LOUIS DE VISSER VERTELT
STRIJDEND LEREN - LEREND STRIJDEN
(Naar gegeven!: van een vraaggesprek door THEUN DE VRIES)
De tram stopt ergens aan de zomen van Den Haag, op de grens van een heldere, zonnig·e buitenwijk; •en als men uitstapt, zi•et men e·ensklaps de bultige kemelrugg·en van de duinen vlak voor zich met de diepe, vrije hemel 'er boven. Op di·e grens van de stad •en de ruimte woont het lid van de T w.e,ede Kamer der"
Staten-Generaal, woont de communist L. L. H. de Visser, woont on z·e Louis! - En hem te !.aten spreken van zijn oude hechte verbinding met de arbeidersklasse, o~er zijn l·e~en, dat 'een be- zegeling is van de trouwgeld-te, di•e hij aan het volk der werkers en het socialisme deed, dat is het doel van dit bezoek op deze hoog doorwaaide, heldere lente-avond, die de hemel achter de ste·il·e duinen nog rossig kl·eurt.
Louis d·~ Visser - hij zit daar, rustig eerst, glimlachend. Hij be- gint te vertellen. Hij is een g •e b o r·e n verteHer - ge voelt de dimax van zijn V•erhalen naderen - ; zijn rust lost zich ·~p in be- wogen gebaren, 'eindelijk zal hij ·opspring•en •en voor u staan.; •e•en breed er. krachtig handgebaar mak·en; en in deze simpel'e mi- miek hebt ge hem als uiterlij-~e verschijning: l·evend, vol onuit- blusbare ·energie, ,een man uit één stuk. Maar oneindig belang- rijker dan dez·e ten slotte uiterlijk•e indruk, deze ,e,envoud, die vol geladen kracht .is, zijn de woorden, di·e hij spreekt; •en nu onze Loui~ 60 werd, 'en wij ,e,en krans van rode bloemen om zijn slapen hebben gevlochten, nu Nederlandse arbeiders ·ep demo- craten toonden, te weten, wie n zij in hem bezitten, nu is ook het ogenblik g·ekomen, om de grote lijnen van Louis' leven i1e trekker. •en te overzien. En hoe zouden wij dit beter kunnen doen dan door hei: boeiend •en bewog,en 11elaas weer te geven, zoals we dat uit zijn eig·en mond vernamen?
Louis de Visser vedelt ...
. . . Geboren ben ik te Rotterdam, uit de protestants-christelijke familie van de De Visser's, waartoe ook de voormalige mini-ster dr. J. Th. de Visser behoort; hij was 1e·en volle ne·ef van me.
Mijn ouders wal"en wezen; mijn moeder uit het Delftse, mijn va- der uit het Haagse we•eshuis. Vader werkte •e·erst als me,ester- knecht op de vo·or die dagen vrij grote meubelfabriek van Stork; na zijn kennismaking met den Duitser Osthoff begon hij met dezen compagnon ·een zaak in de Spuistraat, die heel goed ging en die zelfs ~jieke klanten had. Maar vader, di.e een leven- dig sociaal gevoel had, kwam al spoedig in conflict met zijn medefirmant, als hij na het drukk·e ·en uitputtende seizoen met de knechts en hun vrouwen in grote janpleziers uit rijden ging, om hun tenmins-l!e iets van de slopende arbeid te vergoeden.
Het getuigt geloof ik ook wel voor de scherpe blik van mijn vader, dat hij, na· de ontbinding van het compagnonschap, naar
329
330
Rotierdam trok, dat toen in opkomst was, en waar het jeugdige
g~ootkapitalisme de grondslag begon te leggen voor het kolos- sal,e ha\"enbedrijf, waar dus voor •een ondernemend man wat was te beginnen. Vaders zaken gingen hi•er ook ni,et sl·echtj en daarbij bl,e•ef hij trouw aan z.ijn democratische strevingen. Zo deed hij o.a. hevig mee aan de pogingen van zek,eren De Vl•etter, e•en onderwijzer, die ten z•eerste voor de oprichting van zwem- schol:en ij\"erde, ·en die zwom, bij wijze van protestdemonstratie
·in de smerig·e grachten, om den mensen te tonen, ho,e het nièt moest. . . waar\"oor hij met g·evang·enisstraf moest boeten.
In de winter van '78, toen het hard gev~oren had, raakte Vader, ko- mend van zijn werk, te water en bleef zolang onder het ijs bekneld, dat hij ook na zijn r·edding 'ter ni•et me•er le\"end afbracht. Ik werd 'n maand of wat na zijn overl_ijoden,gebor·en... in wat voor omstan- digheden, dat kun j·e je indenken! Mijn moeder was met 4 kinderen blijven zitten; mijn oudste broer, die al ~ijna achtHen was, kon de zaak ni·et. voortz,etlen, tekende uit neerslachtige balorigheid als kol,oniaa.l en t!'ok naar de Oost. En moeder. . . ja, wat kon die anders do~en dan 'een winkeltje beginnen?
In e·en van di'e ,eiJ.endige, tri,este straten op de gr:ens van Delfs- hpven en Rotterdam - de Ni,euwe Binnenweg wa.s nog maar een paadj,e, en van de b11ed~ aa,nbouw van thans was er geen sprake, natuurlijk - , in de Couve11nestraat, ben ik opgegroeid ...
Mijn speeliier11ein was de modder van de goot.; m.ijn eerste in- drukken van het l,ev•en waren di1e van r:eddeJ.oz,e misère. Moeder plo.eterdc 'en werkte, zo hard als z,e kon; mo,ed en go,ede wil bezat ze genoeg; maa,r het l,ev,en was wreder en sterker.
Op mijn 6e jaar ging ik naar school; wat het pt'leci·es was, weet ,jk niet, maar het la.g ni1et aan mijn verstand, dat ik het maar ni~et
met mijn onderwijz1ers kon vinden, en v~oortdurend met ze over- ho,op lag . . . Mijn vroeg-rebelse aa.rd zal daar ook wel· e~en
wo·ordjc hebben me•egesprok,en •.. In elk geval stond ik al gauw we,er op straat en vertikte het hardnekkig om weer op de banken te gaan zitten. Wat er onder di'e ~omstandigheden van mijn ele- mentairste vorming tet'lecht kwam, kun j'e begrijpen. Ik l·eerde l,ezen van mijn vri1endj:es, voor de t'leuz•enl,etters van !'leclamebor- den, opschriften, aanplakbilj.etten... ik spelde de woorden uit, want ik stelde 1er wel belang in te wei!en, wat er stond. Maar '!Jo,en ik ·e·en keer le~en kon, ja, wat ik tóen ni1et v·erslónden heb - - ! Op mijn ti·ende jaar was ik een ~erme, lange, stevig~e knaap, en daarom dorst ik me uitgeven voor 12, en kre•eg ik e1en baantje als loopjong,en op 1een bierbottelarij; voor f 1.- per we,ek lie.P
~k van 'sochtends 6 tot 's avonds 7, des Zatel"dags tot 10, soms zelfs tot 12 uur achter de bierkar; 1en als ik mijn hondje ni,et had gehad - dat ik ov,erig,ens, do·or hem op slinkse wijz,e een stukjoe le- ver voor de neus te houden, waar hij ni,et bij kon, als een duivel onder de kar Ji.et trekken, was ik er geloof ik bij neergevall:en.
lntus:>en verhuisde mijn moeder naar ha,ar geboorteplaats Delft. ..
en wat ik daar in korte tijd all:emaal ni·et geweest ben! Ik was
achrereenvoJg,ens tuinder, l·e'erling op de "patronenfabri,ek" -de
LOUIS DE VISSE" HERINNERINGEN
munitiefabriek, di'e later naar de Hembrug is verplaatst - en na de terug~eeJ van mijn moeder naar Den Haag werd ik zelfs korte tijd - lach niet! - palfrenier bij •een defti9e famifi,e, wel~e
schone episode jammerlijk eindigde, toen ik eens in de winter met hel beste paard uitgl:e•ed, ,en het beest met •een kapotte poot thuis bracht. Paard en palfrenier werden zonder pardon opg·e- ruimd.
LOUIS DE VISSER
Mo·eder wou intussen maar steeds, dat ik vaders beroep zou
ki·e~en, maa .. na, een paar we~en arbeiden op de staHeerderij was ik zo beu van dit werk, dat ik wegli,ep. Thuis Meld moeder nu kostgan9ers, waarbïj e•en kl,eermaker was, een thuiswerk'er;
en di·e z·ou me to·en maar in de l:e,er nemen. Ma.ar stil zitten en
maar met de naald pik~en .. , goei·e help! dat was natuurlijk ook
helemáál ni:ets voor mijn kwikzilv.ernatuur. Moeder brak haar
hoofd wel eens ov,er mij; maar e·en van haar kostgan9ers (ik weet
aU.een nog, dat zijn voornaam Thomas was), e·en man, die heel
Europa door was g·ezworven en die als metselaar werkte, zei dan
altijd: "Moeder de Visser, maak j1e niet ong,erust over je zoontje;
332
die jongen he·eft .e,en tongetj>e als fluweel, en V•erdient nog eens z'n boterham met z'n to~g ... " Een curi·euz,e uitspraak; of ik het overigens met m'n tong .all één heb goedaan ... ! ?
Met die kostgangoers, waaronder socialistisch gezinden, discussi- eerde ik 1erg ve•el en 1erg graag; het scherp~e mijn V•erstand en mijn argumentati·e. Nu moet ik Je nog ver!:ellen, dat ik in 1889- voor moeder naar Delft ging - in Rotterdam het •e·en en ander had me,egoemaakt, waardoor mijn jong hoofdj·e zwaar aan het nadenk,en was g•eslagen: n.l. de gl"ote bootwerkersstaking en de Oranj·ef.uri•e, bij welke laats~e ook bij mijn moeder rui~en wal"en ingegooid; blijkbaar stond ons gezin niet in een al te heili9e reuk van vorsrenli·efde. En •er was méer; ik had Domela Nieuwen- huis me•e helpen inhalen, ni·et alloeen uit jeugdi9e sensati·e, maar omdat ik, z·o jong als ik was, 'e·en merkwaardig vroeg besef had van wat •er in di·e figuur, in de hele opkomende sociale en soci-a- listische beweging voor geweldi·gs l·eefde; •en als 'er met "Recht voor Allen", het blad van Domel·a, gecolporteerd werd, dan kocht ik het sf:e,evast •en las ik het van A-Z.
In die half-onbewuste drang naar kennis en bevrijding, in dat rebeHenen tegen druk •en dwang, kne•eg ik, nadat ik nog bij e•en kruidenier g.ewerkt had ook, plotseling de neiging om ~er harin_g visserij te tnekken. Ja, ja! En ik was ni•et weinig e·erzuchti·g ook, want ik dach1 :er :ni•et aan, om van onderen aan te beginnen (als
"afhouwer" dus), maar ik wou meteen "11eepschi·eter" worden;
dat is de Jong•en, di,e voor het inhalen van de kabel zorgt, waar- aan de netten zijn bevestigd. Zo'n re•epschi·eter kl"e•eg n.l. een derde van het volle loon; 'en ik slaj;~gde •er waarachtig in ,(door met 'e·en staf,en gezicht re vertellen, dat ik op de gl"ote vaart ge- we•est was) om aangoenomen te worden; ten zo trok ik met mijn oliegoed, laarz,en 'en vidualiekistj•e naar de l•ogg·er "Minister Modderman" te Vlaardingoen, waarvan de bemanning, in tegen- stelling met de me•este schuiten, uit 1e•en samenraapsel van Schevening•ers, Oostvoorners, Egmonders en weet ik wat meer bestond ... Nou, ik zal ni•et in bijzonderheden gaan over de ma- nier, waarop ik, di·e totaal n i 'ets van de visserij .afwist, daar mete•en als reepschieter moest optreden, zonder dat ik een sche·epsterm, laat staan het werk k•ende. Het goeluk was met me, doordat het zoontj·e van de schipper meevoer voor zijn pl•ezi.er,,
•een jongen, die ik uithoorde 1en di1e me letterlijk aHes l·eerde,
zodat ik het volgend jaar •e·en twe•ede neis kon maken, 'en wel op
de "Schiedam IV" ... E~en compl·ete z·eerovershistorie, kan ik je
vertellen! Moeder bracht me naar de warerschout, •en 't .goeie
men:; vi·el zowat flauw van angst, toen de monsterrol werd afge-
lez•en met al de tuchtbepalingen en straHen, die de schipper
jegoens de bemanning mocht uitoefenen. Het mooiste was, dat ik
al gauw in conflict kwam met den schipper, die me in volle zee,
nadat hij mij geslagoen had 1en ik hem met 'een spilspaak te lijf
was gegaan, op staande voet zou ontslaan. Nu heb ik al tegen
je 9ez,egd, dat ik sinds ik mezelf had leren lez,en, alles verslond,
wat los ·en vast was, •en zo zwe·efde me, zonderlingerwijze, een
LOUIS DE VISSER HERINNERINGEN
woord voor de g<eest, dat ik met groot aplomb tegen den schip- per uitspeelde. Ik dl'1eigde hem n.l. met uifgesfl'ek~e vinger, dat ik hem als we weer aan wal lag•en weg·ens mishandeling voor het
"hot der assiz.en" zou dagen, en hij schrok daarvan zo, dat hij me verder met rust liet. Het was ·een vrolijke tocht, als ik niet denk aan 't zware· werk; ik was getapt bij. de jongens, omdat ik, bij. harmonicamuziek, danste als een kermisklant, en de vrdijk- heid ~er door mijn wonderlijke grappen, zang en voordrachten danig inhield.
Dat was alles, om zo te zeggen, mijn leertijd; want ik was nog maar een jaa:- of veertien, ·en stond toch op mezelf, voelde me volwassen, zelfstandig, verantwoordelijk; had mijn eigen denk- beelder., en liep, als ik kon, alle socialistische vergaderingen a-f.
Op mijn 16e jaar werd ik glaz·enwasser - een beslissend feit in mijn leven, ni·et zozeer om de glazen, als wel, omdat ik toen, als groene jongen nog ·eigenlijk, voor het eerst mijn klassege- noten ging organiseren.
De glaz·enwassers van Den Haag waren een ruw en ruig volkje, gewez·en matrozen, cavaHeristen en dergelijiQe, die m.ij, als ik tot hen sprak over de noodzaak van een vakbond, uitlachten, en liever ~een borrel hadden dan e1en organisatie. Maar ik had het nu e•en keer in mijn kop, dat ik hen moest verenigen, en in de "stal"
(zo noemden we de loods, waar de wag·ens stonden - ) sprong ik keer op keer· op de ladder, en hield ik 'een vurig pl·eidooi ...
dat succe:; had! Maar •eigen !,ijk loop ik hi·er de g•eschiedenis voor- uit, want ·er war·en intussen dingen voorgevallen, die ik nood- zakelijk moet vertellen, dingen, die mijn overgang naar het socialisme hebben versterkt en bespoedigd.
Aangesloten socialist worden, nee, dat had ik nooit aangedurfd.
Waarom niet? Ja, het is heel zonderling, als ik het nu vertel, en ik moei •er z·eH om lachen ... maar voor mij als jongen stond 't vast, da~ socialisten e·en soort modeme heiligen waren., d.w.z.
dat ze ni·et dansten, niet biljartten ·en ni•et dronken, en va:n alf.e drie was ik niet vies, vooral dansen de·ed ik kolossaal graag.
Nu gebeurde het in 1894, dat een zekere Van V•e·el•en, e'en socia- list, begraven werd, en dat zijn klassegenoten hem met rode eer l!jtgef·eide deden. Ook ik ging mee, want ik zwermde altijd om de socialisten en hun beweging heen. Er lag een rode vlag ov·er de kist, ~en daarop kransen en het g·ereedschap van den dode. De begrafenis maakte op mij een overweldigende indruk.
Toen de stoet op het Westeinde kwam, waar een politi•ebureau was, werd door ·e·en schuin daartegenover wonend socialist bij het passeren van de kist een rode vlag uitgestoken. Het was, of de "gewapende macht" op dat teken had gewacht, om op de arbeiders los te hakken; het werd een formef·e vechtpartij niet alleen, maar het schandelijke was, dat de lijkkoets met de kist van den dode over de straat rolde.
33~
334
Dat feit maakte me niet slechts razend, maar het onthulde me als het ware mei een bliksemflits ho·e de heersende kasten arbeiders en z·elfs dode arbeiders, in geen omstandigheid wensen te ont- zien. Di·e avond was er >een ro•eri9e protestvergadering in
"W.alhalla", waar altijd de socialistische bij.eenkomsten plaats vonden, >en Louis de Visser was •er bij. Mishandelde arbeiders sprak·en ·er, en in ons bloed sloegen de vl.ammen. De hel•e straat was afgez·et, en >een tnech~er van agenten vormde zich voor de uitgang, waar we na afloop van de vergadering, één voor één uit moesten ... Toen ik buiten kw.am, kneeg ik >een duw, waardoor mijn pet op de grond viel. Ik bukte mij, om ze op te rapen, en terwijl ik dat de·ed, kreeg ik opni·euw •een trap; en zo werd ik van mannetje naar mannetje voorwaarts geschopt, tot ik einde- lijk op de Ve•enkade stond. Ik kan j.e heilig verzeker:en, dat ze het socialisme >er bij di·e gel•egenheid vo1or e•ens en altijd in heb- ben getrapt!
In •e•en halve raz·ernij liep ik naar huis, 1en ik was zo spinnijdig om de brute manier, waarop ik behandeld was, dat ik, to>en ik den agent Eng·els - de vader van ,e,en kameraad van me! - op de Groenmarkt zag staan, hem •een klap op zijn hoofd gaf, dat de helm over zijn onen zakte. Maar afgezien van die puur-nijdige uitbarsting bleé de gloei•ende ov•ertuiging ·in mij na, dat ik 1er van toen af aan all>es >en aHes op moest zetten, om het klasseverzet van de arbeiders te versterk•en en voor hun lotsverbetering en bevrijding te strijden.
Dat wac; de ge•est, waarin ik de glazenwassers wist te organiseren.
w,e noemden onz•e gl.azenwass•ersorganisati·e "Excelsior", en ik had de voldoening, dat z,e in Januari 1898 koninklijk werd goed- gekeurd. Ik werd voorzitter - net 20 jaar oud - van omstreeks 80 mar. niet al!>e,en, maar ik slaagde 1er ook in om in helz·elfde.
jaar >e•en landelijke bond op te richten, die me ook tot voorzilter koos, de Nederlandse GlazenwassersgezeHenbond. Dat was mijn bewust& toetreding, mijn bewusile arbeid in de georganiseerde arbeidersklasse.
Als l·eider van de Glazenwassersgez,e!l.enbond heb ik de stakin- gen in 1902, zowel in Ams"i!erdam als in den Haag geleid en ge- wonnen. Het grappige daarbij is, dat ik toen ni·et •eens meer.
glazenwasser was, omdat ik ondertussen als broodbezorger was
aangesteld bij de Coöperatie De Volharding in Den Haag. Niet-
temin bl•e.ef ik omdat mijn makkers mij niet wilden missen voor-
zilte,· van de bond. Bij die staking werd flink gevochten ook, en
ik kr:e1eg mijn >eerste oelstraf: vijf dagen brommen. De werk-
gevers wa!'1en ten slotte bereid tot onderhandelen, m i t s de orga-
nisatie dat buiten mij om wenste te doen; maar de jongens voel-
den daar ge•en zi.er voor, 1en hun silemming komt misschi•en het
best tot uiting in het primiti>eve v·ersj•e, dat z,e li>et·en drukken en
dat ik ste•eds heb bewaard, met dez·e tirade op de wijze van de
Socialistenmars:
LOUIS DE VISSER HERINNERINGEN
"Excelsior!" heeft L. de Visser daar Als president het recht verl·e,end, alwaar Hij op moet treden voor de rechten, Daar wij allen s~e,eds voor vechten;
E r k •e n t men hem n i ·et voor dien man, Waarmee men onderhandJen kan!
Dan moeten zij dit ni·et toe9even.
Dat zij het do·el, waarnaar wij streven!
Hoewel de staking gewonnen werd, begon men al spoedig slachtoffers te mak,en; maar ook daartegen wist ik een middel ie vinden; ik richHe ·een producti,ef-coöperati,eve glazenwasserij op, die ik ten nauwste aan de vakbond koppelde, en van wi·er winst e·en de·el in de strijdkas ging. me onderneming de.ed 't een tijdlang bizonder goed; maar toen de jongens er ,een uit- buHerszaakje van wilden maken en de verbinding met de vak- bond verwaarloosden, heb ik haar weer gelikwide·erd.
In 1899 werd ik lid van de S.D.A.P.; hier zie je mijn oude leden- boekje, met de handtek,ening o.a. van Fr. van der Goes. Ik was het 79ste lid van de afd. Den Haag; ·en het was •e·en nog he·el' primitieve beweging, di,e op ~e·en zdderkamertj,e v·ergaderde. Lid van he~ bestuur was onder meer de schrijfst,er Cornéli·e Huygens, bij wie ik het brood bezorgde, en met wie ik altijd ellenlan9e 9esprekken had. Ze was e~en bizonder fijnzinnige vrouw. In haar boek "Barthold Meryan" kom ik nog voor als de "jonge blonde man" in de arbeidersbeweging. Ook herinner ik me e~ens, dat zij ~en ik, naar aanl·eiding van •een .afbl'ekende criti,ek op Heye,r- mans' "Op hoop van zegen" in Het Vaderland, samen naar de Schouwburg gingen, om het stuk te zien, en dat ik haar toen ilechnisch advies gaf - ik was immers op de haringvisserij ge- weest! - omtr•ent de arbeidsto,estanden, zodat ze voor een iegencriti,ek besl.agen ten ijs kon komen ...
In de arbeidersbeweging van die dagen was ik al spoedig geen
onbekende meer, en na korte tijd trad ik op als voorzitter van
Den Haag I (Hoefkade •e.o.), terwijl ik tegelijkertijd 2e voorzitter
was van het Haags·e Vakcomité aangesloten bij het N.A.S. Ik had
intussen ook onder het persone,el der coöperatie s~evig geijverd,
,en slaagde 'er in een organisati·e van coöperatief personeel, de
O.(ontwikkeling) Z.(zij) O.(ons) D.(doel), ~e stichten. Het I-laags
Vakcomité poogde ik om te zeHen in de Haagse S.estuurders-
bond, een werk, dat ik, ondanks ,e,en onvermoeide strijd tegen
alle mog,elijke anarchistische •en federalistische simvingen in de
vakbeweging niet tot stand kon b11engen. In 1903 had ik ook
door de spoorwegstaking ter plaatse, zoals je wel kunt denken,
een gespannen ,en drukke tijd; maar al ben ik van den b~ginne
af doorgloeid geweest van revolutionair sentiment, ik had toch
ste•eds sterk het bewustzijn, ondanks de aantijgingen die de
anarchisten steeds tegen mijn vakbewegingswerk richtten, dathet
werk•en voor ·een geoentralis•eerd vakhondslichaam e'en wezen-
lijk deel was van de strijd en de oprichting van de H.B.B. die dank zij mijn werk in 1904 plaats vond stemde me dan ook tot di·epe voldoening. Met Amsterdam, waar Pothuis secretaris was en RoHerdam, waar H. Spiekman dezelfde functie vervulde, volgde ik hierna •een taktiek, die •een direde voorbereiding was
tot de vorming •en oprichting van het N.V.V.
In di·e dag·en richtte de afd. Den Haag van de S.D.A.P. het week- blad "Den Haag Vooruit" op; •en het laatsi!e lid van die naam leeft nog in de soc. democratische "Vooruit" verder ... In de redadie zat ik o.a. met den voormaligen ds. Melchers; ik had het vakbewegingswerk. Ja, dat was een tijd ... ! Ik kon alles lezen, maar schrijven, spellen dan, behoorde tot mijn zwakste punten; en als ik •een artikel in potlood had neergez·et, begon ik het, diep in de nacht, woord voor woord te vergel)jken en te verbeter;en met het woordenboek naast me; ik kan gerust zeg- gen, da-t ik in die tijd gewoonlijk niet meer dan vi_er uren sliep, want des morgens om 6 uur was het weer aantreden voor de broodbezorging!
Met dien ds. Mekhers kreeg ik het in 1905 aan de stok n.a.v. de werkstaking, die bij .een sociaal-democratische patroon, een zek•er•en Van Gils, was uitgebroken; terwijl Mekhers den werk- gever v•erdedigde, plaatsi!e ik me vierkant naast de arbeiders.
Mekhers meende me i!e kunnen tr·effen, door als hoofdredacteur eenvoudig de artikelen, die ik over de staking schre•ef ... uit de krant te laten. Resultaat was, dat bij de arbeiders een zi·edende woede tegen Melchers losbarstte - Mekhers verdwe.en uit het weekblad, verdween uit de Kamer (want kamerlid was-ie ook!) en verdween zelfs uit de arbeidersbeweging, om in ... kunst- mest te gaan handelen ...
Door mijn toenemende invloed onder de arbeiders, werd ik door
de S.D.A.P. in 1906 candidaat gesteld voor de Gemeenteraad
en in 1907 werd ik gesalariëerd bestuurder van de H.B.B. In het-
zelfde jaat kwam ook de lange strijd tussen r.eformist•en en
marxisi!er• in de S.D.A.P. waaraan ik de·elnam, tot uitbarsting, een
strijd, die in ande11e vormen nog altijd voortwoedt De explosie
deed zich voor naar aanleiding van het weekblad "De Tribune",
dat door Wjjnkoop ·en van Ravesteyn op was gericht; en daar
Wijnkoop mij in 1906 reeds te Amsterdam fel tegen T ro•elstra' s
10-urendag-politiek had horen ageren, kwam hij met v. Rav·e-
steyn b'ij me, en vroeg mij, om aan de oprichting mede te wer-
k>en ·en de vakbewegingsrubriek van het ni·euwe we,ekblad voor
mijn r·ek·ening ile nemen. Hetgeen geschi·edde; want in mijn cri-
tiek op de leiding der S.D.A.P. stond ik onvoorwaardelijk aan
de zijde van de opponenten. Deze houding van mij wekte on-
rust; en toer~ de S.D.P. werd opgericht, ·en de verkiezingen van
1909 in 't zicht waren, kwam men vanwege de S.D.A.P. bij me,
en wilde van mij een verklaring, dat ik niet met de S.D.P. mee
zou gaan. Wanne.er ik zulk :een verkl.aring ni·et af wilde l•eggen,
dan zou men genoodzaakt zijn, om •een tegencandidaat t•e stellen
voor !)lijn secretarisschap van de H.B.B.
LOUIS DE VISSER HERINNERINGEN Het wa5 re•en van de bittere ervaringen in mijn l~even; ik had mün revolutionair standpunt l.eJ'Ien bepalen, ik w~ns~e ook trouw te blijven aan die voor mij juis~a keuze, ren geen bedr,eiging met br·oodroof in de arbeidersbeweging kon ·er mij toe bJ'Iengen 1een verklaring tegen de S.D.P. af te l~egg1en.
Ik moes1 aftreden, ~en het do:er mij samengestelde archi.ef etc.
uit handen geven. De dag, waarop dat aHes, dat mij zo na aan 't hart lag, uit mijn huis werd weggehaald was ~een z,e,er zwarte in mijn bestaan, dat kan ik je verz,ekeJ'Ien. Er zat ~een stuk van mün leven ren li·efde voor de arbeidersklasse in, dat mij werd afgeno- men. Het was ~een zek1e1"e troost voor me, dat de Volharding mij.
onmiddellijk we·er in haar dienst terug nam, o·ok al was ik dan lid geworder van de !"evolutionaire S.D.P. Het werden nu jaren van intense strijd; niet alleen als bl"oodbezorger, maar ook als control,eur ·en als propagandist. Voor de vak- •en politiek'e bewe- ging heb il<: ook in di·e positi1e gedaan, wat in mijn krachten lag.
Een van de dingen, waarop ik o.a. met welgevanen terugzi•e, is mijn werken in de BakkersgezeHenbond; ik wist de Haagse afd.
van 60 l·eden ·Op 700 te brengen ... Ik l·eidde ook de grote werk- staking van 1912, toen de maréchaussées de onderkruipers naar het werk begeleidden, •en stond op :die mani,er op zekene dag tegenover reen voormaligen coll:ega-haringvisser, die zijn baai•en hemd voot de blauwe uniform met witte tressren verruild had ...
Ja, ~er zijn zonderlinge ontmoetingen op dit ondermaanse.
Intussen was de internationale atmosf.e,er ~er niet behaaglijker op geworden. Je voelde als het Wal"e - net als nu - hoe aan allei kant·en het Qnweer begon samen te pakk,en. Di·e spanningen kwamen ook tot uiting in de verscherping der social~e wantoe- standen, waarvan het verschijnsel van de stügende prijz,en wel
•een de:- onrustbarendste was. De S.D.P. besbot in die dagen tot het Qprichten van een Anti-duurte-comité, in het land zowel als in de afzonderlijke pl.aatsen. Het N.A.S. ren diverse anarchistische groeperinkj:es sloten zich bij Qns aan; Wijnkoop en Kolthek had··
den de l~eiding, terwijl QOk ik in het bestuur zat. Dit Anti-duurte- comité werd, toen de Qorlog van '14 ·eindelijk verwoestend uit- brak, de grondvorm voor de beweging van de "Samenwerkende arbeiders tegen de oorlog". Wat dat betek·ende in 1eren tijd, toen de Tweede lntemationa!1e in a He Qorlogvoerende landen voor de imperiali·stische heren capitule·erde, mag geloof ik thans, na bijna 25 jaar, wel ·eens gezegd worden. De hele oorlog door bleet dit comité, gesteund door onz·e strijdbare, kl1eine partij de initiatiefneemster van de adie tegren de imperialistische oorlog.
Onze actie ging vooral ook sterk naar de militairen uilj de be- weging van de "Nederlandse soldatenraden", waarvan Gerard Vanter s·ecretaris ·en ik voorzitter was, gaf tal van blaadjes uit "de Soldaten Tribune" die hun werk in het leger wél verrichtten.
Dal wij, de scherpste teg•enstanders van duurte ·en oorlog, in bot- sing moesten komen met wat men plre•egt 1e noemen "de s~erke
arm", was wel te voorzien. Herhaaldelijk kwam het op vergade-
337
B38
ringen >en demonstraties ~ot kloppartUen tuss,en ons en de politie.
In dit verband moet ik ook de traditionele "rode Dinsdagen"
noemen, di~e de S.D.P. bij de opening der Stat,en-Generaal had
voortaez~et, nadat de S.D.A.P. ze had laben schieten. Op een van die r;de Dinsdagen, toen ik bij de opening der Staten-Generaál met e~en aantal arbeiders op de Lang'e Vijverberg stond, bij de Gevang,enpoort, bemerkte ik, dat ik door enige politi<eagenten te paard was ingesloben. Een kameraad, voormalig huzaar, wist me nog gauw de raad toe te schre,euwen, om, als Z'e me in wilden sluiten, aan de kant van de sabelschede t'e gaan staan, en den knol e~en voorpoot te lichten. Zo gezegd, zo gedaan; zodra een van de bereden politie~agenten mij tegen de muur wilde drin- gen, werkte ik mij aan die kant van het paard, waar 's mans sabel bungelde, ~en greep de voorpoot van het rijdier. De ~erel en zijn paard gingen prompt overstag, ~en ik marcheerde met de arbei- ders netj>es Buiten- ~en Binnenhof op.
Zo'n feit bewijst beter dan tientanen verklaringen, dat de politie mij toen intens haatte en . . . wist te herk,ennen. Sinds de tram- wegstaking van '14, waarbij ik ook ni~et thuis was blijven zitten, en waarbij het tot formele barricaden-gev,echten gekomen was, was het paroo! voor de politi~e dan ook vrijwel geworden: "Sla de Viss~er dood!" Daar is sindsdien ook wel wat v~eranderd ...
De oorlog was ,e,en roerige tijd, i~eder og,enblik si:elden voed~el
schaarste en crisismaat!'legel,en ons voor ni,euwe f,eiten, en we
reage~erden daarop consequent. Ik herinner me uit de Aprildagen van 1918 de nijpende nood aan kolen ~en brandstoff.en. Het "Re- volutiona:r comité tegen de oorlog", waarvan ik in den Haag secretaris was, besloot, om te demonstre!"en, ~en e~en adres bij de
Reg~ering aan be bieden. Als plaats voor de demonstratie hadden we de Prins·engracht gekozen. Des morg,ens teg,en 10 uur werd ,jk bij den hoofdcommissaris van poliHe geroepen, di,e me te- midden van e~en lijfwacht van politie-ambtenat"en
1hoo_g en laag, ontving, 'en me de vraag stelde, waarom of wij op straat dachten te demonstt"el"en. Ik antwoordde, ov,erigens volkomen naar waar- heid: Omdat men ons overal zalen weigert. De commissaris, die het zwerk zag drijven, belde toen 'eigenhandig aHe grote zalen van de stad op, maar ne·rgens wenste men onze demonstratie onder be bt"engen. Met het bev,el, om de demonstratie af te ge- lasten wat ik weigerde, kon ik vertrekken. Om 12 uur herhaalde zich de grap; en moest ik bij den burgeme~ester komen. Dit- k,e·er nam ik den voorzitter me,e. Burgemeester was toen de late- 're minisber Van Karnebeek. Ook hij g~elastte, dat de demonstratie niet gehouden mocht worden. Maar zijn bedt"eiging,en brachten ons niet van ons vaannemen af, ~en we· aanvaardden z,e z,elfs min of me~er met de tegenbedt"eiging, dat er, als de politi~e ingreep, z,eker ~ernstige botsingen pl.aats zouden vinden. Daartegenove:r verz,ekerden wij, dat bij afwezigheid van de politi·e, de betoging
e~en volkomen ordelijk karakter zou hebben ... en we kreg,en de IOClestemming.
Het werd een grandioze betoging. De Prinse'!gracht was zwart
LOUIS DE VISSER HERINNERINGEN van de mensen. Ik gl"eep 1een sche,epsm,eper en sprak e1en minuut ot 20. De g~eestdrift en solidariteit waren onv,ergetelijk. Burgers, arbeiders ~en soldaten luisterden en toen ik gesproken had, werd ik e~envoudig door de menigte gedrag,en. Het prachtigste ogen- blik van dez:e protest-eenheid kwam wel, to~en het publiek op een gegeven moment ~een soldaat van de grond hi~ef, en hem ten tek>en van verb!"oedering van volk en militairen, in de lucht stak 'e1n wij ~elkaar de hand reikten. Dat was een groots massa- 9ebaar1 'en zo i~ets blijft voor altijd in de herinnering achter.
Toch zou die vreedzame demonstratie in een bl"oedig gevecht eindigen. Nadat het bestuur de menigte had verla~en, om het adres aan te bieden, vond het bij zijn terugkomst op het Buitenhof burgerij ·en polifi,e in e~en hevig g·evecht gewik- keld. Wat was er gebeurd? In de hoek van het Buiten- hof lagen stapels stenen, die, dwaas genoeg, door zwaar gewa- pende politiemannen werden bewaakt. Toen een paar kwajon- gens ·er om heen liepen, achtte de politie blijkbaar het ogenblik gekomen, om meteen de 'blanke sabel i:e hekk,en. Een niet
bijste~ tacfische daad ... want binnen e·en ommezi>en was er van al de stenen niet één me,er op zijn plaats, ~en bl·eef er qp het Buitenhot en geheel de binnenstad ongeveer ge,en v.ensterruit heel ... Ook die "Haagse ruitenrevoluHe" is een van di1e oorlogs- en crisisverschijnsels, waarin zich het opgekropt gevoel van schaars gevoeden en schaars gekleden woedend ontlaadde.
De da~ nu dit gevecht sprak ik in Amsterdam. De Ni,euwe Cou- 'rant, ,e,en in die dagen bestaand ~oerreacfionnair dagblad, hitste
~el op tot mijn gevangenneming, ~en toen ik daarna naar Ov,er- ijssel ging om te spreken, en op 13 April te Zwoll>e uit de trein stapte, vond ik •er mijn schoonzoon, die me kwam verteHen, dat er ~een beve! tot art"estati·e tegen mij uit was gevaardigd. Het was in de V'erki·ezingsdagen, en daar ik belangrijk materiaal bij me droeg, móest ik dat tot ~elke prijs naar Amsterdam brengen. Ik
verwiss~el& de grote zwarte flambard, di~e ik steeds droeg, met
e~en pet, wis+ Amsterdam te hal,en, bracht mijn documenten in veiligheid, en pleegde ~overleg met een advocaa~, wat ik zou doen. Hij ri~ed me aan, me bij de politi~e te melden.~ hetgeen ik toen ·ook heb gedaan. Ik werd preventief in ar!"est gesteld ... 1een feit, dat bij de arbeiders gl"ote ~emoti·e wekte. Toen de zaak voorkwam, werd ik - tot 5 weken v~eroorde,eld; maar 6 weken had ik tod· al mogen "ziHen". Voor het Hof werd ik in Ho9er bem,ep vrijgesprok,en.
De uiislag van de verkiezingen in dat jaar bracht Wijnkoop en van Ravesi!eyn in het parlement; ik was :2e voorzitter van dei S.D.P. ·en tevens om zo te zeggen, ambulant propagandist, tot ik daarnn mijn aanstelling als vaste propagandist van de partij kre,eg, een werk, waar ik met ~overgav~e 'en enthousiasme aan begon. Mijn e·erste vergadering was i!e Gorkum; ,en het resultaat was, dat ik daar vel,e !~eden en ook ni·euwe abonné's voor onz~e
pers won. De zonderlingste vraag in mijn lev,en is mij n.a.v. dit
feit g<esi:eld door Van Rav~este~n, die ·op de eerstvolg,ende partij-
340
bestuursv,ergadering ironisch meende ~e moeten informeren,
"waar in godsnaam ine,ens al die marxisten in Nederland vandaan kwamen?" Je zou teg·enwoordig beter kunnen vragen, waar som- mige marxisten gebléven zijn ...
Ja, ik bemerk, dat ik j-e •eigenl;ijk het laatste uurtje niet anders dan partijgeschi·edenis heb verteld; maar mijn leven was ook, sinds mijn werk vo·or de vakbeweging, sinds mijn overgang naar S.D.A.P. en S.D.P., dat van de· partij.
Een van de •eisen, waarvoor ik tijdens de oorlog steeds had ge- ijverd, was herstel van het international'e verband, vandaar ook mijn aandringen tot de·elneming aan de conferenties te Kienthal en Zimmerwald, wat de partij niet nodig achtte! - maar ik kreeg toch ,ook daarbij bevrediging; in 1919 traden we als S.D.P. toe tot de Derde, de Communistische lnternational·e >en noemden we ons Communistische Partij van Holland. We beschikten toen over e•en regelmatig-v•erschijnende pers; van het half-syndicalis- tisch "Volksdagbad", dat in 1916 verdween, namen we de meeste abonné' s over, zodat de "Tribune" dagblad werd.
Zo naderen we onze eigen tijd, •en hoewel di·e steeds de boei- endbe ·en belangwekk·endsi:e is, verliest hi·er het "terugzien" wel iets van zijn betekenis. Wat mo,et ik eigenlijk nog memoreren, dat niet bekend is? Dat ik in 1919 geme•enteraadslid van Den Haag werd ,en tevens lid van de Prov. Staten van Zuid-Holland;
dat ik in 1925 tengevolge van het conflict over de partij-politiek de leiding van de Hollandse sectie kr·eeg, en kamerlid werd? De dingen, die ik als hoogtepunten beschouw in mijn politieke car- rière aldaar: mijn •eerste rede over Indonesië in 1925, mijn tweede redl· over de onderdrukking van de Indonesische opstand in '26, en die bij de ontwë1peningsvoorstellen van de S.D.A.P.?
Mijn interpellatie over het herstel van het Nederl•anderschap van Reuderink, die in Rusland gewerkt had, hetgeen "vreemde staats- dienst" werd genoemd? Er is ve·el, heel ve.el, en ik wil, als ik tijd
·en gelegenheid vind, dat all:es persoonlijker en uitvoeriger neer- schrijven ...
Wat ik nog wel wil zeggen, en wat ik met gedachten van diepe trots en weemoed ·en bewondering gedenk, dat zijn mijn ont-
moetingen met Lenin. In 1921 ging ik als Nederlands gedele-
geerde naar het derde congres der Komintern te Moskou, en
maakte daar kennis met Lenin. Het was een overstelpende erva-
ring. Deze kleine, sobere, pretenti.eloz•e Rus, die op het eerste-
gezicht niets had van den reus, dien wij in hem vereerden, bl,eek
een mens te zijn, zoals men z;e maar z·elden aantreft. Wat mij het
diepst get~offen heeft, dat wal'en zijn overweldigende kennis,
zijn onuitputtelijke argumentatie, zijn onwankelbal"e logica, en
daarnaast het feit, dat hij van de strijd in j,eder land vaak tot in
de detail.; ingelicht was. Van het werk van ons "Revolutionair
comité tegen de oorlog" was hij volkomen op de hoogle, en zijn
lof voo · dit consequente prol·etarisch-marxistische vredeswerk
was voor on•, een stalende ervaring.
LOUIS DE VISSER HERINNERINGEN
Op dit derde congres zat ik o.a. met hem in de commissi,e, di,e over een disciplinai11e kwesti,e - het ging tegen Paul Levy van de V.K.P.D., de Verenigde Duitse Comm. Partij - had te be- slissen; en hoewel ik me,en, dat ik op het stuk van partijtucht nooit tol: de minsten heb behoord, is het mij daar voor ~e·ens en altijd duidelijk geworden, wat L~enin's woord "Discipline is de hoeksteen van de communistische beweging" betek,ende. Het was een tijd - in kleine conf·el'enti,e met de Nederlandse _ge- del,egeerden besprak L·enin dit nog 'eens ui-tvo,erig - van schijn- baar onoverkomelijke moeilijkheden voor de Russische Boi~Je
wiki; maar Lenins g·eloof ~en vertrouwen in de krachten der revolutie waren ·eenvoudig onwrikbaar; ~en in hem zagen wij het levende en lev,enwekk,ende voorbeeld van de onwankelbaarheid, die ons in alles heeft te richten en te drag.en.
Het politiek banditisme, waarvan we juist de afg.elopen tijd zulke verschrikkelijke uitbarstingen hebben bel,eefd - de process,en hebben in d;t opzicht ontstellende ding.en aan het licht gebracht - heb ik toen reeds le,.,en kennen in de vorm van de duidelijk zichtbar·a sporen van de aanslag op Lenin door Dora Kaplan, di·e gepleegd werd met medeweten van Boecharin, di~e to,en nog als een schuldeloze eng.el aan de vo,eten van zijn meester za~,
maar wiens gewroet thans 2lelfs door Ke.,enski be\'estigd is. Is dit ~een van de donkere zijden van wat zich rondom L~enin af- spe·elde, 'een van de lichtzijden, di,e ik me ook scherp als de dag van gister·e:r. herinner, is de kennismaking met den Bulgaar Di- mitrdf, die ik met Lenin ontmoette in het toenmalig·e Komintern- gebouw te Moskou, dat thans Duitse ambassade is. Reeds toen maakte hij ,een bizonder goede indruk op me, al kon ik ni:et weten, hoe> schitterend ,en strijdbaar dez,e to,en nog jonge man e·enmaal de zaak van de vooruitstrev,ende mensheid voor de be·ul·en van Berlijn zou weten te verdedigen. Ik geloof, dat dez,e figuur naas~· onze Stalin ons ten del~e vergoed heeft, wat wij in Lenin verloren; als we hem 'en Stal in aHe,en maar noemen van de talloos vel,en, di,e de l1eer van L'enin trouw bl,e·VIen ,en voort- zetten, dan is daarmee al weneldhistorisch veel gez,eg.d ...
Het is diepe nacht, als Louis de Visser zwijgt. Buiten staan de duinen zwart en groots tegen de blauwe nachthemel. De lichten van de stad vlammen voor ons op; we zijn van onze inke,er naar het verleden van ,e,en der strijdende Nederlands,e arbeiders
teruggek~e~erd naar het merige heden met zijn contrasten en conflicten.
Maar in ons v·ormt zich di,eper en l,evendiger het be,eld van een man, wi,ens werk, wi~ens overtuiging, wi·ens l~ev,ensdoel tot in dat heden is voortgedragen. Wij ûen de lijn van zijn l~even - zij wankelt niet, z'ij b11eekt n'ergens en vertoont ge,en inzinkingen en schommeling·en. Zij stijgt, mann:el.ijk 'en krachtig, uit het donker van de Rotterdamse prd~etarische straat naar de voorho,ede van het werk,ende, democratische volk van Nederland.
Wij hebben een voorbe,eld gezien "hoe het staal géhard werd."
I