• No results found

Inleiding Astrofysica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding Astrofysica"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding Astrofysica

Hoorcollege II

16 september 2019

(2)

Samenvatting hoorcollege I

n Praktische aspecten:

n aangemeld op Blackboard?

n Overzicht van ontwikkelingen in de moderne sterrenkunde en de link met de natuurkunde.

n Zelf lezen: Geschiedenis van oude Grieken tot begin van moderne sterrenkunde.

n Op de website/blackboard vind je een link naar een document met voorbeeldvragen. Een aantal van deze vragen zal op het (deel)tentamen worden gesteld.

(3)

Wat moeten we meten?

Vraag:

Wat is het belang van Galileo Galilei’s

waarnemingen van Jupiter en Venus?

(4)

Wetenschappelijke methode

Betere waarnemingen

Aanpassingen van de theorie

• Maar hoe moeten we de theorie aanpassen?

• Hoe beslissen we welke theorie beter is?

(5)

Renaissance: heliocentrisch model

Galilei (1564-1642): waarnemingen met een telescoop die het heliocentrisch model direct ondersteunden (i.p.v. een model waarmee het eenvoudiger rekenen was).

Manen van Jupiter Kraters op de maan

(6)

Renaissance: heliocentrisch model

Waarneming van de fase en schijnbare grootte van Venus

Figuur 2.15

(7)

Renaissance: heliocentrisch model

De relatie tussen de fase en schijnbare grootte van Venus kan eenvoudig worden verklaard in het heliocentrisch model!

Figuur 2.16

(8)

Wat moeten we meten?

Vraag:

Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een hemellichaam die we willen weten?

Hoe kunnen we die eigenschappen bepalen?

(9)

Onderwerpen vandaag

n Parallax

n Wetten van Kepler

n Eigenbeweging

n Getijdewerking

n Theorie van de zwaartekracht

(10)

Astronomische Eenheid

De baan van de Aarde om de Zon is bijna een cirkelbaan (eccentriciteit e=0.017)

De gemiddelde afstand tussen de Aarde en de Zon is ongeveer de astronomische eenheid (AE; sinds 2012 gedefinieerd) en bedraagt: 149 597 870 700 m.

Dit is de natuurlijke eenheid van lengte in de sterrenkunde, omdat het bepaalt hoe de parallax en afstand gerelateerd zijn.

(11)

Parallax

𝜋

(12)

Parallax

παράλλαξις = afwisseling in schijnbare positie van een object als gevolg van de baan van de Aarde om de Zon (§13.1)

Hoe groter de afstand d tot de ster, hoe kleiner de parallax 𝜋.

Figuur 2.23

(13)

Parallax

De hoeken zijn zo klein dat tan(𝜋)~ 𝜋:

De afstand van een object met parallax van een boogseconde is een parsec.

d = a π ['']

180°

π [rad]

⎝ ⎜ ⎞

⎠ ⎟ 3600'' 1°

⎝ ⎜ ⎞

⎠ ⎟ = 206265[AU]

π ['']

Figuur 2.23

(14)

Parallax

De meest nabije ster, Proxima Centauri, heeft een parallax van 0.77”: d=270 000 AU=1.3 parsec.

De hoeken zijn piepklein voor de meeste sterren in de Melkweg.

Afstanden zijn heel lastig te meten! Maar niet onmogelijk.

(15)

Gaia missie

De GAIA (Global Astrometric Interferometer for Astrophysics) satelliet (2013-2022) meet de posities en afstanden tot ongeveer een miljard sterren met een nauwkeurigheid van ongeveer een tien miljoenste boogseconde (0.000001’’).

Kijk ook: https://www.youtube.com/watch?v=m1ZNSPrH0q8

(16)

Gaia missie in Leiden

Anthony Brown leidt de dataverwerking van de Gaia missie.

(17)

Gaia missie in cijfers

DR2: metingen voor 1.7 miljard sterren

(18)

Gaia missie in een oogopslag

DR2: metingen voor 1.7 miljard sterren

(19)

Een grote stap voorwaarts

(20)

Het begin van de astrofysica

Kepler (1571-1630) Newton (1642-1727) Brahe (1546-1601)

Data Analyse Natuurkunde

(21)

Van Newton naar Einstein

F !"

= −G Mm

r 2 ˆr

Eenheidsvector in radiële richting

• Waarom een kwadratische afhankelijkheid?

• Hoe wordt de kracht overgebracht?

• Is m dezelfde als in de 2

e

wet van Newton?

(22)

1 e wet van Kepler

Planeten bewegen zich in elliptische banen rond de Zon, waarbij de Zon in een van de brandpunten staat.

Figuur 2.17

(23)

Newton: Banen zijn kegelsneden

e=0 0<e<1

e=1 e>1

Figuur 3.5

(24)

1 e wet van Kepler

De 1e wet van Kepler is het speciale geval van gesloten banen: e<1. In dit geval komt e overeen met de eccentriciteit van een ellips.

De eccentriciteit is de verhouding van afstand tussen de brandpunten van de ellips en de lengte van de lange as.

(25)

Vraag:

Hoe vergelijken de periodes?

De wetten van Kepler

(26)

2 e wet van Kepler: perkenwet

De baan-snelheid van een planeet verandert zodanig dat in gelijke tijdsintervallen de oppervlakte, bestreken door de voerstraal tussen Zon en planeet, gelijk is.

Figuur 2.18

(27)

Newton: snelheid moet variëren

Twee banen met dezelfde lange as, maar met verschillende eccentriciteit.

r

peri

= a(1− e) v

peri

= GM a

1+ e 1− e , r

ap

= a(1+ e) v

ap

= GM

a

1− e 1+ e

perihelion aphelion

(28)

Behoud van impulsmoment

De baan-snelheid van een planeet verandert zodanig dat in gelijke tijdsintervallen de oppervlakte, bestreken door de voerstraal tussen Zon en planeet, gelijk is.

Gevolg van:

Zwaartekracht is naar het centrum gericht

Behoud van impulsmoment:

Equivalent aan de 2e wet van Kepler

L !"

≡ r "

× p !"

(29)

Van Newton naar Kepler

Het kwadraat van de omlooptijd P van een planeet is evenredig met de derde macht van haar halve lange as a.

Dit kunnen we eenvoudig afleiden voor cirkelbanen met de zwaartekrachtswet van Newton:

M MZon

⎝⎜⎜ ⎞

⎠⎟⎟ P jaar

⎝⎜ ⎞

⎠⎟

2

= a

A.E.

⎝⎜ ⎞

⎠⎟

3

(30)

Beweging ➙ Weegschaal

In ons zonnestelsel M+m ≈ M want MJupiter/M<10-3.

P

2

= 4 π

2

G(M + m) a

3

M = 4 π

2

a

3

GP

2

(31)

3 e wet van Kepler

P2 = 4π2

GMZon a3 P2 = 4π2

GMJup a3

Figuur 2.19

(32)

Massa van de Zon

Handige eenheid van massa: M=1.989x1030 kg

M = 4 π

2

a

3

GP

2

(33)

Vraag:

Een object rond een ster met massa 2M

heeft een periode van 2 jaar.

Wat is de gemiddelde afstand van dit object tot de ster?

De wetten van Kepler

(34)

Snelheid versus zwaartekracht

D

Sag A*

=7940 pc P

S2

=16,052 jaar a

S2

=0.1254”

M Sag A* =?

(35)

Snelheid versus zwaartekracht

Hoorcollege XI

(36)

Eigenbeweging van sterren

De Ster van Barnard (𝜋=0.547”) is de ster met de grootste schijnbare eigenbeweging: 10,36 boogseconden per jaar!

(37)

Eigenbeweging van sterren

Sterren staan niet stil: de (relatieve) posities van sterren veranderen door hun eigenbeweging (§19.3).

Figuur 19.9

(38)

Eigenbeweging van sterren

De schijnbare eigenbeweging (proper motion) μ hangt af van de snelheid van de ster vt in het hemelvlak en de afstand d:

In handige “sterrenkundige eenheden”:

µ = v

t

d

v

t

km/s = 4.74 d pc

⎝ ⎜ ⎞

⎠ ⎟ µ ''/ jaar

⎝ ⎜ ⎞

⎠ ⎟

(39)

De sterrenhemel verandert

Combinatie van snelheden en postities ➙ massa en opbouw van onze Melkweg (https://sci.esa.int/s/wKmgVr8)

(40)

Toekomst van Orion

de komende 450,000 jaar voor het sterrenbeeld Orion

(https://sci.esa.int/s/8gqpZmw)

(41)

Groepen van sterren

https://sci.esa.int/s/AlqpXgw

(42)

Hogesnelheidssterren

Sommige sterren worden met hoge snelheid weggeslingerd door het zwarte gat in het centrum van de Melkweg.

Elena Rossi

(43)

Effecten van de zwaartekracht

De zwaartekracht bepaalt niet alleen de baan van een object: een bolvormig object wordt vervormd door de zwaartekracht van naburige objecten: getijdewerking.

Figuur 4.5

(44)

Getijden

Vraag:

Welk object is belangrijker voor de getijden op Aarde?

a) Maan b) Zon

c) Beide even belangrijk

(45)

Getijden

De Aarde zorgt ook voor een tij op de Maan. De Aarde is 80x zwaarder, maar 4x groter ➙ het tij op de Maan is 20x groter.

We zien altijd dezelfde kant van de Maan, omdat deze configuratie stabiel is!

(46)

Libratie van de Maan

Vraag:

59% van het maanoppervlak is zichtbaar

vanaf de Aarde. Hoe kan dat?

(47)

Libratie van de Maan

(48)

Oriëntatie van Mercurius

Figuur 10.1

Prot:Pas=2:3 ➙ in 2 rondjes rond de Zon roteert Mercurius 3x om zijn as. Dit is ook stabiel, vanwege de grote eccentriciteit (e=0.206).

1 rotatie

1.5 rotatie

(49)

Probleempje?

Le Verrier (1859): de baan van Mercurius is geen ellips!

De precessie van het perihelion is groter dan voorspeld…

(50)

Van Newton naar Einstein

F !"

= −G Mm

r 2 ˆr

Eenheidsvector in radiële richting

• Waarom een kwadratische afhankelijkheid?

• Hoe wordt de kracht overgebracht?

• Is m dezelfde als in de 2

e

wet van Newton?

• Worden lichtstralen ook beïnvloed?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

n Doel: het college Inleiding Astrofysica vormt de basis voor de studie sterrenkunde en fungeert als inleiding voor alle andere sterrenkunde colleges.. Verschillende aspecten van

De waargenomen golflengte van de H-α lijn varieert tussen λ min = 656, 277 nm en λ max = 656, 323 nm voor ster A, terwijl deze tussen λ min =656,211 nm en λ max =656,389 nm

Bewoners van een doorgangshuis hebben doorgaans weinig ervaring; hun collectieve geheugen is niet groot en misschien zijn ze makkelijk te manipuleren. Als

Z’n vrouw Zoë was waarlijk mooi geweest, en z’n zoon David bezat een jon- gensachtige fraaiheid die opviel, maar voor de rest kon Tinner z’n hersens pijnigen zoveel hij wilde,

Daarvoor van links naar rechts de planeten: Mercurius – Venus – Aarde en maan – Mars – Jupiter – Saturnus – Uranus – Neptunus?. Helemaal rechts vier kleine bollen: Pluto

LET OP: Laat van de fragmenten alleen de muziek horen en laat het beeld niet zien, anders zien de kinderen direct het antwoord. Bekijk zelf hoeveel u van elk stuk wil laten

Mercurius – Venus – Aarde en maan – Mars – Jupiter – Saturnus – Uranus – Neptunus?. Helemaal rechts vier kleine bollen: Pluto en

De leiding van het kinderdagverblijf brengt niet in beeld of de peuters zich voldoende ontwikkelen voor ze naar groep 1 van de basisschool gaan.. Ook kan de leiding de ouders en