• No results found

22-12-1999    Julia Mölck, Kees Loef, Mireille Geldorp Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat. – Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "22-12-1999    Julia Mölck, Kees Loef, Mireille Geldorp Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat. – Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat."

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat

Eindrapportage

Amsterd a m , 22 december 1999

M i reille Geldorp Julia Mölck Kees Loef

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding

2 O nderzoeksopzet

2.1 D efin itie geweld op straat 2.2 o n derzoe ks kader

2 .3 O n derzoe ksvragen

2.4 O p bouw van het o nderzoek 2.5 Sel ectie van respondenten

3 Samenvatting resultaten

3 . 1 Resultaten per (hoofdldoelgroep 3.2 Res u ltaten per domein

4 Samenvatting voorlopige resultaten 4.1 C o nclusies

4.2 A a n beve l i ngen

Bijlagen

Bijlage 1 Uitgebreide beschrijving van de resultaten 81.1 G emeenten

81.2 J u stitiële p artners 81. 2.1 Pol itie

81.2.2 O penbaar M i nisterie 81.3 N i et-justitiële partners 81.3.1 O nderwijs

81.3.2 S port 81 .3.3 H o reca 81.3.4 Ve rkeer

81.3.5 O penbaar vervoer

81.3.6 O verige p l aatsen van samenscholing B1 .3.6a H a n g p l e k ken

B1.3.6b W i n kelge bieden 81.4 Overigen

Bijlage 2 lijst van geïnterviewden fase 1 Bijlage 3 lijst van geïnterviewden fase 2 Bijlage 4 Deelnemers expertmeeting

Pagina 2 I nformatie en kennisoverdracht rond geweld op straat - concept -

3

4 4 5 6 7 9

10 10 14

1 9 19 20

23 23 28 28 34 37 37 40 42 45 47 49 49 51 53 56 57 59

DSP - Amsterdam

(3)

1 Inleiding

Achtergrond onderzoek

Het La ndelijk Pl atform Teg en Geweld op Straat werd op 4 februari jongst­

leden geïnstalleerd door de mini ster van Ju stitie en de minister van Binnen­

l andse Zaken e n Ko n i n k rijksrelaties . Het Platform bestaat uit 21 leden van verschil lende sectoren uit de samen leving en wo rdt voorgezeten door d e b u rgemeester v a n D e n H aag , de heer Deetm a n . Het Pl atform heeft tot taken:

1 H et o ntwi kkelen van een anti-geweldscod e;

2 Het adviseren over de te voeren aanpak;

3 Het stimuleren van kennis- en ervaringsu itwi ssel i ng .

Om de g e noemde taken tot u itvoer i n g te brengen is binnen het Platfo rm een d r i etal werkg roepen geformeerd . Werkg roep 3 Kennis- en ervarings­

uitwisseling heeft a l s opdracht oplossingen aan te d ragen voor de

bevordering van de kennis- en ervaring suitw i sseling over ' geweld op straat' in de Nederlandse samenlevi n g . Het kader waarbinnen de werkgroep

i n v u l l i n g geeft aan haar opd racht i s vastgelegd i n een ' N otitie i n zake randvoorwaarden' .

De werkgroep zal advies u itbrengen door middel van een plan van aanpak, waarin oplossi ngsrichtingen worden geformuleerd voor de gesig naleerde knelpu nten op het gebied van d e i nform atievoorziening . Het plan van aanpak zal voor een belangrijk deel worden g estoeld op de uitkomsten van een (voor)onderzoek naar de h u i d i g e informatiebehoefte en -knelpunten ten aa nzien van het onderwerp. Aan Van Dij k , Van Soomeren en Partners (DSP) i s gevraagd een dergelijk ond erzoek uit te voeren.

O nderhavige publi catie betreft de eind rapportage van het onderzoe k .

Leeswijzer

H et rapport is a l s volgt opgebo u w d . I n hoofdstu k 2 wordt de

onderzoe ksopzet besch reve n . Naast de defi nitie van geweld op straat wordt i ngegaan op het kader dat ten g rondslag l igt aan het onderzoe k, de onder­

zoeksvragen, alsmede d e opbouw van het onderzoek en de wijze van sel ectie van respondente n . Hoofdst u k 3 betreft een samenvatti ng van de resu ltaten van het onderzoe k . In hoofdstuk 4 worden de belangrij kste co ncl u s i es weergegeven en worden a a nbeveli ngen gedaan aan d e

werkg roep Ken nis- e n ervari ngsuitwissel i ng v a n het Landelijk Platform tegen Geweld op Straat . Een uitgebreide besch rijving van de resu ltaten van het onderzoek i s als bij l age 1 opgenomen aan het eind van de rapportage.

(4)

2 Onderzoeksopzet

2 . 1 Definitie geweld o p straat

I n het Jaarplan 1999 geeft het platform een afba kening van zijn activiteiten door te kiezen voo r de vo lgende omsch rijving van 'geweld op straat':

'geweld dat geen enkel redelijk doel dient'. Voorts geeft het aan zich u it prakti sche overwe g i ngen aan te slu iten ' bij de volgende (enigszins

a a ng epaste) definitie die de Vere n i g i n g van Nederlandse Ge meenten geeft van G eweld op Straat :

Alle persoonsgerichte geweldsdelicten die zich voordoen in de openbare ruimte waarbij het geweld in geen verhouding staat tot een te behalen doel.'

Binnen deze definitie onderscheidt het platfo rm een drietal mogelij ke elemente n :

1 Het soort delict (alle geweldsdel icten)

' Fysiek geweld en het d reigen daarmee va llen onder de rei kwijdte van deze definiti e . Concreet kan worden gedacht aan de vo lgende delicten ' :

misd rijve n teg en het leven geri cht ( ( pogi ng tot) moord en doodslag);

openl ijke geweldpleging;

m i s h ande l i n g ;

bedreiging m et geweld;

aanranding e n ve rkrachti ng;

verzet teg en een am btenaar i n fu nctie.

2 De p l aats ( i n d e openbare ru imte)

' O nd e r open bare rui mte verstaat het Pl atform die r u i mte die in principe a ltijd voo r iedereen toeg a n ke l ij k i s , zoals de straat, het par k en het stra n d . Relevant voor het p l atfo rm is echter ook de semi-openbare ruimte. Hierbij g aat het om publ i e ke en private rui mte die in wat mindere m ate voor iedereen toeg a n kelijk i s , zoal s ' :

scholen ( i n en om scholen);

s po rtterreinen (op en om sportter rei nen);

u itgaansgelegenheden ( i n en om de ho reca/houseparti e s ) ;

verkeers-stroomgebieden ( weg en/spoorweg en);

verkeers-verblijfg e bieden (parkeerplaatsen; stationshallen; stati ons­

pleine n ) ;

overige p l a atsen van samenscholing ( h angplekken/win kelce ntra/c l u b­

en b u u rt h u i ze n ) .

' N iet onder de reikwijdte van de defin itie val len u iteraard d i e p l a atsen die i n pri ncipe n iet voo r iedereen toeg a n ke l ij k z i j n z o a l s woo n h u i ze n , fabrieken en ka ntoorgebouwen . '

3 M otief van het d e l i ct ( i n geen verhouding tot een te behalen doel) ' Bij z i n l oos geweld denkt het Pl atform aan geweld gepleegd u i t een voor een normaal mens niet te begrijpen motief. Vandaar o o k de h i ertoe gebru i kte begrippen "zi n loos geweld" en "redeloos geweld". Overigens kan e r voor d e dader wel degelijk sprake zij n va n bew u ste of onbewu ste persoonl ijke doelen, zoals het nastreven van respect, macht of g roeps­

loyal iteit . '

Pagina 4 Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat· concept· DSP -Amsterdam

(5)

2.2 Onderzoekskader

De werkg roep g eeft aan d e reikw ijdte van haar activiteiten enigszins te willen i n perken . Voor de i nvulling van het onderzoek is d e wijze waarop de werkgroep d aar i n haar Notitie i nzake Randvoorwaarden i n vulling aan geeft van belang . I n d eze notitie " . . . spreekt de werkg roep de voor keur uit om bij de beoog d e i nformatie- u itwisseling vooral te con centreren op op lossi ngen en niet teveel a a ndacht te besteden aan d e achtergronden (oorzakel ijke factoren) van geweld op straat . " Daarn aast wordt in de notitie een passage gewijd aan de doelgroepen voor het ond erzoek en aan een aantal

i n houdelijke thema's.

Doe/groepen

Zoals de werkg roep vermeldt i n de Notitie i n zake Randvoorwaarden beoogt zij haar activiteiten te r i chten op een v iertal ( hoofd)doelg roepe n . In lichte afwij king van h etgeen door de werkgroep werd voorgesteld, worden i n het onderzoe k de volgende doelg roepen ond erscheiden:

1 gemeenten;

2 justitiële sa menwerki ngspartners;

3 niet-j ustiti ële samenwerkingspartners;

4 overi g e n .

D e eerste doelg roep betreft a m bte naren e n bestu urd ers v a n gemeenten. Zij zijn betrokken bij de a a n p a k van geweld op st raat door h u n rol in de ontwi kke l i ng van, besl u itvorm i ng over en regie en u itvoering van het gemeentelijk belei d .

Als het g a at o m het onderwerp geweld o p straat, worden van de justitiële sa menwerki ngspartners m et name politie en justitie relevant geacht. Zij zijn zowel vanuit repressief als vanuit preventief oog punt betrokken bij het onderwerp geweld op straat. Het gaat bij deze partners vooral om dadergeri chte, en in m i ndere mate om slachtoffergerichte preventie.

De derde doelg roep, van niet-justitiële partners, betreft een brede

verza m e l i n g van i nstelli ngen, op het ge bied van onderwijs, welzijn en sport, openbaar vervoer, horeca, detailhandel en ver keer. Deze i nstell ingen hebben een d i recte relatie m et de publi eke en sem i - p u b l i eke domei nen waar de ge weldsp robl e m atiek zich manifesteert . De doelgroep h eeft mogelijk baat bij de aanpak van de p robl ematiek door midd el van situationele preventie. Voor een aantal van de genoemde inste l l i ngen bestaan daarnaast mogelijkheden voor de a a n p a k van de problematiek vanuit slac htoffer- of dadergeri chte preventi e .

D e vierde doelgroep bestaat u i t bu rgers en pri vate org a n isaties zoals de Stichti ng Tegen G eweld . Ook jongeren behoren hiertoe . De rol die deze doelgroep kan vervu llen in de aanpak van geweld op straat is vooralsnog het mi nst u itgewerkt. De vierde doelgroep ond erscheidt zich van de drie voorgaande doelg roepen doordat zij beschouwd mag worden als 'nieuwe' samenwerkin gspartner van d e overheid op het terrei n van vei li gheid .

De i ndel i ng van d e doelg roepen naar h u n rol bi nnen d e aanpak van geweld op straat is n i et absol uut. Er bestaan hier en daar overl appingen . Zo nemen pol itie e n j usti t i e steeds meer taken op zich op het g e b ied van p reventi e . En het onderwijs heeft weliswaar di rect contact m et ( pote ntië le) daders en slachtoffers, maar houdt zich ook al enige tijd bezig m et situationele preventie vanwege de omvang van het g e weld op en rondom de scholen.

(6)

N i ette m i n biedt de typering een brui kbaar handvat met betre k k i n g tot de i nformatiepos iti e van de diverse doelg roe pen 1.

Inhoudelijke categorieën

De werkgroep onderscheidt i n haar Notitie i nzake Randvoorw aarden een a a ntal i n houdelijke categor ieën voor het onderzoek2 • DSP heeft aan­

gegeven n a te gaan in hoeverre deze relevant zijn bij de i nformatie­

u itwisse l i n g en kenn isoverdracht en voor wel ke doelgroepen.

2.3 Onderzoeksvragen

I n de Notitie i nzake Randvoorwaarden om schrijft de werkgroep ' K ennis- e n ervaringsui twiss eling' h a a r doelste l l i n g als volgt: "Werkgroep 3 stelt zich ten doel om bij de ( ... ) doelgroepen het n i veau van kennis en ervaring i nzake de voorkom ing en bestrijding van geweld (op straat) te verhogen . "

Het achterlig gende idee i s bij t e d ragen aan een verbete rde afste m m i n g en s a menwer king tussen org anisaties bij de a a n p a k van het probleem . Tijdens d e vorig jaar g evoerde debatten reeks over geweld op straat werden de knelp u nten rond de i nform ati e e n de i nform atiepositie als volgt verwoord:

door de bomen het bos n i et meer zien;

het d u b bel bedienen van bepaalde doelgroepen;

het wiel onnod ig opnieuw u itvi nden;

org anisaties die van el kaar niet weten met h etzelfde probleem bezig te zijn .

I n aanvu l l i ng h ierop acht D S P het zi nvol om een verbeter i ng van de i nformati evoorzi ening in eerste i n stantie ten goede te l aten kom e n aan doelg roe pen op lokaal nivea u . Dáár moeten i m mers de oploss i ngen voor het g e weld op straat vooral gezocht worden e n gestalte krijgen. Alth ans, zo l u i dde ook één van d e constate ringen uit de d ebattenreeks.

In het plan van aanpak van d e werkg roep wordt een veertiental vragen opgesomd waarop via het vooronderzoek a ntwoord d ient te worden verkregen. DSP heeft deze terug gebracht tot een d rietal ' hoofdvragen':

1 Wel k e i nformatie behoefte bestaat er per doelgroep bij de lokale aanpak van geweld op straat?

2 Hoe z iet het huidige i nformatie-aanbod eruit en wel ke knelpu nten wor den d aarbij per doelg roep ervaren?

3 O p wel ke wijze kan de aansluiting van het aanbod op de vraag ver beterd word e n ?

Noot 1 In de offerte voor het onderzoek werd aangegeven dat de rol van doelgroep 4 bij de aanpak van het geweld nog niet helder is en dat daaraan in of voorafgaand aan het onderzoek nog de nodige aandacht zou moeten worden besteed. Mogelijkerwijs in samenwerking met de werkgroepen 1 en 2 van het Platfor m .

Noot 2 Het betreft de volgende categorieën:

1 Wapenbezit

Pagina 6

2 Toezicht: camera's

3 Horeca/uitgaan: alcohol- en drugsgebruik

4 Media: schadelijke invloed van geweldsfilms, berichtgeving door media over geweld (op straat)

5 Actoren: jeugd, ouderen, slachtoffers, daders, omstanders, criminele carrières, groeps- dynamiek, vrijetijdsbesteding, sport, jongerenwerk, naschoolse opvang

6 Gezin: opvoeding

7 Onderwijs: spijbelen, voortijdig schoolverlaten 8 Verkeer.

I nformatie en kennisoverdracht rond geweld op straat -concept - D S P -Amsterdam

(7)

Zoals i n hoofdstu k 1 werd vermeld heeft de wer kgroep a a ngegeven zich bij de i n form atievoorziening vooral te w i l l e n concentreren op o plossi ngen en m i nder o p oorzaken en achterg ronden. Het leek de onderzoekers z i n n i g o m , b ij d e beantwoording v a n o n d e rzoeksvraag 1 , t e verifiëren o f dit

u itgangspunt aansluit bij d e feite l ijke i nform atiebehoefte van de respondenten b i n n e n het onde rzoe k . De u itkomsten van het 1 2

stedendebat, d u i d d e n i m mers o p meerdere knelpunten b i n nen d e huidige i nformatievoorz i e n i ng.

Voor de o perational isatie van het beg r i p 'geweld op straat' is gebru i k gemaa kt v a n d e defin itie d i e h et Pl atfo r m hanteert ten aanzien v a n het on derwerp geweld op straat. Vooral de plaats van het d e l i ct, i n de open bare of sem i-open bare r u i mte, biedt een hand vat voor de verkenning v a n het onderwerp. DSP heeft d aa r b ij de voorla atste twee categ orieën, ver keers­

verblijfgebieden en ver keersstroomgebieden als volgt heri ngedeeld :

verkeer (weg e n , parkeerplaatsen);

openbaar vervoer (spoorwegen, stat ionshallen, statio nspleine n ) . De i ndeling naar locatie is m et name v a n belang geweest voor d e selectie van respond ente n binnen de brede doelg roep van niet-j ustitiële p a rtners.

2.4 Opbouw van het onderzoek

Het onderzoek bestaat uit 3 o nderdelen:

1 oriëntatie 2 verd ieping 3 expert-meeting

Voor een eerste, g l obale, i n ve ntarisat i e van het onderwerp zijn telefo nische d i epte- i nterviews gehouden m et deskundigen ten aanz i e n van elk van de ond erscheiden p u blieke- en se m i -publ i e ke d o m ei nen . D e resu ltaten van de i nterviews d ienden voor een nadere str u ctu rering van d e vrag e n l ijsten die in de tweede fase v a n het onderzoek werden toegepast. Daarnaast di ende dit deel van h et onderzoek namen op te leveren van pote ntiële gebrui kers van i nformatie over g eweld op str aat, voor d e tweede fase van het ond erzo e k . Tijdens de i nventarisatie z i j n d e volgende vragen aan d e o r d e g esteld :

Wie zij n , per d o m e i n , relevante doelg roepen voor i nformatie over het onderwerp geweld op str aat?

M et welke uiti ngsvo rmen van geweld op straat worden deze d oel­

g roepen geconfronteer d ?

Bestaat onder d e doelgroepen behoefte a a n i nfor m atie over het onderwerp? En zo ja, aan w at voor i nformatie?

Hoe is het gesteld met h et huidige aanbod?

De selectie van respondenten vond p l a ats i n overleg m et de opd rachtgeve r . H i eronder worden de i n het o nderzoe k ond erscheiden p u b l ieke- e n sem i ­ p u b l i eke domeinen nog e e n s aanged u i d .

(8)

Pagina 8

Overzicht p u bl i e ke en sem i - p u b l ieke domei nen

scholen geweld i n en om scholen

sportterreinen geweld o p en om sportterreinen uitgaansgelegenheden uitgaansgeweld

openbaar vervoer geweld in stationshallen, op stationspleinen, op haltes, in de voertuigen

verkeer geweld o p wegen, op parkeerplaatsen overige plaatsen van samen- · geweld in winkelgebieden

scholing · geweld in en om buurthuizen

· geweld rond hangplekken

Het tweede deel van het onderzoek betreft een serie tel efonische i ntervi ews met leden van de vier doelg roe p e n . Tijdens d it onderd eel van het onderzoek werd i ngegaan op de erva r i n g e n en de v isie van de ( pote ntiële) gebrui kers van i nform atie zèlf. Deze onderzoeksfase moest leiden tot een verdiept i n zicht i n d e be hoefte van d e ( p otentiële) i nform atiege brui ker e n i n de knel­

pu nten i n het aanbod . De vol g e n d e vragen kwamen daa rbij aan de ord e:

het type i nformatie waaraan be hoefte bestaat;

de knel p u nten in h et h u i d i g e aanbod aan i nformati e;

de gewenste vor m ( en) van onderste u n i n g ;

releva nte i n formatie kana l e n .

I n ond erstaand sc hema worden de doe l g roepen besch reven, d i e i n het onderzoek worden onderschei d e n .

Doe l g roepen

gemeenten justitiële partners niet-justitiële partners overigen

politie · onderwijs . burgers

O . M. · sport . private

· horeca organisaties

· verkeer

· openbaar vervoer

· welzijn

· detailhandel

Doel van de derde fase van het ond erzoek, de expertm eeting, is om helder te krijgen op wel ke wijze een ver beter i n g kan worden g e real iseerd i n de aansl u iting van h et aanbod op d e ( i nform atie-)vraag van de pote ntiële gebru i ker. Een tweede bel a n g r i j k e vraag voor de expertm eeti ng betreft de gewenste rol daa rbij voor het Landelijk P l atform tegen G eweld op Straat . De expert meeting d i ent ertoe om :

d e knel p u nten, d i e uit de eerdere fases van het ond e rzoek n aar voren zijn gekomen, te p rioritere n ;

te brai nstormen over de wijze waarop de belangrij kste knel p u nten k u n nen word en aangepakt door het Pl atform .

Tijd ens de expert-meeti ng zij n a l l e onderscheiden doelg roepen m et ten m i nste één d esku ndige verte g e n woor d i g d .

Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat -concept - D S P - Amsterdam

(9)

2 . 5 Selectie van respondenten

Noot 3

Eerste onderzoeksfase

I n de offerte was voo rgesteld om tijdens de eerste fase van het o nderzoek personen te raadplegen uit d e d iverse doelg roepen zelf, of vertegen­

woordig ers d aarva n . De te i ntervi ewen personen moesten zicht hebben o p :

de wijze waarop de doelg roep is georganiseer d . Dit ter bepa l i n g va n de potentiële gebrui kers van i nformatie over geweld op straat, b i n nen de doelgroep;

de aandachts punten i n zake geweld op straat, binnen de doelg roep;

de verwachte i nformatiebehoefte i nzake g e weld op straat;

het hui d i g e i nformatie-a a n bod .

Het bleek lastig te zijn o m personen te achter halen die zijn ingevoerd, zowel in de organisatie van een d o m e i n , alsook in het onderwerp gewe l d , alsmede i n het onderwerp i nform atievoorzie n i ng . De praktijk heeft geleerd dat

afgevaard igden uit het vel d , of vertegenwoordig ers daarvan, vaa k vooral geri cht zijn op de in houd va n d e problematiek e n minder op een abstract onderwerp a l s ' i nformatiepositie' . Daar n aast bleek de d es kund ig heid niet a ltijd te liggen bij één persoon of ( koepel )organisatie. Voor een aantal doel­

g roepen werden daarom meerdere personen ben aderd .

U iteindelijk i s , voo r het achterhalen van geschi kte respond ente n , alsmede voo r een terrei nverke n n i n g , g ebruik gemaakt van de contacten e n expertise va n DSP e n van deskundigen van andere onder zoeks- e n advies bureaus of - i nstel l i ngen3. Aangezien i nformatieverwerking e n ken n i s overdracht de hoofdbestanddelen vormen van de d i e nsten van dit type organi saties is men daar goed op de hoogte van i nformatiewensen en -lacunes ' i n het veld ' . AI met al zijn tijdens d e eerste fase van het onderzoek meer i nterviews

gehouden dan aanva n kelij k gepland; in totaal 14. I n een aantal geval len bleef het bij een kort gespre k .

Tweede onderzoeksfase

I n d it onderdeel van het ond e rzoek zijn telefo n i sche interviews ge houden met pote ntiële geb rui kers van i nformatie ove r ' g eweld o p straat. Wij hebben ons daarbij in eerste i nstantie gericht op beleids makers en andere

professionals, die d i rect betro k ken zijn bij de vo rmgevi n g en/of uitvoering va n beleid of projecten rondom geweld op straat . Tij d e n s de uitvoering van het onderzoek bleek dat er b i n n e n d iverse i nstel l i ngen vooralsnog wei n i g 'trekkers' voo r d it specif i e ke thema z i j n aang ewezen . D a a rom zijn tevens i nterviews gehoud e n met leden van de ond erscheiden d oe lgroepen die i n meer brede z i n vera ntwo o r d i n g d ragen voo r het vei lighei dsbeleid , o f deel­

as pecten daarva n , binnen hun organisatie of i nstel ling .

De sel ectie van respondenten heeft pl a ats gevo nden o p voordracht van d e deskundigen op d e d iverse deelterreinen, waarmee tijd e n s de eerste fase va n het onderzoe k contact is g eweest. Aanvul lende sug gesties zijn gedaan door respondenten die zijn g e raadpleegd i n d e tweede fase va n het

onderzoe k . Als voorbereid i ng op het i nterview kregen de respondenten de vrag enlijst gefaxt.

Derde onderzoeksfase

Voor de expert meet i ng zijn personen uitg enodigd naar wie door anderen respondenten in het onderzoek i s ver weze n . In een aa ntal geva l l e n zijn respondenten uit d e eerdere fases van h et ond erzoek tevens uitgenodigd voo r de expertmeeti ng .

Een overzicht van geïnterviewde personen is bijgevoegd als bijlage in deze rapportage.

(10)

3 Samenvatting resultaten

I n dit hoofdstuk worden d e belang rijkste resultaten van het o n derzoek weergegeve n . Paragraaf 3.1 vormt de neerslag van de resultaten per (hoofd ldoelgroep. In deze parag raaf worden de resultaten besch reven voor d e doelg roep van gemeente n , justitiële partners , niet-justitiële p artners en ' overigen ' . I n paragraaf 3.2 wordt d e stand van zaken ten aanzien van de aanpak van geweld i n d e zes onderscheiden domeinen besch reve n . De i nformatie behoeften die d e d i rect betro kken sectoren ervaren e n d e knel­

punten i n het bestaande i nfo r m atieaan bod worden i n d e ze parag raaf verwerkt.

3.1 Resultaten per Ihoofdldoelgroep

De bev i n d i ngen i n deze paragraaf zijn het resultaat van d e eerste twee fases van het onderzoek, waar bij een b rede inventarisatie van het onder­

werp p l aats vond e n vervo lgens i nterviews werden gehouden o nder de vier hoofddoelg roepen, met pote ntiële geb rui kers van info rm atie rond geweld op straat . O m de a ntwoorden o p d e hoofd vragen van het o nderzoek in een wat breder kader te kun nen p l aats e n , wordt aangegeven in h oeverre het onder­

werp, geweld op straat, daadwerkelijk een aand achtspunt vormt voor e l k van de doelg roepe n . Daar naast i s geïnventariseerd op wel ke w i j z e de pro­

blematiek bi nnen de doelgroepen wordt aangeduid en in hoeverre de defi ni­

tie d i e het Platform h a nteert daar op aansluit. De werkg roep ' Ke n nis- en ervaringsuitwisseling' heeft aangegeven zich vooral te w i l l e n ri chten op de aanpak van de geweldsproblematiek, en mi nder op de a chterg ronden e n oorzake n . I n aansluiting hierop wordt ingegaan op versc h i llende mogelijke vormen van ondersteun i n g , in het bijzonder met betre k k i ng tot i nformatie over de aanpak van de problematiek. In eerste i n sta ntie kan d a ar bij worden ged acht aan een inventarisatie van bestaande aanpa kken aan de hand van g l o bale beschrijving e n . Een d e rgelijk p rodukt moet vergezeld gaan van een verwijzing naar een co ntactpersoon of een centraal punt waar n adere i nformatie kan worden opgevraagd . Deze vorm van ondersteuning i s vooral gesch i kt voor betr o k kenen die zich willen ori ënteren op d e mate r i e .

Voor degenen die d a ad werkel ij k z e l f a a n de s l a g willen o p e e n bepaald terrein i s meer diepgaande i nformatie over bestaande aanpakken zi nvol . G ed acht m oet worden aan e e n evaluatie van aanpakke n , die p r a ktische hand vatten biedt voor d e g e bruiker v a n de i nformatie om een g e r i chte keuze te maken voor een bepaald type aanpa k . Daarbij dient o o k aand acht te worden besteed aan de noodzakelij ke rand voorwaarden (or g a n i satorisch, fin ancieel en juridisch) rond e e n aanpak.

De daadwerkelijke toepass i n g of uitvoering van een bepaalde a a n p a k i s een volgende stap . In d i e fase m a a kt een d eel van de betr o k kenen g e b rui k van o n d ersteuning door exte rne org anisati es. O ndersteun i n g door het Pl atfo rm kan gebeuren door d e vervaa rdiging e n verspreiding van (al dan n iet elektro ni schel handleidingen of tooi kits.

Samenvattend word e n , a l s h et g aat o m i nformatie over aanpa k k e n , drie n iveau' s van ondersteun i n g o n d erscheiden, die afhankelijk zij n v a n de ontwi kkeli ngsfase v a n d e aanpak van d e problematiek:

1 i nventari satie van a a n p a k k e n ; 2 evaluatie v a n aanpakken;

3 handl eiding voo r een specifieke aanpak.

Tot slot wordt i n deze parag raaf voor e l k van de doelg roepen beschreven welke i nformatiekanalen meer en wel ke mi nder geschi kt zijn voor de benader i n g van d e d oelgroepen.

Pagina 10 Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat -concept - DSP - Amsterdam

(11)

Gemeenten

Van de benaderde g em ee nten voert slechts een gering a a ntal expliciet beleid rond h et onderwerp geweld op straat . I n de gemeenten waar de aandacht voor het onderwerp niet is vastgelegd in een beleidsprogramma of plan van a a n p a k , lij ken daar vooralsnog ook geen plannen voor te bestaa n . Deze constatering be hoeft, gezien het kle i n e a a ntal gemeenten waarmee contact is geweest overigens wel enig voor behoud. O p u itvoerend niveau gebeurt wel het nod ige in het kader van het G rote Sted e n belei d , het pro­

g r a m m a Jeugd en Vei l ig heid e n bi nnen het I ntegraal Ve i l i g heids beleid . Als het g aat om een afbake n i n g van het beg r i p geweld op straat, dan vormt d e thema-i n d e l i ng naar locatie voor de doelg roep van gemeenten een

zi nvol l e en herkenbare indeli ng .

Informatiebehoefte M et betre k k i n g tot de i nform atie behoefte b i n n e n gemee nten geldt dat er een ondersc h e i d moet worden gemaakt naar d e wat meer deskund ige betrokkenen e n degenen met wat m i n d e r erva r i n g en deskundig heid ten aanzien van het onderwerp . Degenen die actief beleid voeren rond geweld op straat vesti g e n de aand acht op de k n e l p u nten die z i c h voordoen bij het achterhalen van de aard en de omvang van de problem atiek, vooral wan neer gepoogd wordt dit voor elk van de diverse domei nen afzonderlijk v ast te ste l le n . Daarnaast blijkt er behoefte te bestaan aan i nfor m atie over de oorza ken e n achtergronden van de problem atiek. Aan i nformatie over aanp a k ken of ' best pr actices ' bestaat wat m i nder behoefte, zeker in dien dergelij ke i nformatie, zoals n i et zelden het geval lijkt, a a n de op pervlakte blijft. Dege n e n die wat m i nd e r z ij n ingevoerd i n de materie zijn in principe geïnteresseerd i n alles wat hen maar verder k a n helpen met het onderwerp . Deze groep we nst echter vooral i nfor m atie over ' aan p a k ken ' .

Knelpunt Het belang rij kste knelpunt i n h et huidige i nfor m atieaan bod is de afwezigheid van harde cijfers . Voorzover men wel over cijfermate riaal besc h i kt, is een p robleem d at de cijfers n iet u itwisselb a a r e n te vergelij ken zij n , als gevolg van het ont b reken van eenheid in de g e h a nteerde defi n ities . Daa rn aast ontbreekt het aan een overzicht van succesvol gebleken aanpakken, onderverd eeld naar thema.

Tijdens het ond erzoek zijn de wensen van d e betrok kenen nageg aan, i n het b ijzonder met betre k king tot i nfor matie over de aanpa k van de problem a­

t i e k . Daarbij werden versc h i l l e nde mog e l ij ke vormen v a n ondersteun in g voorgeste l d , onder a nder p rod u kten zoals hand leidingen en besc h rijvingen van best-practices . M a a r daa rn aast is ook gevraagd naar de eventuele bela ngstelli n g voor telefoon n u mers van contactpersonen bij instell i ngen die p r a ktische o nderste u n i n g k u n n e n bieden bij de aanpak van de p roblematiek e n van col leg a's in het l and die zich m et de a a n pak van geweld op straat bezig houden . Tot slot i s onderzocht in hoever re men be hoefte h eeft aan i nformatie over con g resse n , studiedag e n , wor kshops en derge l ij k e . G e m eenten z i j n vrijwel unaniem i n de afwijzi n g van i nformatie over

cong resse n , thema-bijeenkom sten en studiedagen. In de eerste pl aats wordt men overvoerd m et dergelijke i nformat i e . In d e tweede p l aats g even

betrokkenen aan dergelij ke bijeenkomsten vaak te alg e m een te v i n den . Wel wenst men een overz icht van en i nzicht In verschille nde typen s u ccesvol l e a a n p a k k e n , p e r thema. I n p a rag raaf 3.2 wordt aangegeven voor welke domei nen d at met name geldt .

De a m bte naren ontvangen een g root a a ntal v a k bladen e n nieuws brieven . G evraagd naar het beroeps m atige gebru i k van i nter net, geeft m eer dan d e helft aan zèlf o p dit mom e nt géén a a n s l u iting t e hebbe n o p dit m ed i u m . Als men zich toegang wil verschaffen tot i nternet, dan moet men gebruik m a ken van com puters d i e e l ders i n het ge bou w , op e e n centraal punt i n een gang of op een kamer van een collega, zijn g e l egen . De website van het ILV is evenwel bij vrijwel alle betrokkenen bekend .

M e n is het onde r l i n g oneens over d e vraag l a n g s wel k e kanalen men het l i efst nader geïnform eerd wordt over het onder werp g e weld op straat.

Som migen vi nden dat er in d e vakbladen meer aandacht moet worden

(12)

besteed aan, m et name, de achterg ronden van de problematiek; anderen vi nden dat e r a l genoeg aand acht wordt besteed aan het onderwerp in va kbladen o f vinden een dergelijk med i u m te op pervlakkige i nformatie opl evere n . Als het g aat om d e versprei d i n g van een landelijke nieuwsbrief d i e geweld o p straat als onderwerp heeft, zijn d e meni ngen ook verdee l d . Ter w ijl bepaalde respondenten graag e e n dergelijke nieuwsbr ief zouden ontvangen, g even anderen aan l i ever n i et nóg een nieuws brief te w i l len ontvangen, omdat men al zo overspoeld wordt m et allerlei periodi eken en p u b l i catie s .

Justitiële partners

Voor d e j u stitiële partners heeft het thema geweld, in brede zi n , d u idelijk prioriteit. G eweld i s bijvoorbeeld opgenomen a l s speerp u nt i n h et jaarp l a n 1999-2000 van het Par ket Generaal . D e res pondenten geven aan dat de afzo nderlijke arrondi ssementen aan het onderwerp een l o kale i nvulling dienen te geve n . Bij de pol itie hebben a l l e korpsen meer of m i nder recente l ij k een portefe u i l lehouder geweld aang estel d , d i e het korps beleid rond d it thema moet (gaan) ontwi kkel e n .

Voor zowel politie als O . M . geldt d a t de meest essentiële begri psbepa l i n g v a n ' g eweld op straat' de strafrechte l ij ke omsch rijving naar d e l i cttype i s . A l leen deze o mschrijving i s i m mers b i nnen h e t strafrecht bete kenisvo l . Dit is relevant va n wege de consequenties d i e dit met zich mee brengt voor de wijze waarop politie en O . M . met h u n eigen i nformatie om gaa n . En dus o o k voo r d e w i j z e waarop de a a r d en omva n g v a n d e problematiek kan worden vast geste l d ; het bl ijft l astig om, op basis van c ijfers van politie e n justitie, de aard en o mvang van de geweldsproblemat i e k vast te stellen u itgesplitst naar de ond erscheiden dome i n e n . De doelgroep van ju stitiële partners geeft ni ettemin a a n de i ndeling naar locatie, met de nodige aa ntekeni ngen en aanvu l l i ngen , zinnig en herkenbaar te vi n d e n . W i n kelgebieden zijn volgens één van de betrokkenen een verbijzo ndering van hang p l e k ken; in het specifieke g eval van geweld rond deze samenscholings p l aatsen worden d e i nva lshoeken 'jeugd' e n 'overl ast' d o o r som m ig e respondenten zi nvoller geacht . Verder noemt men nog als aandachts p u nt geweld tege n politief u n c­

tionarissen e n andere toezichthoude r s . Voor h et O . M . i s naast d e strafrech­

telijke omsch rijving van het type delict de i nva l s hoek van de dader(groep) van belang .

De belei dsvoering rond geweld op straat bij pol itie en j ustitie wordt aangepakt b i n nen het kader van geweld i n brede zi n . Zo vormt h u i selijk geweld een thema d at mom e nteel veel aand acht krijgt bij politie e n justitie en worden ook de ' i nstrumentele' vo rmen van geweld zoals straatroof e n overvallen meegenomen i n h e t opstellen v a n beleid r o n d de bredere gewel dsproblematie k .

Voor wat betreft d e knelpu nten i n het h u i d i g e i nformati e aanbod e n de Informatiebehoefte i nformatiebe hoefte lijkt de doelgroep van j u stitiële partners in ze kere zin o p

de doelgroep van g emeente n . Door respondenten b i j de politie wordt vooral gehamerd o p het belang van een goede pro bleemanalyse . Zij geve n aan dat regelmatig beleid wordt gevoerd "op i n cidenten", zonder dat de omvang van de lo kale problematiek i s vastgesteld . Bij d e pol itie bestaat d aarnaast g rote behoefte aan i nformatie over d e m otieve n van geweldplegers, mede i n relatie t o t het geweld dat wordt u itgeoefend tegen col l e g a ' s u i t de politie­

organisatie. Ook bij de politie bestaat weinig behoefte a a n 'oppervla kkige' Knelpunt i nformatie over aanpakke n . Een ander knelpu nt dat wordt genoemd is dat

wetenschappelij ke i nformatie met betrekking tot oorzaken en achterg ronden vaa k onvol d oende toeganke l i j k gesch reve n zou zij n .

Pagina 1 2 Informatie en kennisoverdracht rond geweld o p straat -concept - DSP -Amsterdam

(13)

Medewer kers van politie en j ustitie o ntvangen een wat m i nder divers aantal va kbladen dan gemeente a m btenare n . Net zoals voor deze eerste doelg roep kon worden geconstateerd is ook o nder de leden va n de j ustitiële doelgroep het beroepsm atige g e bruik van internet nog vrij beperkt. M eer dan de helft van de respondenten heeft zelf géén aansl uiti n g op dit m ediu m . N iettemin is d e webs ite van het I LV bekend bij ten mi nste d e helft van de g e raadp leeg­

den . O o k de doelg roep va n j ustitiël e partners i s het onderling oneens over de wijze waarop ken n i soverdracht rond geweld op straat zou m oete n pl aats vi n d e n .

Niet-justitiële partners

De doelg roep van n i et-j u stitiële partners betreft een brede verzameling van i n stel l i ng e n , va riërend van onderwij s , welzijn en sport tot openbaar vervoer horeca, d eta i l handel en ver kee r . De betro kken organisaties hebben een d i recte relatie met de p u bl i eke en sem i-pu blieke dom einen waar de g e weldspro blematiek zich m a ni festeert.

De reikwijdte van het huid i g e beleid gericht o p het teg engaa n van geweld verschilt per domei n . Bin nen het openbaar vervoer en rond de horeca i s bijvoorbeeld veel a a nd acht voor het onderwe r p . I n andere domei nen wordt tot op heden m i nd e r expliciet r u i mte vrij gemaakt voo r de problematiek.

Voor de doelg roep van n iet-justitiële partners i s de def i n itie van het

Pl atfor m , als het g a at om de i ndeling naar locatie, tamelijk algemeen en als het gaat o m d e indeling naar delict, erg specifie k . Een w at vaker

gehanteerd e, doch eveneens algemene, i n d e l i n g betreft die naar fysiek en verbaal gewel d . Op elk va n d e dome i nen worden daarn aast ook andere, meer, specifieke begrippen gehanteerd .

A l h oewel d e co ntext van het geweld voor de niet-justitiële partners u iteraard per domein verschilt, l ij ke n de d iverse instel l i ngen min of meer Informatiebehoefte gelij k l u i d ende wensen te hebben voo rzover het gaat o m de i nformati evoor­

zien i ng . In de producten waar men behoefte aan heeft, wordt i nformatie over (preventi eve) aanpa k ken bij voorkeur g e koppeld aan inform atie over oorzake n e n achterg ronde n . I nformatie over aan pakken zonder d at wordt i ngegaan op oorzaken e n achterg ronden wordt beste mpeld als

symptoom bestrijd i n g . Daar waar gemeenten e n j ustitiële partners vooral behoefte hebben a a n een meer algemene, sociaal wetenschappelij ke enlof crim i no l og ische bescho u w i n g op d e achtergro nden van de geweIds­

problem atie k , geldt d at n i et voo r het co nglome raat van niet-j u stitiële partners . Als deze g roep het heeft over oorzaken en a chterg ronden dan bedoelt men daar tastbare, te beïnvloeden factoren mee, zoals omgevi ngs­

factore n . De co nclusie l u idt dan ook dat, voor deze d o e l g roep, i nformatie over aanpa kken voo raf d ient te worden gegaan door een risico­

i nventari satie . Het a a n bieden van een instrum ent, aan d e hand waarvan eerst een problee m a nal yse en vervol gens een (stappe n ) plan va n aanpak wordt u itgevoerd l ij kt het m eest geschikt. Deze methodiek i s i n ieder geval su ccesvol g e bleken binnen het onderwijs en, voor wat betreft een speci fiek d e l i ct a l s w i n keldiefsta l , o o k binnen de detai l handel .

Knelpunt Voor een aantal van de niet-j u stitiële partners geldt d at het h u i d i g e aan bod aan i nform atie over aanpakke n onvoldoende i nformatief is. Bestaande i nformatie biedt o nvoldoende handvatten o m een a a n p a k :

a voo r een specifieke situ atie op zijn meritis te kunnen beoo rdelen e n , b praktisch te ku nnen toe passe n .

De res u ltaten met betre k k i n g tot d e meest geschikte vo rmen van

onderste u n i ng voo r niet-j u stitiële partners, e n de noodzaak daa rvan, zijn m i nder eend u i d ig . Paragraaf 3.2 g eeft meer i nzicht in de stand va n zaken rond de aanpak van geweld b i n nen de afzo nderlij ke d o m ei ne n . Dit werpt tevens meer l i cht op de behoefte van de d i rect betro k ke n sectoren, of niet­

j u stitiële partners .

Voor de doelg roep van niet-j u stitiële partners speelt een g rote d iversiteit aan zeer specifieke i nform atiekanalen. E l ke doelgroep h eeft zij n eigen

(14)

vakblad(en}. De i n d r u k bestaat dat betrokkenen hun va kl iterat u u r goed bijhouden of i n ieder geval altijd even doorbl aderen op zoek naar releva nte i nformatie. Daarnaast wordt veel i nformatie verspreid v i a l andelijke

koepelorga nisaties . O o k d e rgelijke i nformatie lij kt de doelg roepen goed te berei ken. De hoeveel heid schriftelijke i nformatie die wordt geco nsu meerd verschilt echter d u idelijk per doelgroe p . Waar de ene d oelgroep n a u welijks schriftel ijke informatie tot zich neemt (d eta i l h andel en h o reca ) , circul eert i n andere circuits wel een g rote hoeveel heid a a n vakbladen en l iteratu u r (onderwijs e n welzij n ) .

Overigen

B u rgers vormen een doelg roep d i e volgens een aantal van de responde nten een geheel and ere benade ring swijze behoeft dan de andere d r i e doel­

g roepen van ' p rofessi onals ' . Zij hebben ook een ander type i nformatievragen . De belang rij kste vragen, waarvoor particu l iere organisaties tegen geweld d oo r b u rgers worden be naderd, worden hieronder aanged u i d . H et blijkt dat d e genoemde vragen op elk van de domeinen terug komen . Ze leven zowel voor de leerl i n g die op school wordt g eco nfro nteerd met geweld , als voor de burger die in het openbaar vervoer, of elders, met gewelddad i g e i ncidenten te maken krijgt. H et g aat o m de volgende vrag e n :

Hoe voorkom i k dat i k s l achtoffer wordt van geweld ?

Hoe moet i k handelen a l s i k getu ige wordt van gewe l d ?

Waar kan i k aang ifte d o e n ?

Welke i nstanties kunnen i ets voor m ij betekenen als i k slachtoffer o f getuige wordt van g e w e l d ?

Wat is het bel eid van g emeente n , scholen en andere i nstanties als het gaat om het voorkomen e n bestrijden van geweld ?

Wat zijn de oorzaken?

3.2 Resultaten per domein

Tijdens het onderzoek is ge bleken dat de mate van aand acht voor de problematiek bi nnen e l k van de domeine n nogal versc hilt. Dit i s van belang voor de stand van zaken rond de aanpak van de problematiek, de

i nformatievoorziening e n d e knelpunten daarbij . Om d i e reden beschrijven wij de res ultaten op elk van d e domei nen aan de hand van de beleidsm atige aandacht voor e l k van de 6 hoofdt hema's, de stand van zaken rond de aanpak van geweld en d e knelpu nten i n de i nformatievoorzie n i n g . Wij ond erscheiden d ri e stadi a van aand acht voor de problematiek:

1 geweld staat ( no g ) niet o p de p u b l i e ke agenda;

2 geweld is vrij recente l ij k o p de p u b l ieke agenda gekomen;

3 geweld staat al geru i m e tijd op d e publie ke agend a .

Voor d e i ndeling i n één v a n deze stad i a vormen d e volgende factoren een i n d i catie:

i nzicht i n de omvang van d e problematiek;

taboe bi nnen de sector rond d e problematiek;

de m ate waarin aanpa kken zijn ontwi k keld;

d e beschi kbaarheid van overheidsgeld voor de problemat i e k .

I n de eerste situatie, waar b ij g e w e l d ( nog) niet op de p u bl ieke agenda staat:

i s de om vang van de problematiek o n be kend;

r u st een taboe op de problemati e k bi nnen de secto r ;

zijn er geen aanpakken ontwikkeld;

is er geen of weinig overheidsgeld voor de aanpak van de pro blematie k .

Pagina 1 4 Informatie e n kennisoverdracht rond geweld o p straat - concept - DSP - Amsterdam

(15)

Situatie twee, geweld is vrij rece ntelij k op d e publieke agenda gekomen, kenmerkt zich doordat:

d e o mvang van d e problematiek bekend beg i nt te worden;

er aanpakken worden ontw i k ke l d ;

a l hoewel de problematiek binnen de sector wordt onderkend, de taboesfeer nog n iet overal is d oorbroken;

(veel) overheidsgeld besch i k baar is voor de problematiek.

De situatie waar bij geweld al geruime tijd o p de publieke agend a staat is herkenbaar doordat:

d e o mvang van de problematiek bekend i s ;

er aanpakken zijn ontwikkeld en vastg elegd;

e r b i n nen d e sector geen taboe meer r u st op de problematiek;

v a n het beschi kbaar gestelde over heidsgeld voor de problematiek al veel i s besteed .

I n o n d erstaand schema wordt d e m ate van aand acht voor de zes hoofd­

them a's weergegeve n .

A a n d acht voor geweld op straat

(nog) niet op de publieke agenda geweld in en rond de amateursport

· geweld in het verkeer

geweld rond 'overige' plaatsen van samenscholing

recentelijk op de publieke agenda uitgaansgeweld

· geweld in en om scholen

al geruime tijd op de publieke geweld in het openbaar vervoer agenda

G e d u rende het onderzoek is gebleken d at van de zes hoofdthema's er s lechts d ri e op de publie ke agenda sta a n . Alleen voor die thema's, namelijk geweld i n en om de horeca, geweld op scholen en geweld i n en om het openbaar vervoer is een (o nbekend) a a ntal aanpa kken ontwikkeld.

Rond geweld i n de amateursport, geweld in het verkeer en geweld rond ' overige' pl aatsen van samenscho l i n g lijkt dit nog nau we l ij ks het geval te zij n . H i eronder wordt de stand van z a ke n rond d e them a ' s nader

besch reve n .

Geweld i n en om scholen

G eweld i n en om scholen en de aanpak ervan vo rmt één van d e thema's waaraan aand acht wordt besteed b i n nen het vei l igheid s beleid dat wordt g evoerd in het voo rtg ezet o n derwij s . Dit ge beurt i n het kader van het programma 'Vei lig i n School', onderdeel van het G rote Stedenbeleid . B i n ne n de steden v i n d t lo kale i nvu l l i ng pl aats van h e t beleid . Eén v a n de

toegep aste aanpakke n betreft een procesaanpak waarbij eerst d e aard e n o m v a n g van d e problemati e k wordt v a s t g estel d , vervo lgens de d i recte a a n l eid i ngen in kaart worden geb racht en d aarna prioriteiten wo rden aange­

bracht i n de te nemen maatrege l e n . O nd e rdeel van de aanpak is het be­

spreekbaar make n van de problemati e k . Scholen lijken het best geholpen m et i nformatie d i e i s geïntegreerd i n een dergelij ke procesaanpa k .

Knelpunt Wij hebben de i ndru k dat er geen overzicht bestaat van de aanpakken d i e mom e nteel worden toegepast ter vergroting v a n d e veil igheid op scholen . Voorzover er i nformatie besch i kbaar i s over bestaande aanpa k ken, dan biedt deze onvoldoende houvast o m de toepassingsmogelij khed en ervan

(16)

voo r de eigen i nstelling te beoordel e n .

Alhoewel l a ndelijke cijfers niet besch i k baar zij n , i s v a n scholen i n een aantal g rote sted e n d e omvang van d e (g eweld ) problematiek bekend . Voor het merendeel van de scholen is het onderwerp echter nog steeds taboe. Op deze p l e k ke n i s dan ook n i ets bekend over de omvang v a n de problematie k . Niet allee n bin nen de onderwijssecto r zelf, maar o o k b i n nen gemeenten ligt het o n derwerp i n veel gevallen erg gevoe l i g .

Geweld i n en rond de amateursport

Het onderzoe k heeft zich geco ncentreerd op één tak v a n de sport, het voetbal . Door de deelnemers aan het o nderzoek is het P l atform geadviseerd o m su ppo rtersgeweld niet als thema mee te nemen binnen de problematiek van geweld op straat, maar zich uits l u itend te ri chten o p geweld in de amateu rsport . Bij geweld in het amateurvoetbal gaat het om geweld tussen spelers, geweld tegen schei d s rechters en o n derl i ng geweld van het publiek.

De problematiek zou zich met name beperken tot de g rote sted e n . De sector g eeft a a n vrij g oed zicht te heb ben op de aard en omvang van de eerste twee uiti ngsvormen . Ken n i s van deze i nformatie lijkt zich echter te beperken tot de sector zelf. H et onderwerp bevi ndt zich naar het idee van de onderzoekers nog i n de ta boesfeer , i s het niet voo r wat betreft de omvang van de problematiek, dan geldt dat zeker voor d e achterg ronden ervan, welke worden aangeduid met 'g rote steden-' e n 'jongerenproblema­

tie k' , maar die d a a rn aast te maken hebben met i nterculturele facto ren . De KNV B voert beleid, als het gaat om geweld tegen scheid srechters, het zoge heten molestatiebeleid . Het beleid ten aanzien van geweld tussen spelers e n onderl i ng geweld van het p u b l i e k hebben wij in het onderzoek niet helder kunnen krijge n . D aa rvoo r zijn binnen de KNV B anderen verantwoordelijk dan degenen die zich bezig ho uden met gewel d tegen Informatiebehoefte scheidsrechters . B i n nen de sector bestaat behoefte aan i nzicht i n het

ontstaan van het geweld, mede in relatie tot de i nteractie van g roepen met verschillende etnische achterg ronde n .

Knelpunt Informatiebehoefte

Bij de geweldsprobl ematiek binnen het a m ateu rvoetbal bestaat weinig of geen betro kkenheid van l o ka l e partner s . Bestaande afspra ken over het i nscha kelen van d e politie bij ernstige i ncidenten worden in de praktij k niet of n i et consequent ten u itvoer g ebracht. Gemeenten zijn in het ge heel n iet betr o k ke n .

Buiten de voetbalsector is geweld i n en rond de amateu rspo rt, op beleids­

niveau , een onontgo n nen gebied . Voor het N O C * NSF h eeft het onderwerp geen prioriteit.

Uitgaansgeweld

Uitgaansgeweld staat sinds d e l a ndelijk bekend geworden i ncidenten met fatale afloop hoog op de p u bl ie ke e n politieke agend a . Er zijn d iverse hand­

reikingen ontw i k keld en verspreid, geri cht op het verg roten van de veilig­

heid i n uitgaansgebieden. I n veel gemeenten bestaan i n m iddels samen­

werki ng sverba nden tussen de l o kale overheid, politie, j ustitie e n horeca e n , som s , h e t (openbaar) vervoer. De horeca wordt daar bij aangesproken en gesti m u l eerd tot medewerking door middel van een pos itieve benadering, geri cht op goed g astheerschap . Over de wijze waarop d e prog ramma's l o kaal worden vorm gegeve n , de knel punten bij de u itvoering ervan en de praktische res u ltate n , is wei n i g bekend .

Al hoewel bijvoorbeeld i n d e databank met best-practices van het I LV d iverse aanpa k ken worden beschreven gericht o p Vei l i g Uitgaan, wordt het i nformatie-aanbod over aanpa kken door gemee nten, in algemene zin, als onoverzichtelijk gekenschetst . Bin nen de ho reca branche bestaat behoefte aan kennis over een d rietal specifieke risicofactoren en o mstandigheden, waarvoor aanpakken zouden m oeten worden ontwikkeld (zie bijlage 1 .3.3).

Voor pol itie en j u stitie mag h et g rootste knelpunt i n d e i nform atievoo rzie­

ning worden genoemd het feit d at men d e l o kale situ atie veelal onvoldoende

Pagina 16 I nformatie en kennisoverdracht rond geweld op straat -concept - DSP -Amsterdam

(17)

i n kaart heeft . Er is g e brek aan inzicht i n de feite l ijke o m vang van de lokale problemati e k .

Geweld i n het verkeer

Bij geweld i n het verkeer liggen de zaken heel a nders . I n de eerste pl aats is er sprake van een defi nitieproblee m . O nder d e o rgani saties die zich met de problematiek bezig houden bestaat geen overee nstemm i ng over wat moet worden verstaan onder geweld i n het verkee r . Eén d a a rvan richt zich i n de praktijk vooral op m i nder ernstige vo rmen va n g rensoverschrijdend ver­

keersgedrag, die de oorzaak kunnen vormen van feitel i j k geweld .

Daar naast ontbreekt het bestaan van een secto r die formeel kan worden aangesproken op d i e n s (medelvera ntwoordelij kheid voor de aanpak van de problematiek, zoa l s bijvoo rbeeld de horeca i n het geval van uitgaansgewe l d . De ver keerssector wordt i m mers gevormd d o o r wel i s w a a r g rote , maar n iette m i n private orga ni sati es, zoals d e ANWB en Vei l i g Verkeer Ned erland . Binnen het l o kale ver keersve i l i gheidsbeleid vo rmt het o nderwerp als zodanig geen prioriteit. Dit i s eve n m i n het g eval b ij pol itie en j u stitie.

Knelpunt Er is weinig bekend over d e feitelijke omvang van de g e weldsproblematiek naar aanleiding van verkeerssituaties .

Geweld in het openbaar vervoer

H et openbaar vervoer is één van de sectoren waar al vrij geru i m e tijd aandacht bestaat voor vraagstu kken rond vei l i g heid . D e gelden d i e en kele jaren geleden door het M i n i sterie van Verkeer e n Wate rstaat beschi kbaar werden gesteld voo r het nemen van m aatregelen zij n i n middels benut.

Aanvullende financiële ondersteuning wordt o p d it m o ment n i et verwacht . M o m enteel is de sector fl i n k i n beweg i ng , va nwege d e door de overheid beoogde verzelfstand i g i ng van de secto r .

D e sector heeft tot n u toe vrij aardig z i cht op d e omva ng van d e

problematiek, doordat e e n aantal v a n de openbaar vervoerbedrijven zelf u itgebreide reg i straties bijho udt, onder andere van incid ente n . D aarnaast werd d e afgelopen j a ren met vaste regelm aat een e n q u ête gehou den onder b u rgers en personeel over d e vei l igheid i n het openbaar vervoer. M et het opdrogen van de l a ndel ijke fi nanciële bronnen zal dit i nstrument in de toe komst evenwel n iet langer worden toegepa st. De sector geeft aan dat n iettemin behoefte zal bl ijven bestaa n aan dergelijke i nfo rmatie e n pleit Informatiebehoefte ervoor om een aantal vrag e n uit de enquête te l aten o pnemen i n de Po litie

M o n itor Bevolking.

M et d e subsi d ies van het M i n isterie van Verkeer en Waterstaat zijn diverse aanpa kken ontwi kkeld voo r het verg roten van de vei l i g heid in het openbaar vervoer. Aan de toeken ning va n de gelden werd als voorwaarde verbonden dat projecten en aanpa kken geëvalueerd werd e n .

Tot o p heden vindt reg elmatig uitwisseling p l a ats tussen de afzo nderlijke openbaar vervoerbed rijven over de d iverse aanpak ken . Door de aan­

komende verzelfsta n d i g i n g z u l len d e bed rijven echter in een onderlinge co ncu rrentiepositie raken, waarbij u itwisse l i n g van ke n n i s , va n u it winst­

oogmerk, n i et gewenst i s . Daarom wordt ver wacht d at de sector in de toe komst op dit p u nt m i nder zelfstan d i g zal f u n ctioneren dan n u het geval i s .

Lo kale partners hebben niet a ltijd zicht op de o mva ng v a n de geweIdspro­

blematiek in het openbaar vervoer. Noch met politie e n j ustitie, noch met gemeenten is uitwisseling van i nfor m atie een g a ng bare aangelegenheid .

Geweld rond overige plaatsen van samenscholing

Geweld rond overige pl aatsen va n samenscho l i ng blijkt een omsch rijvi ng te zijn die, zo blij kt u it het o nderzoe k , nader gedefi nieerd d i ent te word e n . H et gevaar bestaat dat ' geweld ' zeer b reed wordt o pgevat en het begrip wordt u itgerekt tot 'overl ast' . O o k d e aand u i d i ng 'pl a atsen van samenscho l i n g ' m oet, voo r e e n g o e d beg rip ervan, n a d e r worden uitgelegd . Al hoewel het

(18)

kan worden opg evat als "formeel als zodanig bestem pelde hang p lekken, zoals J O P ' s", is het meer i n o vereenstem m i ng met de p r a ktijk w a n neer m et deze aand u iding wordt gedoeld op: ( steed s wis selende) hangple k ken in d e openbare rui mte, i n bu u rte n , wij ken e n - als ver bijzondering - i n w i nkel­

gebieden. H et gaat daarbij o m een betro kkenheid van g roepen j o ngeren4 • Wij stellen voor d at d it them a i n de toekomst wordt aanged uid a l s 'geweld in woonwijken' .

U i t o n s onderzoek blijkt het vo lgende. De geweldsproblematiek s peelt voo ral in de g rote steden, w a a r de s a menstelling van de g roepe n jongeren etnisch bepaald is. In kleinere (pl attelands-)gem eenten i s de problematiek va n geheel andere aard . D e a a n p a k va n d e problematie k , zowel door de pol itie en het O . M . , als door g e m eenten, staat nog i n de k inderschoenen5 • Bij de politie bestaat nog geen vast protocol voor de benader i n g s wijze van de g roepen6 . H et parket geeft aan dat het l astig is om de genoemde Informatiebehoefte g roepen i n beeld te brenge n . A I deze partijen hebben e e n d ri ng e n d e

behoefte aan d e ontwikkeling van een a a n p a k , met n a m e gericht op d e deëscalatie van conflicts itu aties . Voor d e doelg roep politie k a n d e aanpak van geweld teg en po litiefu n ctionariss e n hierin worden g eïnteg reerd . De d eta i l h a n del, d i e betro k k e n is bij het onde rwerp doordat in w i n kel­

ge bieden ook vaak door j o n geren wordt rondgehangen, kent aan het o n d er­

werp geen prioriteit toe.

Eve ntuele taken voo r het Pl atform ten aanzien van dit thema, betreffen n iet zozeer de i nformati evoorz i e n i n g , maar eerder het stim u l eren van de

ontwi kkeling va n een geri chte a a np a k .

Noot 4 Rond de problematiek in brede zin, dat wil zeggen als het gaat om overlast en onveiligheid rond hangplekken, zijn diverse aanpakken ontwikkeld binnen het programma Jeugd en Veilig­

heid van het Grote Stedenbeleid . Aangezien het programma lokaal is uitgewerkt ontbreekt momenteel ieder overzicht van de ontwikkelde aanpakken. Goed nieuws is dat de VNG on­

langs subsidie heeft gekregen voor het vastleggen van de aanpakken, die zijn ontwikkeld binnen het programma Jeugd en Veiligheid, i n een databank.

Noot 5 Bij de ontwikkeling van een aanpak dient ter dege rekening gehouden te worden met de verschillen in de aard van de problematiek in grote steden en in plattelandsgemeenten.

Noot 6 Terwijl in de opleiding van de M . E . de-escalatietechnieken een standaard onderdeel vormen, is dat bij die van de gewone diender niet het geva l .

Pagina 1 8 Informatie en kennisoverdracht rond geweld op straat -concept - D S P -Amsterdam

(19)

4 Conclusies en aanbevelingen

4 . 1 Conclusies

Dit o nderzoek h eeft tot doel de knelpu nten in de ken nis- en ervar i ngs­

u itwissel i n g bl oot te leggen, die belemmerend werken bij de aanpak va n geweld op straat. H iervoor zijn i ntervi ews gehouden met vertegenwoor­

d igers va n een g root aantal secto ren binnen de N ederla ndse samenlevi ng . Aansl uitend heeft een expertmeeting plaats gevonden, w aarbij de resu ltaten die het o n derzoek tot d u sverre had opgeleverd werden g etoetst bij de aan­

wezigen .

Aanva n ke l ij k bestond het idee d at één van de belangrij kste knelpu nten i n d e i nformatievoorziening z o u zijn: het gebrek aan overzicht va n e n i nzicht i n d e aanpakken t e r voorkoming e n bestrijding v a n g eweld o p straat, d i e word e n toegepast i n den lande. D i t blijkt slechts t e n dele het geva l . De resu ltaten van het o nde rzoek wijzen op een spanni ngsvel d tussen de opd racht die d e werkgroep kennis- en ervari ngsoverd racht zichzelf heeft gesteld en d e knelpu nten d i e z i c h i n de praktijk voo rdoen. V o o r een g erichte aanpak va n de geweldspro blematiek is niet a l leen de i nform atievoo rziening over ge­

schikte projecten e n aanpa k ken van bel a n g . In h et onderzoek werden knel­

p u nten geco n stateerd i n de kennis en erva r i n g s u itwi sseling , van een geheel and ere aard, maar m i nstens zo wezenlijk voo r d e aanp a k va n de proble­

mati e k . Het zijn knelpu nten d i e structureel g enoemd mogen worden en d i e z i c h voordoen op e l k van de z e s onderzochte terrei ne n .

Eén va n d e g rootste problemen d i e zich, op het terrein van d e i nformatie en de i nformatievoo rzien i n g , voordoen rond de a a n pak va n geweld op straat i s d a t d e feitelijke o mvang va n de lokale problematiek vaa k on bekend i s . Beleidsvoering rond geweld op straat i s n i e t zelden e e n reactie op

i ncidente n , zonder dat een real i stisch beeld bestaat van d e schaal waarop de i n ci denten zich voordoe n . Dit geldt in feite voor elk van de zes onder­

scheiden hoofdthem a ' s . Eén van de oorzaken van dit p robleem heeft te maken met het feit d at d it type i nformatie l astig te achterhalen i s . De reg i stratiesystemen van de politie zijn er n i et op gebo u w d om statistische gegeve n s o p te l everen, die a utomatisch worden uitge s p l itst naar de locatie va n een i ncident. De i nformatie i s slechts te verkrijgen door middel van arbe i d s i ntensief (dossier)o nderzoek, waa rvoor het bij de pol iti e-o rgani satie vaak aan prioriteit e n/of m a n k racht ontbreekt. Een andere mogelijke bron voo r geg evens over de omvang van de problem atiek zij n (reg istratie) cijfers afkomstig van de sector zèlf. Dergel ijke g eg eve ns zijn e c hter niet altijd voo r h a nd e n .

Een k n e l p u nt d at hier mee same nhangt i s het feit dat e r geen overeen­

ste m m i ng bestaat over de afbaken i ng va n het problee m . Niet al leen tussen de d i verse doelgroepen en sectoren, die in het onderzoe k zijn betrokken, maar o o k d a a r b i n n e n , worden u iteenlopende d efinities ge hanteerd voor de problematiek die i n dit onderzoek wordt aanged u i d met ' g eweld op straat ' . Voorzover d e o mvang van de problemat i e k binnen een sector, gemeente of pol itiereg i o bekend is, is deze onvergelij k baar met andere cijfers omdat overeenste m m i ng op dit p u nt ontbreekt.

Een a nd e r knel p u nt, dat samen hangt met het voorgaande, betreft niet zozeer een k n e l p u nt in de i nformatie(voorzi e n i n g ) maar eerder een knelpu nt bij de aanpak van de problemati e k . Binnen d i rect betro k ken sectoren i s namelijk vaak s p ra ke v a n o ntke n n i ng van d e problemat i e k . Over het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Les instigateurs de ces discours pensent que l’on doit être prudent dans le travail avec les «assistants techniques» et en affaires avec les capitalistes

De kwaliteit van het onderwijs van elke HAN-opleiding wordt eenmaal per zes jaar beoordeeld door een panel van onafhankelijke deskundigen. Deze visitatie en opleidingsbeoordeling

Zorg en aandacht voor elkaar, het beschikbaar zijn voor het bespreken van zingevingvragen en het aangesproken kunnen worden op geloofszaken vormen het hart van het pastorale werk..

Als de beschikking is afgegeven en de startdatum duidelijk is worden de overeenkomsten tussen cliënt en ZZP’ers ingevuld en ondertekend, waar nodig door bewindvoerder en

Ik zou ‘respecteren en niet opdringen’ als volgt nader willen omschrijven: 1) niets wat klinisch relevant zou kunnen zijn is taboe; 2) religiositeit en spiritualiteit zijn altijd

However, some major differences are discemable: (i) the cmc depends differently on Z due to different descriptions (free energy terms) of the system, (ii) compared for the

In Kindercentrum Zeeparel zijn dekbedjes aanwezig in alle bedjes, ouders mogen zelf aangeven wat zij het liefst willen voor hun eigen kind bij het slapen (wel of niet een

▪ Aan het inschrijfformulier kunnen door partijen geen rechten en/of plichten worden ontleend, zowel de ingeschrevene als de verkoper verplicht zich niet tot koop of verkoop.. ▪