MET FINANCIËLE STEUN VAN:
Werkpakket 5:
Organiseren van stages en/of tewerkstelling
Het ontwikkelen en valideren van een begeleidings-/
werktraject op maat van de betrokkene
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Doelstellingen 3
Methodiek 4
Prikkeling 5
Screening 8
Ervaringstraining 10
Taal in de zorg 12
Verkenning 14
Werknemersvaardigheden 16
Goed werknemerschap 18
Sollicitatietraining 20
ICT-vaardigheden 22
Training Leren-leren 24
Evaluatie 26
Introductietraject 28
Leer-en/of werktrajecten 31
Vluchtelingen die niet in de zorg instromen 33
Betrekken andere zorgorganisaties 34
Conclusies en aanbevelingen 36
Bijlages
Bijlage 1: Stroomschema traject Zuyderland 37
Inleiding
Vluchtelingen die oorlog of vervolging zijn ontvlucht, proberen hier hun leven weer op te pakken. Zodra ze in de regio zijn gesetteld, willen ze hier een toekomst opbouwen. Ze hopen in Nederland, België of
Duitsland weer aan het werk te kunnen, en de meesten zijn zeer gemotiveerd.
Met het project ‘In de Zorg - Uit de Zorgen’ proberen acht samenwerkende vluchtelingen-, zorg- en arbeidsmarktorganisaties hen te begeleiden naar een baan of stage in de zorgsector.
'In de Zorg – Uit de Zorgen’ wordt mogelijk gemaakt door Interreg Euregio Maas-Rijn (EMR) V-A, de provincies Belgisch Limburg en Nederlands Limburg, en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.
Twee sporen
Dit project beoogt op twee manieren de weg naar banen in de zorg vergemakkelijken voor statushouders/
mensen met een vluchtelingenstatuut.1
Enerzijds door perceptiebeïnvloeding over zorg bij mensen met een vluchtelingenstatuut. Dit door het organiseren van prikkelmomenten, prikkelstages, demonstraties met de zorgkoffer, en soortgelijke activiteiten. Daarnaast door beïnvloeding van de perceptie over vluchtelingen bij zorgorganisaties en zorgvragers. Dit door het organiseren van dialoogtafels, workshops, ontmoetingsmomenten, het opstarten van buddywerking en landentrainingen.
Anderzijds door het ontwikkelen en valideren van een begeleidings- werktraject op maat van de betrokkene.
Zes werkpakketten
Het project is onderverdeeld in 6 werkpakketten. In een eerste werkpakket werd, op basis van een literatuurstudie en interviews, de toestand ‘AS IS’ besproken. Na deze onderzoeksfase werden in
werkpakket 2 en 3 methodieken en trajecten ontwikkeld op basis van de inzichten verkregen in werkpakket 1. In werkpakket 2 werd een gevalideerde methodiek uitgewerkt om perceptie bij te stellen. Deze
methodiek is grotendeels gebaseerd op het stapsgewijze model van organisatieverandering van Kotter en het 7E model voor gedragsverandering. In werkpakket 3 werd, vanuit de ervaringen opgedaan in
werkpakket 1, gewerkt aan de ontwikkeling van leer- en/of werktrajecten voor vluchtelingen ten behoeve van een succesvolle kwalificatie voor integratie in de zorg. In werkpakket 4 en 5 worden deze methodieken geïmplementeerd en daar waar nodig bijgestuurd. Werkpakket 6 zal de resultaten van het project
evalueren en dissemineren.
Dit rapport is een weergave van werkpakket 5 waarbij gefocust werd op de implementatie van het traject
‘organiseren van stages en/of tewerkstelling’.
De leadpartner voor werkpakket 5 is Familiehulp. Het verslag is samengesteld door VluchtelingenWerk Zuid-Nederland. Het werkpakket is, samen met nagenoeg alle andere partners, uitgevoerd van januari 2019 tot en met december 2020.
1 De doelgroep van het project zijn mensen met een vluchtelingenstatuut (B) c.q. statushouders (NL).De termen worden als zodanig gebruikt in de context van passages over het desbetreffende land.
Doelstellingen
Het project wil door middel van aangepaste werk-opleidings-, en/of stagetrajecten mensen met een vluchtelingenstatuut op weg helpen naar een job in de zorgsector. De gezondheidszorg is sterk
geïnstitutionaliseerd en aan strakke protocollen gebonden. Daarnaast ondervinden vluchtelingen vaak communicatieproblemen. Je hebt een behoorlijke talenkennis nodig om goed te kunnen communiceren in de zorg. Ook kunnen culturele verschillen een probleem vormen. Het project wil deze obstakels wegnemen door een speciaal op de zorg gericht programma te ontwikkelen met een bemiddelingstraject, (bij)scholing en persoonlijke on-the-job-begeleiding voor vluchtelingen.
Het project heeft als doelstelling dat 150 mensen met een vluchtelingenstatuut deelnemen aan een werk-,opleidings-, en/of stagetraject in de zorgsector.
Acties WP5 (volgens projectplan):
1. Voorbereiden implementatie traject
De deelnemende zorgorganisaties en de partners actief in het vluchtelingenwerk bereiden samen de implementatie voor. De zorgleners worden via workshops geïnformeerd over hun rol. De vluchtelingen worden voorbereid om het leertraject / tewerkstelling aan te vatten.
2. Het ontwikkelde traject wordt geïmplementeerd - fase 1
De ontwikkelde methodieken uit WP3 worden geïmplementeerd bij de zorgorganisaties en de organisaties actief voor vrijwilligers. We willen 90 medewerkers en 90 vluchtelingen bereiken. . Op het einde van het traject volgt er een evaluatie en indien noodzakelijk een bijsturing van de methodiek.
3. Het ontwikkelde traject wordt geïmplementeerd - fase 2
De bijgestuurde methodieken worden opnieuw geïmplementeerd . We willen 90 medewerkers en 90 vluchtelingen bereiken. Op het einde van het traject volgt er een evaluatie en indien noodzakelijk een bijsturing van de methodiek . We gaan na of we dit in een andere regio van de partners kunnen doen.
4. Het ontwikkelde traject wordt geïmplementeerd - fase 3
In deze fase willen we andere organisaties buiten de partners betrekken. De bedoeling is hen te engageren na de masterclass op het einde van WP3. Na een voorbereiding wordt de methodiek uitgerold. We willen 200 medewerkers en 200 vluchtelingen bereiken.
5. Voorbereiden implementatie traject - fase 3
In de deelnemende zorgorganisaties (andere dan de partnerorganisaties) wordt de implementatie voorbereid door de betrokken medewerkers te informeren en eventueel op te leiden zodat ze de implementatie succesvol kunnen begeleiden en uitvoeren.
Methodiek
Bij de implementatie van de perceptietrajecten werd beslist om de in werkpakket 3 gevalideerde
methodieken, uit te rollen in de verschillende landregio’s in werkpakket 5. Dit laat toe om de methodieken aan te passen aan de lokale contexten en gevoeligheden. Voor elk van de drie landsgedeeltes werd er een lokale werkgroep opgericht die dit proces opvolgde en bijstuurde. Om reden van efficiëntie werden daarom bijeenkomsten van het projectmanagement verminderd in frequentie. In elk land verliep de implementatie in drie fasen:
Fase 1
De methodieken worden geïmplementeerd in de zorgorganisaties die als partners betrokken zijn in het project.
Fase 2
De methodieken worden bijgestuurd en op grotere schaal ingezet.
Fase 3
Andere zorgorganisaties worden aangesproken om mee te gaan in het model.
Per land werden verschillende acties georganiseerd om mensen toe te leiden naar een (arbeids)traject in de zorgsector. Als leidraad voor het ‘ideale traject’ van elke mogelijke kandidaat werd het ontwikkelde
stoomdiagram2 in werkpakket 3 gehanteerd. Elke persoon die na een prikkeling geïnteresseerd is in de zorg wordt in een eerste fase gescreend. Indien deze kandidaat geschikt wordt bevonden voor de zorg maar er nog duidelijke drempels zijn die de persoon verhinderen succesvol een opleiding/stage/job te starten, dan wordt er voor deze persoon een aangepast voortraject ontwikkeld in de tweede fase. Dit voortraject kan één of een combinatie van volgende elementen inhouden: een ervaringstraining, een taalbad, een
snuffelstage, een training werknemersvaardigheden of een training leren-leren. In een laatste fase worden geschikte kandidaten, na een gestructureerd assessment, begeleid naar een baan/stage/job in de zorg.
Voor ongeschikte kandidaten wordt steeds een warme overdracht naar een andere instantie geregeld.
Per landsregio werden de acties omschreven die in deze 3 fases werden georganiseerd. Ook werd genoteerd welk bereik deze acties hadden en wat hun effect op de arbeidsparticipatie in de zorg is.
2 Zie bijlage 1
Prikkeling
Vluchtelingen krijgen inzicht in opleidingen en beroepen in de zorg.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. De inrichting van de zorg in respectievelijk België, Duitsland en Nederland wordt belicht.
2. Er wordt informatie gegeven over een aantal zorgberoepen en de beroepseisen die daaraan worden gesteld (Daarbij ook +8+informatie over culturele aspecten, zoals het feit dat mannen ook vrouwen verzorgen en omgekeerd).
3. De zorgberoepen worden positief en aantrekkelijk gepresenteerd, maar zodanig realistisch dat de vluchteling een juist beeld krijgt van wat hij/zij kan verwachten.
4. De deelnemer wordt geïnformeerd over de wettelijke vereisten waaraan moet worden voldaan om te mogen werken (status & uitkering).
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
5. (Stimuleren van) vrijwilligerswerk in zorgcentra.
6. Ervaren wat zorg geven is, bij voorbeeld door middel van een rollenspel.
7. Ervaren vanuit het perspectief van een zorgvrager is opgenomen in het voortraject; module Ervaringstraining.
8. Zorginstellingen organiseren activiteiten/opendeurdagen om vluchtelingen kennis te laten maken met de zorg (gebruik maken van verenigingen, jobtoeleiders) gemeenten, expertise Zorg aan Zet, organiseren snuffelstage is opgenomen in voortraject; module verkenning.
Resultaten Nederland
In Nederland hebben 75 mogelijke kandidaten 1 van de 5 gehouden informatiebijeenkomsten over werken in de zorg en het 1e en 2e schakeltraject en de BBL opleiding bijgewoond.
De mogelijkheid tot aanvraag van een prikkelingsbijeenkomst, evenals snuffelstages en vrijwilligerswerk is geïmplementeerd bij de Nederlandse partner Zorg aan Zet. Bij een prikkelingsbijeenkomst wordt idealiter een ambassadeur (deelnemer project IDZ-UDZ) ingezet. Er zijn een standaard PowerPointpresentatie en uitgebreide hand-outs3 ontwikkeld waarbij statushouders informatie krijgen over werk (en opleiding) in de Nederlandse zorg. Ook kunnen zorgorganisaties gebruik maken van de voorbeeld-protocollen
vrijwilligerswerk en snuffelstages in zorgcentra4.
De website IDZ-UDZ is zo volledig mogelijk en up-to-date ingericht met onder andere thema’s die bij prikkeling aan de orde komen. Het onderdeel ‘info & tools’ 5 wordt actief ingezet bij de prikkeling van statushouders voor de zorg. De open dagen van de zorgorganisaties in Limburg worden onder de aandacht gebracht. De website voorziet in info over de inrichting van de zorg in Nederland en brengt zorgberoepen in beeld met filmpjes6.
3htps://wwwt.idz-udz.eu/nl-prikkeling-1
4https://www.idz-udz.eu/Verkenning
5https://www.idz-udz.eu/nl-voortraject-1-wat-houdt-een-voortraject-in en https://www.idz-udz.eu/nl-perceptie-1 en https://www.idz-udz.eu/Verkenning
6https://www.idz-udz.eu/nl-vluchtelingen---beroep-in-beeld en https://www.idz-udz.eu/NL-Bestaande_leertrajecten .
Het informeren van een deelnemer over de wettelijke vereisten ten aanzien van status en uitkering, waaraan moet worden voldaan om te mogen werken, wordt veelal later in het traject, tijdens de screening, opgepakt. Een aantal onderdelen van prikkeling ,de uitgebreide module, is opgenomen in het, door de Nederlandse partners, ontwikkelde leer-werktraject op MBO niveau. Zo is de oriënterende stage bij Zuyderland onderdeel van het selectieproces en wordt de ervaringstraining in het schakeltraject opgepakt7 Om statushouders te prikkelen tot deelname aan het 2e BBL traject, is er een flyer ontwikkeld en verspreid via sociale mediakanalen van statushouders.
Belemmeringen
De eerste informatiebijeenkomst duurde te lang en er werd te veel informatie gegeven. De verstrekte informatie blijft, ook gezien het taalniveau van sommigen, moeilijk hangen bij de aanwezigen. Vanwege corona hebben niet alle geplande bijeenkomsten doorgang gevonden.
De ontwikkelde prikkelingsbijeenkomst is niet beproefd. Om pragmatische reden is besloten de
informatiebijeenkomsten, ten behoeve van het ontwikkelde leer-werktraject op MBO-niveau, in te zetten en is er geen gebruik gemaakt van het aanbod op de website.
Vrijwilligerswerk en/of snuffelstage zijn niet altijd even makkelijk te plannen binnen de zorgcentra.
Een overzichtelijk aanbod ‘informatie &tools’ op de website is erg laat van de grond gekomen. Menig bezoeker werd hierdoor mogelijk ontmoedigd de website nogmaals te bezoeken.
Succesfactoren
De inzet van ambassadeurs bij de informatiebijeenkomsten had een positief effect op die geïnteresseerden die terugdeinsden voor de verzorging van ouderen. Ook de inzet van leerlingen uit het 1e BBL-traject bij de informatiebijeenkomsten voor het 2e BBL-leer-werktraject had een positieve invloed. Dankzij het succes van het 1e BBL-traject ontstond er ruime belangstelling voor het 2e BBL-traject bij zowel statushouders als gemeenten. Zowel mond-tot-mondreclame als de papieren en digitale flyer, verspreid via sociale media van de doelgroep, droegen hieraan bij.
Er is op en via de website zeer veel materiaal voorhanden voor (begeleiders van) statushouders om een eerste beeld te vormen van werken in de zorg en wat daar allemaal voor nodig is.
Aanpassingen
De inhoud van de infobijeenkomsten is naar aanleiding van de evaluatie van de 1e bijeenkomst aangepast.
Er is een interactief praktijkdeel ingelast waarbij er wordt ingegaan op casuïstiek, het wassen, het op tijd komen, de onregelmatige diensten en het regelen van zaken als kinderopvang.
Bezoek aan de website wordt zoveel mogelijk gestimuleerd en wordt onder de aandacht gebracht in de nieuwsbrieven en via social-media. VluchtelingenWerk stimuleert haar arbeidscoaches met de website te werken.
Resultaten België
In België zijn 9 interactieve workshops gegeven aan 73 deelnemers, waarin het gesprek is aangegaan over de zorg, zorgjobs en mogelijke (culturele) verschillen in de zorg met het land van herkomst. Er is hierbij gebruik gemaakt van ‘de prikkelkoffer zorg’ waarmee een deelnemer aan den lijve kan ondervinden wat het betekent om zorg te geven en om zorg te krijgen.
Er zijn daarnaast ongeveer 200 statushouders bereikt middels de organisatie van een aantal infomomenten (o.a. op jobbeurzen) en snuffelmomenten ( o.a. in dienstencentra, thuishulpplekken en een ziekenhuis).
Ook is er een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van en filmpje over het zorgaanbod voor vluchtelingen.
Het project is onder de aandacht gebracht bij educatieve medewerkers die een brede groep van
zelforganisaties van personen met een andere etnisch-culturele achtergrond ondersteunen, hierbij zijn 12 brugfiguren/ambassadeurs en 6 statushouders bereikt.
7 file:///C:/Users/vlw/AppData/Local/Temp/Projectomschrijving_IDZ-UDZ_Zuyderland_Zorgcentra_versie_2.p
Belemmeringen
De interactieve workshop (2,5 uur met twee trainers) is, evenals de matching van een buddy aan een kandidaat in het kader van de prikkelstage, erg tijds- en arbeidsintensief. De beleidsverantwoordelijken van HR achtten de kosten/baten hierbij niet in evenwicht. Vanwege corona konden vervolgsessies niet
georganiseerd worden.
Naast taalproblemen kwam een aantal andere drempels aan het licht, zoals de thuissituatie/rolverdeling, het wel/niet mogen dragen van een hoofddoek, het wassen van de andere sekse. Deze bleken voor velen te hoog om warm te lopen voor een baan in de zorg.
Bij aanvang ontbrak er een duidelijke leesbare flyer om kandidaten uit de doelgroep voor de workshops te werven. Niet alle partners hadden even goed zicht op de opvolging van de aangemelde kandidaten.
Succesfactoren
De workshops waren ervaringsgericht; kandidaten konden hun zorgervaringen delen. Mogelijke culturele drempels werden, ondanks de laagtaligheid, open besproken. Getuigenissen van rolmodellen blijken van onschatbare waarden net als gemotiveerde buddy's, de cliënt-matching en de realistische leerervaring. Een aantal kandidaten heeft een baan aangeboden gekregen bij het OCMW; door deze werkervaring is een aantal van hen de module zorg in hoger onderwijs gestart
Een duidelijke flyer om kandidaten uit de doelgroep voor de workshops te werven is door LPV gemaakt.
Aanpassingen
De workshop is, conform advies van Basiseducatie aangepast aan de laagtaligheid van de kandidaten. Er is regelmatig een beroep gedaan op een rolmodel. De deelnamedrempel werd verlaagd door infosessies, met een kleinere groep geïnteresseerden, bij iemand thuis te organiseren.
Familiehulp is gebruik gaan maken van getrainde cultuursensitieve buddy's die een perceptietraject hebben doorlopen.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 63 belangstellenden aan een van de drie informatiebijeenkomsten over de speciaal ontwikkelende basiscursus deelgenomen. Deze informatiebijeenkomsten vonden zes weken voor aanvang een PowerPointpresentatie werd informatie verstrekt over de inhoud en structuur van de basiscursus, de formele vereisten (o.a. verblijfsstatus, taalniveau) werden besproken. Ook werd de illustratieve film ‘Zorg voor ouderen - een beroep met toekomst’, van het Duitse Rode Kruis ingezet. Aan het eind van de bijeenkomst konden er vragen worden gesteld. Voor deze bijeenkomsten is gecommuniceerd met twee soorten flyers; de flyer ‘Basiscursus – Into care - professioneel zorgeloos’ in papieren vorm en de flyer
‘Basiscursus – Into Care - Zorgeloos op het werk’ in pdf-formaat voor digitale verspreiding.
Belemmeringen
Kandidaten waren niet of nauwelijks bekend met het gezondheidsstelsel in Europa. Hun taalniveau was soms wat laag.
Succesfactoren
De informatiebijeenkomsten hadden een groot bereik mede dankzij de inzet van de bestaande netwerken en adviesstructuren binnen het Duitse Rode Kruis Aken8.
Daarnaast heeft mond-tot-mondreclame van oud-deelnemers en het doorsturen van de digitale flyer naar bekende netwerkgroepen op WhatsApp en Facebook alsook aan het lokale arbeidsbureau/arbeidsbureau zijn vruchten afgeworpen
8Zeven gesteunde vluchtelingenaccommodaties en de migratieadviescentra Simmerarth, Monschau, Baesweiler, Würselen https://www.idz-udz.eu/de/das-projekt
Screening
Alvorens aan een het voortraject te kunnen beginnen dient met behulp van een checklist screening te worden getoetst of de kandidaat geschikt is.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
Met behulp van de checklist screening wordt getoetst of de kandidaat geschikt is om te participeren in het ontwikkelde voortraject.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
1. Kennis over Zorgstelsel.
2. Volledig opleidingslandschap in kaart.
3. Werkervaring in beroepen binnen de zorg en gezondheidssector.
4. Snuffelstages/vrijwilligerswerk/verzorgen van een familielid in land van herkomst.
5. Deelname taalcursus.
Resultaten Nederland
In Nederland is de screeningslijst bij 86 kandidaten afgenomen. Onderdeel van deze screeningslijst zijn onder andere de onderwerpen ‘kennis over zorgstelsel’, werkervaring in beroepen binnen de zorg en gezondheidssector, snuffelstages/vrijwilligerswerk/verzorgen van een familielid in land van herkomst en deelname aan een taalcursus. Niet iedereen hoeft het volledig opleidingslandschap in kaart te hebben. Met behulp van ‘informatie & tools’ op de website kan veel informatie over genoemde onderwerpen
ingewonnen worden.
De screeningslijst9 wordt door arbeidscoaches van VluchtelingenWerk Zuid-Nederland afgenomen bij elke bij haar bekende potentiële kandidaat die geïnteresseerd is in de zorg. Omdat een ingevulde screeningslijst ook een van de sollicitatievereisten was om op de vacature van het schakeltraject en de 2e BBL te kunnen solliciteren, is deze ook door andere aanmelders dan de (samenwerkings-)partners afgenomen.
Belemmeringen
De screeningslijst is bij het 1e BBL-traject, dat als pilot een vliegende start kende, niet afgenomen.
Succesfactoren
In het 1e BBL-traject is middels een selectieprocedure, die bestond uit een NOA-test, selectiegesprekken en een oriënterende stage, de motivatie en de geschiktheid van een kandidaat in beeld gebracht. Door te werken met de screeningslijst, krijgen zowel de kandidaat, de begeleider als de werver een goed beeld van de kandidaat. Ook krijgt men zicht op de onderdelen van het voortraject die nog ingezet moeten worden voordat er met het schakeltraject gestart kan worden. Indien gewenst kunnen onderdelen van het voortraject groepsgewijs ingezet worden.
Gedane aanpassingen
Tijdens de pilot, het 1e BBL-traject, is de screeningslijst aangepast op zaken waar tegenaan werd gelopen (onder andere het recht op toeslag kinderopvang) en waarbij het van belang bleek deze voorafgaand aan het schakeltraject op te pakken.
9t https://www.idz-udz.eu/nl-screening-1-wat-houdt-een-screening-in
Evaluatie van de selectieprocedure van het 1e BBL-traject liet zien dat de afname van een NOA -test geen meerwaarde heeft; de zorgvuldige voorselectie door middel van de screeningslijst voorziet in de benodigde informatie. In het 2e BBL-traject werd op basis van de screeningslijst een selectiegesprek en een, door de kandidaat zelf ingevuld, portfolio geselecteerd wie van de kandidaten door kon naar de oriënterende stage.
In deze stage werd duidelijk of een kandidaat een juist beeld van en ‘feeling’ met de zorg heeft. Gedurende deze, maximaal drie dagen durende, stage worden kandidaten intensief begeleid bij die activiteiten die ook in het toekomstige leer-werktraject voorkomen. Op deze manier krijgen zowel kandidaat als
zorgorganisatie een goed beeld of de kandidaat wel of niet geschikt is voor de betreffende opleiding.
Resultaten België
In België is de screeningslijst opgedeeld in twee delen. Het eerste deel (statuut /opleiding/diploma’s) wordt ingevuld door LPV, veelal de verwijzer. Een projectmedewerker van Familiehulp heeft met 64
doorverwezen kandidaten deel 2 van de vragenlijst doorlopen. Er werd hierbij gebruik gemaakt van een door VIVO ontwikkelde methodiek waarbij er wordt uitgegaan van de ervaring van de deelnemer met ‘zorg geven en zorg krijgen’ in zowel België als land van herkomst.
Belemmeringen
De grootte van de regio maakte veel reisbewegingen noodzakelijk, daarnaast is het afnemen van de screeningslijst arbeidsintensief. Verwachtingen bleken niet altijd goed gemanaged; een aantal kandidaten had de verwachting een arbeidscontract af te sluiten.
Succesfactoren
Om een goede inschatting van een kandidaat te maken bleek het tweede/aanvullende screeningsgesprek noodzakelijk. Het gebruikte overzicht ‘beroepen in de zorg’ van VIVO gaf de kandidaten een goed beeld van de verschillende zorgberoepen. De screeningsgesprekken worden in de buurt van de woonplaats van de kandidaat georganiseerd.
Gedane aanpassingen
Het screeningsformulier werd opgesplitst in twee delen.
Resultaten Duitsland
In Duitsland werd gebruik gemaakt van een frequent geëvalueerde checklist10 met specifieke vragen om te bepalen of de kandidaat geschikt is.
Belemmeringen
De vluchtelingen hadden meestal geen idee van het gezondheidssysteem en de specifieke taken van de zorgverleners.
Succesfactoren
De checklist was een belangrijk instrument bij de selectie van de deelnemers.
Aanpassingen
Gaandeweg is er middels het screeningsformulier meer aandacht gevraagd voor het juiste taalniveau en meer nadruk gelegd op stiptheid en betrouwbaarheid. Hierdoor kende de 3e basiscursus geen uitvallers.
10https://www.idz-udz.eu/de/das-projekt
Ervaringstraining
Voortraject
Voor elk deelnemer wordt op basis van voorkennis, talenten en gewenst beroep een individueel voortraject samengesteld zodat hij/zij zo optimaal mogelijk aan een leer-/werktraject begint.
Ervaringstraining
Kandidaten weten hoe het aanvoelt oud, ziek of zorgbehoevend te zijn. Ze ervaren hoe het is om zorg te ontvangen en te geven .
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
Doel van de training is de deelnemers te laten ervaren hoe het aanvoelt oud, ziek en/of zorgbehoevend te zijn en zorg te ontvangen. De kandidaat leeft zich in in de gevoelens en denkwereld van de cliënt.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
De ervaringstraining zoals ontwikkeld binnen de minimale variant richt zich alleen op lichamelijke beperkingen. Er zijn aanvullingen vanuit het psychische of sociocultureel perspectief mogelijk.
Resultaten Nederland
In Nederland is de ervaringstraining vanwege pragmatische redenen onderdeel van het special ontwikkelde schakeltraject. 22 kandidaten hebben deze training gevolgd. Voor 24 kandidaten staat de training gepland.
Resultaten België
In België is de ervaringstraining onderdeel van de interactieve workshop beschreven onder prikkeling. Er zijn in het totaal 73 mensen bereikt.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 35 van de 42 kandidaten een speciaal ontwikkelde basiscursus succesvol afgerond.
Het voortraject wordt in Duitsland niet op individueel niveau uitgevoerd. Een groot aantal onderdelen van het voortraject is vormgegeven met de speciaal ontwikkelde basiscursus. In deze basiscursus werd het gezondheidszorgsysteem en het opleidingslandschap besproken. Taalcursussen maakten een belangrijk deel van de cursus uit. Er werd, gedurende een 6 weken durende stage en met snuffelstages werkervaring opgedaan in verpleegkundige en gezondheidszorgberoepen. Door middel van rollenspellen en praktische oefeningen konden de kandidaten ervaren hoe het is zorg te geven en te ontvangen. Daarnaast werd een EHBO-cursus gegeven waar deelnemers leerden hoe en wanneer ze eerste hulp moeten geven en hoe ze een noodoproep moeten doen. Ook een korte ICT- en sollicitatietraining was onderdeel van de cursus.
Belemmeringen
Het taalniveau van de deelnemers was verschillend. Dit bemoeilijkte het onderwijzen van zowel de taalcursus als het theoretisch gedeelte. Het vinden van een stageplaats voor alle cursisten kostte veel tijd.
De stage was voor veel statushouders de eerste werkervaring in Duitsland. Vrouwelijke deelnemers met
een hoofddoek wilden hun hoofddoek niet afdoen voor de mannelijke deelnemers bij het beoefenen van de haarverzorging. De kandidaten beschikten vaak niet over een e-mailadres, PC/laptop en/of printer.
Zelden was het dragen van een hoofddoek een probleem. Alleen vanwege corona verwierp één instelling een deelnemer met een hoofddoek, omdat ze met de verplichte mondbeschermer alleen de ogen als onderscheidend kenmerk hadden en dit werd te lastig bevonden voor dementiepatiënten. De corona hygiënevoorschriften maakten de praktische oefeningen tijdens de 3e cursus moeilijker, omdat er mondbescherming moest worden gedragen
Succesfactoren
De persoonlijke ontwikkeling van de kandidaten kreeg een boost. Voor de cursus hadden de deelnemers vaak geen contact met Duitsers. De cursus structureerde hun dagelijks leven en ondersteunde hen in hun professionele perspectief. De goede samenwerking tijdens lezingen en de goede sfeer tussen de
vluchtelingen werkte erg positief. Tijdens het eerste deel van de taal- en theorielessen ontwikkelden de meeste deelnemers een goed begrip van het Duitse gezondheidszorgsysteem en de taakomschrijving van de ouderenzorg en -verpleging. Ze waren erg gemotiveerd om deel te nemen aan de stages. De kandidaten werden bij hun sollicitatiegesprekken voor een stageplek begeleid door teamcoördinatoren van het Duitse Rode Kruis. Kandidaten waren flexibel en gemotiveerd ook in geval van langere werktijden. Het aanbod van de (gratis) 1e hulp cursus als onderdeel van de basiscursus motiveerde veel kandidaten om deel te nemen omdat het certificaat nodig is voor het behalen van een rijbewijs. Cultureel gevoelige docenten maakten directe uitwisseling mogelijk. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om haarverzorging te oefenen voor de deelnemers met hoofddoek, door van de mannelijke deelnemers begrip te vragen en de ruimte even te verlaten. De 3de cursus werd met succes afgerond ondanks de corona en de bijbehorende maatregelen.
Aanpassingen
Het instroomniveau met betrekking tot de taal is naar boven aangepast waardoor kandidaten de leerstof beter konden volgen en de acceptatie op de stage beter verliep. Daarnaast werden er mogelijkheden voor kinderopvang aangeboden. Op verzoek van de stage-instelling zijn coronatesten bij de kandidaten
afgenomen. Er is een coronahygiëne-instructie ontwikkeld met aandacht voor traceerbaarheid door middel van presentielijsten, vaste genummerde zitplaatsen met vereiste afstand, oppervlakken en
handdesinfectie-middelen bij de ingang, ventilatie, en het dragen van een gezichtsmasker. Deelnemers met ziektesymptomen konden de lessen niet bijwonen.
Taal in de zorg
Het leren van zorg specifieke vaktaal om op de werkvloer op het gewenste niveau te kunnen communiceren.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
Het basisniveau om aan de slag te kunnen gaan in de zorg is vastgesteld op Nederlands/Duits niveau A2.
1. Intensieve cursus Nederlands/Duits met het accent op vaktaal.
2. Aandacht voor zorg-specifieke woorden.
3. Aandacht voor basis gespreksvoering.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
Startniveau Nederlands/Duits <A1 en mensen die tussen A1/A2 staan.
4. Extra groei in taalniveau mogelijk indien persoonlijke begeleiding door docent mogelijk is.
5. Communicatie op de werkvloer; Communicatie tussen zorggever en zorgvrager.
6. Duaal traject inburgering en opdoen zorgervaring/zorgopleiding.
Resultaten Nederland
In Nederland is aan 22 leerlingen, als onderdeel van het ontwikkelde schakeltraject Nederlandse taal, vaktaal, basis gespreksvoering en communicatie op de werkvloer aangeboden. 24 kandidaten starten hiermee in maart 2021. De deelnemers aan het schakeltraject leren vaktaal, via de methode ‘Kleurrijker’ , die geoefend wordt in de praktijk (die een wezenlijk onderdeel van het schakeltraject uitmaakt). Het eerder, al het voortraject, aanbieden van deze vaktaal lijkt niet opportuun gezien het feit dat deze taal het best beklijft als ze in de praktijk ‘ingeoefend’ wordt. Een aantal kandidaten heeft daarnaast
taalondersteuning van een taalcoach of taalmaatje gekregen. Is een kandidaat eenmaal ingestroomd in de BBL-opleiding dan kunnen verschillende taalsubsidies ingezet worden. 14 deelnemers aan het 1e BBL-traject hebben vanaf september 2020 extra taalonderwijs gekregen.
Belemmeringen
Binnen het schakeltraject wordt veel ondersteuning geboden op het gebied van taal. Toch blijkt dit niet genoeg. Tijdens de BBL-opleiding is wellicht meer taalondersteuning mogelijk in de vorm van de ‘taalschool Gilde’. Het inplannen hiervan is echter lastig vanwege de onregelmatige diensten van de leerlingen.
Ook de wijze van communiceren van de statushouder, die een andere kan zijn vanwege zijn of haar achtergrond, kan belemmerend werken. In dat geval ontvingen kandidaten coaching op maat van een praktijkbegeleider van Zuyderland of/en een jobcoach van de gemeente Sittard-Geleen.
1
Succesfactoren
Het aanleren van zorggerelateerde woorden verloopt beter door de inzet van een ‘zorglokaal’ met echte zorgvoorwerpen.De geboden extra taalondersteuning door een vrijwillig taalmaatje of betaalde
begeleiding door studenten (waarbij de laatste het meeste effect lijkt te sorteren) werpt zijn vruchten af.
Het gebruik van gelden uit het rugzakje is hierbij onontbeerlijk. Ook ‘coaching on de job’ van kandidaat en medewerkers door jobcoach en projectcoördinator van Zuyderland gaat een positieve werking uit.
Gedane aanpassingen
In het 2e BLL traject wordt structureel meer taalles ingezet.
Resultaten België
In België hebben 2 van de 9 naar de VDAB verwezen kandidaten deelgenomen aan de reeds bestaande Vooropleiding Social Profit (VOSPA) in de Zorg. Deelnemers kunnen starten vanaf taalniveau 1.2 en behalen na een traject van 5 maanden taalniveau 2.4. Tegelijkertijd leren ze de zorg in België kennen en wordt ingezoomd op vaktaal. Familiehulp bood elke nieuwe medewerker zowel taalcoaching als coaching op de werkvloer door een interne coach. In een latere fase van het project werd er via een samenwerkingspartner (met Stebo vzw), minimaal 20 uur coaching op maat gegeven.
Belemmeringen
De doorverwijzingen naar de VOSPA verlopen moeizaam vanwege het feit dat een aantal vrouwelijke kandidaten in het assessment negatief antwoordden op de vraag of zij bereid waren hun hoofddoek te verwijderen tijdens de stages. Dit terwijl verschillende zorgorganisaties in Belgisch Limburg naast hygiëne en veiligheid, het principe van neutraliteit in de dienstverlening hanteren, als reden waarom uiterlijke tekenen van een religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging niet mogen gedragen worden. Ook is het volgen van de VOSPA voor een deel van de kandidaten financieel niet haalbaar omdat OCMW in een aantal gevallen geen toestemming gaf een (langdurige) opleidingen te starten, of omdat mensen het arbeids-en tijdsintensief traject niet kunnen betalen. De grootte van het werkterrein vraagt veel reisbewegingen van de kandidaten. Vanwege corona was face-to-face-coaching onmogelijk waardoor het leerproces vertraagd is.
Succesfactoren
Taal-coaching wordt op de werkvloer georganiseerd en is sterk aangepast aan de werkcontext.
Gedane aanpassingen
Vanwege ervaren belemmeringen werd een klein onderzoek verricht naar het dragen van hoofddoeken in de zorgsector in Limburg (Hasselt, Sint-Truiden en Genk). 24 zorgorganisaties (4 ziekenhuizen en 20
woon-/zorgcentra) werd gevraagd of een zorgkundige/verpleegkundige een hoofddoek mag dragen tijdens haar werk. Van de 24 organisaties bevestigden 7 organisaties dat dit in hun organisatie toegestaan is.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten gedurende vier weken, als onderdeel van de basiscursus, een intensieve
cursus vaktaal met aandacht voor basisgesprekken in de verpleging gevolgd. Tijdens het theoretische gedeelte werd ook aandacht besteed aan het leren van de taal. Er werden voorbeelden gegeven hoe dit praktisch aan te pakken, bijvoorbeeld door met de bewoners van een verpleeghuis te praten over hun biografie, samen de krant te lezen en mogelijkheden tot conversatie te creëren.
Belemmeringen
een bouwplaats bij de cursuslocatie leidde tijdens de 3e cursus tot geluidsoverlast en dus tot communicatieproblemen. Het taalniveau van de deelnemers was verschillend. Dit bemoeilijkte het onderwijzen van zowel de taalcursus als het praktische gedeelte.
Succesfactoren
Er werd onderwezen door een goede DAZ-docent met ervaring op het gebied van de verpleging. Ook voor het theorieblok waren ervaren, intercultureel gevoelige docenten aanwezig. In de stage-instellingen werd gebruik gemaakt van taalbemiddelaars; collega's die konden vertalen of de tijd nemen om woorden uit te leggen. Het merendeel van de deelnemers toonde al na korte tijd een verbeterde Duitse taalvaardigheid, vooral door de stages en de noodzakelijke communicatie in het Duits. Dit is mogelijk ook te danken aan het toegenomen zelfvertrouwen en de durf om te spreken. De deelnemers ondersteunen elkaar, er was sprake van een sterke groepscohesie. Kandidaten ontwikkelden een hoger zelfbeeld. Er bestond eerder geen taalcursus voor mensen onder A1 niveau. Echter, er zijn ook mensen met A2/B1 opgenomen.
Verkenning
Het verkrijgen van inzicht in werken in de zorg en het kunnen ervaren hoe opleiding of een baan in de zorg eruit kan zien
.Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Een verkennende stage, van minimaal een dag, die een eerste indruk geeft van het werk bij een zorgorganisatie.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
2. Langere stageperiode of vrijwilligerswerk.
3. Stage bij verschillende zorgvormen (PG, somatiek, dagbehandeling etc.)
4. Stage bij verschillende zorgorganisaties
5. Stage in verschillende beroepen in en buiten de zorgsector; bijdragend aan onderbouwing van de keuze
6. Langdurig vrijwilligerswerk
Resultaten Nederland
In Nederland hebben 46 kandidaten een verkennende stage gevolgd, als onderdeel van de
selectieprocedure van het ontwikkelde werk-leertraject. Deze oriënterende stage is de doorslaggevende factor of iemand wel of niet kan starten met het schakeltraject voor de BBL opleiding. Zuyderland heeft voor de 3 kandidaten die na het volgen van het eerste schakeltraject nog niet aan hun opleiding BBL niveau 2 konden beginnen (vrijwilligers)werk geregeld met de verwachting dat betreffende kandidaat in 2e BBL kon instromen. 1 kandidaat heeft besloten niet in de zorg verder te gaan. Voor overige geïnteresseerden is de aanvraagmogelijkheid van een stage of vrijwilligersplek ingeregeld en geïmplementeerd bij Zorg aan Zet.
Deze aanvraag kan via de website gedaan worden11.
Belemmeringen
Bij de organisatie van de oriënterende stage horende bij de 1e BBL was het verzamelen van
contactgegevens verzuimd, waardoor de communicatie niet altijd soepel verliep. Soms was de zwaarte van cliëntproblematiek te hoog voor de kandidaten. Een aantal geïnteresseerden deinsde terug voor de verzorging van ouderen (bijvoorbeeld vanwege het wassen van cliënten van het ander geslacht).
Succesfactoren
Een oriënterende stage als onderdeel van het selectieproces blijkt een goede aanvulling; het geeft zowel de zorgorganisatie als de kandidaat een ruimer beeld dan een selectiegesprek.
Gedane aanpassingen
Gedurende het 1e BBL-traject is ‘verkenning van de zorg’ met name via de informatiebijeenkomsten en oriënterende stage verlopen. Bij het 2e BBL traject is ervoor gekozen dit onderwerp ook bij een
arbeidsgerichte training werknemersvaardigheden naar voren te laten komen. Bij de selectie voor de 2e BBL werd vooraf een inschatting gemaakt hoelang een kandidaat een oriënterende stage moet lopen om een goed beeld van de zorg te krijgen; sommigen werken bijvoorbeeld al als vrijwilliger in de zorg. De
11https://www.idz-udz.eu/Verkenning
contactgegevens worden nu tijdig verzameld. Omdat de problematiek van de cliënten op PG afdelingen soms te zwaar was zijn/worden kandidaten zoveel mogelijk geplaatst op somatische afdelingen.
Resultaten België
In België werd elke kandidaat die zich voor het project aanmeldde en interesse in zorg toonde door een medewerker van Familiehulp gescreend. Een verkennende stage van minimaal een dagdeel (4 uur) werd ingezet wanneer de kandidaat aangaf hieraan behoefte te hebben, of wanneer de medewerker van Familiehulp inschatte dat zulks noodzakelijk was. 11 deelnemers hebben een verkennende stage bij
Familiehulp gelopen om een realistisch beeld (over klantcontact, taal, mobiliteit, vereisten organisatie) over zorg geven/krijgen in een thuissituatie dan wel residentiële setting te verkrijgen. De deelnemers werden hierin begeleid door een buddy en een medewerker van Familiehulp. 5 kandidaten hebben, als vrijwilliger, in lokale dienstencentra (van OCMW) meegewerkt.
Belemmeringen
De planning van de verkennende stages kostte veel tijd omdat er rekening werd gehouden met de
woonplaats en beschikbare momenten van de kandidaat. Daarbij moest de kandidaat ook gematcht met en ingepland worden bij een buddy/projectambassadeur.
Succesfactoren
Na een goede matching tussen de organisatie en de kandidaten en een goede voorbereiding van stage/vrijwilligerswerk middels een verkennend gesprek tussen onthaalorganisatie, kandidaat en
projectmedewerker werden alle kandidaten voor de verkennende stage gekoppeld aan een zogenaamde Familiehulp-ambassadeur. Deze buddy’s, zorgmedewerkers die zich na de dialoogtafels hebben aangemeld, hebben een groot deel van het perceptietraject doorlopen. De briefing van een ambassadeur gebeurde steeds nauwkeurig; de succesratio van de verkennende stage werd hiermee verhoogd. De koppeling van een kandidaat aan een buddy bleek van grote waarde. De kandidaat werd extra warm onthaald, waar mogelijk door iemand die kandidaats 2de of 3de taal machtig was. De betreffende buddy ervoer een extra moment van jobverbreding middels mentoring, het maken van connectie met een potentieel nieuwe collega en het ervaren van waardering voor hun baan in de zorg.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten als onderdeel van de basiscursus een 6 weken durende stage gelopen, verdeeld over 2 blokken. Deze stage is ofwel in een dagverblijf ofwel in een intramurale zorginstelling afgerond.
Belemmeringen
Het vinden van geschikte stageplaatsen in de buurt van de woonplaats van de deelnemer kostte veel tijd en moeite. De werktijden waren meestal langer dan de lesuren. Dit leidde vaak tot problemen met de
kinderopvang of met de bereikbaarheid met het openbaar vervoer (bus, trein).
Succesfactoren
In de meeste gevallen werden de stages door de deelnemers als een persoonlijke verrijking ervaren; met name op het gebied van culturele uitwisseling. Er werd eten uit het land van herkomst gekookt of muziek gemaakt. De deelnemers wisselden ideeën uit met de bewoners/gasten op hun stageplek en leerden zo over de Duitse cultuur en geschiedenis. De stage bleek daarnaast een goede hulp bij de vraag of men in de zorg zou willen werken. Daarbij hebben kandidaten hun Duitse taalvaardigheid kunnen verbeteren en zicht gekregen op de vereiste werknemersvaardigheden. Met een informatieblad werden het project en de uitdagingen ervan met een potentiële stageplaats besproken. DRK ondersteunde de kandidaten bij het voeren van de sollicitatiegesprekken bij de stage-instelling. De samenwerkingsovereenkomst werd tussen DRK, kandidaat en stageplek afgesloten. DRK trad op als contactpersoon voor de stageplaats en begeleidde indien nodig de kandidaat bij houding en gedrag.
Werknemersvaardigheden
Deze training helpt deelnemers de westerse werknemersvaardigheden onder de knie te krijgen.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Een beschrijving van werknemersvaardigheden ('gedragscode') die als basis kan worden genomen voor zorgorganisaties.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
2. Inzicht krijgen in de loonopbouw
Resultaten Nederland
In Nederland hebben 46 kandidaten een bijeenkomst bijgewoond over arbeidsvoorwaarden. Voorafgaand aan de bijeenkomst zijn de arbeidscontracten opgestuurd zodat de kandidaten ze thuis rustig konden doornemen en eventuele vragen konden bespreken met hun begeleider of de jobcoach van de gemeente.
Tijdens de bijeenkomst is plenair uitgelegd hoe zaken in elkaar steken; de dynamiek van vraag en antwoord die volgde hielp de kandidaten bij het begrip van deze onderwerpen. Vervolgens is elke kandidaat apart genomen om eventuele vragen te beantwoorden en een handtekening te zetten onder het contract.
Belemmeringen
De kandidaten ontvingen ( te) veel informatie; ze bleven vragen houden. Vanwege gebrek aan mankracht bij P&O Zuyderland bleef een deel daarvan (lange tijd) onbeantwoord.
Succesfactoren
Coaching on the job van zowel leerling als overige medewerkers bleek ook hierbij een meerwaarde te zijn.
Gedane aanpassingen
Voor het 2e BBL Niveau 2 traject wordt een van de workshops van de arbeidsgerichte training12 van VWZN ingezet bij het onderricht in deze materie. De training wordt in samenwerking met P&O van Zuyderland gegeven. Er wordt voor kandidaten van de 2e BBL bij Zuyderland meer tijd genomen voor het voeren van deze gesprekken. De gegeven informatie wordt ook op papier aangereikt zodat de kandidaat e.e.a. thuis na kan lezen. Er wordt meer menskracht vanuit P&O ingezet, P&- medewerkers krijgen vooraf een workshop met tips/tricks.
Resultaten België
In België werd, in overleg met een van de partners (het ACV) een workshop ‘werknemersvaardigheden’
georganiseerd voor 13 mensen, onder wie 5 kandidaten werkzaam bij Familiehulp. In deze workshop werd aandacht besteed aan regelgeving maar ook aan attitude en gedragscode. Ook is ingegaan op hoe de
12 Een afgeleide van de VIP-training:
https://www.verwey-jonker.nl/publicaties/2020/vluchtelingen-op-weg-naar-werk?fbclid=IwAR0KkRLvhsQqozqidI 1i2OaAfu81T5_fsi8RZ_Er1I0PvV8Mb4lc6fQCvJQ
loonvorming in België in elkaar zit en zijn inhoudingen sociale zekerheid en fiscaliteit besproken. Aan de kandidaten werd een document met alle informatie ter beschikking gesteld.
Belemmeringen
Een van de twee geplande workshops ging niet door vanwege te weinig animo. Slechts 2 van de 37 naar het project verwezen kandidaten toonden belangstelling. De groep kandidaten/werknemers van Familiehulp was relatief klein. Hoewel getracht is de materie op een simpele wijze uit te leggen, blijft het moeilijk te vatten voor de kandidaten.
Succesfactoren
De getrainde groep was tevreden. Het ter beschikking gestelde document dient als handvat voor de deelnemers achteraf.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten deelgenomen aan de ICT- en sollicitatietraining die deel uitmaken van de basiscursus. Deze training gaf een goed inzicht in en begrip over de verschillende beroepen in de zorgsector, de salarissen en de werktijden. Het thema kwam ook aan de orde in de taal- en theorielessen.
Belemmeringen
Het taalniveau van de kandidaten was vaak te laag om de stof goed over te kunnen brengen.
Succesfactoren
De deelnemers waren zeer geïnteresseerd in de verschillende geprinte en digitale voorbeelden van het banenaanbod. Men kreeg goed inzicht in de verschillende zorgberoepen en kon daardoor een
weloverwogen beslissing nemen of men de zorg in zou willen. De kandidaten ontwikkelden het zelfvertrouwen om zelfstandig te solliciteren op opleidingsplaatsen.
Goed werknemerschap
De werkcultuur binnen Europa verschilt op een aantal vlakken significant van die in de landen van herkomst van vluchtelingen. Deze training helpt deelnemers de Westerse werknemersvaardigheden onder de knie te krijgen. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de rechten en verantwoordelijkheden die horen bij een opleidings- of werkgeverscontract.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Westerse werkgeversverwachtingen; waaronder: collegialiteit, op tijd komen, verantwoordelijk e.a.
2. Kennis van een minimum van rechten en plichten bij stage en/of werk.
3. Rol en betekenis van de vakbond (kan ook aangeboden worden in het introductietraject van een starter in een job).
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
4. Rol arbeidsgeneesheer/medische preventiedienst (bestaat niet bij alle organisaties in alle 3 landen;
in Nederland: arbodienst).
5. Rol van een vertrouwenspersoon: Wat moet je doen bij een conflictsituatie met de werkgever?
Resultaten Nederland
In Nederland heeft de training met het onderwerp ‘Westerse werkgeversverwachtingen’ , zowel bij Gilde opleidingen als bij Zuyderland, veel aandacht gekregen. 22 kandidaten van het 1e BBL-traject hebben hieraan deelgenomen. Indien nodig werd een kandidaat op houding en gedrag ondersteund door een jobcoach van het de gemeente Sittard-Geleen. Het onderwerp komt daarnaast terug bij de bespreking tussen kandidaat en Zuyderland van het onderdeel ‘rechten en plichten’. Deze bespreking vindt zowel voor de start van het schakeltraject als voor de doorstroom naar de daadwerkelijk BBL plaats. De kandidaten zijn bekend gemaakt met het begrip vertrouwenspersoon; de link voor het aanmelden van een gesprek is met hen gedeeld. 17 door VWZN gescreende kandidaten hebben, in het kader van het 2e BBL traject, 2
workshops werknemersvaardigheden met betrekking tot deze onderwerpen gevolgd. Een derde workshop rondom dit onderwerp is zowel aan de groep geselecteerden als aan de groep afvallers gegeven.
Ten aanzien van het punt ‘rechten en plichten’ kan de door de zorgorganisatie ontwikkelde gedragscode als basis worden genomen door andere zorgorganisaties. Een beschrijving hiervan is terug te vinden op de website13.
Belemmeringen
Begrip van contractuele zaken blijft moeilijk; het onderwerp blijft terugkomen. Het programma van het schakeltraject lijkt hiervoor niet toereikend. Bepaalde werknemersvaardigheden van de kandidaten zijn anders dan wij in Nederland verwachten. Ook is de koppeling tussen theorie en praktijk soms moeilijk te maken. Zuyderland heeft de visie om cliënten zoveel mogelijk eigen regie te laten houden. Dit staat bijvoorbeeld haaks op hoe het zorgberoep aangeleerd wordt: het verzorgen van mensen en hen helpen bij dagelijkse activiteiten. Ook van nature willen de leerlingen de cliënt vaak bij alles helpen. Sommige
leerlingen vinden het moeilijk om hulp te vragen of om aan te geven dat iets niet lukt. Er wordt vaak uit
13https://www.idz-udz.eu/nl-voortraject-werknemersvaardigheden en https://www.loket.nl/uitleg-loonstrook
beleefdheid ja geknikt of gezegd. De informatie betreffende de arbodienst en vertrouwenspersoon was lange tijd onduidelijk.
Succesfactoren
De praktijk was voorbereid op een aantal zaken die een leerling anders gewend kan zijn dan in Nederland gebruikelijk (bijvoorbeeld dat op tijd komen iets ‘Nederlands’ is). Dit kweekte begrip voor de leerling. De leerling werd daardoor niet meteen ‘aangesproken’ maar e.e.a. werd eerst nog eens duidelijk uitgelegd.
Een rugzakje voor de te maken reiskosten naar de workshops werd regelmatig ingezet.
Werknemersvaardigheden worden vooraf ingeoefend.
.
Gedane aanpassingen
In de te behandelen stof van de arbeidsgerichte training voor de deelnemers aan het 2e BBL traject zijn aandachtspunten komende vanuit de evaluatie 1e BBL meegenomen.
Resultaten België
In België werd in overleg met het ACV een workshop ‘werknemersvaardigheden’ georganiseerd. 5
kandidaten van Familiehulp namen hieraan deel. In deze workshop werd op laagdrempelige wijze (o.a. met tekeningen) informatie over rechten en plichten en de rol en de betekenis van de vakbond overgebracht.
Belemmeringen
De gegeven informatie bleek toch nog een ver-van-mijn-bed gegeven voor de deelnemers. Ook de administratieve omkadering van de werksituatie is taaie leerstof.
Resultaten Duitsland
In Duitsland is arbeidsveiligheid is een integraal thema in het cursusonderdeel van de verplegingstheorie en wordt ervaren in de praktijkopleiding.
Sollicitatietraining
De wijze van solliciteren, en de wijze waarop een sollicitatiegesprek wordt gevoerd en welke onderwerpen aan bod komen, kan significant verschillen van wat deelnemers gewend zijn.
De deelnemer krijgt inzicht in de wijze van solliciteren in de projectlanden.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. De kandidaat leert het eigen CV te maken en krijgt uitleg bij de verschillende onderdelen.
2. Opmaak CV: door zelf uit te zoeken wat er fout is in een (ludiek) voorbeeld-CV, onthoudt de kandidaat beter wat de valkuilen en best practices zijn. Vervolgens werkt de kandidaat aan het eigen CV.
3. Opstellen sollicitatiebrief: aan de hand van voorbeelden krijgt de kandidaat inzicht in de vereisten van een sollicitatiebrief. Vervolgens wordt onder begeleiding gewerkt aan de eigen sollicitatiebrief.
4. Sollicitatiegesprekken (telefonisch/face-to-face): Door middel van rollenspel leert de kandidaat hoe een sollicitatiegesprek wordt gevoerd
5. Optioneel: ook gebruiken om sterke en minder sterke kanten van de kandidaat in kaart te brengen
6. Attitude: Door middel van rollenspel wordt geleerd hoe zich te presenteren aan een potentiële werkgever
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
4. CV en sollicitatiebrief voorleggen/laten voorleggen aan de personeelsdienst van een zorginstelling/organisatie die in het project participeert.
5. Helpen opmaken van een profiel op LinkedIn.
Resultaten Nederland
In Nederland hebben 18 door VWZN gescreende kandidaten uit de 2e BBL groep een arbeidsgerichte training solliciteren gevolgd. 62 Kandidaten zijn ondersteund bij het maken van een CV.
Resultaten België
In België zijn de actiepunten rondom sollicitatie niet aan bod gekomen. De sessie goed werknemerschap vond plaats in februari 2020. Vervolgens kwamen de beperkingen vanwege Covid1-19. Voor de eerder betrokken groep, die aan het werk was, was het onderwerp niet relevant.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten deelgenomen aan de sollicitatietraining die onderdeel is van de basiscursus. Men leerde een curriculum vitae en een sollicitatiebrief op te stellen en tijdens de taallessen werd met rollenspellen aandacht aan dit thema geschonken. Sterke en zwakke punten werden bijvoorbeeld op speelse wijze bij de voorstelronde betrokken. Het werken met LinkedIn werd alleen op verzoek
ondersteund; dit werd niet nuttig geacht voor de sector van de verpleegassistenten, de verzorger.
Belemmeringen
Los van het lage taalniveau van de kandidaten werkte het feit dat ze niet over een laptop of PC beschikten belemmerend.
Succesfactoren
De deelnemers waren zeer geïnteresseerd in het bespreken en, indien nodig, corrigeren van hun curriculum vitae. Tijdens de cursus werden PC's beschikbaar gesteld en gebruiksklare CV's, sollicitatie- en
motivatiebrieven werden op een USB-stick opgeslagen en aan de deelnemers meegegeven.
12 deelnemerszijn doorgestroomd naar een opleiding of training in de zorg.
ICT-vaardigheden
ICT vaardigheden zijn onontbeerlijk bij het vinden en uitvoeren van werk.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Basiskennis gebruik MS Word en Excel of vergelijkbare programmatuur.
2. Gebruik maken van e-mail.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
3. Aanvullende kennis MS-office.
4. Basiskennis gebruik databases voor vacatures.
5. Basiskennis digitaal solliciteren.
6. Agendaplanning.
7. Uurroosters kunnen hanteren en wat te doen om afwezigheid te melden.
8. Informatie (vacatures) zoeken op het internet.
9. Efficiënt digitale zoekmachines gebruiken.
10. Gebruik van organisatiespecifieke applicaties, zoals het digitale zorgdossier en HR-systemen.
Resultaten Nederland
In Nederland is het begrip ‘basiskennis ICT’ getoetst bij de onderwijsorganisatie en vervolgens beschreven.
Bestaande voorzieningen op het gebied van onderwijs zijn in kaart gebracht. Vervolgens zijn 9 kandidaten uit het 1e BBL-traject aangemeld voor een training basiskennis waarbij ook het gebruik van e- mail
inbegrepen was. In het schakeltraject werden aan 22 kandidaten aanvullende ICT-lessen gegeven. Door middel van een geschreven instructie zijn deze 22 kandidaten ingevoerd in het gebruik van de ICT systemen van de zorgorganisatie. In het voortraject naar het 2e BBL traject zijn 11 kandidaten met een op de
doelgroep aangepaste ICT-training gestart
Belemmeringen
Veel kandidaten bleken geen laptop of PC tot hun beschikking te hebben.
Gedane aanpassingen
Bij de screening van de 2e groep wordt nagevraagd of kandidaten de beschikking hebben over een tablet of laptop waarop zij hun studie activiteiten kunnen uitvoeren. Indien nodig wordt vanuit het ‘rugzakje’ een aanvraag laptop gedaan. Ook wordt besproken hoe hun basisvaardigheden ICT zijn. Zo nodig begon een kandidaat al in het voortraject met een ICT-cursus. Vanwege corona startte deze ICT-training later dan gepland.
Resultaten België
In België zijn 7 kandidaten die bij Familiehulp aan het werk zijn gegaan, door hun coach ondersteund om professioneel e-mailgebruik onder de knie te krijgen.
Succesfactoren
Maatwerk bleek een succesfactor.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten deelgenomen aan de ICT-training die een onderdeel is van de basiscursus. E-mailadressen waren nodig om informatie over de cursus te communiceren en werden daarom al vanaf het begin gebruikt. Ook MS Word en Excel werden behandeld. Het oefenen op beschikbaar gestelde computers maakte een professionele voorbereiding van sollicitatiedocumenten mogelijk.
Belemmeringen
Naast het feit dat de deelnemer soms over te weinig talenkennis beschikte had hij/zij vaak geen (eigen) pc of laptop en geen persoonlijk e-mailadres.
Succesfactoren
De deelnemers waren enorm gemotiveerd. Er kon gebruik gemaakt worden van voor de training beschikbaar gestelde pc’s. Informatie-uitwisseling via mail werkte goed. De kandidaten hebben de noodzaak van het beschikken over een PC of laptop en een persoonlijk mailadres ervaren.
Training Leren-leren
De onderwijs-en opleidingssystemen in de drie landen verschillen vaak van die in de landen van herkomst. Om de Europese systemen te begrijpen en zo de opleiding goed te kunnen volgen, wordt een workshop aangeboden. Verder worden methodieken en technieken aangereikt om een eigen manier van leren te ontwikkelen om de opleiding succesvol te volgen.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Overzicht schoolsysteem in het desbetreffende land.
2. Overzicht systeem voor verdere opleidingen.
3. Ondersteuning en inzicht krijgen in hoe leerstof gestructureerd te verwerken.
4. Methodieken die helpen om samenvattingen te maken.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
5. Aanvullende informatie over schoolsysteem/opleidingssysteem.
6. Meer methodieken en praktische oefeningen.
Resultaten Nederland
In Nederland wordt in het kader van ‘leren-leren’ in het schakeltraject vooral aandacht besteed aan ‘hoe je het best kunt leren; hoe leerstof gestructureerd te verwerken’. Hierbij komen zaken als mindmapping, markeren, prioriteiten stellen en agenda bijhouden voorbij. 22 kandidatennamen reeds deel aan het schakeltraject, nog eens 24 kandidaten stromen in maart 2021 in. Het Nederlandse schoolsysteem en haar (on)mogelijkheden wordt al in een eerder stadium met de statushouder besproken.
Belemmeringen
Leerlingen hebben 2 e-mailadressen waarmee ze op 3 of 4 verschillende omgevingen moeten inloggen; dat werkt verwarrend.
Succesfactoren
Het online schoolsysteem maakte het in coronatijd mogelijk met de leerstof door te gaan.
Gedane aanpassingen
De onderwijsinstelling (Gilde) neemt een nieuw systeem, Compentent, in gebruik. Hierin worden alle examens opgeslagen. Zowel de opleider als de zorgorganisatie heeft hierin inzage, waardoor er makkelijk gecommuniceerd kan worden. Evaluaties zijn snel bijgewerkt.
Resultaten België
In België werd, na het screeninggesprek, aan 33 kandidaten een (maatwerk)traject voorgelegd. Dit traject was afhankelijk van de interesses, doeljob en mogelijkheden van de kandidaat. Wanneer een regulier opleidingstraject tot de mogelijkheden behoorde, voorzag de projectmedewerker van Familiehulp de kandidaat zowel mondeling als schriftelijk van informatie over dit traject. Deze informatie werd de
kandidaat op begrijpelijke wijze op zijn/haar niveau aangereikt. Daarnaast begeleidde de projectwerker een aantal kandidaten naar een infomoment over zorgopleidingen in Belgisch Limburg.
Resultaten Duitsland
In Duitsland hebben 42 kandidaten deelgenomen aan de basiscursus waarin het thema leren leren tijdens veel onderdelen behandeld werd. Werk- en leermethoden waren onderwerp in de taalcursus en tijdens de theorielessen werden ze zo nodig in een persoonlijk gesprek besproken. Daarnaast is er aandacht besteed aan doorstroming naar opleiding middels een concreet aanbod voor bijscholing (‘Gezondheidswerker en verzorger‘) te volgen bij de ‘Computrain en advies’ (verplegingsschool). Indien nodig was er persoonlijke begeleiding bij de aanvraag van de onderwijscheque.
Belemmeringen
Een aantal deelnemers meldde zich te laat aan bij de verplegingsschool of bij het verkeerde adviescentrum.
In enkele gevallen vond de casusadviseur van de deelnemer niet de juiste training voor de deelnemer.
Succesfactoren
De deelnemers waren zeer gemotiveerd om in een opleiding in de zorg in te stromen. De
projectcoördinatoren beschikten over een goed netwerk en persoonlijke kennis van besluitvormers.
Hierdoor verliep bemiddeling en persoonlijke ondersteuning bij het aanvragen van de onderwijsbonnen door de deelnemer in vele gevallen positief. 12 deelnemerszijn doorgestroomd naar een opleiding of training in de zorg.
Evaluatie
Na het doorlopen van het voortraject wordt beoordeeld of en met welk leer- en/of werktraject de deelnemer kan starten.
Basispakket
Deze informatie moet in alle 3 landen deel uitmaken van het onderdeel van het voortraject.
1. Reflectiegesprek met begeleider over ervaringen in de voortrajecten.
2. Toetsen kennis na cursus Taal in de zorg.
3. Toetsen competenties voor gewenst beroep.
4. Toetsen reëel beeld van de zorg.
Aanvullende modulaire opties
Deze informatie heeft een meerwaarde, maar hoeft niet in alle 3 de landen deel van het voortraject uit te maken.
5. Aanvullende modules volgen.
Resultaten Nederland
In Nederland is de screeningslijst voor 1e BBL-traject, dat als pilot een vliegende start kende, niet afgenomen. Daarom is het voortraject ook niet helemaal doorlopen. In aanloop naar het schakeltraject voor het 1e BBL traject hebben 44 kandidaten een selectie, in de vorm van een selectiegesprek, een NOA toets en oriënterende stage, doorlopen. 22van deze 44 kandidaten werden geselecteerd om met het schakeltraject te starten. Voor de aan het eind van het schakeltraject te nemen beslissing of en op welk niveau een kandidaat met een BBL-opleiding kan starten werd gekeken of opdrachten met een voldoende zijn afgerond en of de kandidaat op het vereiste niveau is. Gilde Opleidingen heeft, in overleg met
Zuyderland, het niveau van de BBL-opleiding van betreffende kandidaat bepaald. 18 van de 22 kandidaten zijn doorgestroomd naar een BBL-opleiding niveau 2, 3 of 4.
De screeningslijst en daarmee ook het voortraject zijn wel ingezet bij de 70 kandidaten met wie een
selectiegesprek voor het 2e MBO leer-werktraject werd gevoerd. De stand van zaken van de onderdelen van het voortraject maakte deel uit van de selectiecriteria.
Gedane aanpassingen
In de selectie voor het 2e BBL traject is de NOA toets niet afgenomen; deze bleek geen meerwaarde te hebben. In het schakeltraject is er een tussentijdse evaluatie gepland; na 9 weken les vindt er een evaluatie plaats. De kandidaat heeft daarna 9 tot 10 weken om met het gemaakte (verbeter)plan van aanpak aan de slag te zijn voordat het definitieve niveau bepaald wordt.
Resultaten België
In België wordt niet met een voortraject gewerkt,
Resultaten Duitsland
In Duitsland werd de basiscursus afgesloten met een mondelinge toets per onderdeel. De deelnemers ontvingen, bij goed gevolg, een certificaat. Taal in de zorg, competenties voor en reëel beeld over de zorg werd samen met een van de projectcoördinatoren mondeling en praktisch getoetst door de docent in overeenstemming met het onderzoek ‘Health Care and Caregiver’. Elke deelnemer kreeg een 20 - 30 toets over een specifiek onderwerp zoals dementie, dicubitusprofylaxe, voeding, bedrust, lichaamsverzorging, beroerte, tromboseprofylaxe, lichaamsexcreties. Dit gaf een goede indruk van de kennis en vaardigheden van elke deelnemer. De deelnemers zijn na afronden van de basiscursus opgenomen in het bestaande
beroepsopleidingsstelsel, zetten hun studie voort aan een taalschool, werken in een ongeschoold beroep of nemen deel aan andere activiteiten van het arbeidsbureau.
Belemmeringen
Het taalniveau van veel kandidaten was te laag.
Succesfactoren
Om examenstress weg te nemen werden de belangrijkste onderwerpen in de laatste week herhaald.
Daarnaast kreeg elke deelnemer kreeg twee concrete onderwerpen en voorbeeldvragen waarvoor hij/zij zich moest voorbereiden. Alle deelnemers kregen een goed beeld van de zorg, alle deelnemers slaagden voor de toets.
Aanpassingen
In de 3e cursus moesten vanwege het coronahygiëneprotocol delen van de opleiding waarbij nauw contact met het lichaam plaatsvond worden weggelaten.