergordel.

Pluto, Charon

(18)

Kuipergordel

Figuur 11.5 3:2 en 2:1 resonantie met Neptunus

(19)

Objecten in de Kuipergordel

(20)

Kometen

Als we een TNO-achtig object van ~1km doorsnede op een afstand van 4 AE van de Zon brengen, dan zal het ijs aan het oppervlak beginnen te sublimeren.

(21)

Rosetta: close-up van een komeet

(22)

Twee soorten kometen

Kort-periode kometen verliezen na ongeveer 105 jaar al het ijs. We hebben dus een bron van kometen nodig: de Kuipergordel.

Maar sommige kometen hebben retrogade banen: deze komen uit de Oortwolk (a~50000 AE).

(23)

Oortwolk

(24)

Bezoek van ver: ʻOumuamua

De baan en hoge snelheid (25 km/s) van de in 2017 ontdekte asteroïde (of komeet) 1I/2017 U1 (230x35x35m) suggereert dat deze van buiten ons zonnestelsel komt.

(25)

Vragen?

(26)

Detectie van exoplaneten

(27)

Waarom heeft het zo lang geduurd?

Vraag:

Waarom is vinden van exoplaneten

lastig?

(28)

Waarom heeft het zo lang geduurd?

De planeten stralen zelf nauwelijks licht uit ➙ miljoenen/miljarden keren zwakker dan moederster.

LJupiter

LZon = A 4

RJupiter a

⎝⎜ ⎞

⎠⎟

2

≈ 4 ×10−9

Gereflecteerd optisch licht door Jupiter:

Maar in het ver-infrarood:

LJup

LZonRJup2 RZon2

TJup

TZon ≈ 3×10−4

(29)

Directe waarneming

Direct Imaging: het direct waarnemen van een exoplaneet vergt heel scherpe foto’s (adaptieve optiek) en onderdrukking van het sterlicht (coronograaf)

Frans Snik & Christoph Keller

(30)

Effecten van zwaartekracht

De planeet en de ster draaien om hun gemeenschappelijk massa middelpunt: de positie en radiële snelheid variëren. Dit is in principe meetbaar!

0.001 boogseconde op 10 parsec…

(31)

Variatie in radiële snelheid

V

ster

V

planeet

= M

planeet

M

ster

Baansnelheid van de Zon door de zwaartekracht van Jupiter: 13 m/s.

Dit is meetbaar (huidige limiet ~1m/s). Maar het effect van de Aarde op de Zon is slechts 9 cm/s: veel te klein…

(32)

Transit methode

Transit methode: als de oriëntatie van de planeetbaan precies goed is zien we de planeet voor de ster langs schuiven ➙ een planeetovergang (=transit)

ΔF

F = R

planeet2

R

ster2

(~0.01 in het geval van Jupiter en de Zon)

(33)

Detectie van exoplaneten

De eigenschappen van de exoplaneten die zijn ontdekt hangen sterk af van de detectiemethode.

(34)

Transits met korte periodes

Vraag:

Waarom zien we vooral transits van

planeten die dicht bij de ster staan?

(35)

Transit methode

TRAPPIST-1: 7 aardachtige planeten!

De combinatie van de transit methode en Doppler methode geeft de grootte en massa van een planeet ➙ gemiddelde dichtheid (is de planeet rotsachtig of gasachtig?)

(36)

Op jacht naar planeten

Het doel van de Multi-site All-Sky CAmeRA (MASCARA) is om de helderste (V=4-8 mag.) exoplaneetovergangen te vinden.

Ignas Snellen

(37)

Verscheidenheid aan exoplaneten

(38)

Het zonnestelsel in perspectief

Waar we exoplaneten kunnen detecteren, worden ze ook gevonden!

• 1 op de 10 sterren heeft een gasreus zoals Jupiter

• 1 op de 3 sterren heeft een planeet zoals Neptunus

• De meeste sterren hebben rotsachtige planeten.

Maar de meeste exoplaneetsystemen zijn heel anders dan ons zonnestelsel. Dus een exacte kopie van ons zonnestelsel is waarschijnlijk wel zeldzaam.

(39)

Leefbare planeten

(40)

Teken van leven?

De samenstelling van de Aardse atmosfeer verraadt biologische activiteit. Kunnen we dit in de toekomst ook op exoplaneten waarnemen?

(41)

Vragen?

(42)

Eigenschappen van sterren

Vraag:

Waarom varieert de lichtkracht van

sterren?

(43)

Eigenschappen van sterren

Temperatuur [K]

Lichtkracht [L ]

Hoe zou de figuur er uit zien als we de lichtkracht van sterren plotten als functie van temperatuur (of kleur, straal, etc.)?

(44)

Eigenschappen van sterren

Temperatuur [K]

Lichtkracht [L]

Temperatuur [K]

Lichtkracht [L]

Temperatuur [K]

Lichtkracht [L]

Temperatuur [K]

Lichtkracht [L]

(45)

Eigenschappen van sterren

Als we een aantal bekende sterren in de figuur plotten krijgen we onderstaand figuur…

(46)

Een representatief sample

De “bekende” sterren vormen geen representatief sample: beschouw sterren in een bepaald volume.

(47)

De hoofdreeks

De meeste sterren liggen op een nauwe reeks: de hoofdreeks. Stefan-Boltzmann ➙ lijnen van constante straal ➙ sterren hebben niet allemaal dezelfde grootte.

(48)

Hertzsprung-Russel diagram

Rode reuzen

De plot van absolute magnitude tegen kleur (oorsponkelijk:

spectraaltype) heet het Hertzsprung-Russel diagram (HR diagram): niet alle sterren liggen op de hoofdreeks.

Figuur 14.2

(49)

Eigenschappen van sterren

Vraag:

Hoe kunnen we de massa en grootte

van sterren bepalen?

(50)

Hoe zwaar zijn sterren?

We kunnen de massa’s van sterren bepalen door middel van de 3e wet van Kepler.

Voor sterren die om een gezamenlijk massamiddelpunt draaien:

som van de massa’s

M

A

+ M

B

= 4 π

2

G

a

3

P

2

(51)

Het belang van dubbelsterren

Als er in plaats van planeten hele zware objecten vormen die zelf sterren zijn? In dat geval kunnen hun banen het impulsmoment voor hun rekening nemen.

(52)

Het belang van dubbelsterren

De meeste sterren hebben één of meerdere partners.

Hoe zwaarder de sterren, hoe waarschijnlijker dat ze een dubbelster (of met meer dan 2 sterren) zijn.

(53)

Het belang van dubbelsterren

De meeste sterren hebben een of meerdere partners.

Dubbelsterren zijn ideaal om massa’s te meten. Deze worden geclassificeerd op grond van de detectie methode:

• Visuele dubbelster: de sterren zijn afzonderlijk te zien met een telescoop en ze volgen een baan om het massamiddelpunt. De afstanden tussen de sterren zijn groot, en dus ook de periodes.

• Spectroscopische dubbelster: De afzonderlijke sterren zijn niet zichtbaar, maar de spectraallijnen oscilleren door de variatie in radiële snelheid; makkelijker als de variatie in snelheid groot is ➙kleine afstanden/korte periodes.

• Eclipserende dubbelster: (ook wel bedekkingsveranderlijke) het baanvlak ligt langs de gezichtslijn en de sterren bedekken elkaar regelmatig waardoor de flux afneemt ➙kleine afstanden/korte periodes

(54)

Visuele dubbelster

Sirius is een visuele dubbelster met Sirius A: LA=26L en TA=9900K. De tweede ster is heel heet, TB=24800K, maar LB=0,024L RB/RA=0,0048➙RB=0.92R!

Sirius B is een witte dwerg.

(55)

Visuele dubbelster

De periode van het Sirius systeem is P=50,05 jaar met halflange as a=19,78 AE ➙ MA+MB=3,09M. Om de individuele massa’s te bepalen moeten het massa middelpunt vinden, want MA/MB=aA/aB.

Dit geeft MA/MB=aA/aB=2.2 ➙ MA=2.12M en MB=0,97M! De dichtheid ϱB=2000kg/cm3. Ongelooflijk hoog!

Figuur 13.7: we kunnen de variatie in positie aan de hemel meten

(56)

Eclipserende dubbelsterren

In dit geval is de inclinatie ~90°en kunnen we ook de straal van de sterren bepalen. Net als in het geval van exoplaneten zijn dit erg nuttige systemen.

Figuur 13.9

(57)

Het belang van dubbelsterren

Dubbelsterren zijn dus bijzonder belangrijk voor ons begrip van de eigenschappen van sterren:

• massa bepalen (radiële snelheden)

• straal bepalen (eclipserende sterren)

Bovendien kunnen ze elkaars evolutie beïnvloeden door massa over te brengen in late fases ➙ kernreacties die in normale sterren niet mogelijk zijn.

(58)

Vragen?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door het dopplereffect vindt bij de lijnen van het spectrum van deze sterren tegelijkertijd roodverschuiving en blauwverschuiving plaats.. In het vervolg van de opgave nemen we aan

Als de ene ster een hele cirkel aflegt, moet de andere ster dat ook doen. 7

With this article, we wish to contribute to the discussion by reporting on the academic language ability of one group of first-year students at a South African university,

De baan-snelheid van een planeet verandert zodanig dat in gelijke tijdsintervallen de oppervlakte, bestreken door de voerstraal tussen Zon en planeet, gelijk is.

De schijnbare helderheid of flux is de ontvangen hoeveelheid energie (per oppervlakte eenheid) van een object, per interval van tijd. De intrinsieke helderheid of lichtkracht L van

• Botsingsverbreding: als de dichtheid te groot is zodat we atomen niet meer als geïsoleerde systemen kunnen zien. De energieniveaus veranderen door het elektrische veld van

Als een planeet heel langzaam roteert, dan wordt alleen een oppervlak Σ verhit en zal dit oppervlak met een andere temperatuur stralen (als er geen atmosfeer is):. Dit is de

Andersom kan, als de lichtkracht en effectieve temperatuur bekend zijn, de straal van het object bepaald worden.. Deze formule geeft de scherpte (resolutie) van een telescoop