• No results found

IN DEN STRIJD TEGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "IN DEN STRIJD TEGEN "

Copied!
94
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

..

HET KON1NKl:-IJK

NEDERLANDSCH~

INDISCHE LEGER

IN DEN STRIJD TEGEN

'. JAPAN

..OAU

"n ••

'~=

rP-ONT

.ma trhd. ~hllin1tn

t=:::J Kompon~~

_ J41''''0I ....

".n,II,"\

Ku,t- EQII""yit/l

UITUllGBVllN DOOR N. V. LllITllR.NYPllLS - MAASTRICHT IN OPDRACHT VAN SBCTIE XV M. G. OVllRZBllSCHll GllBmDSDBBLllN

(2)

"

.

' . ",

"

(3)

" y;~WA

- - --

,

-

HET KONINKLIJK

NEDERLANDSCH- INDISCHE LEGER ,

IN DEN STRIJD TEGEN

JAPAN

UITGEGEVEN DOOR

N.V. LEITER-NYPELS - MAASTRICHT IN OPDRACHT VAN SECTIE XV M.G.

OVERZEESCHE GEBIEDSDEELEN

KI.T.L.V LEIDEN

(4)

I

I

,

,

I

, •

.-I---~

L~:t~:.3 ~j T L

(5)

VOORWOORD

Dit boekje geeft een kort overzicht van den sttijd vaD. het Koninklijk Nederlandsch,lndische Leger tegen Japan. Meer uitgebreid volgen daarna een beschrijving van den strijd op Tarakan, eenige I fragmenten uit de iotgevallen van het garnizoen van Man<.>kwari (Nederlandsch Nieuw- Guinea). de actie op Timor, terwijl geëindigd wordt met een korte weer- gave van de actie van een handjevol mannen die, onder <":ommando van een Ambonneesch sergeant, den vijand bij Saumlaki (Tanimbar-,!'ilanden) ernstige verliezen ioebrachten.

De inhoud is samengesteld door officieren en onderofficieren van het Indische Leger die den strijd van nabij hebben meegemaakt.

Het boekje wordt opgedragen aan hen.' die vielen in den wanhopigen strijd voor de. verdediging van het Nederland.ch-Indische deel van het _ Koninkrijk der Ned.erJanden tegen den Japanschen indringer en aan de vele mannen, vrouwen en kinderen, die zuchten in ]apansche gevangenis-

/

sen en interneeringskampen. _

/

(6)

INHOUD

Kort overzicht van den strijd van het Koninklijk Nederlandsch- Indische Leger

Hoofdstuk I: Het KOninklijk Nederlandsch-Indische Leger bij het uitbreken van den oorlog met Japan.

Hoofdstuk II: Het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger in den strijp tegen Japan .

De slag om Tarakan in Januari 1942 Hoofdstuk I: Het eiland ,

Hoofdstuk II: De inrichting der verdediging Hoofdstuk III: 8 December 1941: Oorlog , Hoofdstuk IV: 10 Januari 1942: De aanval Hoofdstuk V: De laatste phase ,

I

Fragmenten uit de actie van het Manokwari-Garnizoen. April

i

942-

September 1944 . (

Timor December 19i I-December 1942 , Saumlaki (Tanimbar-Eilanden) Juli 1942

v

,

,

,

Blz,

5

5

8 '15 16

19 23 30

41

4~

54

79

(7)

KORT OVERZICHT

VAN DEN \

STRIJD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH- INDISCHE LEGER . .

HOOFDSTUK I

Het Koninklijk Nederlandsch-Indische leger bij het uitbreken van den oorlog met Japan

Tot het uitbreken van den Eersten Wereldoorlog in 1914 was het Indische Leger meerendeels georganiseerd en bewapend voor de taak van handhaving en zoo noodig herstel van de inwendige rust en orde.

Toen echter gedurende den Eersten Wereldoorlog de vijandelijkheden zich verplaatsten naar het verre Oosten - Japan vermeesterde toen de Duitsche bezittingen - werd meer aar;dacht geschonken aan de even- tueele taak een buitenlandsche vijand te weerstaan.

Met de militaire ontwikkeling van Japan en de expansiezucht van dit land, zich voorloopig uitende in den strijd tegen China, welke in 1937 een

~rnstigen vorm aannam, kwam nog meer de noodzaak naar voren om, naast de KOninklijke Marine, ook aan het Lege& een belatigrijke taak toe te wijzen bij de verdediging van het Nederlandsche grondgebied in 'het Verre Oosten.

Deze gedachte kwam tot uiting in het mvoeren gedurende den Eersten Wereld60rlog van de algemeene dienstplicht voor Nederlanders en van een beperkte dienstplicht voor Indonesiërs in 1941; in het moder- niseeren van de bewapening; in het vormen van troepeneenheden op Java, zoodanig samengesteld dat zij 'zelfstandig tegen een buitenlandschen vijand konden ageeren, terwijl eveneens een bescheiden Afdeen'ng Militaire Luchtvaart werd opgericht, Nadat bij d'en strijd in Abyssinië in 1935 en gedurende den Spaanschen Burgeroorlog de groote waarde van het vliegtuig bevestigd was geword'en, werd met ernst gestreefd naar ver- sterking der luchtstrijdkrachten; de Militaire Luchtvaart werd als zelf- standig Wapen uit de vroegere Luchtvaartafdeeling opgericht. Verder werden op strategisch belangrijke punten in de Buitengewesten (d'e eilan- den buiten Java), naast de op cle verschillende bestuursposten aanwezige

militaire detachementen, welke belast waren m,et de handbavinl} van orde en rust, troepenafdeelingen geplaatst, welke uit 1 à 2 bataljons infanterie bestonden (Tarakan, Balikpapan, Ambon, Menad'o, enz.); ook werd, voor zoo ver deze beschikbaar was, kustartillerie op de meest be-

5

I

(8)

dreigde kustgedeelten opgesteld, terwijl eveneens a fdeelingen artillerie

en mitrailleur.,. bestemd VOOr den luchtafweer, werden gevormd.

Deze uitbreiding en reorganisatie gingen echter zeer geleidelijk: even- als andere democratische landen werd ook in Nederlandsch-Indië meer ge- .dacht aan verhooging van het welvaartspeil dan aan versterkingen der

defensie. Nadat echter de oorlog in Europa in 1939 was uitgebroken, werd'en groote bestellingen aan vliegtuigen, geschut, tanks en andere wapening i!, Europa en in de Vereenigde Staten van Amerika geplaatst;

het was echter te laaI; door verschillende omstandigheden, welke voor de hand liggen, konden de 'meeste bestellingen niet meer worden uitgevoerd.

De in 1941 opgeroepen eerste' ploeg Indonesische militie had een sterkte van 6.000 man; toen de oorlog in December van hetzelfde jaar uitbrak, was dit contingent echter nog niet voldoende geoefend om bij de defensie een rol te kunnen spelen.

In navolging van Engeland werd jn 1941 ook een Home Guard, (wij noemden dit instituut de Stads- en Landwachten) opgericht. Ook dil was echter te laat om geheel door te werken, waarbij nog kwam dat de oefe- ning leed wegens gebrek aan wapemng.

De sterkte van het. Leger in vredestijd was ongeveer 40.000 man aan beroepspersoneel (voor het grootste deel Indonesiërs) en eenig militie- personeel. De Indontsische mjlitie om bovenvermelde reden uitschake- lende, kwamen bij mobilisatie onder de wapens ongeveer 25.000 man Nederlandsche militie- en landstormpersoneel. Verder kwamen alsdan beschikbaar eenige semi-permanente Indonesische militaire korpsen en korpsen van oud-mjlitairen, wdke, tezamen met de Stads- en Landwachten een sterkte hadden van ongeveer 20.000 man, aldus een totaal vormende van ongeveer 85.000 man.

Op het ,eerste zicht lijkt dit een heele 'sterkte. Men moel hier echter het volgende Dij in aanmerking nemen: de Stad- en Landwachteh waren

ver~preid over den geÎ1ee1en Archipel, bleven op hun woonplaats, bleven zoo lang er niets in de omg'eving lJebeurde in hun burgerwerkkring, en zouden pas optreden wanneer in de onmiddellijke nabijheid )lunner woon- plailts vijandelijkheden zouden worden gevoerd. In de totale sterkte waren eveneens begrepen een groot aantal administratieve en ver;orgingstroepen.

welke dus met aan het eigenlijke gevecht konden deelnemen. Een belang- rijk deel van het Leger was verspreid over allerlei posten in de Buiten- gewesten, welke, ook in oorlogstijd, beschikbaar moesten blijven voor hand- having der inwendige rust en orde.

Een zuiverder beeld wordt verkregen wanneer een overzicht wordt gegeven va:> de eigenlijke vechteenheden.

De grondstrijdkrachten van het Leger bestonden uit:

a. vier samengestelde detachementen, elk bestaande uit een regiment jnfanterie. een afdeeling artillerie, een afdeeli-ng pio.niers en een verken- ningsafdeeling; gestationÎleerd op Java; (sterkte van zulk een detachement

rond 5.000 man): ' /

b. eenige buiten regimentsverband staanae bataljons infanierie (sterkte van een bataljon .;nfanterie rond 1.000 man); deze bataljons waren evenee!>s

op Java gestationneerd; .

6

(9)

c. een aantal bataljons inlanterie. gedeeltelijk verspreid in kleine deta- chementen over de bestuursposten. gedeeltelijk in bataljonsverband op de belangrijkste strategische punten in de Buitengewesten;

d. een compagnie lichte tanks (op Java);

e. eenige aldeelingen lichte en middelbare kustarlillerie. opgesteld op de 'belangrijkste kustgedeelten van Java en enkele strategische punten in

de Buitengewesten; •

f. eenige .afdeelingen lichte en middelbare luchtdoelmitrailleurs ~n lucht- doelartillerie. ter verdediging van de belangrijkste centra op Jav3l en van eenige vliegvelden.

Uit dit overzicht blijkt dat de mobiele troepen. waarmede de Buiten- gewesten tegen den vijand verdedigd moesten worden. al zeer zwak waren. en dat tegen een op Java gelanden vijand kon worden opgetred'en met vier versterkte regimenten en eènige hataljons ..

De luchtstrijdkrachten van het Indische Leger bestonden uit:

a. ongeveer 60 tweemotorige middelbare Glenn Martin bommenwer- pers. met een materieelreserve van nauwelijks 50

%

aan vliegtuigen;

ter vergelijking moge dienen dat de toenmalige Glenn Martin"bommen- werper een defensieve bewapening had van drie mitrailleurs met een kaliber van 7.7 mmo terwijl de moderne middelbare bommenwerper tien en zelfs meer mj~ailleurs van 12.7 mm h~eft;

b. ongeveer 40 jachtvliegtuigen met een materieelresepe van 100

%

vliegtuigen;

c. twee afdeelingen tactische verkenningsvliegtuigen:

d. verder een aantal transport- en lesvliegtuigen. welke uiteraard geen gevechtswaarde hadden.

Wanneer wij deze opsomming nuchter bekijken dan moeten wij wel tot 'de conelllsie komen dat de sterkte aan lucht- en grondstrijdkrachten.

welke het Indische Leger tegen den Japanner in het veld en in de luch.t kon brengen. wel uiterst gering was. Daar kwam dan nog bij dat ook onze bondgenooten in het Verre Oosten slechts zwakke krachten beschikbaar hadden: En'geland was gebonden in den strijd tegen Duitschland en Italië terwijl. voor wat Amerika betreft. de Pacific-vloot bij den overval op Pearl H~.rbour op 8 December 1941 lijdelijk was uitgeschakeld gewor- den. en men eigenlijk eerst in 1940 met kracht was begonnen aan den opbouw van een sterke land- en luchtmacht; mei dezen opbouw zouden

echter vier jaren gemoeid zijn. .

Uit een en ander kan de les worden Ijetrokk<en dat he.! uit een defen- sieoogpunt van belang is indien een binnenlandsche industrie beschikbaar is. welke voor zoo ver noodig op korten termijn omgezet kan worden in een oorlogsindustrie. waardoor men derhalve niet of niet geheel afhank~­

lijk is ... an het buitenland. Verder is dUidelijk gebleken dat ook dan nog een krachtige versterking van weermachtsonderdeelen eenige jaren vor- dert. en dat met een dergelijke uitbreiding derhalve niet milg worden ge- wacht tot de vijand bij wijze van spreken voor de deur staat.

I

7

(10)

.,

HOOFDSTUK IJ

Het Koninklijk Nederlandsch-Indische leger in den strijd tegen Japan

In de tweede helft van 1941 was de toestand in het Verre Oosten meer dan tevoren gespannen geworden. De bezetting van het zuidelijk deel van Fransch Indo-China door Japan werd terecht gezien als de laatste stap om een aanval in fe zetten op Malaka en Nederlandsch-Indië.

Eind November werden de berichten onrustbarend. Een der eerste dagen van December werd de Militaire Luchtvaart van het Indische Leger gemobiliseerd. De Spanning groeide met den dag. Eindelijk. in den morgen van 8 December (in Europa was dit 7 December) kwam het belangrijke nieuws: de Japanners badden de Amerikaanscbe vlootbasis Pear! Harbour verraderlijk aangevallen; ook zouden Japansche troepen bezig zijn te landen op de noordoostkust van Malaka en in het zuidelijk deel van Thailand (Siam). Nederland verklaarde den oorlog aan Japan.

Eigenlijk ging er een liucbt van verlicbting op bij bet Indische publiek.

Men wist nu waar men aan toe was. Men meende dat men met behulp van Amerika en Engeland de Jappen wel een ducbtige les zou geven.

Men zag over bet boofd dat de Britscbe strijdkracbten voor bet grootste deel in Europa en Noord-Afrika gebonöen waren; men wist niet dat de aanval op Pear! Harbour zulk een ernstige uitwerking had gebad.

" "

. ",

Het Indische Leger werd nu geheel gemobiliseerd.

Nog denzelfden dag. op 8 December. werd opdracht gegeven dat ongeveer de helft van ome bommenwerpers zich naar Malak.. moest verplaatsen om daar met onze Britsche bondgenooten mede te werken bij de verdediging van Singapore. Wegens zwaren regenval konden de vliegtuigen niet voor den volgenden dag starten en waren daarna al spoedig in actie boven Malaka. Een week later werd ook nog een afdeeling jachtvliegtuigen daarbeen gedirigeerd. Verder werd beslist dat onze nabij Pontianak in N.W. Borneo gestationneerde bommenwerper~

zouden helpen ingeval de Japanners op het Britsche noordelijke deel van het eiland zouden landen. Dit is ook inderdaad geschied.

Daar staat tegenover dat in het oostelijk deel van den Archipel Australische troepen en luchtstrijdkrachten werden geplaatst. welke aldaar met onze strijdkrachten zouden samenwerken.

Hieruit kan men zien dat de samenwerking tusschen de verschillende bondgenooten goed was. Men hielp elkaar waar dit in onderling overleg noodig werd geoordeeld.

Reeds spoedig bleek dat Japan sterke strijdkrachten. zoowel te land

al~ ter zee en in de lucht, had ingezet. Overal traden zIj op met een groote overmacht. Door de bondgenoo~en viel daartegen niet anders te doen dan te trachten. door den J apanschfn opmarsch te vertragen. tijd te winnen

8

-',

(11)

totdat voldoende krachten in het Verre Oosten beschikbaar konden wor- den gesteld om aan den vijandelijken opmarsch een halt toe te roepen en daarna to~ het tegenoffensief over te gaan. Hierbij moest zoo weinig mogelijk terrein worden prijsgegeven en moesten in ieder geval Australië en de eilanden. welke dit rijk via Hawai met Amerika verbinden. be- houden blijven.

Aanvankelijk concentreerde de vijand zijn krachten tegen Malaka en de Philippijnen en liet hij Nederlandsch-Indië ongl'moeid. met uit_

zondering van <enige luchtaanvallen. uitgevoerd op plaatsen in de Bui- tengewesten. Nadat hij echter de belangrijkste punten in de Philippijnen en op het Britsche gedeelte van Borneo had bezet. begon hij de actie tegen Nederlandsch-Indië; op 10 Januari landde hij mei slerke krachten op Tarakan (Oost Borneo) en in' de Minahassa (N.O. Celebes). Achtereen- volgens werden daarna de strategisch belangrijke punten van Borneo.

Celebes en de Molukken door den vijand vermeesterd.

Op 14 Februari. den pag voor de capitulatie van Singapore. landde de vijand nabij Palembang. 's Vijands plan om de olie-installaties en boor_

putten van Borneo onbeschadigd in handen te krijgen. was mislukt Bij Pa- lembang trachtte hij dit doel nu te bereiken. door een 700-lal parachutisten den aanval verrassend te doen inzetten. Ook dil plan mislukle echter; de parachutisten weroen al spoedig door onze troepen opgeruimd. De volgende per schip aangevoerde vijandelijke troepen waren echter zoo overmachtig.

dat onze troepen weroen gedwongen terug te tr~kken naar Zuid Sumatra en verder naar Java moesten uitwijken. De belangrijl}e olie-installaties nabij Palembang waren echter tevoren grootendeels ~rnield geworden.

Eind Februari 1942 had de vijand zich genesteld op practisch alle

strategisch-be~ngrijke punten van de eilanden buiten Java. met uitzonde- ring van Nieuw-Guinea en eenige kleine eilandengroepen in het Oosten van den Archipel. Java was nagenoeg volkomen afgesneden van de buiten_

wereld.

Bij dit doordringen naar Java werden den vijand belangrijke verliezen opgelegd. Vooral de luchtstrijdkrachten deden zich hierbij krachtig gelden.

Volgens binnengekomen meldingen werden 19 oorlogsschepen en 4i tdnsportschepen van den vijand door de Militaire Luchtvaart van het Indische Leger met bommen getroffen; een deel dezer schepen werd tot zinken gehr~cht; een schitterend resultaat wanneer men de gering~ sterkte der legerluchtstrijdkrathten in aanmerking neemt

Het is niet mogelijk den strijd van de grondstrijdkrachten van het Indische Leger in de Buitengewesten in details te behandelen. Als voor- beeld kan echter dienen het hierna afzonderlijk volgende verhaal van den heldhaftigen strijd. gevoerd door het garnizoen van Tarakan.

Zooals gezjegd wa. eind Februari 1942 Java geïsoleerd. Slechts zwakke versterklDgen van onze bondgenooten hadden tevoren Java kun- nen bereiken. Verdere versterkingen. ook van luchtstrijdkrachten. bleken niet meer mogelijk. (De afstand van AU$tralië en Britsch-Indië tot Java

I

9

,

(12)

,

Vlas voor jachtv!iegtuigen te groot om zonder tusschenlanding al te leggen, en bij gebrek aan jachtvliegtuigen op Java was het te riskant om daar nog zware bommenwerpers te stationneeren). En juist aall vliegtuigen was zulk een groote behoefte. Een laatste pqging werd nog gedaan eind Februari; een Ámerikaansch vliegtuigtransportschip zou nog trachten el'1l aantal Ameril.aûnsche vliegtuigen met bemanningen in de Zuidkusthaven Tjilatjáp aan land re zetten. Met spanning werd afgewacht of deze poging zou slagen. In allerijl werd vlak bij de kade" een startbaan aanHeiegd, zoodat de vliegtuigen zoo van het schip daarop zouden kunnen worden geplaatst om onmiddellijk te starten. Eenige uren stoomen buiten Tji!atjap werd het schip echter door den vijand aangevallen en tot zinken gebracht.

Dit was voor de verdediging vsh Java een ZW;'le slag.

Een der laa'ste dagen van Februari werd van een Amerika3nsch vcrkenninasvli'gtu.óg een bericht npHevangen, luidende: "Zeer vele vijan- delijke trans;;nrtschepen w"argenomcn in Straat Makasar koers zuid; ;Î<

word aangeva1!en door groot aantal zero·s ... " Hier werd het bericht af- gebroken. De dappere bemanning keerde nie! naar de basis terug.

Verder kwac1en berichten binnen welke er op w"en dat een andere groote Japansche transportvloot tusschen Sumatra en .Borneo in opmarsch was Laar JaVd.

,

De mobiele troepen op Java waren als volgt opgesteld: een detache- ment (samenstelling "Is hiervoren aangegeven) went van Batavia: een detachement plus. een zwakke afdeeling, samengtsteld uit Geallieerde troepen, nabij Buitenzorg; een detachement op de Bandoengsche Hoog- vlakte; terwijl het vierde detachement zich nabij Soerabaj;1' bevond.

Verder werden eenige andere belangrijke punten verdedigd door enkele bataljons.

In den avond van den 28sten Februari landde de vijand op drie punten van Java's Noordkust, namelijk in de Baai van Bantam in West- Java en na~ij Rembang in Oost-Java met een groote troepenmacht, terwijl de derde landing plaats vond Noord van Bandoeng met een zwakkere macht. Naar schatting werd in totaal een vijandelijke troepenmacht van -4 tol 6 divisies aan land gebracht.

De laats" nog overgebleven vliegtuigen van de Militaire Luchtvaart, versterkt met eenige Geallieerde vliegtuigen, werden ingezet. De be- manningen kenden geen rust, en vroegen er niet om. Met hun zwak be- wapende vliegtuigen gingen zij den overmachtigen vijand onverschrokken tegemoet, bombardeerden zijn transportschepen en de gelande troepen, tot ten slotte na twee dagen geen enkel vliegtuig meer onbeschadigd was.

Een eeresaluut aan deze bemanningen, die geweldige verliezen leden, en niet aarzelden tot het laatst toe den strijd tegen de Japansehe overmacht in de lucht vol te houden, is hier zeker op zijn plaats.

Van de Baai van Bantam rukten de Japanners in twee colonne3 op in Oostelijke richting. naar Batavia t:n naar Buitenzorg. Onze troepen.

welke daar een opstelling hadden ingenomen. waren al spoedig in contact

10

.

(13)

met den vijand en vertraagden zoo veel mogelijk den opmarsch van den veel sterkeren tegenstander.

De Noord van Bandoeng gelande vijand ontmoette aanvankelijk geen tegenstand; wegens onze geringe sterkte hadden wij op dat kust.

gedeelte geen verdediging kunnen inrichten. Snel rukte de vijand' op en vermeesterde reeds op den eersten Maart het zwak bezette vliegveld Kalidjati. Spoedig vestigde hij aaar zijn luchtstrijdkrachten. en bestookte daarvandaan onze troepen en steden. waarbij hij nagenoeg geen tegen- stand van onze zoo goed als doodgebloede luchtmacht meer te vreezen bad.

Ofschoon de Noord van Bandoeng gelande Vijandelijke troepenmacht het zwakst was. werd zij niettemin als voorloopig het gevaarlijkst beo schouwd. omdat Bandoeng de zetel der Regeering was geworden, terwijl dit ook de basis van het Leger was. De west van Buitenzorg vechtende troepen werden daarom grootendeels-losgemaakt en verplaatst nflar Bandoeng.

De thans (3 Maart) nabij Bandoeng verzamelde troepen, waarbij zich ook de Cadetten van de Militaire Academie bevonden, werden nu ingezet bij Lembang en Poerwowerto om door een tegenaanval den opmarsch van de gevaarlijke vijandelijke groep tijdelijk tot staan te brengen. Aanvankelijk vorderde de opmarsch goed. Omstreeks 11 uur in den ochtend werden onze troepen echter waargenomen door een vijan- delijk vliegtuig; om 1 uur in den namiddag beqon de vijand onze troepen uit de lucht te bestoken en hield dit vol tot het invallen van de duisternis.

Zoo liep de aan vil I van de doodvermoeide troepen vast.

De west van Batavia optredende troepen waren intusschen al veeh .. ~ tende teruggetrokken tot 'in de nabijheid van de stad. Daar west van Buitenzorg slechts zwakke afdeelingen waren achtergebleven, kon de ••

vijand bier sneller oprukken, en bedreigde alzoo den verbindingsweg van de legerbasis Bandoeng met de troepen nabij Batavia. Besloten werd Batavia prijs te geven en onze troepen terug te trekken naar Bandoeng.

Aldus geschiedde. Op 5 Maart kwam de eerste afdeeling van dezen troep, die gedurende vijf dagen onafgebroken in touw was geweest, aan te Bandoeng. De rood·omrande oogen, diep in hun kassen weggezonken, wezen op de doorstane vermoeienis dezer mannen. Zonder zich te be- kommeren om eten viel men, dóer slaap overmand, neer in de kwartieren.

Deze rust zou echter niet lang duren.

Langs verschillende wegen en paden rukte de vijand op naar Ban.

doeng. Dagelijks werd de stad uit de lucht bestookt, waartegen weinig of niets te doen was. Ongestoord cirkelden de Vijandelijke vliegtuigen in de lucht en zochten op hun gemak hun doel uit. De opvoer van munitie en levensmiddelen naar de in geveeh, zijnde troepen werd ten zeerste beo moeilijkt, vooral gèdurende den dag. 's Vijands overmacht in de lucht, tot het uiterste uitgebuit, 'maakte het verplaatsen van troepen bijna on·

mogelijk. Zoo veel doenlijl> werd gebrUik gemaakt van de duisternis, eclîter met het gevolg dat de vermoeienis der troepen tot onhoudbare grenzen steeg.

Alle troepen, welke maar beschikbaar waren, werden op 6 Maart ingezet. Een afdeeling Timoreezen, welke belast was met de beveiliging 11

.

(14)

van het Hoofdkwartier, verzocht toestemming naar het front gezonden te worden. Ook deze afdeeling werd nog ingezet en heeft haar tol van den

vijand geëischt. .

Niets mocht echter baten. De vijandelijke overmacht was te groot.

Op 8 Maart rukten de Japanners Bandoeng binnen, nadat eenige uren tevoren de wanhopige strijd was gestaakt.

De in Oost-Java nabij Rembang gelande vijandelijke groep rukte langs verschillende wegen op naar Soerabaja en Malang, Oe belangrijkste overgangen over de Bengawan Solo-rivier waren door onze troepen bezet.

De vijandelijke opmarsch werd hier tijd~lijk tot staan gebracht. Wegens _ onze geringe troepensterkte was het niet mogelijk geweest een aaneen-

gesloten front langs deze rivier te vormen. Het was voor den vijand alzoo eenvoudig om tusschen onze kleine afdeelingen door te dringen en ze tot teruggaan te nopen. Zoo werden onze troepen teruggedreven, tot zij in de omgeving van Bangil (zuid van Soerabaja) werden omsingeld en van alle aanvoer waren afgesneden. Op 8 Maart werd ook hier de ongelijke strijd gestaakt.

• •

Het had den vifand twee maanden gekost om, nadat hij de' Philip- pijnen "p een heel klein gebied na vermeesterd had, den Nederlandsch- Indischen eilandengordel te doorbreken. Het had hem een groote krachts- inspanning gekost, zoodat hij nu eenigen tijd behoefde om op zijn verhaal te komen en zich gereed te maken voor den volgenden sprong: naar

•• :Australië.

De tijd, gewonnen door de verdediging van Nederlandsch-Indië, had intusschen de Geallieerden 'in staat gesteld voldoende strijdkrachten te coneentreeren in Australië en in Oost-Nieuw Guinea om den verderen opmarsch van Japan een halt toe te roepen.

/

Met den val van Java was het verzet echter niet geëindigd.

Op tal van eilanden bleven nog kleine detachementen van het In- dische Leger den vijand bestoken. Op Timor, Sumatra, Nieuw-Guinea en andere eilanden voerden deze detachemonten een strijd, welke den vijand veel moeilijkheden baarde. Nog in November 1943, dat is ruim anderhalf jaar nadat de vijand zich meester waande van Sumatra, werd door de J apansche radio omgeroepen dat tot dat tijdstip op Sumatra alleen tweeduizend st,rijders waren onschadelijk gemaakt. Een ander voor- beeld wordt gevormd door het garnizoen van Manokwari (Vogelkop, Ned. Nieuw-Guinea), dat zich nog gedurende bijna twee en een half jaar, tot September t 94i, in het oerbosch van Nieuw-Guinea wist te handhaven. Eenige fragmenten uit de lotgevallen van dit handjevol dap-

peren worden afzonderlijk hierna weergegeven. •

Eerst na het einde der Vijandelijkheden in het Verre Oosten zal echter kunnen blijken welk een bovenmenschelijke taak de mannen van

12

(15)

de verschillende detachementen hebben verricht. Zij onder U. die het binnenland van Nederlandsch-Indië kennen. zullen kunnen beseffen welk een volharding deze mannen moeten bezitten. welk een wissel getrokken wordt op hun physiek. Bij nacht en ontij. in alle weer en wind trekken zij er op uit. liggen in hinderlaag. liggen uren te wachten. bewegingloos.

tot het gunstige oogenblik van handelen is aangebroken. Hun genees- kundige verzorging is uiterst sober. ol mankeert geheel. Zij moeten leven van, het weinige dat de eenvoudige Indonesische bevolking van het bin- nenland kan missen. Het werk van deze mannen, beantwoordt de beste tradities van het Koninklijk NederIandsch_Indische Leger.

* • •

Een lichtpunt was intusschen dat een deel. zij het een heel klein gedeelte van den Archipel in eigen handen was gebleven. Op Meraulce.

in het uiterste oostelijke hoekje van den Archipel, bleel de liere Neder- landsche vlag waaien. Het kleine restantje NederIandsch-Indische troe- pen, dat nog beschikbaar was. werd daarheen gedirigeerd om. in samen- werking met de bondgenooten. dit deel van den Archipel te verdedigen, Merauke is vrij gebleven.

Voor den val van Java was het mogelijk geweest een gedeelte va~

het personeel van de Militaire Luchtvaart en een aantal leerling~n naar A~stralië al te voeren. In Amerika werd een Nederlandsche Vliegschool opgericht. waar dit personeel-verder werd opgeleid.

Reeds geruimen tijd zijn thans weer vliegtuigaldeelingen van -het Nederlandsch-Indische Leger in actie boven den Archipel. Zij beschiJ<ken thans over het modernste Amerikaansche materieel. Onophoudelijk bom- bardeeren zij den vijand. Een gedeelte der Legerluchtstrijdkrachten is reeds

gestationneerd in NederIandsch-Indië. Zij zijn terug op eigen Neder- landsch grondgebied ...

Ook de grondstrijdkrachten van het Indische' Leger werden. voor zoo ver dit mogelijk bleek. versterkt. Het is echter duidelijk dat' deze ver-

$terking. zoolang zoowel Nederland als NederIandsch_Indië door den vijand waren bezet. slechts gering kon zijn. Vooral Suriname heeft daarbij een naar verhouding belangrijke rol vervuld. In September 19,44 werd een nieuw bataljon inlanterie opgericht. dat wordt ingezet' om in samenwer- king met onze bondgenooten "den vijand van ons grondgebied te ver- drjjven.

De rollen zijn thans omgedraaid. De Geallieerden hebben over de geheele linie de overmacht. een geweldige overmacht. Japan wordt hoe langl'r hoe meer teruggedrongen. ,

nn samenwerking met de andere deelen van de NederIandsche Weer- macht en met onze bon~genooten ziet het Koninklijk NederIandsch-In_

dische Leger zich ,thans gesteld voor de taak:

Het verdrijven van den indringer uit pns Nederlandsch-Indië en daarna het herstel van rust en orde aldaar.

Uit het voorgaande zal gebleken zijn dat de momenteeIe sterkte van

13

(16)

• .

het Indische Leger veel en veel te zwak is. Op korten. zeer korten termijn moet dit Leger vr.rsterkt worden. Een mooie taak is hier weggelegd voor een groot aantal flinke Nederlandsche mannen. Thans doet zich de ge- legenheid voor te toonen dat Nederland en Nederlandsch-Indië één zijn.

dat het leed aan de bevolking van Nederlandsch-Indiê aangedaan Neder- land evenzeer beroert als bet in het Moederland doorstane leed. Wanneer wij denken aan de krijgsgevangenkampen, waar onze mannen, in de kracht van hun leven, van hun vrijheid beroofd, rusteloos op en neer loopen, en uitzien naar het tijdstip der verlossing; wanneer wij denken aan de taUoaze vrouwen en kinderen, opgesloten achter prikkeldraad, slecht gevoed en met de kleeren i{l flarden, die halsrelkend naar hulp uitzien; wanneer wij denken aan het Indonesische volk dat, door den vijand geknecht en mishandeld, met smart op het oogenblik der bevrijding wacht, op het <>ogenblik dat het weer rustig en ongestoord in een wel-

geordend Nederlandsch-Indië, zijn' grond kan bebouwen, aan het werk kan ... dan stijgt ons slechts een kreet naar de,lippen: Naar Indië.

Meer dan driebonderd jaar geleden zei een onzer groote Nederlan_

ders: "Daar kan in Indië wat Urpotsch verricht worden."

ONZE VOORVADlrREN HEBBEN DAT GEDAAN.

ONZE TBGENWOORDIGE GENERATIE ZAL

TOONEN DAT ZIJ DAT OOK K4N.

14

/

11

VERSTERKT DE GELEDEReN

VAN HET

KONINKLQK NEDERLANDSCR.

INDISCRE LEGER

(

(17)

DE SLAG OM T ARAKAN IN JANUARI 1942

VOORWOORD

Het verhaal van de verdediging van Ta"akan door troepen van het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger, hetwelk hier volgt, is geschreven door een officier van dat Leger, die dien strijd van het begin tot het einde heeft medegemaakt. Zijn naam, evenals die van de andere personen, die in het rapport voorkomen, zijn vervangen door willekeurige letters.

Dit relaas is geen gevechtsrapport in den zuiveren zin.

Het verhaalt van een garnizoen, dat zich tevoren had opgemaakt voor ondergang tegen een overmachtigen vijand, doch dat dit lot aanvaard heeft met een blijmoedigheid en zelfverloochening, die Tarakan's korte krijgsgeschiedenis tot een epos heeft gemaakt.

Heldendaden worden aangestipt, wijl vele andere nog ongeschreven zijn, doch moge dit verhaal aan de vergetelheid ontrukken den moed en de volharding betoond door een deel van het Koninklijk Nederlandsch- Indische Leger, dat op zoo schitterende wijze werd aangevoerd en geïnspi- reerd door zijn Commandant, Luitenant-Kolonel A.

Het moge tevens een bescheiden beschrijving zijn van de heldenrol gespeeld door ~o Roode Kruis verpl~egsters, moedige vrouwen van alle landaarden afkomstig, die geheel uit vrijen wil het lot gedeeld hebben van de mannen, die hier pal stonden voor onze groote Zaak, voor onze Vorstin en ons Koninkrijk.

15

(18)

F

,

,

DE SLAG OM T ARAKAN IN JANUARI 1942

HOOFDSTUK I

Het eiland

Teneinde zich eenig beeld te vormen van het verloop van den slag om Tarakan is het noodig een ~orte b~schrijving van het eiland te geven, gevolgd door een beknopte voorgeschiedenis, een overzicht van het doel en de inrichting der verdediging, voorts van de strijdkrachten inclusief de verdeeling daarvan, teneinde aan de eischen dier verdediging te kunnen voldoen.

TARAKAN, een eil"ndje gelegen op de Oostkust van Borneo, nage_

noeg tegenover den mond van, de Sesajap Rivier, niet ver van de grens met Britseb Borneo, heeft ruwweg den vorm van een rechthoekigen drie- hoek met een naar het Zuiden gerichten top40ek en de langste zijde tegenover Bomeo'svasten wal.

De 'afmetingen van het eiland zijn langs de Noordkust

±

15 KM., langs de Oostkust

±

20 KM. en langs de Zuid-Westkust 35 à 40 KM.

Van het geheele oppervlak van het eiland is slechts een zeer klein gedeelte tot ontwikkeling gebracht ten bate van de olieproductie en de noodige woningruimte voor de bevolking, to'taal rond 5000 zielen be- loopend.

Totaal is' hoogstens' 25 KM.' bewoonbaar wijl de rest van het eiland practisch nog in zijn natuurlijken wilden staat verkeert. De oliece!ntra zijn:

het voornaamste tot het uiterste geëxploiteerde "Pamoesian" boorterrein in het Zuidoosten, waar zich tevens de wooncentra der employé's, het Chineesche kamp, de milifairè kampementen en meer aan de Zuidwestkust het Marine vliegkamp en de tanken-parken bevinden, terwijl een tweede onbelangrijk boorterreintje "Djoeata" zich ietwat West van het midden van het eiland bevindt, alwaar zich ook eenige installaties en enkele woningen bevinden.

De haveninstallaties bevinden zich eveneens op de Zuidwestkust in het deel Lingkas geheeten, alwaar ziçh twee groote steigers bevinden, geschikt voor schepen van alle grootten en een kleinere steiger voor het Marine vliegkamp.

Het wegennet is te onderscheiden in een hoofdweg, van Lingkas Noordwaarts leidend naar het Djoeata boorterrein, waarna deze weg overgaat in een voetpad naar de Noordwestkust, terwijl Noord van Lingkas de hoofdweg naar het Oosten afbuigt, naar het ingewikkelde Pamoesian boorterrein met enkele zijwegen naar de bewoonde gedeelten.

Deze hoofdweg is totaal

±

20 KM. lang en bovendien is er nog een uitgebreid wegennet leidende door het complex der boorterreinen, totaal 50 KM.

16

(19)

--

= -

N~d_ K~",pl)n9~ ~h!\in~ln

rRONT

J'pal\)(ht QD.n\IQbfi{h\i.l\~

P07'"Q lol t~~nda",v(ll

T,

bo.l,,_

, G.~/aayá~

/and,,"}',n

(20)

,

Nedcrlandsch·Tndische infanterie in Nederlandsch Nieuw-Guinea .

.Anti-tankgeschut op marsch langs een kampongweg in NederJandsch-lnqië.

(21)

,

Voorts was TARAKAN een vliegveld rijk. geschikt voor vliegtuigen van middelbare grootte.

Het geheele eiland is heuvelachtig, doch de hoogste top g,!at niet hooger dan ongeveer 90 meter nabij de Zuidpunt. terwijl uitgestrekte kustdeelen uit moeras bestaan waarvan het Noordwestelijk deel als on- begaanbaar was aangemerkt, evenals een deel der Westkust.

De bevolking van TARAKAN dankt haar bestaan uitsluitend aan de olie en dit is ook oorzaak, dat dit overigens' onvruchtbare en onher- bergzame eiland een zeer heterogene bevolking telde, die zeer geïnteres- seerd was in alles wat met de olie-productie samenhing, doch waarvan een groot deel der bewoners als tijdelijk beschouwd moest worden, be_

halve wellicht de eenige nederzetting buiten dit gebied, Djoeata geheeten, een gehucht op de Noordwestkust gelegen.

TARAKAN .produceerde zgn. ,,erude oil", die wegens haar samen- stelling geschikt was zonder verdere b~werking als stookolie in scheptn gebruikt te worden.

Tarakan had zich reeds jarenlang in een klimmende belangstelling verheugd. Reeds in. Februari 1933 was het noodig met den uitersten spoed een versterkingsdetachement te zenden bestaande uit eenige compagnieën infanterie en eenige artillerie, toen er ernstige vrees bestond, dat Japan een

"coup de main" tegen de oliehaven voorbereidde, waar toen slechts 1 compagnie infanterie was gestationneerd. Dit jaar luidde tevens een tijd- perk in van met-beperkte-geldmiddelen-improviseeren en een zich-behel- pen-met-onvoldoende-middelen. Reeds in deze en volGJ'nde jaren werden tegen een eventueele "coup de main" een aantal maatregelen getroffen, waarbij echter op uiterst karige wijze aan de door militaire deskundigen gestelde eischen op materieel- en personeelsgebied tegemoet werd ge- komen

Het heeft tot 1941 moeten duren eer voldoende geldmiddelen be- schikbaar werden gesteld om den achterstand in te halen. .

Het ;s in deze periode feitelijk, dat de vooroereidingen voor Tarakan geschiedenis gingen maken, dat een jaar van onverdroten en !,\oesten arbeid intrad om het mogelijke nog te bereiken, een arbeid waarin' vele honderdduizentien guldens staken, waarin de militaire autoriteiten met hun tr(Jepen letterlijk al het mogelijke gaven om Tar3kan's verdediging te verzekeren.

Het moet hier ook worden vermeld dat in dezen voor Indië zoo moei_

lijken tijd geen gebrek meer was aan militaire fondsen, maar wel aan materieel en personeel. Gedurende bijna één jaar vergden officieren en troepen het uiterste van ziehzelf om tenslotte het geheeIe bouwwerk, toen de tijd daar was, in enkele dagen te zien verpletteren onder een 15- tot 20-voudige overmacht. "

Sedert Mei 1940 hadden er in Tarakan groote veranderingen plaats gegrepen. Een algemeen evacuatieplan voor alle gezinnen van militairen.

die van B.P.M. (Bataafsehe Petroleum Maatschappij)-employé's en die der Inheemsche bevolking was doorgevoercl, Slechts enkele vrouwen in dienst van het Roode Kruis bleven achter.

Men m""t het Tarakan-lev~n hebben gekend om te kunnen beoor-

17

.

(22)

J

deelen wat dit beteekende, deze gemeenschap van uitsluitend mannen, die voortdurend in een zekere spanning leefden in afwachting van de moge- lijke dingen die komen konden. Nog echter bleef ée verdediging gespeeLd van noodi~e personeels- en materieels-versterkingen, Óans omdat deze blijkbaar met konden worden uitgespaard,op het Javaleger. .

Eerst in begin 1941 kwamen de fondsen los, welke echter met groote snelheid werden verslonden om tot een harmonisch stelsel van behoorlijke verdedigingsmaatregelen te komen.

Deze periode werd gekenmerkt door een ongekende bedrijvigheid onder ledjng van den Luit. Kolonel A., de man wiens naam onverbrekelijk

verbonden is aan de heldhaftige verdediging van Tarakan.

Voor het eerst in onze Indische militaire geschiedenis speelde geld geen rol en konden de versterkte fondsen niet eens ten volle opgebruikt worden .

"

\

1"8

(23)

I'

HOOFDSTUK, JI

,

-' De inrichting der verdediging

Het algemeen principe der verdediging was gebaseerd op de "olgende doelstellingen die als hoofd-, resp. neven taken waren beschreven:

a. ingeval van een vijandelijke aanval tot eiken prijs de volledige ver_

nieling van de olie-boorterreinen er! hun installaties waarborgen, ten- einde den vijand het gebruik daarvan te ontzeggen;

b. na het volbrengen van deze taak met de resteerende troepen terug- trekken op het vliegveld, dat tot eiken prijs in ons bezit moest blijven.

Over de tactische merites van deze laatste opdracht zal niet worden uitgeweid, hoewel het duidelijk is, dat op een dusdanig klein oppervlak als waar de acties plaats moesten vinden deze laatste opdracht uiterst moeilijk was, hoewel hiermede beoogd werd de beschikking te behouden over een vooruitgeschoven vliegbasis (in den rug der Philippijnen) .

Tevens moet hierbij worden vermeld, dat deze laatste opdracht ver_

strekt werd in Augustus 1941 (3Y, maand voor het uitbreken van den oorlog). wijl voordien het garnizoen de opdracht had na succesvolle uit- voering van de hoofdtaak uit te wijken naar Borneo's vasteland.

Het systeem der verdediging berustte op de volgende beginselen (zie kaart).

Het Pamoesian boorterrein, het hoofd productiecentrum, had de meeste aandacht.

Het werd omringd door een stelsel van steunpunten, vereenigd in verschillende fronten.

Zoo had men een Oostfront, dat langs de Oostranden der boor- terreinen het open terrein Oostwaarts tot eenige kilometers tot de bosch- randen overzag, op de rechter flank aangeleund door moerasse!l cler Pamoesianrivier. In het Zuidwesten was het zgn. Lingkas front, dat zeer sterk was en gericht was tegen landingen van die zijde: dal! was I'!r een Noordfront halverwege Tarakandorp en het vliegveld gelegen en ten- slotte de vliegveldverdediging.

Tusschen het Oostfront en het Noordfront lag bijna ondoordringbaar terrein dat door speciale afdeelingen bewaakt werd.

De periferieën van Tarakan waren de Noordwestelijke punten Djoeata, alwaar eenige infanterie de aldaar opgestelde batterij artillerie voor afsluiting van het Noorder vaarwater moest dekken.

Deze batterij diende als bewaking van de Noordelijke mijnversper- ring.

Drie kustbatterijen stonden voorts langs de Zuidwestkust. Zuid van de Pamoesianrivier, de zgn. Peninki Batterijen (2 batterijen à·3

X

7.5 cm) en de Karoengan Batterij (4

X

12 cm).

Deze batterijen bewaakten de mijnversperring, welke het Lingkas-

front beschermde. \

Een vooruitgeschoven stelling bevond zich op de Oostkust nabij

19

(24)

Amal waar één sectie Infanterie (53 man) en enkele mitrailleurs even- tueele landingen aldaar moesten vertragen en welke afdeeling zoo noadig vechtend moest terugvallen op het Oostfr,otlt, naar tevoren ingerichte op- stellingen.

TARAKAN, een typisch voorbeeld van een object-verdediging, was bezet door een garnizoen van 1200 tot 1300 man sterk, als volgt samen- gesteld:

LEGER:

3 compagnieën infanterie à 177 man met 18 lichte mitrailleurs per compagnie;

1 comp. mitrailleurs met 18 mitrailleurs en 6 mortieren;

1 kustbatterij van 4

X

7 cm. (in den Noordwesthoek bij Djoeata);

2 kustbatterije:! à 3

X

7.5 cm .. }

1 kustbatterij van 4

X

12 cm. langs de Zui~westkust;

1 mobiele veldbatterij van 3

X

7.5 cm.;

1 mobiele batterij van 2

X

7 cm.;

2 secties à 2

X

40 mmo luchtdoelgeschut;

:.1. secties à 2

X

20 mm. luchtdoelgeschut;

Eenige secties luchtdoelmitraiIl~urs van 12.7 mm., een sectie Genie- troepe!l van

±

30 man vernielingsspecialisten, 7 zgn. overvalwagens met 80 !IIan inlantcrie;

±

40 gemilitairiseerde B.P.M. employé's;

eenige door het leger bemande patrouille-motorbooten.

LEGERVLIEGTUIGEN:

3 Glenn Martin bommenwerpers;

4 Brewster Jagers.

MARINE:

H.M. Mijnenlegger "Prins van Oranje";

eenige patrouille-vaartuigen.

MARINE VLIEGDIENST:

:;. Domier vliegbooten;

een detachement van 80 man, meest specialisten in het Marine vlieg- kamp, waarbij 4 !egermitrailleurs en 2 kleine kanonnen van 3.7 cm.

Alle strijdkrachten, behalve de mijnenlegger, stonden onder comman- do van Luitenant-Kolonel A.

Alvorens dit hoofdstuk te besluiten z;j een kort woord gewijd aan de moreele factoren van een gemeenschap van soldaten, die hunne ge- zinnen op Java moesten achterlaten, op zichzelf reeds een probleem vormende in een plaats waar geen gelegenheid tot eenigerlei ontspanning is, en tenslotte sedert JUni 1941 het leven in volledigen verduisterings- toestand; zoo is het wellicht duidelijk welke eischen aan beleid, tact en inzicht gesteld werden aan Commandanten en 0 fficieren. M~n kan hierbij nog voegen de hevige spanning, die telkens optrad bij de plotselinge alarmseinen van den Generalen Staf, als het "Weest op Uw hoede"

20

(25)

'-

codewoord doorkwam, hetgeen telkenmale noodig bleek, vooraIlOen de Japanners hun penetratie in Indn-China steeds verde: voortzetten.

Hierbij kwam de wetenschap, dat Tarakan voor den vijand bijzondere waarde had en als eerste aanvalsdoel op Japan's program moest staan, hetgeen het tenslotte ook is geworden.

Hieraan dient ·toegevoegd te worden dat langzamerhand het besef groeide, dat Tarakan voor de bezetting een levend gral zou worden, sedert het bekend was dat, blijkens de laatstelijk ontvangen opdracht, stand gehouden moest worden op dit kleine eiland waar geen manoeuvre- ruimte was. Deze wetenschap echter bezielde de bezetting met een eigen- aardigen, grimmigen wil alsdan het leven in ieder geval zoo duur mogelijk te verkoopen.

De censuur zou boekdeel en kunnen schrijven over hetgeen aan deze gevoelens omging in de har.ten dezer mensch"f', die in hun brieven .. aan huis" een voorzichtig woord van alscheid deden doorschemeren.

Dan moet hier worden vermeld het leit, dat 20 dames, echtgenooten van Officieren en B.P.M. employé's, onder de bezielende leiding van Mevrouw D. op het eiland bleven en het als haar plicht beschouwden de mannen straks bij te staan als de strijd zijn slachtollers zou eischen.

Deze Nederlandsche vrouwen, waaronder ook enkele Indonesische, deden nog iets ander~; zij waren voor de mannen €en stimulans. die hen het evenwicht deed behouden en zich zelf deden blijven. Haar beschavende invloed was opwekkend voor de geheeIe groote mannengemeenschap.

Deze vrouwen werkten hard, oefenden en arbeidden in de beide hospitalen onder onze ntilitaire- en B.P.M.-doktoren.

Tenslotte behoorde tot de taak van den troepencommandant de burgerbevolking te mobiliseeren. peze uiterst delicate taak, nl. het hete- rogene Indonesische element in militair verband te organiseeren, werd met uiterst bekwame hand geleid door den Assistent_Resident.

Voorts was een grool deel der B.P.M.-employé's ingedeeld in . ver- nielingsploegen onder de uitnemende leiding van den Luitenant B., een jeugdig ollicier met vier jaren dienst, die het volkomen geslaagde ver- nielingsschema opbouwde en uitvoerde, en later vechtende onderging.

Honderden Indonesiërs behoorden tot den luchtbeschermingsdienst, geleid door den B.P.M.-employé C. (later geridderd met de Mililaire Willemsorde). honderden behoorden tot de transportcolonnes voor be- voorrading, en vele tientallen ziekendragers en hl\lpverplegers moesten worden georganiseerd in ploegen en als zoodanig geoefend worden.

Een speciale brandweer moest worden opgericht.

In al deze diensten werkten Nederlanders, Chineezen en Indonesiërs naast elkander, omvattende een organisatie van

±

2000 man sterk. Ook voor hen bestond een speciale Intendance, een voedselcentrale, keukens en voedselopvoerdienst, waarbij veel van de verantwoordelijke instanties werd geëischt. .

En zoo naderde de dag, de Sste December, toen de verschrikkelijke tragedie in het Oosten een aanvang nam. . I

Het kan nuttig zijn een buitenlander, de bekende Amerikaansche Pacilic-schrijver, Hallet Abend, te laten spreken, nadat hij Tarakan vóór

21

. .

....

,.

(26)

8 December had bezocht en daarvan in zijn boek "Ramparts in the Paci- fic" op pag, 166 e,v, verhaalt (vertaald uit het Engelseh):

"Ik maakte mijn tweede onverwachte landing op Tarakan, Het vlieg- veld was thans niet bezaaid met Friesche Ruiters (hindernissen) toen wij er omheen cirkelden, want juist voor ons kwam ~et laatste van zes leger- verkenningsvliegtuigen binnen na een vlucht van Balik Papan, Zij kwa- men hier benzine bijvullen om daarna bij het laatste daglicht een verken- ningsvlucht van ~OO mijl over zee te maken - om maar zeker te zijn da!- geen Japansche oorlogs- en troepenschepen voldoende dichtbij waren om voor het aanbreken van den volgenden dag een verrassende beschie- ting of landing uit te voeren, , , ,

Zoo dach/en de Nederlanders in Oost-Indië over de Japanners, reeds in September, , , ,_

Ik reed naar Tarakan over een hobbeligen weg, Gedurende de rit werden mij twee_en_dertig goed gecamoufleerde opstellingen voor kust- en luchtdoelgeschut en voor zwate mitrailleurs aangewezen in de heuvels welke de haven en het vliegveld bebeerschten, Later vernam ik dat ge- d\\:ende het laatste jaar honderd zesendertIg dergelijke opstellingen ge- maakt waren ge\'Jorden" " -

Het eigenlijke militaire garnizoen van het eiland had een sterkte van minder dan duizend man, Maar aUe Nederlanders daar - employé's van de oliemaatschap;>ij en gouvernementsambtenaren - waren militair- geoefende reservisten en waren voorzien van uniformen en wapens . ...

Nog laat in den avond zat ik met een groepje dezer menschen - officieren, van het Leger, gouvernementsambtenaren, administrateurs van de oliemaatschappij - op de verandah van de Societeit bij een gekoeld glaasje jenever, Er werd Diet gesproken over het "ol" van den oorlog, slechts over het "Wanneer?", En de algemeene vraag van de Nederlan- ders was: .. Zullen de Vereenigde Staten van Amerika meedoen ol er buiten blijven 1", _ , ,

Den volgenden morgen voor zonsopgang startten wij van het vlieg_

veld" , ,

Onze koers ging over de zeestraat, welke Borneo scheidt van T d- rakan, dat gezegende eiland, hoewel niet het eiland van gezegenden .. ,"

22

,

(27)

HOOFDSTUK lil

8 December 1941: Oorlog

Het nieuws kon te Tarakan niet realistischer ontvangen worden: het bekende Manilla-station, dat steeds om 6 uur Tarakan-lijd opende met de bekende song: "Good Morning, good morning", deed de over de stad loeiende sirenes door de muziek heen hooren, terwijl de geagiteerd" stem van den omroeper het nieuws van Pearl Habour doorgaf, gepaard aan de niet minder Sprekende verhalen wat· zich in den vroegen Zondagmorgen dMr in en 'rond Manilla afspeelde,

Sedert I December 1911 was Tarakan echter gewaarschuwd. Alle troepen waren in de stellingen gelegen en vanaf dien eersten December heerschte er reeds een stemming van waakzaamheid, die eiken schutter den vinger aan den Irekker deed houden.

Wal er ook te gebeuren stondJ, verrast zoud~n wjj niet worden.

En de Bste December kwam evenmin als een verrdssing: bij velen was er eerder een gevoel van verlichtinH toen het dan eindelijk zoo ver was. De oorlogsverklaring van H.M. de Koningin aan Japan bekend ge- maakt door den Gouverneur-Generaal, werd mei volledige instemming

doo~ een ieder begroet.

Wij voelden ons sterk. Zooals achter Singapore het Britsche Impe- rium slond, Zoo stonden immers achter de Philippijnen cle United ?tates ol America.

Den 9den December zag de eerste oorlogskrant in de Pacific het licht, het was de "Frontkrani van Tarakan", uitgegeven in stencilvorm door den Iroepenstal, met een dagelijksehe oplaag van 300 exemplaren in een Nederlandsche en'Maleische uitgave, teneinde de troepen volledig op de hoogte Ie houden van het verloop van den oorlog.

EIken morgen, om 7 uur, ging de "Frontkrant" ter perse en werd dan aalJ de ongeduldig wachtende, ver verspreide troepen gedistribueerd.

Tarakan zag ook de eerste rijdende cantine in Nederlandsch-Indië, welke bestond uit een speciale B.P.M.-auto, ·bediend door den Leger des Heils officier:

Achter deze maatregelen stak meer dan op het oog leek en het is goed gebleken, vooral later, dat de klei"" pers het geheeIe garnizoen bereikte met zijn nieuws, dat helaas steeds .slechter werd, doch de man- schappen beter voorbereidde voor hetgeen komen ging,

In Tarakan is nimmer sprake geweest van een verdoovende slag na een plotselinge nederlaag.

1'arakan begreep, dat zijn lot bezegeld was, toen dringend aange- vraa!jde troepenversterkingen bleken niet geleverd te kunnen worden:

toen dringend noodig geschut voor de onbeschermde Oostkust niet be, schikbaar was: toen met klem bepleite verg rooiing der kleine munitievoor- ràde·n niet verwezenlijkt kon worden.

Veel tijd om na te denken had men echter niet. Er was nog ont;aglijk

23

. ,

(28)

veel te doen. Nieuwe troepen waren toL en met November nog binnen- gekomen van Java, om andere troepen van Tarakan af te lossen en deze contingenten waren nog geheel onvoorbereid op deze wijze van oorlog- voeren, '.00 weinig identiek met on7:e oorbereiding in het Indische leger VoOr den "bewegingsoorlog".

Eenige malen per week werd onder oorlogsomstandigheden c!e ge- heele vernielingsmanoeuvre gerepeteerd en tot in minuten en seconden met testhorloges gecontroleerd.

Even was er een kleine verandering in het dagelijksche jachten, toen 20 nieuwe Roooe-Kruiszusters arriveerden. Zij waren naar Tarakan ge- komen, zonder daf zij hare ooIagsbestemming kenden. Spontaan hadden deze vrouwen en meisjes zich gemeld, toen de· Javaradio hen opriep, slechts vermeldend, dat gevechtsactie op het terrein van haar arbeid spoe- dig verwacht kon worden. Een der jongere nieuw aangekomen zustertjes, een meisje van nauwelijks 18 jaar, zeide, toen de geheele troep in het B.P .M. doorgangshuis bijeen zat in· vrijwel algeheele duisternis, slechts belicht door een blauw galerij-lampje: "Oeh, wat een griezelige gral- keldersfeer" .

Wij antwoordden dat wij reeds 7 maanden zoo leelden, en liit ver- zoende haar onmiddellijk. Door de groote toewijding en zorg van de zijde van Mevrouw D., het Hoofd van het Roode Kruis, werden de zustertjes zoo goed als het ging spoedig onder dak gehracht, hare taak aangewezen, onmiddellijk begonnen met oefenen voor luchtalarm, en werden gasmas-

kers verstrekt. .

En tenslotte was er nog veel arbeid te verzetten in nieuwe reserve- .tellin·gen in tweede lijn, stellingen, welke hopenlijk een verrassing zouden beteekenen voor den overigens zeer goed ingelichten vijand. Het had nl.

tot 22 November moeten duren eer wij de laatste Japanners het eiland hadden zien verlaten. Eenige uitgelezen spionnen waren als handelaars tot het laatst op het eiland gooIeven, daar zells de dringenste verzoeken van militaire zijde om hen te verWijderen, geen uitwèrking hadden.

Het garnizoen heeft hierdoor "Vellicht zwaardere verlie3en geledec dan noodig was, of juister, het is aneller onder den voet geloopen dan zelfs bij een 15 tot 20-voudi!'le vijandelijke overmacht verwacht was.

Het verloop van Japan's nadering wees voor Tarakan weinig goeds uit. De Philippijnsche verdediging werd letterlijk opgerold. Manilla viel.

Davao was reeds onmiddellijk gevallen.

Het duurde dan ook niet lang of het eerste contact met den vijand werd verkregen in den vorm van beschieting door een der groote 4-moto- rige vliegbooten, de zgn. "Navy 97". Benige slachto!!ers onder de burger- werklieden op het vliegveld waren te betreuren.

Onze jagers, onmiddellijk in de lucht, vielen verwoed aan. Een onzer jagers werd zwaar beschadigd, doch de vlieger kwam ongedeerd beneden;

wegens een opkomende zware regenwolk wisten de Japanners spoorloos te verdwijnen.

Dit eerste reëele contact 'had ons reeds dadelijk dp. moeilijkheden gedemon- streerd ons te vrijwaren tegen verrassende luchtaanvallen van zeezijde.

~e land waren, zoover als de radius der radiotoestellen reikte, lucht-

24

(29)

alarm posten, bediend door vrijwillig Indonesisch personeel. ingericht, doch de zeezijde verschafte geen enkel~ mogelijkheid daarvoor.

Na dezen eersten aanval volgden er meer. Dagelijksche verkennings- vluchten van enkele vliegtuigen, blijkbaar bestemd voor het uitvoeren van de laatste photo-opdrachten, werden spoedig gevolgd door zware bom- aanvallen; op het vliegveld. op olietanken, op de "Prins van Oranje", op de verdedigingswerken. De aanvallen namen in hevigheid toe, waarbij het spoedig onmogelijk werd onz~ bommenwerpers te handhaven op het steeds meer gehavende vliegveld.

De troepencommandant zond de bommenwerpers terug. Hun ver- kenningswerk werd overgep'0men door de onvermoeide marine-'Vliegers.

die met hun vliegbooten in kreeken en riviermonden overdag verscholen bleven onder de meest primitieve en uitputlende omstandigheden om tegen den avond de gevaarvolle verkenning'en langs door den troepencomman- dant ,uitgestippeld'e lijnen uit te voeren, teneinde inlichtingen te krijgen over mogelijke nadering van den vijand. Meestal terug bij het vallen van de duisternis. waren de vliegtuigen 's morgens om 6 uur weer verdwenen naar hun schuilplaatsen. Bemanningen moesten 's nachts werken aan de vlieg- tuigen,. ze bijvullen, nazien, enz.

Het bleef hier ecnter niet bij. De vijand was nl. gesignaleerd voor MIRI in Serawak, twee uur vliegen van Tarakan. Zoowel de Marine-als Legerbommenwerpers gingen spoedig op zoek en vonden den vijand'. De eerste kruiser van de Japanners zonk onder een voltreffer van den qfficier- vlieger E. der Kon. Marine. Een tweede verdween naar den bodem door een aanval uitgevoerd door den eersten Luitenant-Iegervlieger F.

Het was een vreemd gezicht soms te zien dat de dapperen zelf er den minsten ophef van maakten temidden van de vreugde-uitingen hunner collega's.

Wij kwamen er niet zonder kleerscheur~n af. De Legerbommenwer- pers kwamen van het Borneo-vliegveld eerst naar Tarahn om te "tanken"

en gingen Soms alleen, soms begeleid door jagers naar den "Overkant".

Hier maakten ze voor het eerst kennis met de geduchte, toen nog onbekende Japansche "Zero'i'. Telkenmale bleven er eenige Japperen achter. De jeugdige jachtvliegers met hun 4 jagers IJrandden van ongeduld om hun kameraden te wreken. .

Wie deze jongens van 19 tot

±

22 jaar heeft bezig gezien toen het eenmaal zaover was, kan naast een gevoel van trots. gevoelens van smart

Diet onderdrukken. .

De Brewsters, waarop zij zoo trotsch waren, bleken geen partij te zijn voor de Zero's.

Het gevecht van de Hollandsche helden tegen deze Dumerieke en materieele overmacht was verschrikkeHjk om aan te zien, en wij op den grond, ve"baasd als wij waren over de uitmuntende "jiegkunst :vertoond door den vijand en de snelheid van zijn materieel, werden evenzeer met ontzag vervuld voor onze jongens.

Geen hunner héeft zich ooit aan een gevecht onttrokken. Verwoed vochten ze in die reusachtige ruimte, vochten verbeten, zochten den vijand telkens door ontWikkeling van grootere techniék te na te komen. Dè

25

(30)

strijd was echter hopeloos en de een na den ander werd letterlijk afgemaakt en een enkele kwam weer veilig op den grond. De kleine gehavende groep werd versterkt met vier andere jagers, doch het spel herhaalde zich. On- danks de wetenschap, dat de vijand zooveel sterker vlas, dacht geen der overgeblevenen er aan op den gmnd te blijven. Een der-jongsten, een knaap nog van 19 jaren, de Vaandrig G., werd, toen hij juist toch een

"Zero" "op den korrel" had, in zijn motor getroffen, die stopte. Hij bleef in duikvlucht doorvliegen, met alle mitrailleurs doorvurend en den vIjand treffend. Twee Zero's e"hter kwamen "op zijn staart zitten", zooals hij tiit noemde, schoten zijn stuurinrichting in stukken. Hij viel, in adem- benemende snelheid; het vliegtuig lag nu op den rug, steeds gevolgd door twee Zero's, De machine begon te rooken, een stipje stak uit de cockpit;

het was G., die worsteld" om los te komen, omdat hij was blijven haken ochter een instrument. Eindelijk op 500 m. boven den grond maakte de stip zich los uit het vliegtuig, hij viel. Langzaam, tergend langzaam ging de parachule open r.n met een veel te groote snelheid nog belandde de vlieger op den grond. Wij snelden l'er auto naar de plaats, waar hij stond, deze jongen woedend en met Zij" \'Uist ballend "dat ie andere JaP alleen maar beschadigd was". Geen sprake van zenuwen, van angst, slechts omniddel- Jijk een vraag aan àen troepencommaodant om hem toestemming te geven met twee man een overgebleven jager te bemannen om een nieuw vliegtuig van Borneo te mogen halen. Helaas was het zoo geen strijd meer om \'01 te houden en na eenige dagen van vernietigende gevechten bleef de laatste jager over. Bijná alle vliegers waren gesDe~veld. G. vertrok met den laatsten jager, als hallast met een anderen held naar Borneo. Zijn woorden voor zijn vertrek waren: "Ik zal ze op Java wel even vertellen, wat we hier noodig hebben en ik kom met nieuwe jagers onmiddellijk terug".

G. is slechts één der episoden. Anderen lieten !:tet leven, als bijvoor- beeld Luit. H., die geheel alleen met drie Zero's worstelde en .. ergens"

in de rimboe neerstortte. Van de 8 jagers 1 overgebleven, en zoo verdween dan deze laatste, met twee vliegers, met het voornemen onherroepelijk terug te komen.

De vijand had zijn doel bereikt. De lucht was schoon. De bommen- werpers gaven het echter nog niet op, al moesten ze nu op Borneo stationneeren. Telkens kwamen ze teJ,'Ug, tankten en gingeu weer op zoek naar den vijand, die steeds dichterbij kwam met het vorderen van den

slrijó op de Philipp;jnen. '

Een aparl hoofdstuk geschiedenis is het schitterend gedrag van de luchtafweerbatterijen, van het geschut en de mitrailleurs, speciaal van de vliegveldverdediging.

De opleiding der luchtafweerbatterijen is de meest geestdoodende, welke men zich in v,."destijd kan indenken. Wij hebben deze dagelijkscbe wederkee!rende eentonige oefeningen dikwijls aanschouwd, het geheel tot één team opvoeren van een bediening, waarbij volkomen mechanisch -en uiterst snel moet worden geleerd te reageeren. Hierbij kwam dat, als gevo1g van de g-cringe ml1nitievoorraden, vrijweL nimmer met "scherp"

~eschoten mocht worden. De bedieningen beslonàen veelal uit 3 landaarden dooreen: Nederlanders, Menadoneezen en Javanen.

26

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

God, zoo zegt de Heilige Schrift, leidt Zijn volk ter overwinning, leert het den krijg; Israëls oorlogen tegen zijne vijanden vormen een heiligen krijg. Daarom

(Zie hierover het artikel van JVlr. Gaastra op de onlangs te Utrecht gehouden buitengewone vergadering van het Ned. Verbond van ziekenkassen en -fondsen; zie het

In deze module behandelen we enige voorbeelden van berekeningen met matrices waarvan de elementen polynomen zijn in plaats van getallen.. Dit soort matrices worden vaak gebruikt in

Niveau 5 is gericht op families met kinderen met persisterende moeilijkheden en waar de pedagogische vaardigheden van de ouders negatief beïnvloed worden door andere factoren

Teneinde de gemeenten niet voor plotse moei- lijkheden te stellen, heeft mijn voorganger, Paul Van Grembergen, in januari 2004 zijn collega Vlaams minister van Sport Marino Keulen

Sinds haar oprichting in 1908 was de chu altijd zichzelf gebleven, bedaagd en betrouwbaar, maar nu had de gedachte dat de Unie een politieke partij als alle andere moest worden,

BEVEILIG JE ONLINE ACCOUNTS DUBBEL MET TWEESTAPSVERIFICATIE (2FA).. DA’S MAKKELIJK

Alle artikelen samen leveren de bouwstenen voor burgerinitiatieven om zich verder te ontwikkelen, en effectief en productief samen te werken met de gemeente en andere lokale