• No results found

Bijlage startnotitie;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage startnotitie;"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda

Gemeente Asten

(2)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 2 Inhoudsopgave

Samenvatting Pag. 3

Inleiding Pag. 4

De Lokale educatieve agenda Pag. 5

De LEA in het land Pag. 7

De Huidige situatie in Asten Pag. 8

Rol, ambitie en uitgangspunten Pag. 9

De LEA is een cyclus Pag. 13

Besluitvorming LEA Pag. 13

Tijdsplanning LEA Pag. 14

Kansen door de LEA Pag. 14

Bijlage 1 artikel 167a Wet op het primair onderwijs Pag. 15

(3)

Samenvatting

De laatste jaren vindt er in de gemeente Asten geen structureel overleg meer plaats tussen de gemeente, schoolbesturen van het basisonderwijs en andere partners over het lokaal onderwijsbeleid. Het lokaal onderwijsbeleid is voor de gemeente wel een belangrijk beleidsterrein en maakt onderdeel uit van het integraal jeugdbeleid.

De gemeente wil daarom graag met de schoolbesturen van het basisonderwijs en andere partners in gesprek en een lokale educatieve agenda opstellen.

In deze startnotitie wordt uiteengezet op welke manier de gemeente vorm wenst te geven aan de lokale educatieve agenda.

(4)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 4 Inleiding

In 2006 was de samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen een kwetsbare aangelegenheid geworden. De wettelijke regeling over het ‘op overeenstemming gericht overleg’ was buiten werking gesteld en de verantwoordelijkheden van de gemeenten t.a.v. onderwijsbeleid waren

aanzienlijk afgenomen. Men had weinig hoop dat er nog perspectief was op lokaal onderwijsbeleid, waarin partijen zich zouden kunnen vinden.

De oplossing werd gezocht in het instrument de lokale educatieve agenda (LEA).

De LEA werd de onderlegger voor een nieuwe overlegstructuur, die werd ontworpen door schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk, met ondersteuning van het Ministerie van OCW. De agenda werd gebaseerd op het principe van gelijkwaardigheid en wederkerigheid van gemeenten en schoolbesturen. Geen van de partijen heeft meer macht dan de ander. Op dit moment wordt in meer dan 90% van de gemeenten gewerkt met een LEA.

(5)

De lokale educatieve agenda

De bedoeling van de lokale educatieve agenda is dat de gemeenten samen met de betrokken partners, in ieder geval schoolbesturen, een lijst van onderwerpen bespreekt die op deze agenda gezet gaan worden, waarbij ook afspraken worden gemaakt over de uitvoering en verantwoording van deze thema's.

Op de LEA worden zo ongeveer alle thema’s besproken die in het onderwijsbeleid voorkomen en actueel zijn. De topper is nog steeds voor- en vroegschoolse educatie, maar ook zorg in en om de school, doorlopende leerlijnen en de brede school zijn veelal vaste onderwerpen op de agenda.

Om invulling te geven aan de agenda wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘Drie-kolommentabel’. In deze tabel zijn de diverse beleidsthema’s verdeeld in drie categorieën. Categorie 2 is te beschouwen als de romp van de LEA. Dit zijn de thema's waarover gemeenten en schoolbesturen het in ieder geval eens dienen te worden. Deze romp kan worden aangevuld met thema's uit categorie 1 en 3 die door gemeenten of schoolbesturen worden aangedragen.

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3

Eindverant- woordelijke

Scholen In overleg tussen partners

Gemeenten

Uitvoering Scholen Gemeenten en scholen Gemeenten Beleidsthema's Onderwijsprestaties

Taalbeleid

Ouderbetrokkenheid

Informatievoorziening aan ouders en

leerlingen

Doorstroom PO – VO

Wachtlijsten

overgang PO en VO

Wachtlijsten speciaal onderwijs

Toegankelijkheid

Spreiding zorgleerlingen

Voor- en

vroegschoolse educatie

Peuterspeelzaalwerk

Kinderopvang

Opvang jeugdigen die buiten de boot dreigen te vallen

Vroegsignalering

Zorg in en om de school

Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaten

Spreiding achterstands-

Leerplicht / schoolverzuim

RMC

Schakelklassen

Leerlingen- vervoer

Huisvesting

Veiligheid rond de school

Brede school

Spreiding jeugd-

voorzieningen

Preventief

(6)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 6 leerlingen

Schoolmaatschappelijk werk

Afgestemd aanbod van verschillende scholen en schoolsoorten

Reboundvoorzieningen

Veiligheid in de school

lokaal

jeugdbeleid, 5 functies

(7)

De LEA in het land

In meer dan 90% van de gemeenten wordt inmiddels gewerkt met een LEA. Het overleg is op gang gekomen, er zijn plannen gemaakt en met de uitvoering is gestart. Vooral gemeenten zijn doorgaans tevreden over de kwaliteit van het overleg. De schoolbesturen zijn kritischer. De ontevredenheid bij de

schoolbesturen heeft vooral te maken met zaken als stroperige besluitvorming, slechte informatievoorziening en een gebrek aan visie en deskundigheid bij de gemeenten. Vanuit gemeenten wordt aangeven, i.t.t. afgelopen jaren, dat de gelijkwaardigheid is toegenomen. Momenteel hecht meer dan 80% van de schoolbesturen waarde aan de afspraken met de gemeenten.

Door partijen worden enkele knelpunten genoemd. De knelpunten zijn onder te verdelen in gezamenlijke knelpunten, knelpunten die gemeenten ervaren en knelpunten die schoolbesturen ervaren.

Gezamenlijke knelpunten

- Te weinig financiële middelen beschikbaar;

- Ontbreken integraal beleid;

- Verdeling van verantwoordelijkheden.

Knelpunten schoolbesturen - Daadkracht gemeenten;

- Onduidelijkheid over de rollen en verantwoordelijkheden;

- Verschillen in prioriteiten of aanpak.

Knelpunten gemeenten

- Moeizame samenwerking (het is zoeken naar een betere balans in de samenwerking en gezamenlijke beleidslijn).

Het gaat in grote lijnen goed met de LEA. De partners zijn overwegend tevreden over het instrument. De agenda’s vertonen een scala aan onderwerpen en volgen enerzijds de landelijke prioriteiten, maar hebben ook een duidelijk lokaal profiel.

Voor de komende periode kunnen enkele aandachtspunten worden benoemd:

1. Schoolbesturen willen vaak meer resultaat zien dan wordt behaald.

Dit is een kwetsbaar punt. Als schoolbesturen te lang frustraties ondervinden heeft dat zijn uitwerking op de samenwerking en kan dit afbreuk doen aan de bereidheid om integraal beleid te ontwikkelen en concreet zaken te doen.

2. De veelheid aan onderwerpen op de agenda. Teveel onderwerpen op de agenda kan leiden tot een onwerkbare situatie. Het aanbrengen van een zekere differentiatie in de agenda, met een goede prioritering is aan te bevelen.

3. De inrichting van de gemeentelijke organisatie. Soms is er te weinig capaciteit of expertise in de ambtelijke organisatie aanwezig om op het vereiste niveau aan de LEA te kunnen werken.

(8)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 8 De huidige situatie in Asten

Binnen de gemeente Asten wordt op dit moment alleen structureel overleg gevoerd met de schoolbesturen over huisvestingszaken. Er is geen structureel overleg gericht op beleidsinhoudelijke onderwijsthema’s. Dit wil niet zeggen dat de onderwerpen niet besproken worden. Regelmatig vindt er overleg plaats tussen de schoolbesturen en de gemeente over onderwijsthema’s, echter het overleg is vaak ad hoc, kent geen integraal karakter, er wordt niet of zelden gesproken over verantwoordelijkheden en er wordt geen gezamenlijke beleidslijn afgesproken. Het opstellen van een LEA kan hierin verandering brengen.

De komende tijd zullen verschillende onderwijs- en jeugdthema’s binnen de gemeente Asten vragen om aandacht. Deze thema’s zijn uitermate geschikt om te plaatsen op de LEA. Deze thema’s zijn:

1. Op grond van de Wet primair onderwijs (artikel 167a) is de gemeente verplicht jaarlijks overleg te voeren met de schoolbesturen en de kinderopvanginstellingen over het

onderwijsachterstandenbeleid. Onder de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) komen hier ook de

peuterspeelzaalinstellingen bij.

2. De derde onderwijsachterstanden(OAB)periode van vier jaar loopt van augustus 2006 tot augustus 2010. In augustus 2010 treedt de Wet OKE in werking. Op grond van deze wet dient de gemeente een nieuw OAB-plan vast te stellen.

3. Onderwijs maakt in onze gemeente deel uit van het integraal jeugdbeleid voor kinderen en jeugd van 0 tot 23 jaar. Veel van dit beleid is gericht op preventie. Voor de uitvoering van dit

jeugdbeleid werkt de gemeente o.a. samen met schoolbesturen, jeugdgezondheidszorg, peuterspeelzalen, maatschappelijk werk en de welzijnsinstelling. Met een aantal organisaties heeft de

gemeente een subsidierelatie en daardoor invloed op het beleid van de organisatie. Veel onderwerpen die besproken worden tussen de verschillende organisaties lenen zich voor de LEA.

4. Ontwikkeling centrum voor jeugd en gezin.

5. De ontwikkelingen rondom de brede scholen en brede maatschappelijke voorzieningen.

(9)

Rol, ambitie en uitgangspunten

Om samen met de schoolbesturen en andere instellingen vorm te kunnen geven aan de LEA dient de gemeente eerst zelf haar rol, ambitie en andere uitgangspunten ten aanzien van de LEA te formuleren.

Wat is de rol van de gemeente bij de totstandkoming van de LEA?

Voor de gemeente ligt er de uitdaging om in nieuwe verhoudingen met schoolbesturen en overige partners te zorgen voor een sterke sociale infrastructuur voor de jeugd. Het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid omvat verschillende beleidsterreinen waarin de gemeente een rol speelt. Er zijn beleidsterreinen waarbij deze rol wettelijk is vastgelegd en waarbij ook de bevoegdheden en verantwoordelijkheden die de gemeente heeft zijn vastgelegd. Door bestuurlijke veranderingen in beleid vanuit de landelijke overheid zijn de verhoudingen tussen de gemeente en de verschillende instellingen veranderd. Op een aantal terreinen heeft de gemeente niet meer de positie om het beleid en de uitvoering te bepalen. Deze gewijzigde

verhoudingen vragen om een andere manier van samenwerken. Als lokale overheid heeft de gemeente verschillende rollen.

De gemeente als samenwerkende partner

De gemeente moet steeds meer met andere organisaties samenwerken op basis van ‘gelijkwaardige partners’. Hiermee wordt bedoeld dat er tussen de partners geen

gezagsverhoudingen bestaat. De partners moeten samenwerken om een gezamenlijk doel te bereiken.

De regierol

De landelijke overheid legt in wetgeving vast dat de gemeente verantwoordelijk is voor het tot stand komen van bepaalde doelstellingen. De gemeente is voor scholen en schoolbesturen de meest nabije overheid en in die positie de partij die zorg kan dragen voor een sluitende keten van voorzieningen.

De gemeente als financier

De gemeente Asten financiert projecten en activiteiten zonder dat hiervoor een wettelijke verplichting is. Voorbeelden zijn de

middelen die de gemeente beschikbaar stelt voor o.a.

onderwijsbegeleiding, HALT, verkeer en preventieprojecten. De gemeente kan aan het beschikbaar stellen van de middelen voorwaarden verbinden.

Onze Ambitie

Het lokaal onderwijsbeleid staat niet op zich, maar is onderdeel van het integraal jeugdbeleid van Asten. Daarvan is de centrale ambitie:

‘De gemeente Asten wil optimale ontwikkelingskansen creëren in een doorgaande ontwikkelingslijn, gericht op volwaardige maatschappelijke participatie en sociale integratie van de Astense jeugd tot 18 jaar en voor die jongvolwassenen van 18-23 jaar die nog een extra steun nodig hebben’.

(10)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 10 De ambitie speciaal gericht op de LEA zou als volgt kunnen luiden:

‘De schoolbesturen, de gemeente en overige partners willen toekomstgericht werken aan meer kansen voor kinderen. Als het goed gaat in het onderwijs, kinderen op tijd adequate hulp ontvangen en zonodig goede zorg, wordt kinderen een goede basis geboden voor optimale ontwikkelingskansen’.

Partners bij de LEA willen vanuit hun eigen taakstellingen en

verantwoordelijkheden met elkaar samenwerken en hun energie en middelen inzetten om de geformuleerde ambities te realiseren. Dit betekent ook dat de door alle organisaties afzonderlijk te maken kosten ten behoeve van het overleg, zowel de personele als facilitaire kosten, niet worden doorberekend aan de gemeente.

Doelgroep

Het integraal jeugdbeleid heeft betrekking op jongeren van 0 tot en met 23 jaar. Dit is een brede doelgroep. Het heeft de voorkeur om bij het maken van de LEA ons in eerste instantie te richten op de leeftijdsgroep 0 tot 12 jaar. De aandacht kan dan o.a. worden gericht op de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschoolse educatie, het vervolg in het primair onderwijs,

vroegsignalering en de jeugdgezondheidszorg. Zo blijft de agenda ook

beheersbaar. Tegelijkertijd kan worden geïnvesteerd in het optimaliseren van verhoudingen tussen de gemeente en de schoolbesturen in het

basisonderwijs.

In een later stadium kan de LEA worden uitgebreid naar de leeftijdsgroep 12 tot 18 jaar en 18 tot 23 jaar.

Thema’s die de gemeente op de lokale educatieve agenda wil plaatsen Het is van belang dat op de agenda thema’s komen te staan die voor iedereen herkenbaar zijn. De LEA bestaat uit verplichte thema’s en uit actuele thema’s die schoolbesturen, gemeenten en overige partners belangrijk vinden en die om actie en communicatie vragen.

Gemeenten verschillen onderling in de ambities die ze hebben en dat geldt ook voor schoolbesturen. Lokaal jeugd- en onderwijsbeleid is altijd maatwerk.

En de belangrijkste maatstaf zijn de behoefte en wensen van de kinderen en volwassenen in buurten, wijken en dorpen.

Er worden 4 ambitieniveaus onderscheiden:

• De gemeente voert alleen de wettelijke taken uit en voegt geen agendapunten toe;

• De gemeente voert de wettelijke taken uit en laat de agenda verder vullen op verzoek van de schoolbesturen en andere partners;

• De gemeente neemt samen met de schoolbesturen en andere partners de verantwoordelijkheid voor het integraal jeugdbeleid voor alle jongeren van 0-23 jaar in de gemeente;

• De gemeente breidt haar verantwoordelijkheden uit tot onderwijskansen voor alle inwoners.

Omdat in onze gemeente het onderwijsbeleid deelt uitmaakt van het integraal jeugdbeleid en vanuit verschillende jeugdthema’s verbindingen gelegd kunnen worden met het onderwijs lijkt het ambitieniveau bij het derde bolletje de meest voor de hand liggende ambitie voor onze gemeente. Deze interactieve

(11)

benadering lijkt momenteel het meest succesvol en in ieder geval te resulteren in een breed draagvlak.

De gemeente wil onderstaande thema’s graag op de lokale educatieve agenda plaatsen. Deze thema’s komen voort uit een wettelijke verplichting, actualiteit en/of lokale behoefte.

• Goede start:

 VVE en doorgaande ontwikkelingslijn 0-6 jarigen (verplicht)

 Het realiseren van integratie en tegengaan van segregratie (verplicht)

 Brede school1

• Goede zorg:

 Zorgadviesteams in het basisonderwijs

 Passend onderwijs2

 Vroegsignalering

 Ontwikkeling centrum voor jeugd en gezin

• Goede leefstijl

 Preventie overgewicht

 Preventie alcohol en drugs

• Goede veiligheid

 Schoolveiligheidsplan3

Binnen het jeugdbeleid is alles met elkaar te verbinden, omdat alles met alles samenhangt. Dit kan het geheel zeer ingewikkeld maken. De neiging bestaat dan om de agenda heel zwaar te maken. De kunst is om de agenda

beheersbaar te houden. Zet die thema’s op de agenda die echt aangepakt en uitgewerkt gaan worden.

Partners

Het opstellen van de LEA is in eerste instantie zaak van de gemeente en schoolbesturen. De omvang van het overleg wordt dus mede bepaald door het aantal schoolbesturen in de gemeente. In Asten zijn dat 2 schoolbesturen voor het basisonderwijs. Daarnaast kunnen er meer partners aan tafel aanschuiven. Gezien de lokale situatie in Asten is het aan te bevelen om in ieder geval de kinderopvanginstelling en het peuterspeelzaalwerk uit te nodigen om deel te nemen aan de LEA. Het is van belang om zeker alle partijen te betrekken die een rol spelen bij de realisatie van de doelen, zo is draagvlak geborgd. Indien noodzakelijk kunnen andere partijen op afroep worden betrokken bij de LEA.

1 De brede school is een samenwerkingsverband tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. Doel van het samenwerkingsverband is de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten. Een ander doel kan zijn een doorlopende, en op elkaar aansluitende opvang te bieden. De partijen zijn gehuisvest in 1 gebouw.

2Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Zo dicht mogelijk in de buurt.

3Het opstellen van een schoolveiligheidsplan is verplicht voor scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Het gaat om een plan rond veiligheid, gezondheid en milieu. In het plan moet zowel aandacht zijn voor de fysieke als de sociale veiligheid.

(12)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 12 Veel gemeenten, zoals bijv. Deurne en Someren, geven vorm aan de LEA in een stuurgroep jeugd. De gemeente Asten heeft geen stuurgroep jeugd, er zal dus een apart overleg in het leven moeten worden geroepen.

De gemeente is niet bij voorbaat regisseur van het proces. De agenda wordt immers gebaseerd op het principe van gelijkwaardigheid en wederkerigheid van gemeenten en schoolbesturen. Echter ligt het wel voor de hand dat de gemeente het initiatief neemt voor de start van de LEA.

Zodra de onderwerpen voor de agenda zijn vastgesteld, worden in de meeste gemeenten een of meer stuurgroepen en/of werkgroepen ingesteld om de onderwerpen verder uit te werken.

Doorzettingsmacht

Bij de LEA wordt uitgegaan van nieuwe bestuurlijke verhoudingen waarbij gemeenten en schoolbesturen als 100% gelijkwaardig gelden en geen van beiden dus doorzettingsmacht heeft. Het is voor zowel gemeenten als

schoolbesturen niet verstandig de ander te dwingen tot bepaalde acties of tot medewerking aan beleid dat zij niet willen. De ervaring leert dat over het ‘wat en waarom’ op de agenda de partijen het vaak wel eens zijn. De

krachtsmetingen in de nieuwe bestuurlijke verhoudingen worden vooral uitgevochten bij het ‘hoe’ (inzet van middelen, regie, regels).

Rol van de politiek bij de LEA

Veel gemeenten worstelen bij de positie van de politiek (gemeenteraad) bij de LEA. Dit orgaan heeft uiteindelijk de grootste beslissingsbevoegdheid, maar is zelden een partij die rechtstreeks bij de LEA betrokken wordt. Aangaande de onderhandelingen kan de gemeenteraad het college alleen algemene kaders meegeven, omdat de gemeente geen doorzettingsmacht heeft t.o.v. de schoolbesturen. Wel is dat mogelijk op het niveau van de doelen: wat wil de gemeente bereiken met de LEA? De gemeenteraad heeft een belangrijke stem in het bepalen van de koers voor de thema’s op de LEA en bewaakt eveneens de samenhang met andere beleidsterreinen.

Financiën

Van belang is dat iedere partner in eerste instantie voor zichzelf bepaalt wat de omvang is van het budget dat men wil inbrengen voor thema’s op de LEA.

Veel gemeenten geven aan dat ze onvoldoende financiële ruimte hebben om de onderwerpen op de LEA tot uitvoering te brengen. Bestaande middelen zullen op een slimme, efficiënte en creatieve wijze met elkaar verbonden moeten worden. In een later stadium zal per onderwerp worden aangegeven welke financiële middelen op welke manier door de partijen worden

ingebracht.

(13)

De LEA is een cyclus

De LEA is geen statisch document, maar een proces dat vaak wel een begin, maar zelden een duidelijk einde kent. Stapsgewijs wordt beschreven hoe de gemeente het lokaal onderwijsbeleid vorm wil geven, in partnerschap met schoolbesturen en andere uitvoerende instellingen.

Stap 1. Visie-ontwikkeling

- Met welke thema’s willen partijen zich bezighouden

- Hoe ver reiken de ambities van partijen (kwaliteit/personele en financiële inzet etc.)

- Welk budget willen partijen inbrengen

Het is aan te bevelen dat iedere partij eerst een eigen visie bepaalt, om dit vervolgens gezamenlijk vast te stellen.

Stap 2. Diagnose: de lokale staat van het onderwijs - Wat is de staat van het lokaal onderwijs - Hoe staat de lokale jeugd er op dit moment bij Stap 3. De LEA

- Welke thema’s komen op de agenda - Hoe gaan we thema’s prioriteren

- Welke partners zijn nodig voor de uitvoering Stap 4. Afspraken maken

- Concrete afspraken maken (SMART) - Prestatiedoelen formuleren

- Welke activiteiten worden uitgevoerd - Implementatie en evaluatie

Stap 5. Wederzijdse verantwoording - Elkaar informeren en inspireren

- Aanspreken op elkaars verantwoordelijkheden Besluitvorming LEA

De LEA is een selectie van actuele thema’s die schoolbesturen, gemeente en andere partijen belangrijk vinden en die om actie vragen. Gezamenlijk wordt bepaald wie wat uitvoert en wie waar verantwoordelijk voor is.

De LEA kan dus niet door het college of de raad worden vastgesteld, aangezien de gemeente één van de overlegpartijen is.

Het college en de raad zal worden gevraagd in te stemmen met de gemeentelijke inbreng in de LEA.

(14)

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten juni 2010 14 Tijdsplanning LEA

Vaststellen startnotitie door college Juni 2010 Startnotitie ter kennisgeving Commissie Burgers 6 september

2010 Verkenningsfase: eerste gesprek schoolbesturen en overige

partners

13 september 2010

Visieontwikkeling (stap 1) + diagnose (stap 2) Sept./okt.2010 Opstellen LEA (stap 3 ) + stap 4 en 5 Nov. 2010 Concept LEA bespreken met betrokkenen Dec. 2010 Instemmen met de gemeentelijke inbreng in de LEA door college Dec./Jan 2010

-2011 Advies Commissie Burgers gemeentelijke inbreng in de LEA Febr./maart

2011 Instemmen met de gemeentelijke inbreng in de LEA door de

gemeenteraad

Febr./maart 2011

Kansen door de LEA

De LEA biedt de gemeente, de schoolbesturen en andere partners de kans om:

1. een goede overlegstructuur in het leven te roepen waar beleidsinhoudelijke onderwerpen worden besproken;

2. de relatie tussen gemeente en schoolbesturen te optimaliseren;

3. draagvlak te creëren voor integraal jeugdbeleid;

4. een bijdrage te leveren aan het realiseren van de ambitie uit de nota integraal jeugdbeleid;

5. afspraken te maken over wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden.

(15)

Bijlage I

Wet op het primair onderwijs, Artikel 167a (Tekst geldend op: 29-04-2010)

Artikel 167a. Overleg onderwijsachterstandenbeleid

Burgemeester en wethouders en de bevoegde gezagsorganen van de scholen en de kinderopvang, bedoeld in de Wet kinderopvang in de gemeente voeren tenminste jaarlijks overleg over het voorkomen van segregatie, het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden, de afstemming over inschrijvings- en toelatingsprocedures en het uit het overleg voortvloeiende voorstel van het bevoegd gezag van in de gemeente gevestigde scholen om tot een evenwichtige verdeling van leerlingen met een onderwijsachterstand over de scholen te komen, waaronder de doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar basisonderwijs. Het overleg is gericht op het maken van afspraken over de in de eerste volzin bedoelde onderwerpen. Deze afspraken hebben zoveel mogelijk het karakter van meetbare doelen. De inspectie rapporteert jaarlijks over de mate waarin die doelen worden bereikt. Burgemeester en wethouders kunnen de uitkomsten van het verplichte op overeenstemming

gerichte overleg omzetten in bindende afspraken over onder andere de te realiseren prestaties en inspanningen, die – alvorens de afspraken tot stand komen – aan alle partijen worden voorgelegd. Indien het overleg over de voorgenomen bindende afspraken niet tot overeenstemming leidt, schrijven burgemeester en wethouders een nieuw overleg uit, waarbij zij initiatieven nemen tot het bereiken van een zo groot mogelijke consensus. Indien ook dit overleg niet tot overeenstemming leidt, vragen burgemeester en wethouders of een van de bevoegde gezagsorganen aan de geschillencommissie, bedoeld in het tweede lid, om een bindend advies. De geschillencommissie brengt

binnen 4 weken aan burgemeester en wethouders dan wel aan het bevoegd gezag dat om het advies heeft verzocht, een bindend advies uit. Burgemeester en wethouders maken dit advies bekend aan de bevoegde gezagsorganen van de scholen en de kinderopvang, bedoeld in de Wet kinderopvang in de gemeente.

Onze minister stelt een geschillencommissie in.

De commissie bestaat uit een voorzitter en 4 leden, die allen door Onze minister worden benoemd. De 4 leden worden benoemd op voordracht van de

gezamenlijke besturenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De voorzitter is een jurist.

De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van 4 jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar. Op eigen verzoek wordt aan hen ontslag verleend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

snelheid (november 2017) en ongevallen (2014 - 2017) Opmerking: de locatie van 35% van de verkeersongevallen is niet exact bekend en/of is de koppeling met snelheid niet gelukt.

De politie benadrukt de toename van harddrugs en zou graag zien dat hierover een actiepunt wordt opgenomen onder het speerpunt.. ‘vermindering gebruik alcohol, roken

Om voeding voor deze nota te krijgen zijn de wethouders jeugd van Asten en Someren, de heer Huijsmans en de heer Maas, in gesprek gegaan met jongeren op het Varendonck-College.

zorgpartners, Bizob, andere gemeenten, vrijwilligers-

Voor de aanwijzing als gemeentelijk monument voegt de bepaling over het gebruik van het (archeologisch) monument geen belang toe dat niet al op grond van artikel 3:4, eerste lid,

63 Muur rondom Rooms-Katholieke begraafplaats 1 Muur Rooms-Katholieke begraafplaats Asten K1442. 64 Muur rondom algemene begraafplaats 1 Muur algemene begraafplaats

De voorkeur van de gemeente Asten gaat uit naar de variant waarbij de oprit, en daarmee tevens de afrit, verplaatst wordt in westelijke richting. Neem gerust

Specifieke activiteit Wetgeving extern Regelgeving intern van de gemeente Asten 1 Algemeen financieel. middelenbeheer •