• No results found

Waarom techniek in de basisvorming?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Waarom techniek in de basisvorming?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waarom techniek in de basisvorming?

(Uit WRR-rapport 1986)

In paragraaf 4.3.2 is er reeds op gewezen dat het vak algemene technieken op de ene school een totaal andere inhoud kan hebben dan op de andere. Het is daarom niet goed mogelijk iets over de wenselijkheid van dit vak in de basisvorming te zeggen zonder de mogelijke functies en inhouden van het vak daarbij te betrekken. Welke functies zijn onmisbaar binnen de basisvorming en via welke inhouden moeten ze worden gerealiseerd?

In het vak algemene technieken zoals het op dit moment op lbo-scholen wordt gegeven, zijn in grote lijnen twee functies te onderscheiden, namelijk beroepenoriëntatie en inleiding in de techniek. Op de meeste scholen houdt het vak een eerste kennismaking in met de verschillende beroepsvoorbereidende richtingen uit de bovenbouw. Welke dat zijn, hangt af van het schooltype. De tweede functie, leerlingen inleiden in de techniek, kan smal of breed worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om het bijbrengen van praktische redzaamheid in en rond huis, om het leren omgaan met techniek, om technisch handelen als hulpmiddel voor het bijbrengen van theoretische noties, of om het verwerven van inzicht in de positieve en negatieve effecten van technologische ontwikkelingen 5S.

De eerste functie is, gezien de feitelijke binding ervan aan specifieke beroepenvelden, niet goed te verenigen met het begrip basisvorming. Van de tweede functie, inleiden in de techniek, is in ieder geval het laatstgenoemde element voor dit onderwijsniveau en deze leeftijdsgroepen veel te hoog gegrepen. De effecten van technische ontwikkelingen op de samenleving zijn immers zeer complex en de samenhang tussen technische en maatschappelijke ontwikkelingen nog veel te slecht begrepen.

Daarmee blijven als elementen over: de praktische redzaamheid, het leren omgaan met techniek en

techniek als toegangsweg tot theoretisch inzicht. Zijn dat zaken die in de basisvorming thuishoren? Hoort er een vak te zijn dat leerlingen inleidt in de techniek?

Techniek is een verzamelnaam voor alle mogelijke hulpmiddelen en activiteiten waarmee de mens zijn omgeving naar zijn hand kan zetten. Daartoe hoort het kunnen manipuleren van materialen, energie en informatie om die aan zijn behoeften aan te passen, het ontwerpen en kunnen gebruiken van werktuigen die daartoe geëigend zij n. Techniek is veelal gebaseerd op een eerdere systematische verkenning van de natuurlijke omgeving waartoe de natuurwetenschappen ons in staat stellen.

Omgekeerd is de ontwikkeling van die natuurwetenschappen voor een groot deel te danken aan het systematisch toepassen van technische toestellen. Techniek is een wezenskenmerk van de menselijke cultuur. In feite spreken we pas van cultuur als de menselijke soort het stadium van actief en doelgericht ingrijpen in zijn omgeving bereikt heeft, "homo faber" is geworden. "Techniek" staat dus ook voor de rijkdom aan ideeën en vaardigheden die als een gemeenschappelijk goed te vinden is in het menselijke "maken".

Inleiden in de cultuur, een van de belangrijkste functies van basisvorming, betekent dus ook: inleiden in de techniek, dat wil zeggen: leerlingen door het leren bewerken van materialen en het leren hanteren en onderzoeken van de constructie en werking van werktuigen en gebruiksvoorwerpen, toegang geven tot dat gemeenschappelijke kennisbezit dat een wezenlijk onderdeel vormt van onze cultuur.

Welke inhouden?

De inhouden voor een vak algemene technieken of kortweg "techniek", zoals het sinds kort genoemd wordt, zullen moeten worden gekozen uit een zeer breed veld. Een specifieke omschrijving daarvan kunnen we hier nog niet geven, wel enkele indicaties over de richting waarin de keuzen zullen moeten gaan. Het zou moeten gaan om techniek "dichtbij huis" (zonder daarbij triviaal te worden), om technische kennis en vaardigheden die nu en later in het leven van alledag toegepast kunnen worden. Het moet gaan om breder toepasbare kennis en vaardigheden die van nut zijn ook bij het oplossen van nieuwe technische problemen.

Het moet gaan om techniek die leerlingen helpt hun praktische vaardigheden en technisch inzicht te vergroten en hun eigen mogelijkheden en interesses op dit gebied te ontdekken en te ontwikkelen.

Ongetwijfeld is er binnen de praktijkvakken die op het lbo worden gegeven, veel te vinden dat van nut kan zijn voor een nieuw vak "techniek". Daar zou dan in eerste instantie zeker ook gezocht moeten worden naar geschikte inhouden.

Problemen bij invoering

(2)

Een vak "techniek" dat als onderdeel van de basisvorming alle leerlingen een inleiding in de wereld van de techniek kan geven, moet in feite nog praktisch volledig ontwikkeld worden. Op lbo-scholen is de

uitgangspositie in zoverre gunstiger, dat daar praktijklokalen voorhanden zijn en praktijkdocenten die door hun ervaring een uiterst waardevolle inbreng in die ontwikkeling kunnen hebben. Hun inbreng kan ervoor garant staan dat "techniek" geen "leren over techniek" wordt, maar het praktisch technisch handelen als kern houdt. Dat wil niet zeggen dat er op het lbo geen docentenprobleem zou zijn. "Techniek" zal breder moeten zijn dan een inleiding in een van de lbo-afstudeerrichtingen en bijscholing van docenten blijft dus nodig.

Op scholen voor avo en vwo moet men helemaal vanaf het nulpunt beginnen: er zijn noch geschikte lokalen, noch docenten die het vak kunnen geven. Wanneer bij komende fusies gestreefd wordt naar het vormen van scholengemeenschappen met een avo- en een lbo-component, worden de vooruitzichten voor techniek als algemeen vak aanzienlijk florissanter.

Niettemin zal voor het inrichten van geschikte lokalen en voor de exploitatiekosten een groot bedrag moeten worden uitgetrokken. Alleen al de kosten van inrichting worden door deskundigen op ruim 200 miljoen geschat.

Differentiatie

Onderzoek en schoolpraktijk maken duidelijk dat ook binnen algemene technieken differentiatie noodzakelijk is. Onderzoek in brugklassen heeft grote verschillen aangetoond in de beginsituatie van leerlingen. Havo/vwo- leerlingen scoren beter dan lbo-leerlingen. Kennis blijkt een belangrijke factor voor het uitvoeren van praktische vaardigheden volgens een vast plan. Meisjes scoren gemiddeld lager dan jongens op onderdelen van de toets (kennis, praktische vaardigheden en attitude) ondanks hun betere score op het onderdeel informatie. Ook allochtonen scoren lager dan autochtone leerlingen.

Differentiatie lijkt hier dus geboden, en dat zal lang niet altijd interne differentiatie kunnen zijn, zoals de huidige onderwijspraktijk uitwijst. Interne differentiatie stelt ook voor techniek zeer hoge eisen aan de docent, die zich bij de begeleiding van leerlingen regelmatig moet kunnen verplaatsen in situaties die naar opdrachten, werkvormen, niveaus en tempo verschillen, en die daarbij toch het zicht moet houden op een leerproces dat systematisch op vooruitgang van elke individuele leerling gericht moet zijn. Daarnaast vereist interne differentiatie juist bij praktijkgerichte vakken een goede organisatie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarbij de eerste kraal aan het linker uiteinde van de draad nemen en met het rechter draadeinde in de tegenoverge- stelde richting nog een keer door de kraal rijgen. Rijg 3 kralen

Waar meisjes en jongens evenveel belang hechten aan Natuur en Techniek, hebben jongens er iets meer plezier in en zien zij er ook meer toekomst voor zichzelf. Jongens en

Figuur 13.11 Sector Techniek: percentage studenten dat een baan in verwante richting en een baan op niveau heeft gevonden (als percentage van diegenen die binnen achttien maanden een

Daarom hebben onderwijsinstellingen, werkgevers, de overheid en andere actoren (in totaal ruim 60 partijen) actielijnen geformuleerd in het zogenaamde Techniekpact 2020. Met

• De school biedt de leerinhouden voor Natuur & techniek, Ruimte en Tijd overwegend geïntegreerd aan?. Mate van

Figuur 3.7 – Attitude van leerlingen ten aanzien van Natuur en Techniek (N&T belang, N&T plezier, N&T moeilijk, N&T toekomst; gemiddelde op schaal 1-4)

Tegen de verwachting in zijn er ook geen verschillen gevonden tussen voorhoedescholen en representatieve scholen; leerlingen van voorhoedescholen scoren niet beter op Natuur

Dat kan door de tegenstander niet meer van dichtbij aan te grijpen maar vanaf een zodanige afstand dat de risico’s voor de eigen partij worden geminimaliseerd.. Kortom, we creëren