Vraag nr. 236 van 14 maart 2002
van de heer JAN ROEGIERS
Geluidsschermen – Criteria en planning
De laatste jaren neemt het verkeer angstwekkend t o e. Dit heeft niet alleen implicaties voor de mobi-l i t e i t , maar ook voor de mensen die mobi-langs drukke verkeerswegen wonen.
De Vlaamse overheid heeft op verschillende plaat-sen reeds geluidsmuren geplaatst, tot opluchting van de omwonenden. Toch blijven bepaalde woon-kernen die dicht bij drukke verkeerswegen liggen in de kou staan.
1. Wat zijn de criteria voor het plaatsen van ge-luidsmuren langs een bepaalde strook van een autoweg ? Waar legt de minister zijn prioritei-ten ?
2. Kunnen inwoners die een geluidsmuur willen dit via een bepaalde procedure aan de admini-stratie melden ?
3. Kan de minister vice-president een overzicht geven van de concrete planning voor 2002 en 2003 voor de bouw van bijkomende geluidsmu-ren ?
Antwoord
1. De administratie Wegen en Verkeer (AW V ) brengt de geluidshinder in kaart door ter plekke de geluidsoverlast te meten. De sites waar de geluidsoverlast het grootst is (hoogste LAeq-waarden) genieten prioriteit voor de aanpak van de geluidshinder. (LAeq : continu equivalent geluidsniveau – red.)
Andere parameters die mee in overweging ge-nomen worden bij de prioriteitenbepaling, z i j n het aantal gehinderde woningen gebouwd vóór de openstelling van de autosnelweg en de be-reidheid van de lokale overheid om, in het kader van het mobiliteitsconvenant met de ge-m e e n t e n , een ge-module nr. 5 af te sluiten ge-met het Vlaams Gewest.
Via een dergelijke module wordt van de ge-meenten bedongen dat ze financieel participe-ren in de bouw van een geluidsscherm. H o e lager de geluidshinder, hoe hoger het gemeente-lijk aandeel. Vanaf een bepaald geluidsniveau worden de kosten volledig door het Vlaams
Ge-west gedragen. Tevens wordt van het gemeente-bestuur verwacht dat het "binnen het kader van zijn bevoegdheid, voornamelijk bij het opstellen van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, aandacht schenkt aan de geluidshinder" (m.a.w. een doordacht woonlocatiebeleid uittekent en implementeert).
2. Bewoners die geluidsoverlast ervaren, k u n n e n zich tot de administratie Wegen en Verkeer rich-ten met een klacht. De administratie zal dan in eerste instantie overgaan tot geluidsmetingen om de geluidshinder objectief te kwantificeren. Bewoners kunnen hun klacht ook aanhangig maken via het gemeentebestuur. Het gemeente-bestuur kan daarna een aanvraag indienen om een module nr. 5 af te sluiten voor de plaatsing van geluidsscherrnen.