• No results found

Inspectierapport KDV De IJsselhoeve (KDV) IJsselveld XH MONTFOORT Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport KDV De IJsselhoeve (KDV) IJsselveld XH MONTFOORT Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

KDV De IJsselhoeve (KDV) IJsselveld 21

3417XH MONTFOORT

Registratienummer 163148351

Toezichthouder: GGD regio Utrecht

In opdracht van gemeente: MONTFOORT

Datum inspectie: 14-01-2014

Type onderzoek: Regulier onderzoek

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...5

Veiligheid en gezondheid ...6

Accommodatie en inrichting ...7

Inspectie-items...8

Gegevens voorziening... 11

Gegevens toezicht... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

Beschouwing

Kinderdagverblijf de IJsselhoeve biedt kleinschalige kinderopvang aan. Het kinderdagverblijf heeft maximaal plek voor 24 kinderen in de leeftijd van 10 weken tot 4 jaar. Er zijn twee groepen waar de kinderen opgevangen worden. Een babygroep 'piepkuikens' en een peutergroep 'krielkippen'.

De opvang vindt plaats in een verbouwde boerderij, er heerst een huiselijke sfeer. De boerderij is een plek voor kinderen waar veel te beleven valt en waar kinderen veel ruimte hebben om te spelen en te ontdekken. De Ijsselhoeve heeft een omheinde speelplaats maar ook een overdekte speelschuur, zodat de kinderen altijd buiten kunnen spelen. Onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers gaan de kinderen ook de boerderij verder bekijken. De kinderen kunnen de dieren knuffelen en verzorgen, fruit rapen op de trampoline springen en de groentetuin verzorgen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 emotionele veiligheid;

 persoonlijke competentie;

 sociale competentie;

 overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid.

Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid:

Observatie criterium: Beroepskrachten hebben vanzelfsprekend en gepast lichamelijk contact met kinderen. Zij hebben een professionele werkhouding in situaties die vragen cq horen bij lichamelijk contact.

Praktijk: Een kind zit bij de stagiaire op schoot om een boekje te lezen. Er wordt interactief voorgelezen, en tijdens het lezen worden er leermomenten gecreëerd. Een ander kind is ziek en krijgt extra aandacht van de medewerkers. Ook krijgt hij een 'aai over zijn bol' en mag hij zijn knuffel vasthouden tot hij wordt opgehaald door zijn moeder.

Persoonlijke competentie:

Observatiecriterium: De meeste kinderen zijn vrijwel de gehele tijd intensief bezig. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij alles waar zij mee bezig zijn. Zij laten zich niet makkelijk afleiden. De kinderen zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt.

Praktijk: Twee kinderen spelen met de trein, ze spelen geconcentreerd en zijn trots op wat ze hebben gemaakt. Tijdens het spel is er ook contact met de pedagogisch medewerker deze creëert leermomenten. Bijvoorbeeld: 'Welke kleuren hebben de treinen' en 'hoeveel wagonnetjes heeft de trein'?

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Pedagogisch beleidsplan

 Pedagogisch werkplan

(5)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel

steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio op de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met het beleid overeenkomt.

Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

Verklaring omtrent het gedrag

De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef.

De verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten zijn gecontroleerd en voldoen aan de wettelijk gestelde eisen.

Passende beroepskwalificatie

De diploma's van de aanwezige beroepskrachten zijn gecontroleerd en voldoen aan de wettelijk gestelde eisen.

Beroepskracht-kindratio

Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van de

maand januari en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kindratio op alle groepen voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang.

Opvang in groepen

Tijdens de observatie in de praktijk is te zien dat er met 2 stamgroepen wordt gewerkt.

Babygroep 'Piepkuikens': maximaal 9 kinderen Peutergroep 'Krielkippen': maximaal 14 kinderen Gebruik van de voorgeschreven voertaal

In het kindercentrum wordt Nederlands gesproken.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(6)

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met

betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen.

Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De meest recente risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 9 januari 2014. Tevens is er een uitgebreid beleid veiligheid geschreven.

Extra risico's omtrent de veiligheid met betrekking tot de omgang met de dieren zijn opgenomen in de inventarisatie en het beleid.

De meest recente risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd op 9 januari 2014. Tevens is er een uitgebreid beleid gezondheid geschreven.

Extra risico's omtrent de gezondheid met betrekking tot de omgang met de dieren zijn opgenomen in de inventarisatie en het beleid.

Medewerkers zijn op de hoogte van de risico inventarisatie en hebben kennis van de bestaande risico's en de getroffen maatregelen.

Meldcode kindermishandeling

De pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de meldcode en kunnen toelichten welke stappen er ondernomen dienen te worden. Tevens kunnen de medewerkers aangeven op welke signalen er gelet kan worden in de dagelijkse praktijk.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Pedagogogisch medewerkers)

 Risico-inventarisatie veiligheid

 Risico-inventarisatie gezondheid

 Actieplan veiligheid

 Actieplan gezondheid

 Meldcode kindermishandeling

(7)

Accommodatie en inrichting

Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.

Binnenruimte

Er zijn twee groepsruimten in het kindercentrum 'De piepkuikens en de krielkippen'. Beide groepen hebben een sfeervolle uitstraling. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen. Er is een vaste plek gereserveerd waar 1 of 2 kinderen kunnen spelen, zonder dat ze door andere kinderen in hun spel worden gestoord. Bij de groep Krielkippen is een groot speelhuis geplaatst waar in overleg met de medewerkers steeds 2 kinderen een aparte activiteit kunnen doen.

Tijdens voorgaande inspecties is er geconstateerd dat er veel onrust op de groep: 'Piepkuikens' onstond doordat de kinderen van de groep: 'Krielkippen' door de groepsruimte heen moesten om naar het toilet te gaan. Er is inmiddels een schuifdeur geplaatst tussen de toiletten en de groep 'Krielkippen'. Deze groep heeft nu een eigen toegang tot de toiletten.

Buitenspeelruimte

Het kindercentrum beschikt over twee buitenruimten. Aangesloten aan het kindercentrum ligt een speelplaats, daarnaast beschikt het kindercentrum over een 'overdekte' buitenruimte. De

'hooischuur' is ingericht voor de kinderen met fietsjes en ander speelmateriaal. Zo is er ten alle tijde de mogelijkheid om met de kinderen naar buiten te gaan.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

(art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

OFEr wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

(art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit

(10)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : KDV De IJsselhoeve

Website : http://www.de-ijsselhoeve.nl

Aantal kindplaatsen : 24

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Patricia Johanna Maria van Kippersluis

Website : www.de-ijsselhoeve.nl

KvK nummer : 30281873

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD regio Utrecht

Adres : Postbus 51

Postcode en plaats : 3700AB ZEIST

Telefoonnummer : 030-6086086

Onderzoek uitgevoerd door : T. Rijntalder Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : MONTFOORT

Adres : Postbus 41

Postcode en plaats : 3417ZG MONTFOORT

Planning

Datum inspectie : 14-01-2014

Opstellen concept inspectierapport : 22-01-2014

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 10-02-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercomissie : 14-02-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 14-02-2014

Openbaar maken inspectierapport : 14-02-2014

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling

De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat de houder zelf en de beroepskrachten en eventuele stagiaires en vrijwilligers in het bezit zijn van een geldige VOG. Om

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit