BEHEERSPLAN
KONINGIN ASTRIDLAAN 38 9000 GENT
Beheersplan opgemaakt door:
Tieneke Ruebens Koningin Astridlaan 38
9000 Gent
Datum ter goedkeuring ingediend: 01/04/2020
OPGEMAAKT DOOR INHOUDSTABEL
1. Identificatie A) Liggingsplan B) Kadastraal plan
C) Datum en inhoud Beschermingsbesluit D) Recente foto’s van het goed in zijn context 2. Historische nota
3. Inventaris van de erfgoedelementen – huidige toestand A) Het betreft de voorgevel
B) Het betreft de achtergevel
4. Beschrijving van de erfgoedwaarden 5. Visie op toekomstig beheer
6. Opsomming en verantwoording van de beheersmaatregelen 7. Voorstel van opvolging en evaluatie
8. Bijlagen
1) IDENTIFICATIE A) Liggingsplan
Koningin Astridlaan 38 te 9000 Gent
B) Kadastraal plan
Kadastrale afdeling: 44809 GENT 9 AFD Kadastrale sectie: I
Kadastraal nummer: 0693HP0000
5
C) Datum en Inhoud beschermingsbesluit
MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE ONTWERP VAN LIJST VAN VOOR BESCHERMING VATBARE MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN
De Vlaamse minister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatshervorming,
Gelet op de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen;
Gelet op het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 6, paragraaf 1,I,7;
Gelet op het besluite van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 april 1993 en van 7 oktober 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot delegatie van de
beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 1993 en van 7 oktober 1993;
Gelet op het advies van de Provinciale Commissie van Oost-Vlaanderen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Vlaamse Gewest van 6 april 1994;
Gelet op het advies van de Directie Oost-Vlaanderen van het Bestuur voor Ruimtelijke ordering van 11 april 1994;
Gelet op het advies van het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent van 12 april 1994;
Gelet op het openbaar onderzoek, BESLUIT 08/06/1995:
Artikel 1. - Gezien de motiveringsnota van 1 september 1994 houdende bespreking van de adviezen en bezwaren, integraal deel uitmakend van dit besluit en medebetekenend, wordt het ontwerp van lijst vastgesteld van volgen voor bescherming vatbare monument:
Het huis gelegen Koningin Astridlaan nr. 36 …
Het huis gelegen Koningin Astridlaan nr. 38 te Gent, bekend ten kadaster:, 9de afdeling , sectie I, 3de blad, perceelnummer 693 h omwille van het algemeen belang wegens de historische waarde als typisch burgerhuis van 1907, ontworpen door architect Charles van Driessche in hetzelfde ensemble van zeven woningen in de Sint–Pieters stationswijk ; omwille van het algemeen belang wegens de architectuurhistorische waarde als realisatie van architect Van Driessche van 1907 en kenmerkend voor zijn eigen eclectische op de Normandische vakwerkbouw geïnspireerde stijl ; omwille van het algemeen belang wegens de artistieke waarde van deze eclectische gevel met Art Nouveau inslag,
Dient te worden beschermd als stadsgezicht:
Het ensemble van huizen gelegen Koningin Astridlaan nr. 36, 38,76,78, 98-102 en 108-112,
respectievelijk links en rechts van de Blankenbergestraat en Blankenbergestraat nr.72 te Gent, 9de afdeling, sectie I, 3de blad, perceelnummers 693 m-h-g-e en 694 v-c2-z-y zoals afgebakend op bijgaand plan omwille van het algemeen belang wegens de historische waarde als groep van woningen in zijn geheel ontworpen door architect Charles Van Driessche, beïnvloed door de Art Nouveaustijl en geïnspireerd op de Normandische vakwerkbouw. De huizen Koningin Astridlaan nr.108-112 en Blankenbergestraat nr.74, eveneens in 1907 in een kleurrijke baksteenarchitectuur, qua vormgeving en kleuren goed aansluiten bij het ensemble van architect Van Driessche, zijn medebepalend voor dit typische stadsgezicht uit het begin van de 20ste eeuw.
Art. 2 - Met het ook op de bescherming zijn van toepassing:
1. de beschikkingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van het algemene voorschriften inzake de instandhouding en onderhoud van de monumenten en de stads- en dorpsgezichten.
Brussel, 10-11-1994
De Vlaamse minister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatshervorming.
J. Sauwens
D) Recente foto’s van het goed in zijn context
Vooraanzicht
Zijaanzicht
Achteraanzicht in zijn geheel
2) HISTORISCHE NOTA A) Historische ligging van het pand
→ Het ontstaan van de stationsbuurt
Begin 20ste eeuw werd een urbanisatieplan goedgekeurd met de bedoeling dat vreemde reizigers bij het uitstappen te Gent een mooi stukje Gent te zien zouden krijgen. Het oorspronkelijke station Gent Sint Pieters was een houten barak, ongeveer ter hoogte van het huidige parkplein.
Op 1 mei 1900 kwam het nieuws uit Brussel dat het spoorwegennet drastisch zou gemoderniseerd worden met o.a. een rechtstreekse spoorweglijn van Brussel naar Gent en een volwaardig en groot stationsgebouw. Het huidige St.-Pieters station en de aanleg van het Koningin Maria Hendrikaplein werden in de jaren 1912-1913 gerealiseerd met het oog op de wereldtentoonstelling te Gent (1913).
Net zoals aan het Zuidstation bepaalde het station van Gent Sint-Pieters de stedenbouwkundige aanleg van de hele omgeving. In die buurt moest het stadsbestuur echter weinig slopen omdat de wijde omgeving nog grotendeels onbebouwd was. De hele operatie werd aan het vorstenhuis opgedragen. Het stationsplein kreeg de naam Maria Hendrika, de vrouw van Koningin Leopold II. De baan langs de spoorweg die van Leopolds dochter prinses Clementina. De lange laan tussen de godshuizenlaan en de Kortrijkse steenweg werd genoemd naar de nieuwe koning Albert, de verbinding met de Kortrijkse steenweg naar diens vrouw Elisabeth. Omdat de lengte van de Koning Albertlaan praktische problemen schiep, kregen de twee uiteinden mettertijd een andere naam (Groot-Brittaniëlaan en Koningin Astridlaan). Op al die lanen staan nog voorbeeldjes van prachtige architectuur (art nouveau en art deco) uit de jaren voor en na de Eerste Wereldoorlog. Het bouwen van het St-Pietersstation gaf een stimulans aan de ontwikkeling van het zuidelijke stadsgedeelte van Gent en daarmee ging ook de ontwikkeling van het Maria Hendrikaplein en de convergerende lanen en straten op commercieel vlak gepaard. De Prinses Clementinalaan, de Koningin Elisabethlaan, de Koning Albertlaan, de Koningin Astridlaan en de Patijntjesstraat met de Meersstraat, gaven alle rechtstreeks of onrechtstreeks verbinding met het stadscentrum. De opbloei van horeca, ontspanning en luxe-winkels vloeide hieruit voort. De burgers die er hun residentie bouwden
werkten mee aan het doel om hun stad een veelbelovende en zelfzekere profilering te geven. Beiden hadden er hun voordeel mee: de burgers konden wonen in een opgewaardeerde wijk en de wijk
werd mede opgewaardeerd door de burgers die er kwamen wonen. Kortom er was een positieve en productieve bedrijvigheid in beweging gekomen, een geloof in de toekomst, een progressieve houding. De burgers kozen voor de nieuwste ontwikkelingen op vlak van stijl en techniek. Men hapte toe op de Art Nouveau. De stijl werd aanzien als een teken van vooruitstrevendheid.
→ de huidige Koningin Astridlaan
De huidige Koningin Astridlaan maakt deel uit van het Gentse Sint-Pieters stationskwartier en werd afgelijnd circa 1902-1905 als deel van de oorspronkelijke Koning Albertlaan, een groot boulevard doorheen de wijk. Bij de urbanisatie van de oude Sint-Pieters-Aaigemwijk, vormde deze boulevard de verbinding tussen de Kortrijksesteenweg (tegenover het circa 1875 aangelegde Citadelpark) en de Godshuizenlaan bij de Bijloke.
De huidige Koningin Astridlaan omvat het laatste deel hiervan, namelijk vanaf het Koningin Maria Hendrikaplein of stationsplein tot de Kortrijksesteenweg en het Citadelpark. Het is een brede laan met vernieuwde bomen en centrale parking ruimte. De kleinschalige bebouwing van doorsnee burgerhuizen van twee of drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak bleef, op enkele hoekpanden met nieuwe hoge bouw na, nog grotendeels behouden.
→ de hoekensembles van architect Charles Van Driessche
Opvallend qua vormgeving en architecturale eenheid zijn de twee hoekensembles (nr. 36, 38, 76, 78 en 94-96, 98-102) links en rechts van de Blankenbergestraat die samen gerealiseerd werden naar de plannen van architect Charles Van Driessche (Gent, 1874 -Wondelgem, 1963). Van hem zijn in Gent verschillende ensembles in een eigen eclectische en Art Nouveau stijl gekend, ondermeer het zogenaamde “Cité Van Driessche” met aanpalende huizen aan de Martelaarslaan. De huizen aan de Koningin Astridlaan werden uitgevoerd in opdracht van eenzelfde eigenaar, de heer J. Flamme. Het ontwerp omvatte twee hoekpanden met commerciële functie en vijf burger-rijhuizen waarvan de originele opstanden en plattegronden in het stadsarchief bewaard bleven. Deze huizen werden opgetrokken in een eclectische stijl, eigen aan architect Van Driessche met voornamelijk Art Nouveau inslag en invloeden van de Normandische vakwerkbouw.
Naast de stijleenheid is eenzelfde materiaalgebruik, namelijk hardsteen en Gobertangesteen, verwerkt met baksteen, bepalend voor het eenheidsbeeld. De afwerking en detaillering is echter genuanceerd en zeer gevarieerd. Bij de recente renovatie werden deze nuances nog geaccentueerd door de subtiele kleurschakeringen van het houtwerk.
Het ensemble van vier huizen rechts van de Blankenbergestraat, de huidige nummers 36,38,76 en 78 had, ondanks de jarenlange leegstand en verwaarloosde toestand zijn oorspronkelijke vormgeving, origineel houtwerk en buitenafwerking behouden, waardoor het in authentieke toestand kon hersteld worden.
Het hoekpand Koningin Astridlaan nr.94-96 en het aanpalend huis nr. 98-102 ondergingen reeds enige wijzigingen. De aanpalende huizen nr.108-112 en Blankenbergestraat nr74, eveneens van 1907 in een kleurrijke baksteenarchitectuur, sluit goed aan bij het stadsgezicht.
De rijhuizen nr. 36, 38 en 76 vormen een symmetrisch ensemble van twee gelijkaardige huizen met puntgevel links en rechts van een centrale lijstgevel. Ze hebben een gelijkaardige onderbouw met souterrain en hoge korfboogdeur links, met fraai Art Nouveau houtwerk en bovenlicht,
keldervensters met ijzerwerk en rechthoekige vensters onder I-latei op de verhoogde begane grond.
De verdiepte borstweringen zijn verrijkt met decoratief metselwerk. De bel-etage van de zijpanden wordt gemarkeerd door een rechthoekig houten erker op consoles, onder verschillend dak en met bekronend houten balkonnetje. De bovenste verdiepingen zijn verschillen uitgewerkt met
drielichtvenster onder een getoogde strek en bekronende centrale puntgevel op overkragende boogfries bij nr. 76 en met een gemarkeerde rechter zijrisaliet van twee traveeën met bekronende puntgevel op een gelijkaardige boogfries en een linker travee met zoldervenstertje bij nr. 36.
→ Het middenpand nr. 38
Het middenpand nr. 38 heeft een volledige beglaasde bel-etage met drie rechthoekige vensters onder I-latei, gescheiden door ijzeren balken en met bewaard houtwerk. Enkel de ijzeren Art
Nouveau getinte consoles van het boven balkonnetje bleef behouden. De bovenste verdieping heeft getoogde vensters onder een brede strek. De rechte kroonlijst wordt gedragen door fijne
uitgesneden houten consoles. Een dakkapel onder afzonderlijk zadeldakje bevindt zich in de middelste travee. De achtergevel wordt gemarkeerd door een ruim, over twee bouwlagen
doorlopend venster met bewaard houtwerk en een getoogde deur met betonnen buitentrap rechts.
De interieurs van nr. 38 en 76 werden gerenoveerd met behoud van de oorspronkelijke indeling en ornamentatie. De trappenhuizen zijn op identieke wijze gerealiseerd in neoclassistische trant met afdalende trap naar het souterrain met gang met troggewelfjes, en stijgende trap naar de bel-etage, afgesloten door deuren met gezandstraald glas en gemarmerde wanden. De trappen hebben een Art
Nouveau getinte trappaal. Ook de binnendeuren behielden grotendeels hun gezandstraalde beglazing of originele en gevarieerde onderverdeling.
Eind de jaren 70 wilde een immobiliënkantoor de huizenblok afbreken en vervangen door een appartementsblok, maar die plannen gingen uiteindelijk niet door. De huizen bleven jaren leegstaan en verkommeren. In 1979 werden ze aangekocht door verschillende particulieren. In een artikel van het Volk van 1994 stond vermeld dat nummer 38 een schoonheidsinstituut huisde alsook een kinesitherapeute. Midden de jaren 80 werd het huis gekocht door een echtpaar dat er woonde met hun twee kinderen. Zij hebben het pand gerenoveerd waar nodig door de jaren heen. In juli 2017 werd het pand gekocht door de huidige eigenaars, die het pand wensen te renoveren en
conserveren.
In 1995 werd de woning, evenals het stadsgezicht van het hoekensemble, opgenomen op de lijst van beschermde monumenten.
Bronnen Hoofdstuk 2:
- Kroonblaadje - Jaargang 10 Nr. 1 oktober-november 1988 - Gent van Toen en Nu: Ons Erfgoed (Waanders uitgeverij) - HET VOLK, donderdag 24 februari 1994
- Ministrieel Besluit 30/05/1995 - Historische Nota (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen
95/PM/RDS
3) INVENTARIS VAN DE ERFGOEDELEMENTEN - HUIDIGE TOESTAND A) Het betreft de voorgevel / het dak
Algemeen: Gevarieerde bak- en natuurstenen gevel (hardsteen en Gobertangesteen) met drie bouwlagen en alternerende overkragende kroonlijsten en puntgevels geïnspireerd op de Normandische vakwerkbouw, onder zadeldak (pannen).
De eerste bouwlaag: hoge arduinen plint met getraliede keldervensters; smalle, hoge korfboogdeur met bovenlicht en bewaard art-nouveauhoutwerk links en rechthoekige benedenvensters onder I- latei. Groene en witte bakstenen motieven in de verdiepte borstweringen.
De tweede bouwlaag: Volledig beglaasde bouwlaag die drie rechthoekige vensters heeft onder I- latei, gescheiden door ijzeren balken en met bewaard houtwerk in het groen geschilderd.
De derde bouwlaag: drie getoogde vensters onder brede strek en groen houten schrijnwerk, centraal deurvenster, voorheen met balkon op behouden Art Nouveau getinte ijzeren consoles; aflijnende kroonlijst op houten modillons.
De vierde bouwlaag/ het dak: Een dakkapel onder afzonderlijk zadeldakje bevindt zich in de middelste travee. Voorheen had dit venster drie vlakken maar bij renovatie is dit een venster met twee raampartijen geworden. Zadeldak met pannen.
B) Het betreft de achtergevel / het dak - Bouwlaag 1 en 2
De achtergevel wordt gemarkeerd door een ruim, over twee bouwlagen doorlopend venster met bewaard houtwerk en een getoogde deur met betonnen buitentrap rechts. Onder deze dubbele deur bovenaan de trap kan men de deur vinden die toegang geeft tot het sous-terrain.
- Bovenste bouwlagen
De bovenste bouwlaag heeft 4 raampartijen waarvan de vorm nog origineel is maar de materialen over de jaren heen vervangen werden door de vorige eigenaars en dus niet meer origineel zijn.
Boven het raam dat over de eerste twee bouwlagen rijkt, zit ook een lichtkoepel die voor licht zorgt in de keuken. Het vermoeden is dat deze lichtkoepel ook niet origineel is en later geplaatst werd.
Daarnaast zit een terrasje dat er ook vernieuwd uitziet en niet meer de originele materialen heeft.
Boven het terrasje zit een dubbel venster waarboven nog een klein dubbel venstertje is. Op dezelfde hoogte aan de linker kant is eveneens een dubbel venster.
- Het dak
Het dak heeft twee dakvensters die niet origineel zijn en over de jaren heen nieuw geplaatst werden door vorige eigenaars. We vermoeden dat schoorsteen en dakpannen nog origineel zijn.
C) Het betreft het interieur
In het trappenhuis van de inkomhal zijn er twee zijwanden in faux marbre die origineel zijn. De trappenhal is ook origineel in neoclassistische trant. Deze marmeren trap loopt door naar het sous- terrain met gang met troggewelfjes enerzijds en naar de bel-etage anderzijds. De deuren hier zijn origineel met gezandstraald glas en op vandaag wit geschilderd.
Foto in de traphal naar de voordeur kijkende waar je de twee zijwanden in faux marbre ziet.
Rechter zijwand in faux marbre als je naar de voordeur kijkt.
Linker zijwand in faux marbre als je naar de voordeur kijkt. Onderaan zie je nog sporen van een fries.
Zicht in traphal als men met de rug naar de voordeur staat. Marmeren trap die naar de bel
etage leidt alsook naar de sous-terrain.
Op vandaag witte geschilderde deuren in de traphal met gezandstraald glas met tekening. Deze deur geeft toegang tot sous-terrain.
Dit is het plafond van de traphal
In het interieur ligt er op het niveau van eerste bouwlaag (bel etage) aan de linkerkant een traphal naar de bovenverdieping en aan de rechterkant liggen twee kamers die door dubbele deuren verbonden zijn.
Foto van de traphal aan de linkerkant
Foto van de trapstijl die origineel is.
Foto naast de trap achteraan in de traphal. Er is een deur links onder de trap die toegang geeft tot een toilet en een deur naar de achterkant die toegang geeft tot een ruimte die op vandaag als bergruimte gebruikt wordt.
Zicht van bovenaan de trap die naar de tussenverdieping leidt achteraan. Daar bevindt zich
een dubbele deur met origineel glas.
In de kamers van de sous-terrain ligt een houten plankenvloer die origineel is weliswaar licht
beschadigd. We vinden er ook twee schouwen. De schouw aan de straatkant is origineel. De schouw aan de acherkant zou bouwvallig teruggevonden zijn en zou door de vorige eigenaars deels
gerestaureerd zijn. De deuren op deze verdiepingen alsook in het trappenhuis zijn origineel met gezandstraald glas en op vandaag ongeschilderd.
Foto van schouw in de voorste kamer / straatkant (origineel):
Foto van de voorste kamer als je naar de straatkant kijkt:
Foto van de dubbele tussendeur tussen voorste en achterste kamer. Deze deuren zijn origineel ongeschilderd met gezandstraald glas.
Foto van de schouw in de achterste kamer. Deze werd gerestaureerd door de vorige eigenaar. De zijpanelen zijn bijvoorbeeld uit hout vervaardigd en geschilderd wat ons het vermoeden geeft dat deze schouw niet of niet volledig origineel is.
Foto op bel-etage in de achterkamer met zicht op raam aan achtergevel.
Foto van de originele plankenvloer op bel-etage. Dit type vloer bevindt zich over de volledige twee kamers.
Op de tweede bouwlaag (eerste verdieping boven bel-etage) vinden we eveneens een originele houten plankenvloer alsook 1 originele schouw. De twee deuren naar de trappenhal op dit verdiep zijn origineel. De deur tussen de voor en achterkamer lijkt niet origineel.
Originele schouw eerste verdiep:
Deuren op eerste verdiep:
Niet originele deur tussen voor en achterkamer tweede bouwlaag
Op de derde bouwlaag bevindt zich de badkamer en een slaapkamer. Op deze bouwlaag vinden we geen originele schouwen of plankenvloer terug. Op de bovenste bouwlaag evenmin.
4) BESCHRIJVING VAN DE ERFGOEDWAARDE UIT HET BESLUIT - Als monument:
omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
als burgerhuis van 1907, ontworpen door architect Charles Van Driessche in een ensemble van zeven woningen in de Sint-Pietersstationwijk.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: : als realisatie van architect Charles Van Driessche van 1907 en kenmerkend voor zijn eigen eclectische, op de Normandische vakwerkbouw geïnspireerde stijl.
artistieke waarde
van deze eclectische gevel met Art Nouveau-inslag, onder meer op de volledig beglaasde bel-etage met ijzeren penanten en uitgewerkte balkonconsoles, de origineel behouden ordonnantie,
materialen, binnenstructuur en afwerking.
UIT HET BESLUIT - Als stadsgezicht:
Zeven burgerhuizen opgetrokken aan het begin van de 20ste eeuw in de Koningin Astridlaan en één burgerhuis in de Blankenbergestraat zijn beschermd als stadsgezicht. Het gaat om huisnrs. 36, 38, 76, 78 en 94-96, 98-102, 108-112 in de Koningin Astridlaan en om nr. 74 in de Blankenbergestraat.
De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de historische in casu stedenbouwkundige waarde van het stadsgezicht als volgt werd gemotiveerd:
“Als groep van woningen in zijn geheel ontworpen door architect Charles van Driessche, beïnvloed door de Art Nouveaustijl en geïnspireerd op de Normandische vakwerkbouw. De huizen Koningin Astridlaan nr. 108-112 en Blankenbergestraat nr. 74, eveneens van 1907 in een kleurrijke
baksteenarchitectuur, qua vormgeving en kleuren goed aansluitend bij het ensemble van architect Van Driessche, zijn medebepalend voor dit typische stadsgezicht uit het begin van de 20ste eeuw.”
5) VISIE OP HET TOEKOMSTIG BEHEER
Het toekomstig beheer zal er in bestaan om het huis (zowel het interieur als het exterieur) te conserveren en waar nodig te restaureren in zijn huidige staat. Het is niet de bedoeling om verbouwingen en/of uitbreidingen aan het pand aan te brengen. Noch is het de bedoeling om het pand als andere functie dan woonfunctie te gebruiken.
Esthetisch/architecturaal: de huidige eigenaar wil streven naar maximaal bewaar van alle
erfgoedelementen zoals beschreven in hoofdstuk 4. Zoals gezegd is er momenteel niet de intentie om de woning verder uit te breiden, doch moet de woning blijvend voldoen aan de huidige eisen van comfortabel wonen van de dag van vandaag. Zo wordt er bij elke toevoeging of wijziging in functie van comfort en woonkwaliteit wel degelijk de afweging gemaakt naar inpasbaarheid, zowel naar materiaalgebruik als naar uitvoerbaarheid.
Bouwtechnisch: bij elke subsidieaanvraag zal er gestreefd worden naar de meest opportune bouwtechnische oplossing rekening houdende met de historische kenmerken van het pand.
Onderhoud: de eigenaar zal het pand bewaren als een goede huisvader
6) CONCRETE RICHTLIJNEN EN MAATREGELEN
Maak een onderscheid tussen eenmalige werken en terugkerende werken. Staan de werken op de lijst met forfaitaire werkzaamheden (MB 5/6/2015), geef dan aan of je de werken al dan niet forfaitair berekent. Verduidelijk waarom bepaalde keuzes of faseringen gekozen werden.
Voorbeeld :
Aard der werken Eenmalig Terugkerend Vrijstelling toelating A) VOORGEVEL
+ DAK &
B) B) ACHTERGEVEL + DAK
Reinigen van alle geveldelen
x
Opvoegen van de kieren tussen ramen en muren
indien noodwendig Restauratie van de steense
onderdelen / vervangen of restaureren van
beschadigde stukken
indien noodwendig
Restauratie van houten buitenschrijnwerk
indien noodwendig Plaatselijk herstellen door
het verwijderen van aangetast hout en het aanbrengen van houtreparatiemiddel (pasta)
schilderen van houten schrijnwerk /
kleuronderzoek
1 x 10 jaar
Restauratie van de glazen onderdelen / vervangen of restaureren van
beschadigde stukken
indien noodwendig
Vervangen raamgehelen conform oorspronkelijk model
indien noodwendig
alle restauratie van stalen onderdelen / vervangen van beschadigde stukken
indien noodwendig
schilderen van stalen onderdelen
indien noodwendig Ontmossen en reinigen
pannendak
indien noodwendig Vervangen van loszittende
pannen en controle dakstructuur
indien noodwendig
Herstelling
dakgoten/hemelwaterafvo er
indien noodwendig
C) INTERIEUR Houten parket vloer afschuren en afwerken met was of olie op eerste (bel- etage) en tweede
bouwlaag/verdieping (living/bureau)
1 x /10 jaar
Scheuren en verzakkingen in houten parket vloer restaureren
indien noodwendig
Inkomhal - wanden:
restaurantie muren in faux marbre ‘fixeren en
hernemen indien noodzakelijk’
1x/ 20 jaar
Ramen en deuren op alle verdiepingen: scheuren en verzakkingen aanpakken
indien noodwendig
Restaureren trap:
restauratie van de afwerkingslaag
1x/10 jaar
indien noodwendig
Gang met troggewelfjes in sous-terrain: restaureren van de bepleistering
indien noodwendig
7) MANIER EN TIJDSTIP VAN OPVOLGING
Het erfgoed is in relatief goede staat want in de jaren 80 gebeurde er een gedeeltelijke opfrissing en renovatie. De belangrijkste aandachtspunten zijn:
- controle van de voorgevel en oplijsting van nodige herstellingswerken
- vervangen houten buitenschrijnwerk dat op sommige plaatsen van de voorgevel aan het rotten lijkt en aanpassing enkele beglazing.
Eigenaar zal een verslag of voortgangsrapport van het verloop van de werkzaamheden hiervan opstellen met vermelding van aard, plaats, datum, resultaat, incl. fotomateriaal.
Verder zal de eigenaar zich verbinden tot een vijf jaarlijkse rapportering betreffende de staat van het huis.
Bijlagen Niet van toepassing (en dus niet bijgevoegd)
Bijgevoegd (nummering!)
Perimeter van gebied waarvoor beheersplan wordt opgemaakt (met schaal en N-pijl)
Zie pagina 5
Lijst van ZEN-erfgoed met aanduiding op kaart
x
Lijst van open erfgoed met aanduiding op kaart
x
Lijst van ontsluitingswerken voor open erfgoed die in aanmerking komen voor een premie met aanduiding op kaart
x
Lijst van werken aan bomen en struiken waarvoor toelating nodig is
x
Lijst van cultuurgoederen die in aanmerking komen voor een premie
x
Lijst van premiegerechtigde werken aan een orgel dat dateert van na WOI
x
Lijst van handelingen waarvoor CBS niet kan oordelen dat ze van die aard zijn om wezenlijke eigenschappen van een DG/SG te verstoren
x
