• No results found

Solen, min far en de vertaling De Zon, mijn vader

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Solen, min far en de vertaling De Zon, mijn vader "

Copied!
120
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Appendix voor de Masterscriptie van Mirjam van den Hoorn

Solen, min far en de vertaling De Zon, mijn vader

(2)
(3)
(4)
(5)
(6)

De Zon, mijn vader Door Nils-Aslak Valkeapää

Vertaald door Mirjam van den Hoorn

(7)
(8)
(9)

Inleiding door Mirjam van den Hoorn

(10)

De pure tekst zonder afbeeldingen

De dichtbundel die u voor u heeft is een vertaling van een vertaling. Het origineel, Beaivi, Áhčážan, is door Harald Gaski, Jon Todal en Kristina Utsi vertaald vanuit het Samisch naar de drie talen en taalvormen Noors Bokmål, Noors Nynorsk en Zweeds, met de titel Solen, min far. Om Beaivi, Áhčážan naar het Nederlands te kunnen vertalen, moest de Scandinavische vertaling gebruikt worden, omdat Samisch een kleine, vrijwel onbekende taal is.

Gaski legt in zijn inleiding op de Scandinavische uitgave uit dat hun vertaling er anders uit ziet dan het Samische origineel. De afbeeldingen die in het origineel staan, zijn weggelaten in de

Scandinavische vertaling, en dus ook in deze Nederlandse versie. Dit is wat hij vertelt over de redenen achter deze keuze:

“Degenen die het origineel kennen, zullen natuurlijk direct op zoek gaan naar de afbeeldingen, de historische foto’s die Sami en hun leven afbeelden, zoals de eerste fotografen ze registreerden vanaf het einde van de vorige eeuw en een tijd daarna. Deze fotografen waren natuurlijk geen Sami, maar tegenwoordig zijn ook Sami ze dankbaar voor het documentatiemateriaal die we anders niet hadden gehad. In Beaivi, Áhčážan vormen deze oude foto’s een eenheid met de lyrische tekst die de foto’s vergezellen, maar niet beschrijven. Daarom zou het natuurlijk wenselijk zijn dat het beeldmateriaal ook in uitgaven in andere talen voorkwam, maar op verzoek van de auteur werd deze Scandinavische uitgave een bijlage van het Samische boek.

Beaivi, Áhčážan is volgens de auteur voornamelijk bedoeld als boek voor de Sami, voor Samische lezers. Daarom heeft hij zich uitgeleefd in alle mogelijkheden die de Samische taal biedt, in geluid en klank, nauwkeurigheid en precisie, afleiding en misleiding, muzikaliteit en joikaliteit in de woorden. De tekst is een overtuigende bevestiging van de vitaliteit en rijkdom van de Samische taal, het is het beste argument tegen de neerslachtigheid en talige tekortkomingen die zich aan het verspreiden is onder vele Sami. Maar van al deze kenmerken kan alleen worden genoten in het Samisch, geen enkele vertaling kan zo’n project overbrengen en behouden. Daarom is het te hopen dat deze vertaling voor de Sami die hun moedertaal niet spreken een aperitief is, een stimulans om hun taal te leren om volledig te kunnen genieten van haar geschenken.

De tekst houdt echter veel meer in dan alleen interne bevordering, het heeft als tekst iets te vertellen aan alle mensen op de aarde. Daarom is het misschien correcter om de tekst los te koppelen van de nauwe en intieme relatie met de Samische taal en cultuur door juist de foto’s die het lezen sturen en begrenzen weg te laten. De pure tekst reikt ver, en als openbare boodschap dienen de vertalingen hetzelfde doel als het origineel.

Het gepresenteerde boek fungeert als een toevoeging aan het poëtisch-beeldwerk Beaivi, Áhčážan op dezelfde manier waarop de muziek in de theaterversie van Beaivi, Áhčážan en de symfonische joik op de CD Eanan, eallima eadni dat ook zijn. Solen, min far is een dichtbundel die een deels ander publiek voor ogen heeft dan het origineel, - de gedichten moeten gelezen en begrepen kunnen worden zonder de bijbehorende foto’s. Misschien is de pure tekst zonder de foto’s de dankbaarheid van de Sami voor de fotografen die ons verleden hebben vereeuwigd, maar die hun foto’s alsnog niet krijgen bij deze uitgave die bedoeld is voor buitenstaanders. De foto’s en de tekst zijn alleen voor de Sami, maar de tekst alleen is voor iedereen. Misschien wordt iedereen die geen Same is, toeschouwer ten opzichte van het Samische boek waar woord en beeld elkaar afwisselen als een intieme eenheid, terwijl de Scandinavische uitgave zonder foto’s op zichzelf zal staan, en slechts met de macht van woorden betekenis zal kunnen overbrengen. Maar de beelden zullen uit de taal rijzen, en de joik zal op de achtergrond klinken. Zelfs een lezer in Manhattan die nog nooit een joik gehoord heeft, of weet wat een rendier is, zal iets achter de woorden vinden, de kracht in de cultuur van het oervolk. We moeten weten om te kunnen beschermen, en we moeten het terrein kennen dat we achter ons hebben gelaten, om de weg te vinden. We moeten misschien allemaal leren, zoals in het gedicht staat, om de deur naar buiten te openen wanneer we naar binnen treden.”

Daarnaast vertelt Gaski dat er een stuk tekst in de Scandinavische vertaling niet vertaald is:

“Dit is gedicht nummer 272, waar de vakterminologie van de rendierhouderij samenkomt met auditieve en zintuiglijke en passende woorden en foto’s om een rendierkudde te scheppen, waar

(11)

alle kleuren, leeftijden, geslachten, en - ik wil bijna zeggen: rassen - meetellen. Dat is de verenigde wereld die af en toe net zo moeilijk te beheersen is als een rendierkudde tijdens de migratie. De kudde verspreidt zich over de weide, het ziet eruit alsof de hoeder de controle verloren heeft, maar toch is er een systeem in de onbestuurbaarheid van de kudde. Het is niet alleen het uiterlijk en uiterlijke kenmerken die het rendier zijn naam geeft, ook de plaats in de kudde en zelfs het

karakter van het dier schijnt door in de naam. Op de bladzijden gaan de typografie gepaard met de taal. De stippellijnen geven ons de dwaling - de woorden, begrippen geven ons de precisie, maar ook de esthetiek in de vorm van hoe mooi een rendier beschreven kan worden met maar een woord in het Samisch. Daarom staat het gedicht en de daaropvolgende tekst, die bij dezelfde context hoort, in de Scandinavische vertaling weergegeven in de originele taal.”

Ook in de Nederlandse vertaling is dit gedicht te lezen in de originele Samische taal, om dezelfde redenen.

De Scandinavische vertaling is verschenen in het Noors en Zweeds. Deze keuze is gemaakt door de vertalers zodat de Sami die hun moedertaal niet kennen dit boek ook kunnen lezen en ze nieuwsgierig te maken naar hun taal en achtergrond. Omdat de Samische

leefomgeving de nationale grenzen tussen Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland overschrijdt, spreken de Sami meerdere talen. Voor de Nederlandse lezer is dit niet relevant, en zullen de verschillende talen niet terug te vinden zijn. Elk gedicht is vertaald naar de algemene Nederlandse taal.

In de vertaling zijn de Samische persoons- en plaatsnamen behouden in de Samische taal, en de nummering van de gedichten in Solen, min far, en dus ook in De Zon, mijn vader, zijn

identiek aan de Samische uitgave. In het origineel zijn de afbeeldingen en gedichten doorlopend genummerd. De nummers die missen, komen overeen met de weggelaten afbeeldingen.

Als laatst is er aan de Nederlandse vertaling een Samische woordenlijst toegevoegd.

Enkele Samische termen bleven in de Scandinavische vertaling staan, omdat die voor de

Scandinavische lezer - zeker de Samische lezer - bekend waren. Voor de Nederlandse lezer zijn die echter onbekend, en daarom is er achterin het boek een woordenlijst te vinden met een korte uitleg van enkele woorden.

Deze vertaling is met liefde gemaakt om Nederland zich ervan bewust te maken dat dit inheemse volk nog bestaat en een rijke cultuur heeft die gevierd moet worden door Sami, Scandinaviërs, maar ook mensen buiten Scandinavië. De Samische taal verdient erkenning en bewaring, en er is geen betere manier dan door van de literaire kunst te genieten.

(12)
(13)
(14)
(15)

7. aaa

aaaaa aa aaaaa

aaaaaaaiivaaaaaaaannnnn aaaaaaainnnnuuuuht baaaaaaraaaaaasss beaiiiiviiii

beaivvvvaaaaažannnnn

aaaaaaidna aaaaaainnnnuuuuht aaaaaiivaaannnnn

aaaaainnnnuuuht beaivvvvaaažannnnnn

aaaa aaaa aaaaaainnnnuuuht aaaaaivaaaannnn aaaa aaaaa aa aaaaa aa aaaaa a aaaa

aaaaivaannn aaa

(16)
(17)

De Zon

‘s werelds vader De Aarde

lentedochter

gouden bloemen van de horizon geurgras

ik spreek met de aarde

en hoor de beekjes antwoorden met zilveren stemmen

spreek met de aarde buiten tijd

De Zon

‘s werelds vader De Aarde

levendsmoeder

morgenrood aan de horizon de sterrenstaarten

ik spreek met de aarde dee zonnn mijnn zonnnn

aaaaaaiivaaannn aaaainnnnuuuuht aaa a aaaaaa aaaa aaaa aaaa aaaaa

aaaa a aaaa aaaaa

(18)
(19)

11. weerleeft

het Leven weerleeft

leeft levende vruchten in ‘s werelds moederschoot

wiegt, sust

het baarde water golft

de geboorte wordt geboren het rode geboortebloed

het morgenrood

(20)
(21)

12. De Aarde, moeder kleine moeder

mijn moeder

De Aarde

en de wind waaide, de wind

de wind zus, lieve zus

broer waaide de wind om te waaien

Winden waaiden waaiden

waaiden

De Zon

De Zon, mijn vader staat op,

De Zon verschijnt

schijnt

schijnt

schijnt

(22)
(23)

13. vlammen

flikkeren

hemelse vuren wijzen

heffen groeien stijgen

richting de Zon dierenoren vogelvleugels golven naar de zon richting de Zon het licht

de warmte

(24)
(25)

14. een ochtend

het Schouwspel

het Leven een ochtend

leven tot Leven levenslot uit een greep dieren planten mens goden

laten groeien

planten die groeien groeien

verder

een deel van het grote als de diepe kloof rijk als de zee de stroom

in de levencyclus fraai als het fraaie

ochtend

(26)
(27)

15. slaat klopt

diep in het hart in de aarde

koel helder bronwater

hartader het graasland, de woonplaats

de windvlaktes de Aarde, moeder

ademt de Zon, mijn vader

weerleeft

het Leven weerleeft

het levende leven weerleeft leeft 16. werelden, volkomen, wijds

graasland, de vlakten wind, over land

en de hemel, blauw, hoog

(28)

(29)

17. Aarde Moeder Zon Goed

En het vuur wakkert aan de regen stroomde als een rivier, als een zee wiegde de wind

zuchtte de oceaan

kleurde de grijze vlakten groen donderde

Hierheen

naar de blauwe hemel naar de korte zomer vogels kwetterden de Sami

wind in het gezicht

18. dondert de zee

eb en vloed de wind ruist

omhelsd verhardt en verzacht tentstokken op de bergtoppen, de vlakten

in de dalen, de moerassen

(30)
(31)

19. kleuren van het leven van gevoelens

rijkdom de regenboog het noorderlicht 20. gedachtewereld maan

en hemelsterren het noorderlicht de hemelladder Zonneschijf Zonnezus Zonnedochter zie mijn broer zus, mijn zus de lente!

de Zon bemint het land alles wat leeft

waar de zon verwarmt een witte draad in het rechteroor als een doorgang naar het zonlicht

(32)
(33)

21. morgen nieuw ik zie ruik voel

nieuwe morgen een stap nog een dag etmaal week maand jaar jaren tiental honderdtal duizendtal

zo ontgroei ik deze aarde tot de aarde

ik

en zulke zoals ik

(34)
(35)

22. de wind

waaide wolken op weg door de hemel

om het vuur te spreken onze goden

delen met ons dezelfde vreugde droomden dromen zonnegang op de route

de maan door het rookgat noorderlicht

hemelsterren

(36)
(37)

23. we joikden hadden plezier kwetterden

maakten nesten, wiegen de stenen mond wiegde in de moederarmen rijpten wij

(38)
(39)

31. beeld van het beeld beelden beeldrijk

beelden van de beeldenschat bont

beeldrijke wereld

32. ik kerf deze beelden in de tijd op de steen, de trommel

van de mensen leven

stijgt daalt als de zon, de wind

33. ik sla deze beelden op de steen, de trommel het is zo langzaam

als ik een tijd getrommeld heb

word ik naar een andere wereld geleid om te zien

(40)
(41)

34. kerf de hemel

en het teken van de hemel de sáivowereld

en

laat er leven zijn, vos

wolf beer otter hermelijn haas

zalm forel

marene heilbot walvis goudplevier

bergplevier gans

zwaan bosvogel in een boomtop

lijsterbes wilg

esp berk

(42)
(43)

35. de heilige deur dodenwereld deuren op deuren neer naar binnen naar buiten en de nachtvogel haler

36. en mensen

mensen natuurlijk mensen

kerf ik gaan

komen

in een nieuwe vorm met andere namen in de mensenstroom als een rivier een meer waterval stroming stilwater vriezen tot ijs

smelten

(44)
(45)

37. bellen klinken in het oceaangeruis golven op weg

levensstroom van de geschenken de helft en de andere proberen

veiligheid te vinden leven

sterven nacht dag zomer winter 38. het geloof,

hartetwijfel de gjetsjer,

gedachtebronnen stromen over de wolken,

om in te vernevelen, te verwolken over land te zweven zee,

gebroken kustlijn sla schuimtijd de oorsprong

(46)
(47)

39. de ijs-eend om uit te vliegen de bruinkopmees

de wind, kijk ver

40. en de zussen en de broers

en de nichten en de neven en de ooms

en de vaderszusters en de moederszusters de schoonmoeders en de schoonvaders

grootvader en kleinkinderen en kleinkinderen en

en

grootmoeder Grootmoeder

41. en dan

wanneer ik trommel

reis je

het vel van de trommel komt tot leven de grond pulseert

het hart van de grond klopt en je reist op de trommel

velden, woonplaatsen

trekroute van het leven

‘s levens beelden je reist

geluk, voor en tegenspoed

je reist wanneer ik drum

en ik trommel

trommel

trommel

(48)
(49)

42. ik vlieg weg zie

kom en vertel voor de mensen en hun leven maakt de beelden waarheid

maar ze vroegen er toch zelf om

(50)

51. werd ik geboren toen de zon verwarmde de wind waaide

mijn hart in

de stralen van de zon van de maan

de joiken van de lente van het leven

het naar achter gebogen gewei van het witneuzige rendier het zilver van de maan

het goud van de zon drafje

wordt een joik

het rendier met witte benen lief

wind

vliegende draf

(51)
(52)

52. maar toen zou ik had ik eigenlijk moeten afmaken

de tijd stopte mijn hart bonsde bereikte mijn oren

het bloed ruisde in mijn hoofd

zag de ogen van de jonge hinde, in de ogen tranen

of was dat in mijn ogen

ze begonnen te vertellen over Ája’s vreemde schepsel begonnen te praten over dat arme wezen

in mijn ogen mist in mijn geest nacht

53. vervreemd van de mensen ze begonnen

naar mij te komen

(53)
(54)

54. wie had gedacht zwakte als een uitweg zwakte als een meer

andere werelden openbaarden

nieuwe andere geluiden in mijn oren

wie had gedacht stille kinderen van de bron

spreken met vogels, rendieren velden stenen

prevelen met de wind wie had gedacht

stierven van de honger zonder leven in het rendier

maar zo vreemd

men weet immers niet wat dat is

(55)


 


(56)

en toen

het een en ander

met een oorzaak

met enkele zorgen en ik

ongelukkig mens stakker

zelfs niet het leven van een rendier stil

zat ik luisterend

hun zorgen medelijden

ontblootten zichzelf hun woede

naakt

voor mij, ongelukkig mens

waar men zich geen zorgen over hoeft te maken liet de last gaan, de geheimen

(57)
(58)

55. en ik vraag zag hij niet binnenin de kåta

een korhoen plotseling lachen en als hij er nu over nadenkt dan was het ook zo

we kijken zwijgend

naar de verhalen van het vuur 56. oh uw, oh uw

groot is uw geloof en zo gebeurt zoals u gelooft en als hij gaat zie ik

werkelijk

hij laat het gebeuren

(59)
(60)

57. zo’n blauwe hemel in het noorden glooiende vlakten

en een goudplevier die huilt buiten het leven

58. de wind de wind

(61)
(62)

59. een zeearend in de wolken

60. in Ivguvuotna roept de ijseend de wolken

omarmen de bergen 61. de wind

spreekt met het tentdoek

boven het rookgat drijft een wolk of het is de tent

die vliegt door de lucht speelt op de wolken ik kijk neer op de hemelzee

(63)
(64)

62. de tentdoeken

zacht fladderend de wind in het rookgat

blauwe lucht

wolken drijven voorbij de ruigpootbuizerd cirkelt

rond de vuurplaats kennis

het vuur al gedoofd

lang geleden

en de sintels de zon

door het tentdoek

de lichtstralen de berkebossen

dansen

het tentdoek tot een joik het aangezicht van de vlakte

ik wist ik weet

(65)
(66)

66. de tijd

voor de gedachten

te weten in de tijd

het fluiten van de beek

de wind praatte

sprak spelen

de heuvels

de tijden

de stenen het mos op de stenen, het rendiermos

bloeide

bewoog zich leefde op

en ook al sprak ik de taal niet vertelden ze

fluisterden tegen mij spraken

schiepen een joik

(67)
(68)

67. eenzame vogel, de wolken

ik vlieg,

het vliegt in mij in de wolken

zo ver weg, zo dichtbij mijn hart beeft

vormt zich donkere, verweerde vormen - geslagen door de storm, zo’n vurige liefde en de wind, deze velden

het weer, de winters de lentes, de zomers de herfsten

kenmerken haar beeld

(69)
(70)

68. in een halfslaap zweef ik

een steen

tussen andere stenen zevengesternte riem van Orion

achtereenvolgend samengebonden achter elkaar

emoties stromen beken overstromen de zon waadt

in mijn geest duizenden jaren de eenzame vogel

(71)
(72)

69. stap voor stap

de geur van groen, het eerste gras bergheide

engelwortel

zuring

boven de vlakke wateren tegen de hemel

van piek naar piek deze velden de dalen

tussen de bergkloven

over het bosland

naar de kust de weiden

de rendierkalfsvoorden het kalvergebied

(73)
(74)

70. kom en ik toon je tussen deze paden,

hebben een begin, verdwijnen kom

en ik wijs als een wonder

gestaag, waterbloemen het walvisspuiten

eidereendvluchten opdoemende, krachtige pieken

verpletterde, oneffen stranden vreugdevol suizen de golven en de winden

ijspegels van gedachten, een visioen Kom

de maan is mild,

de nacht wordt vreedzaam betoverd de behoedzame

zacht verblind kom

alles verlicht het, het gevoel wakkert aan de ijle lucht spreekt de gedachten uit

(75)
(76)

71. het land is anders

waar je hebt gewoond gedwaald

gezweten

het koud gehad de zon hebt zien dalen stijgen

verdwalen en terechtkomen het land is anders

nu je weet hier zijn wortels voorvaderen

(77)
(78)

72. het land dit land

met haar holen onbekende dieren

onbekende dieren van Sameland

aarde turf de graspollen verwelkte planten

leeft geeft leven

bloeit

in de tent en vuur

levend vuur rond de vlam ook

(79)
(80)

73. dit land

mensen van vroegere tijden

gedaantes vullen

mijn gedachten

74. Čietnjalvággi met zijn trotse echo,

bloeiende bergheide Jiehkkevárri staat te spieden

Eallenvárri waar lawines rollen,

rollen

(81)
(82)

115. ik kwam toch om dromen te dromen dromen

ik droom om te komen

116. aan deze kant van wijsheid weet ik niet

voel ik niet

spoedig valt de wind in slaap wanneer de zon klimt

117. niets heb ik ook de woorden vervliegen tot verzen 118. dromen

de dromen heb ik een rijk leven

(83)
(84)

119. wat gaf me deze gedachte vogelgedachte

om te vliegen en toch

wanneer ik vertrek

zo verkeerd om alles te verlaten de lucht in

kunnen de paden ook niet vertellen

waar ik heen ben gevlogen of ik er echt ben geweest 120. de lente

verschillende joiken

doen mijn gedachten bloeien

(85)
(86)

140. ik moet ja ik moet over de heuvel

141. ik bewandel deze stenen de stenen grond

voetzolen als stenen een steen zelf en die rolt luid

142. in de zomernacht spreek ik tegen

de kiezelstenen en ze antwoorden

maar ik begrijp hun taal niet 143. wacht

en waar wacht ik op jaar na jaar

(87)
(88)

144. te zijn en vergeten dat men is

145. hoe te vertellen over de stilte

146. ik ga zitten

met mijn voeten gekruist blijf achter om te zien ik schuif woorden weg gedachten

geheugen gevoelens zodat natuur geluiden geuren

er dwars doorheen

(89)
(90)

147. zonder woorden denk ik

in beelden gevoelens geuren

148. ik ben niet ik wind wijdte zee hemel vuur water

leven zij

en de anderen zij

en ik

slechts op de beste manier 149. ik zie

honden vechten om een been kleine vogels

jagen anderen

weg van hun eigen nest zij ook

(91)
(92)

150. steeds zoek ik naar de waarheid ook al weet ik

dat waarheid slechts een droom is een geloof in dat men gelooft deze dromen

stof

voor een leven deze dromen

hebben toch leven gebracht tot nu

waarheden waarheden totdat

weer nieuwe waarheden dromen

(93)
(94)

169. ik heb niets meer dan mijn jeugd het licht van mijn ogen

de streken harders zalm rendieren de zwanen de blauwborst de trekzalmen de marenen de zon de maan

lentezomerherfstwinter

ogen de hemelsterren het zilveren goud lege handen

heb ik

(95)
(96)

170. eigendom dit alles erf ik trek over

de vlakten de bergen de fjorden doen

wat zij bepalen

171. ik verlang niet naar rijkdom

maar dat had wel kunnen zijn geweest ik zie

ook ‘s nachts de rijke siidaman

zijn vingers graven in zijn geldbuidel strijkt met zijn hand

verbergt

(97)
(98)

172. nacht maan

wolken over het rookgat sterren

173. de warmte bood ik vanuit mijn leven

174. opzettelijk zoek ik

dichterbij liefhebben en lokken

175. een enkele nacht alleen

in zich eenzaam

(99)
(100)

176. mijn kleine vogel

legt de zijden huid af, de kofte andere geluiden verstillen het vuur put uit, de sintels slapen in

de waterval bruist in de verte

soms draagt de wind dichterbij

nacht-tijdingen 177. nacht als dag met vlees en bloed de warme omhelzing passend

(101)
(102)

178. in de vorst naakt

op een rendierhuid onder een pels

in de warmte van een omarming 179. gloeien

bij het vuur

sterren in de nacht 180. onze grootmoeders

hadden immers de gemeenschap gehad lang geleden

en onze grootvaders dronken voor ons, onbekenden

was het veel

onder dezelfde pels hebben wij

elkaar ontmoet werden gekend

(103)
(104)

181. laat toppen en bergen horen laat mijn zwakke woord nu zwellen als de zomerregen op de kalverruggen diep als de rookgatmeren

mijn trotse vriend de zuivere kracht het tentlicht de sterrenogen rendiervrouwtjes de windneuzen trots van de siida de prachtdieren laat

dalen en hellingen horen maar geen kik

voor de mensenoren zij gulzige trotse het gebrekkige oor zal niet horen

(105)
(106)

211. een reis, een reis het hele leven

een enkele tocht zo lang ik me herinner smelt samen

tot een lange herinnering zo lang ik kan zien smelt samen visioenen ook zij

die alleen in mijn gedachten zijn 212. een reis

waarheen, om welke reden hier zit ik

zo eenzaam als men kan zijn tussen mensen

(107)
(108)

213. en wanneer ik rondtrek in deze streken

plaats na plaats baken na baken het kennen van

mijn voeten, mijn gedachten 214. toen ik een kind was verwonderde ik mij

waarom had ik geen vleugels had zoals andere vogels

en ook al ben ik geen kind meer verwondert het me nog steeds 215. ik roeide op het meer gleed op de golven

de regen regende waagde

de mist bedekte

de golven maakten ruzie fluisterden onder elkaar ik roeide op het meer gleed op de golven

(109)
(110)

216. ik roeide op het meer

tot de diepte, het vasteland dreef niet meer gaf me over

de zee bruiste, wiegde de wolken, golfden door de lucht

een verdwaalde meeuw wist niet

welke weg

waarheen de wolken het leven

217. bevrijden bevrijd worden op nieuwe paden naar vreemde tijden de geest zuiveren de oude schaamte te aanvaarden

218. Ja natuurlijk, vanzelfsprekend maar wij hebben in ieder geval gewoond

geleefd

(111)
(112)

219. ik kan niet opscheppen mezelf verhogen

ook jij had niet bestaan zonder wortels

220. natuurlijk morgen andere mensen gewoonten kennis ook daarna morgen

221. wens om te leven voor altijd

ik ben meer dan voldaan de vreugde ook triest

(113)
(114)

249. over generaties geleerd om zich te redden eenzaam

buiten

met de eigen siida bijeenkomsten meer dan krachten 250. we zijn bezig met de wilde dieren de dieven

dat weet men immers verre familieleden buren

(115)
(116)

251. hoe zou ik kunnen begrijpen

wat het voor mensen zijn in onze siida

mijn kåta en

van mijn schoonfamilie 252. met zes personen schreeuw je niet begin je geen oorlog bindingen aanspannen

om het laaggebergte te kunnen betreden

(117)
(118)

253. nooit bekommerden we ons om anderen hadden ook geen tijd

daarvoor koninklijk slot vesting

254. nooit bekommerden we ons om anderen alleen wij waren onder de ogen van de familie van schoonmoeder

zwager nieuwe vrouw andere groepen kozen zorgvuldig en alsnog

jonge rendiervrouwtjes hindes mannetjes gemist

erger

als iemand mist het hart

(119)
(120)

255. onze woonplaats

de kudde drijven zodat zij in vrede kan grazen alle dagen zwoegen wij op de berghellingen

toch mengen de kuddes, een deel mengt en wij verdelen, verkiezen, verliezen verdelen, verplaatsen, blijven passen op de andere sita’s

onderzoeken verwantschap wie past bij wie

als vriend we maakten ons geen zorgen

toen we niet konden begrijpen dat zoiets bestond

en dat niet wanneer men niet weet dan weet men het niet en een ieder zo slim achteraf

we waren gedwongen om op te passen

en families te zien wie past bij wie

en het beste zou natuurlijk zijn als er glooiende

golvende gebieden bestonden

van een groooooote reendieierkuuuddeee

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Filters Via filters kunt u uw foto’s een andere look geven, het gekozen filter wordt dan gebruikt voor de volledige presentatie. 

Deelname aan de quiz is gratis en u wordt ontvangen met een kopje koffie of thee en iets lekkers. Voor een gezellige ambiance wordt gezorgd. In Wagenberg wordt nog geflyerd en

De Nederlandse, in Zuid-Afrika woonachtige modefoto- graaf irza Schaap (49) voegt zich met haar fotoboek Plastic Ocean in de traditie de donkere zijde van het be- staan tot kunst

En daaraan werken we alweer met vernieuwde moed, want onze kalender staat al weer op papier, en zo te zien zal die opnieuw extra gevuld zijn!. Er blijven alleen nog de beurzen

Ze komen niet eerst terecht in het mapje met verwijderde foto’s op

Mijn broer Alain had na de middelbare school geen zin om verder te studeren en vertrok meteen naar New York om daar werk te zoeken?. Dankzij de connecties van mijn

- Mocht je ze niet zien, dan kun je op mediafilter klikken en alle datums selecteren of de maand, de laatst toegevoegde foto’s komen bovenaan te staan.. - Je kunt bij de

• Bovenaan het scherm staat een menubalk met verschillende knoppen, zoals Bewerken, Selectie, Aanpassen en Filter.. • Onder de menubalk staat een reeks knoppen, verdeeld over