• No results found

Goedkeuring toerekeningssysteem van kosten en opbrengsten 2006

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Goedkeuring toerekeningssysteem van kosten en opbrengsten 2006 "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

- Openbare versie -

Goedkeuring toerekeningssysteem van kosten en opbrengsten 2006

Ons kenmerk : OPTA/IPB/2007/200299 Datum : 1maart 2007

Op 4 december 2006 ontving het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) van de [bedrijfsvertrouwelijk] van TNT Post per e-mail een conceptversie van de geactualiseerde beschrijving van het toerekeningssysteem voor kosten en opbrengsten zoals bedoeld in onderdeel 6.3 van het Barp

1

(hierna: toerekeningssysteem).

Op 20 december 2006 vond er een bespreking plaats tussen [bedrijfsvertrouwelijk] namens TNT Post en [bedrijfsvertrouwelijk] namens het college. TNT Post heeft in dit gesprek enkele inhoudelijke vragen over het toerekeningssysteem beantwoord. Daarnaast is kort gesproken over het verdere verloop van de beoordeling door OPTA. Tijdens dit gesprek ontving het college ook de officiële versie van de geactualiseerde beschrijving, inclusief de aanbiedingsbrief (kenmerk 06/PA/U/121).

Op 22 december 2006 heeft het college per brief (OPTA/IPB/2006/203420) enkele vragen gesteld over het toerekeningssysteem.Op 30 januari 2007ontving het college per brief (kenmerk 06/PA/U/007) uw antwoorden op deze vragen.

Hierbij ontvangt u het besluit van het college tot goedkeuring van het toerekeningssysteem.

1.1.1 Besluit

Op grond van onderdeel 6.3, onder b van het Barp, keurt het college hierbij het toerekeningssysteem van TNT Post voor kosten en opbrengsten zoals bedoeld in onderdeel 6.3 van het Barp goed. Deze goedkeuring geldt voor het jaar 2007.

Het college behoudt zich het recht voor het toerekeningssysteem tussentijds te doen wijzigen indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

1.1.2 Motivering

Het college heeft op 15 juni 2004 het toerekeningssysteem goedgekeurd voor de periode van 2004 tot en met 2006. Onderhavig besluit betreft een verlenging van deze goedkeuring met een jaar. Hiertoe heeft het college geen integrale beoordeling uitgevoerd, maar zich beperkt tot het stellen van enkele vragen, teneinde te toetsen of het toerekeningssysteem, zoals weergegeven in bovenbedoelde geactualiseerde beschrijving, voldoet aan de algemene doelstelling, aan de beginselen van

1

Besluit algemene richtlijnen post

(2)

- Openbare versie -

marktconformiteit, proportionaliteit en integraliteit.

Marktconformiteit

Deze eis houdt - kortweg - in dat transacties tussen gereguleerde en niet-gereguleerde

bedrijfsonderdelen van TNT dienen plaats te vinden alsof er sprake is van juridisch en economisch onafhankelijke marktpartijen. Het college heeft een vraag gesteld over de klant-leverancierrelatie tussen NVSP en TNT Post. Op grond van het antwoord van TNT komt het college tot het oordeel dat hier sprake is van marktconformiteit.

Proportionaliteit

Deze eis houdt - kortweg - in dat de kosten en opbrengsten van gemeenschappelijk gebruikte

productiefactoren naar rato van het gebruik, op basis van causale relaties aan de bedrijfsonderdelen of diensten dienen te worden toegerekend. Het college heeft vragen gesteld over de jaarlijkse meting van de samenstelling van de poststroom die een van de grondslagen vormt voor de verdeling van kosten en opbrengsten over de verschillende diensten. Tevens heeft het college een vraag gesteld over de verdeling van de kosten van duurzame activa. Op grond van de antwoorden van TNT op deze vragen is het college van oordeel dat er sprake is van proportionaliteit. Ten aanzien van de meting van de samenstelling van de poststroom, geldt er echter een kanttekening (zie hieronder).

Integraliteit

Deze eis houdt - kortweg - in dat de kosten en opbrengsten die aan een bepaalde dienst of een bepaald bedrijfsonderdeel worden toegerekend, volledig dienen te zijn. Dit houdt ook in dat indirecte kosten evenredig en op basis van objectieve criteria dienen te worden toegerekend. De vragen die het college heeft gesteld over VSP en de kosten van activa, hebben tot doel na te gaan in hoeverre er van integraliteit sprake is. Op grond van de antwoorden van TNT is het college van oordeel dat er sprake is van integraliteit.

Overige

Het college heeft TNT gevraagd naar enkele verhoudingsgetallen, om te kunnen bepalen of de globale structuur van het toerekeningssysteem past bij de kostenstructuur van TNT. Het college komt op grond van de antwoorden van TNT tot de conclusie dat de structuur van het toerekeningssysteem passend is voor het doel.

Op grond van bovenstaande overwegingen is het college van oordeel dat het toerekeningssysteem voldoet aan de gestelde eisen.

1.1.3 Kanttekeningen

In haar brief van 20 december 2006 (kenmerk 06/PA/U/129) stelde TNT Post voor de jaarlijkse meting van de samenstelling van de brievenbuspost tegen enkelstukstarief (hierna: de meting) af te schaffen.

In de brief van het college van 22 december 2006 zijn daarover enkele vragen gesteld in relatie tot het

(3)

- Openbare versie -

toerekeningssysteem. Deze vragen heeft TNT Post beantwoord in haar brief van 30 januari 2007. Het college wijst er op dat hij met het bovenstaande besluit geen toestemming geeft om de meting af te schaffen. Het college zal daar in een separate brief op terugkomen.

[Toevoeging door het college (april 2008): Het college wijst erop dat TNT op 15 juni 2007 in reactie op de brief van 14 juni 2007 van het college heeft aangegeven dat TNT heeft besloten om de meting toch te blijven uitvoeren.]

Het college heeft geen vragen gesteld over de bepaling van de jaarlijkse pensioenkosten als onderdeel van de personeelskosten. Het college is namelijk van oordeel dat dit onderwerp meer behoort tot het domein van kostenbepaling dan tot het domein van de kostentoerekening en op grond daarvan dus minder thuishoort in het kader van het onderhavige besluit. Het college behoudt zich echter het recht voor om in een ander verband, onder andere bij de beoordeling van de concessierapportage 2005, terug te komen op de bepaling van de pensioenkosten.

Hoogachtend,

H ET COLLEGE VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT , namens het college,

mr. C.A. Fonteijn, voorzitter

1.1.4 Bezwaar

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA.

Het postadres is: College van de OPTA, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.

Het college wijst u op de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht de indiener van een bezwaarschrift biedt, om

in dat geschrift het college te verzoeken de bezwaarschriftenfase over te slaan. Indien het college uw verzoek inwilligt,

zal uw bezwaarschrift worden doorgezonden naar de rechtbank en daar als beroepschrift worden behandeld. De

procedure kan daardoor worden verkort. Indien het college uw verzoek niet inwilligt, staat tegen deze beslissing geen

beroep open en zal uw bezwaarschrift door het college worden behandeld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze wijziging wordt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit vervangen door de Autoriteit Consument en Markt. Alle samenhangende verwijzingen naar

De Beleidsregels met kwantitatieve eisen voor toekenning en gebruik van informatienummers met een lengte van acht cijfers worden gewijzigd om een naamswijziging door te voeren

In theorie kan de uiteindelijke hoogte van een dergelijke boete uitkomen op een veelvoud van het per overtreding geldende wettelijk maximum van € 450.000 (artikel 15.4, vierde

Het college stelt daarnaast vast dat er gezien het onderzoeksrapport redenen zijn om aan te nemen dat er wel sprake is van indirecte (materiële) schade voor eindgebruikers, maar dat

In paragraaf 1.1, eerste volzin wordt ‘Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college)’ vervangen door: De Autoriteit Consument en

kostengeoriënteerde tarieven voor de onderscheiden postvervoerdiensten binnen de universele postdienst kan in dat geval uiteraard geen sprake zijn. Op grond van artikel 15,

Rekening houdend met de mogelijkheid dat belanghebbenden hun zienswijze op het ontwerpbesluit WPC-IIa mondeling aan het college kenbaar wensen te maken, organiseert het college op

Het college stelt vast dat Abor door het versturen van de SMS-berichten meerdere overtredingen heeft begaan, namelijk het overtreden van zowel artikel 11.7, eerste lid, als