• No results found

Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Dwarsweg 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Dwarsweg 3 "

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Dwarsweg 3

artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening,

Vastgesteld In werking

Toelichting

Op het perceel Dwarsweg 3 in Zegveld is een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd met als hoofdtak intensieve veehouderij. De bestaande geitenstal is vergund in 2007 waarbij getoetst is op het destijds geldende bestemmingsplan “Buitengebied Zegveld”. Het nu geldende bestemmingsplan “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld” is door de gemeenteraad vastgesteld op 3 juli 2008. Op basis van dit plan zijn op de gronden uitsluitend intensieve veehouderij toegestaan als duurzame neventak.

De feitelijke situatie blijkt niet in overeenstemming te zijn met dit plan. Hierdoor valt het huidig gebruik onder het overgangsrecht.

Het wijzigingsplan maakt de uitbreiding mogelijk van een nieuwe geitenstal. De uitbreiding past binnen de verleende milieuvergunning van het bedrijf die dateert uit 2007. Tevens maakt het plan de

realisatie mogelijk van een voeropslag (kuilplaat) ten westen van de bestaande bebouwing. De plankaart wordt met dit plan als volgt gewijzigd. Het agrarische bouwvlak van Dwarsweg 3 krijgt de aanduiding (iv) intensieve veehouderij en wordt vergroot met 366m².

1. Bestemmingsplan

De gronden van de wijziging hebben de bestemming “Agrarisch – Landschappelijke waarden”.

Uitsluitend daar waar op de plankaart de aanduiding “Intensieve veehouderij” voorkomt, zijn de

gronden bestemd voor intensieve veehouderij. Artikel 3.6.2 van het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld bepaalt dat burgemeester en wethouders het plan kunnen wijzigen zodanig dat intensieve veehouderij als hoofdactiviteit is toegestaan. Voorwaarden zijn:

A. de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;

B. de agrarische bedrijvigheid binnen het betreffende bouwvlak reeds intensieve veehouderij als ondergeschikte nevenactiviteit omvat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp- bestemmingsplan conform bijlage 2 van de voorschriften;

C. de omvang van het agrarische bedrijf groter is dan 20 NGE;

D. alvorens te beslissen omtrent wijziging kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen van een agrarisch deskundige, zoals de ABCcommissie, met betrekking tot lid a, indien zij advies nodig achten.

De uitbreiding met een stal is doelmatig en ligt in het verlengde van de beoogde groei van het bedrijf.

Ook op de tekeningen uit 2006 en 2007 (van de eerder verleende vergunning) is te zien dat een stal op deze locatie voorzien is. Het bestaande bedrijf is groter dan 20 NGE (ruim 80 NGE). De nieuw te bouwen stal biedt ruimte aan 353 geiten < 1 jaar en 100 geiten > 1 jaar. In totaal wordt in de

aangevraagde situatie 2.000 geiten gehouden. Op basis van de aanwezige informatie is beoordeeld dat een agrarisch deskundige advies niet nodig is. Op basis van deze afweging is er voor gekozen om gebruik te maken van de bevoegdheid om de aanduiding “intensieve veehouderij” via dit

wijzigingsplan aan de plankaart toe te voegen.

Teven is er voor gekozen om in de wijziging op te nemen een verruiming van het bestaande bouwvlak. Artikel 3.6.1. van het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld bepaalt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn het plan zodanig te wijzigen dat het bouwvlak wordt vergroot. Voorwaarde is:

dat dit noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering,

de landschapswaarden, cultuurhistorische waarden en archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast.

De uitbreiding van het bouwvlak is bedoeld voor de realisatie van een voeropslag (kuilplaat) ten westen van de bestaande stal en is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering. Daar is nu al

(2)

een voeropslag / kuilplaat aanwezig. In het verlengde van de stal wordt een nieuwe voeropslag (kuilplaat) gerealiseerd.

Gelet op de zichtlijnen naar de achterliggende polder is het gewenst de voeropslag zoveel mogelijk binnen het bestaande bouwvlak te realiseren. Realisatie van de voeropslag naast de bestaande geitenstal is landschappelijk aanvaardbaar voor zover gesitueerd achter de voorgevelrooilijn van deze stal. Op deze locatie vindt er geen aantasting plaats van de landschapswaarden, de cultuurhistorische waarden en archeologische waarden.

Kaartje van huidige situatie

2. Motivering

Ruimtelijk

De kavel is gelegen in het veenweidegebied.

Provinciaal beleid

De provinciale ruimtelijke structuurvisie van de provincie Utrecht geeft het volgende aan “Het Westelijk veenweidegebied (in het Groene Hart) en Eemland zijn overwegend open agrarische weidegebieden waarin de verschillende fasen van de ontginning helder leesbaar zijn, met patronen en structuren die door de eeuwen heen nagenoeg ongewijzigd zijn gebleven. Grote delen ervan zijn daarom

cultuurhistorisch waardevol.”

Artikel 4.13 van de provinciale ruimtelijke verordening bepaald het volgende “Een ruimtelijk plan kan bestemmingen en regels bevatten die voorzien in een maximale oppervlaktemaat van 1,5 hectare bouwperceel ten behoeve van bestaande agrarische bedrijven”.

(3)

Het wijzigingsplan heeft betrekking op een bestaand bedrijf. De oppervlakte van 1,5 hectare wordt niet overschreden. De cultuurhistorische waarden van het veenweidegebied worden door het plan niet aangetast.

Gemeentelijk beleid

In de structuurvisie (H5) staat vermeld dat gekozen wordt voor een koers waarbij veranderingen in het veenweidegebied geleidelijk en kleinschalig zullen zijn. Middels het bestemmingsplan landelijk gebied zijn de mogelijkheden voor een duurzaam agrarische gebruik van het buitengebied gewaarborgd.

Hieraan wordt voldaan.

Archeologie

Met de wijziging van het bestemmingplan wordt het gebied waar gebouwd mag worden met 366m² uitgebreid. Het plangebied is gelegen in een gebied met een lage archeologische

verwachtingswaarde. Hiervoor is geen aanlegvergunning nodig. Indien bij werkzaamheden archeologische resten worden gevonden geldt de reguliere zorgplicht. Een apart archeologisch onderzoek is niet nodig.

Bodem

Het is niet te verwachten dat de bodem verontreinigd is. De locatie is niet verdacht van

bodemverontreiniging. Ook is niet te verwachten dat grootschalig grondverzet plaatsvindt, zodat eventueel vervuilde gronden niet elders terecht kan komen. Een verkennend bodemonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.

Ecologie

Voor de uitbreiding van het bedrijf is een beschikking afgegeven door de provincie Utrecht (briefnummer 80E20FD6). Dit naar aanleiding van een melding saldering. De beschikking is afgegeven op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, de Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000 provincie Utrecht en de beleidsregel veehouderij, stikstof en beschermde

natuurmonumenten provincie Utrecht.

De veehouderij is gelegen op een afstand van ruim 800 meter van een zeer kwetsbaar gebied. Deze afstand is zodanig groot dat geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor deze gebieden.

Wet milieubeheer

Voor de uitbreiding is een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig voor het aspect Mer-beoordeling en aspect luchtkwaliteit. Uit de beoordeling blijkt dat geen m.e.r. nodig is. Uit de OBM blijkt verder dat de uitbreiding geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu.

Geluid

De Wet geluidhinder is niet van toepassing aangezien op het perceel geen nieuwe geluidsgevoelige functies worden gerealiseerd.

Geur

Het beoogde bouwplan is ter toetsing voorgelegd aan de Omgevingsdienst Regio Utrecht (voorheen Milieudienst Noord West Utrecht) met betrekking tot de afstand tot geurgevoelige objecten. De omgevingsdienst heeft op 21 maart 2013 advies uitgebracht (inkomende post, registratienummer 13.015254). Er is nu een globale toets gedaan om te bezien of de bouw van de stal mogelijk zou zijn.

Vanuit de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient er volgens artikel 3 lid 2 een minimale afstand aangehouden te worden van 50 meter tussen een agrarische bedrijfswoning en een emissiepunt van een stal. Zoals het plan nu geprojecteerd is, voldoet het aan deze afstand.

Uit de OBM blijkt dat de uitbreiding leidt tot een afnamen van de emissie van ammoniak, geur en fijn stof.

Luchtkwaliteit

Uit de OBM blijkt dat de uitbreiding leidt tot een afnamen van de emissie van ammoniak, geur en fijn stof.

Externe veiligheid

In de nabijheid van het perceel zijn geen risicobronnen/inrichtingen aanwezig met een risicocontour.

(4)

Water

Een watertoets is via de website www.dewatertoets uitgevoerd (bijlage). Conclusie is dat het plan geen groot effect heeft op water (geen groot waterbelang). Volstaan kan worden met een standaard wateradvies van het waterschap. De ruimtelijke ontwikkeling voldoet aan de belangrijkste minimale voorwaarde: "het standstill beginsel". Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat. De ontwikkelingen die door het plan mogelijk worden gemaakt, hebben een geringe invloed op de waterhuishouding en de afvalwaterketen.

Stedenbouw

Gelet op de landschappelijke waarden en het zicht hierop vanaf de Dwarsweg is de grens van de uitbreiding van het bouwvlak gelegd tot aan de voorgevel van de bestaande stal en niet tot aan de weg.

Economische uitvoerbaarheid

De wijziging betreft geen aangewezen bouwplan waarvoor kostenverhaal geldt. Het betreft een continuering van de bestaande bedrijfsvoering. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding.

3. Wijzigingsprocedure

Het betreft een binnenplanse wijziging, artikel 3.6 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening.

Op grond van artikel 3.6 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, kan het college met inachtneming van de bij het plan te bepalen grenzen het plan wijzigen. Het college is op grond van artikel 3.6.1 en 3.6.2 van de bestemmingsplanregels “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld” bevoegd het

bestemmingsplan te wijzigen.

Artikel 3.1.1 overleg

Het ontwerpwijzigingsplan is voor overleg verzonden naar de provincie Utrecht en het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De gemeente heeft geen reactie ontvangen.

Artikel 3.9a, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, bepaalt dat de onderhavige wijziging met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (uniforme voorbereidingsprocedure) moet worden voorbereid. De kennisgeving om toepassing aan voornoemde wijzigingsbevoegdheid te geven, is gepubliceerd in de Woerdense Courant van 28 augustus 2013. Deze kennisgeving heeft tevens langs elektronische weg (internet) plaatsgevonden. Het ontwerpbesluit heeft tezamen met de bijbehorende stukken van 29 augustus tot en met 9 oktober 2013 ter inzage gelegen bij het

omgevingsloket en is tevens langs elektronische weg (internet) beschikbaar gesteld.

Belanghebbenden hebben gedurende deze periode de gelegenheid gehad om schriftelijke of mondelinge zienswijzen in te dienen. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend.

Van toepassing is de coördinatieregeling. De bij dit plan behorende stukken liggen na vaststelling tezamen met de omgevingsvergunning Dwarsweg 3 ter inzage (dossier OLO0699127).

Planregels

Artikel 1 – Het plan

Het wijzigingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Dwarsweg 3 bevat de gewaarmerkte verbeelding met kenmerk wijzigingsplan Dwarsweg 3.

Artikel 2 – Verhouding moederplan

Op dit plan zijn de voorschriften van het bestemmingsplan “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld”, inclusief “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld, herziening 2” van toepassing.

Artikel 3 – begrippen

Het begrip “voorschrift(en)” moet worden gelezen als “regel(s)”. Het begrip “vrijstelling” moet gelezen worden als “afwijken”.

Artikel 4 – Slotregel

Dit wijzigingsplan kan worden aangehaald onder de naam: “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Dwarsweg 3”

(5)

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een

behorende schuren met een oppervlakte van 200 m² is in het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld bestemd voor Bedrijfsdoeleinden.. Het maakt voor wat betreft

Voor de regels behorende bij de bestemming ‘Wonen’ wordt verwezen naar artikel 3 van het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld vastgesteld op 3

Om deze diversiteit te waarborgen, is in het bestemmingsplan de regeling opgenomen dat de eerste bedrijfswoning met 25% vergroot mag worden, en de tweede bedrijfswoning met 10%..

Het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld bevat een wijzigingsbevoegdheid om de verplaatsing van een aanduidingsvlak van een woning mogelijk te maken

Met de wijziging van de bestemming wordt aansluitend aan het perceel meer ruimte geboden voor de bij de woning behorende erfbebouwing.. Tevens wordt meer ruimte geboden voor

Voor het perceel Breeveld 18b wordt de bestaande situatie in onderhavig plan geregeld, na melijk een grotere toegestane inhoud van de woning dan 600 m 3 , waar deze in het

de uitvoering en instandhouding van de inrichting van het betreffende perceel plaatsvinden op de wijze als bepaald in een inrichtingsplan waarin de landschappelijke kwaliteiten van de