1.
Nederland is overbevolkt en oververvuild. Daarom zullen wij proberen het aantal mensen bin- nen de landsgrenzen te vermin- deren. Voor zo'n beleid bestaat weinig ruimte, omdat de voort- planting aan de ouders wordt overgelaten en binnen Europa weinig mogelijkheden zijn om de migratie af te remmen. Maar machteloos zijn we niet. Ten eer- ste kan de k.inderbijslag - dat ver- keerde signaal uit oude tijden - worden afgeschaft en daarover willen we tenminste een serieuze discussie. Ten tweede zal het fi- nancieel onaantrekkelijk worden gemaakt om zich hier te Iande te vestigen. Hoge grond- en woon- belastingen kunnen daarbij he!-_
pen. Ten derde zullen toeristen worden ontmoedigd door toeris- tenbelastingen, hoge spoortarie- ven, luchthavenbelastingen. De infrastructuur (hotels, jachtha- vens) mag niet te makkelijk wor- den aangepast aan de druk van de vraag. Om nog iets van de meren en de kanalen te redden komt er een vaarbelasting met zeer hoge tarieven voor motorjachten. Dit alles is volledig in strijd met de heersende opvattingen.
2.
Wij willen dat er werk is voor ieder die het zoekt. Dus zullen we de belasting op arbeid (socia- le prernies daaronder begrepen) verminderen en uiteindelijk af- schaffen, met uitzondering van een toptarief in de inkomstenbe- lasting. Wij handhaven het begin- sel dat wie liever niet werkt een uitkering ontvangt die gekoppeld blijft aan het netto-minimum- loon. Bijstandsontvangers wor- den niet teveel achter hun broek gezeten; zij hebben recht op hun eigen vrijheden.
3. Wij wilJei) gelijkheid onder de mensen, te beginnen bij het geld.
We zullen hoge salarissen te-
S6'<_DI21992
Het PvdA- program
van Pen Leve Nederland
J. PEN
Emeritus -hooaleraar Economie RijksuniversiteitGroninaen
gengaan, vooral in de openbare dienst. Ministers, Commissaris- sen der Koningin en een aantal burgemeesters kunnen er op re- kenen dat ze gaan inleveren. De loon-en inkomstenbelasting zal van onder op worden afgebouwd, en we beginnen dus met een forse verhoging van de belastingvrije voet. Oat scheelt ook enorm in de belastingadrninistratie, zowel aan de kant van de belastingdienst als aan de kant van de belastingplich- tigen. Dit is een nationaal belang van de eerste orde. We erkennen dat winsten noodzakelijk zijn, en daar past een beleid bij: het on- derdrukken van looninflatie (zie hierna onder 6). Er blijven dus rijke mensen onder ons; maar ze moeten wei belasting betalen, het toptarief van de inkomstenbelas- ting wordt verhoogd tot
7s%.
Klachten over emigratie van ver- mogende mensen leggen we naast ons neer. Wij zullen de vermo- gensvorming bij modale inko- menstrekkers bevorderen, zowel micro- als macro-economisch.
4· Wij zijn voorstanders van so- berheid. Het voorbeeld wordt gegeven door de openbare dienst:
ministers en ambtenaren zullen zich niet meer verplaatsen in zware wagens. Er wordt weer ge- fietst in politiek Den Haag, zoals in de tijd van Drees. De con- sumptie wordt belast, en dan vooral de luxe-consumptie. Bij auto's kan dat makkelijk. Het vliegen wordt zeer duur, en niet aileen vanwege het milieu. We proberen door het onbelast Iaten van de inkomens en het belasten van de consumptieve bestedingen het nationale spaaroverschot te vergroten ( ook via de 'Platina Re- gel', zie onder 7). We zien graag dat dat overschot wordt belegd in het buitenland. Nederland wordt een natie van renteniers. Laat de
J apanners maar voor ons werken.
5o6
S&_0121992
s. We proberen het milieu te redden en we zullen aile instrumenten gebruiken die we in de kast heb- ben: overreding, fysieke ge- en verboden, vergun- ningen, en vooral ook de belastingtarieven . Wij bestrijden het misverstand dat milieuheffingen die- nen om het milieubeleid te financieren - ze moeten het gedrag veranderen in economische zin, dat wil zeggen de schaarste moet doorwerken in de prijzen . Wij gaan dus alles belasten wat vervuilt, vooral bovenin de bedrijfskolom. De energiedragers zullen zeer duur worden. Dit beleid zal krimp teweeg brengen in de vervuilende sectoren. Wij zullen dit verlies aan reeel inkomen accepteren, maar niet zonder spijt en zonder moeite. Want wij geloven dat we nog een zekere groei van het reeel inkomen nodig hebben (bijvoorbeeld twee procent per jaar) om achterstanden weg te werken, bij de laagstbe- taalden en bij de openbare voorzieningen. Macro- krimp is slecht voor ondernemers, werknemers, uitkeringsontvangers; en vooral voor de schatkist.
Ook de Derde Wereld is niet gebaat bij de spannin- gen die een krimpend reeel inkomen bij ons teweeg brengt. Wij zijn dus pro-groei, maar aileen daar waar het kan zonder het milieu te schaden. Zou blij- ken dat technische vooruitgang plus een verschui- ving van vervuilende naar schone produktie onvol- doende zijn om op een groeipad van zeg twee pro- cent te blijven, dan stellen wij dit dilemma openlijk aan de orde. We kiezen dan voor het milieu.
6.
Wij willen werk voor de mensen en geen inflatie en dus is de jaarlijkse loonruimte drie procent. Let op, dit is de gemiddelde geldloonstijging inclusief incidenteel. Wij zullen dit principe aan iedereen uit- leggen en we zullen het toepassen in de publieke en de gesubsidieerde sector. We Iaten het CAO-overleg het liefst over aan de sociale partners . Wij respecte- ren voorlopig hun vrijheid om de loon-prijsspriraal op gang te houden, maar tart ons niet.
7. Wij zijn tegen een groeiende staatsschuld en zul- len dus proberen aile overheidsuitgaven, ook de overheidsinvesteringen, te dekken door goedgerich- te belastingen. Dit is de Platina Regel. Deze zal het spaaroverschot vergroten (zie hoven, onder 4) . Aileen als er binnenlandse onderbesteding optreedt (dat wil zeggen als de bestaande produktiecapaciteit door een gebrek aan vraag leeg blijft staan) zullen we begrotingstekorten aanvaarden. Voor deze Keynesi- aanse politiek wordt een apart begrotingshoofdstuk in het Ieven geroepen: de Buitengewone Dienst, die de tekorten registreert en de dekking regelt.
8.
Omdat we langzamerhand hebben begrepen dat de veiligheid van de burgers door de meeste Neder- landers als een topprioriteit wordt gezien, verklaren we plechtig dat we de criminaliteit zullen bestrij- den. Voorkomen ware natuurlijk beter, via het so - berheidsideaal en de nieuwe gelijkheid, maar daar kunnen we niet op wachten. Dus willen we de pak- kans verhogen en willen we een snellere berechting.
Oat betekent meer politie op straat, te voet en per rijwiel. Er komen duizenden wijkagenten. De rech- ten van de verdachte blijven echter wat ze zijn, want het is beter dat er een paar boeven vrij rondlopen dan dater onschuldigen in de gevangenis zitten. Als verdachten vrijuit gaan door fouten in de procesgang zullen wij dat betreuren en zullen we er iets aan doen door betere voorzieningen bij de parketten, maar we zullen er niet over jammeren - dit Iaten wij over aan De Telearaif Verder wordt er voor ieder- een een identificatieplicht ingevoerd .
9·
Wij gaan de cultuur bevorderen, dat wil zeggen we gaan het oude beleid voortzetten op ruimere schaal. Oat gaat geld kosten (maar daar staat tegen- over dat we ook vee! overheidsgeld zullen besparen;
goedkoop wonen en goedkoop reizen worden als beleidsdoelstellingen afgeschaft) . Wij zullen de in- dustriele vormgeving bevorderen. We zullen geld geven aan de architectuur, voor zover deze zich in de voorhoede bevindt, speciaal op milieugebied.
Het muziekonderwijs wordt uitgebreid. Nederland moet een exporteur worden van internationale cul- tuurprodukten: muziek, dans, beeldende kunst, boeken. Wij zullen bevorderen dat het onderwijs waar mogelijk Engelstalig wordt en ons niets aan- trekken van klachten over de teloorgang van het Nederlands, want die klachten zijn ongegrond. Wij zullen - van cultuur gesproken - de militaire rudi- menten in het open bare vertoon verminderen en dat slaat speciaal op Prinsjesdag.
1 o.
Wij zullen deze linkse ideeen binnen en buiten Europa uitdragen ook a! zeggen sommigen dat wij erom zullen worden uitgelachen. Men zal ons tegen- werpen dat wij moraliseren om vervolgens zelf door te gaan met moraliseren, vaak in nihilistische zin.
Wij zouden het natuurlijk verkieslijk vinden als onze politieke vrienden overal in Europa aan de macht kwamen om bovenstaande ideeen uit te voeren, maar nu dit niet te verwachten valt zullen wij de Nederlandse beleidsruimte binnen Europa gebrui- ken in het nationale belang. Ons nationalisme is links, sober, egalitaristisch, milieuvriendelijk, piep-
klein en vooral burgerlijk. Leve
Ned~rland.•
-
E•
k~
ki tr ve ge
b~
ni M lo w
sc 0 de EI be D: da
ga tri de dv
011
st< WI
he nit he
19afi ge sie inl
In
ta<
Links
na Maastricht
Even heeft het erop gele- tricht, kritiek die zich dan
ken dat de Franse bevol- king het Verdrag van Maas- tricht zou afwijzen. Het verdrag was dan een vroe- ge dood gestorven. Zelfs bestond het gevaar dat dan niet aileen het verdrag van Maastricht zou zijn stukge-
PETER GLOTZ vermoedelijk tot wat tech- nocratisch gemopper en populistische retoriek had beperkt, met een handbe- weging van tafel kunnen worden geveegd. Het lijdt geen twijfel dat 'Maas-
Lid van de Duitse Bondsdaa voor des P Den
hocfdredacteur van het door de Friedrich-Ebert- St!ftuna uitaeaeven tijdschr!ft Neue Gesellschcift
Franlifurter Hifte
lopen, maar het gehele proces van Europese een- wording. Een vraag rue, hoe dan ook, opduikt is of West-Europa niet zal worden a.angestoken door het begrijpelijke, maar daarom niet minder problemati- sche streven naar nationale onafhankelijkheid dat in Oost-Europa overal de kop opsteekt. Staan we aan de vooravond van een renationalisering van Europa?
En wat moet de positie van Europees links in deze beslissende fase zijn?
Dit zijn vragen rue de rurecte actualiteit overstijgen, dat wil zeggen de situatie van de afgelopen en ko- mende paar weken. Natuurlijk, het 'ja' van de Fran- sen voor Maastricht is niet aileen voor de Europese Gemeenschap maar ook voor de rest van Europa van cruciaal belang. De these rue ik hier wil formuleren gaat echter hoven het ratificeringsproces van Maas- tricht uit. lk ben er namelijk van overtuigd dat wij door de historische breuk van
1989hoe dan ook ge- dwongen zijn een nieuw concept voor Europa te ontwikkelen.
Daarom zal mijn stellingname overeind blijven staan, ongeacht de vraag of Maastricht a! dan niet wordt geratificeerd. Want ik vrees dat
1992een her haling van
1 954 te zien zal geven, inruen we ons niet voldoende aanpassen aan de nieuwe werkelijk- heid, ontstaan sinds de rarucale omwenteling van
1989.Mocht rue aanpassing uitblijven, dan zal de afwijzing van 'Maastricht' even dramatische gevol- gen hebben als de afwijzing van de Europese Defen- sie Gemeenschap in de Franse Nationale Vergader- ing inderti jd.
Tempelconstructie
In het evenwichtige politieke klimaat van de jaren tachtig had de kritiek op het Verdrag van Maas-
tricht' een wezenlijke stap
op weg naar de integratie is. Wei is de 'tempelcon-
structie' met de drie zuilen uiterst complex: de
Europese Gemeenschap, berustend op verdragen
rue andermaal worden uitgebreid; afspraken over
een gezarnenlijke buitenlandse- en defensiepolitiek,
alsmede over samenwerking op terreinen van justi-
tie en binnenlandse politiek. Bovendien blijven klas-
sieke terreinen van buiten- en binnenlandse politiek
intergouvemementeel en wordt aileen de economie
in de breedste zin van het woord geheel gemeen-
schappelijk. Maar dankzij het verdrag wordt de con-
flict remmende samenwerking binnen de
EGver-
ruept. De Gemeenschap zal voortaan opk activitei-
ten kunnen ontplooien op uiteenlopende terreinen
als (in algemene zin) onderwijs, cultuur, gezond-
heidszorg, de bescherming van consumenten, trans-
Europese communicatienetwerken en industrie-
en ontwikkelingssamenwerking. Met 'Maastricht'
worden Europese burgerrechten ingevoerd (waar-
onder het recht van vrije vestiging binnen de
EGen
beperkte kiesrechten). Daamaast krijgt het Euro-
pese Parlement zowel invloed op benoemingen in
de Europese Commissie als een (feitelijk) initiatief-
recht voor de Europese Commissie en worden de
regio 's en deelstaten in het Europese systeem veran-
kerd. En last but not least: het verdrag biedt een -
weliswaar nog onzeker - toekomstperspectief op
een gemeenschappelijke munt alsmede de voor-
waarden voor een succesvolle concurrentiepositie
van Europa op de wereldmarkten. Dit zijn evenzo-
vele stappen in de goede richting. Mede gezien het
gevaar dat Duitsland als grootste natiestaat binnen
Europa weer meer wantrouwen zal gaan oproepen,
hebben de Duitsers aile redenen het verdrag op een
bijna demonstratieve wijze te ratificeren.
5o8
S&_0121992
Toch moeten ook de meest vastberaden voorstan- ders van Europa een ding tot zich Iaten doordringen:
de doelstelling die in het V erdrag van Maastricht wordt geproclameerd - de integratie van de natio- nale staten in een Europese Politieke Unie- zal niet worden gerealiseerd. Aileen oppervlak.kig bezien komt dit doordat enkele E G-landen het verdrag wei- licht niet zullen ratificeren. Maar dit zijn slechts de uiterlijke tekenen van een radeloosheid die zich langzamerhand van de bevolkingen begint meester te maken. Ook de aperte blunders van de staatslie- den zijn als verklaring onvoldoende. De gevaarlijke drang naar het intergouvernementele, de acceptatie van de Britse eis een eigen monetaire en sociale poli- tiek te mogen handhaven, de onderschatting van het streven naar regionalisering in Europa, de minach- ting voor de bevoegdheden van de parlementen en, ten slotte, het onverrnogen de financiele politiek van de lidstaten op een lijn te brengen, terwijl er tegelij- kertijd wei een Europese centrale bank wordt opge- richt - a! deze blunders zullen niet de meiancholieke toon kunnen verklaren, waarrnee de naam van de onschuldige provinciestad Maastricht vermoedelijk nog wei eens zal worden uitgesproken. Hoe ernstig die onvolkomenheden ook zijn, ze hadden - onder 'normale' omstandigheden - gecorrigeerd kunnen worden, in
I 996,in
I 999of zelfs in
2oo 1.Maar het probleem is dater in
1989een breuk in de 'norrnali- teit' is opgetreden . Het jaar
I 989betekende voor de twintigste (en eenentwintigste) eeuw een even fun- damentele omwenteling als het jaar
I 848voor de negentiende eeuw.
1989is een keerpunt in de ge- schiedenis. Politici die dit niet willen zien en blauw- drukken van v66r
I 989op de wereid van na dat jaar toepassen, zijn gedoemd te falen en wei jammerlijk.
Om met Bismarck te spreken: 'We kunnen de geschiedenis niet maken, we kunnen slechts afwach- ten tot ze zich voltrekt'. In
I 989voltrok zich 'de geschiedenis'. Het zou toch al te dwaas zijn als men zich in de belangrijkste Europese regeringscentra in slaap liet wiegen door de illusie dat het aangekondig- de programma, eventueei met een enkele Oost- europese toevoeging aan het orkest, gewoon kan doorgaan. Voor de EG kwam de bevrijding van het communisme der Oosteuropeanen zogezegd tien jaar te vroeg. Zal de ineenstorting van de Sovjetunie en de nasleep daarvan, tot het mislukken van de europeanisering van Europa lei den?
Politieke Unie
Men kan de mening verdedigen dat het plan om de Gemeenschap van Twaalf in een 'staatsvorrn' samen te brengen, slecht was voorbereid. De verschillen
tussen Griekenland, Portugal en Ierland enerzijds en Duitsland en Frankrijk anderzijds zijn immens. Van een gemeenschappelijke publieke opinie van de -twaalflanden is geen sprake, de politieke systemen, culturen en wereldbeschouwingen zijn zelfs in de kernstaten van West-Europa - of in de Ianden die zich graag als 'kern van Europa' beschouwen - zeer verschillend. Daarbij komt dat de Europese eenwor- ding te zeer van hoven af werd opgelegd, met het argument dat het proces aileen maar verbeteringen zou brengen. Noch de Europese Ministerraad noch de Europese Commissie heeft de parlementen, laat staan de bevolkingen of politiek ge"interesseerde eli- tes, ooit opgroepen tot het houden van een systema- tisch constitutioneei debat. En plotseling kwam de vuurproef: de muur tussen Oost en West werd neergehaald en toen moest blijken of het idee van de unie in de praktijk wei toepasbaar was. Een politieke unie van vijfentwintig natie- en veelvolkerenstaten, waarin zo'n dertig talen worden gesproken? Een 'Unie' van de Atlantische Oceaan tot aan de Oe- krame, of desnoods tot aan de Russische grens? Een actief staatsverband, dat niet door de enorrne ver- schillen tussen de lidstaten verlamd zal raken? Een eenheid van Polen met zijn dertig partijen, Frankrijk met zijn gecentraliseerde, presidentiele systeem, de federale staten Belgie, Duitsland en Oostenrijk, en Zwitserland met zijn o-zo-gevoelige, viervoudige staatsbouwwerk? De E G werd in
I 9 8 9duidelijk voor een nieuwe keuze gesteld: Of men diende water bij de wijn te doen en het Unie-concept tot het idee van een losse confederatie verdunnen - ondanks aile afspraken in de Europese Akte en het Verdrag van Maastricht - Of men moest erkennen dat het grote plan niet te verwezenlijken was. De volgende proef op de som kwam sneller dan verwacht: tijdens de Golfcrisis bleken de Europeanen (bijvoorbeeld Engeiand en Frankrijk in de v
N-Veiligheidsraad) verdeeid. Uiteindeiijk werden ze door de Verenigde Staten aan hun haren de oorlog ingesleept. Vervol- gens brak in bet voorrnalige Joegoslavie de oorlog uit. AI meteen werd duidelijk dat de Europese Gemeenschap niet eens tot een gemeenschappelijke analyse kon komen. Laat staan dat zij als 'Veilig- heidsraad' kon opereren, om nog maar te zwijgen van het op touw zetten van een of andere vereende militaire actie.
Het boosaardige cynisme waarrnee extreem-rechts, extreem-links en de 'small is beautiful' -idealisten uit de voorsteden ('esperanto-geld', 'gigantomanie') zich de laatste tijd over de E G plegen uit te spreken is
desondanks niet op zijn plaats. De EG kan niet -
-
vc ze sc ke te ke
0(
ca
rll> ga Fr te: lo
Wo
de zo be na de
Wi
he ra; dr
In
WI
de kr sle ee lin be
W1
de sci de bit de str au wi be in< eo
Se• Te de
m1
de
de
s&_o r2 1992
voortgaan op de weg die ze heeft ingeslagen. Maar zelfs a! zou de
EGaileen een Economische Gemeen- schap blijven, dan nog zou dat een geweldige politie- ke prestatie zijn. De economische kosten van desin- tegratie overstijgen nu reeds vrijwel altijd de politie- ke winst die men ermee hoopt te bereiken. Maar ook op politiek gebied heeft de zo zwaar gehandi- capte
EGa! menig succes geboekt. Het is namelijk niet ondenkbaar dat Duitsland, Oostenrijk of Hon- garije, zonder de matigende invloed van Britten en Fransen, a! een paar flinke anti-Servische stommitei- ten hadden begaan. Uiteraard waren ze niet ten oor- log getrokken, daartoe waren ze niet in staat. Maar wei hadden ze dreigende gebaren kunnen maken die door hun onvergeeflijkheid niet makkelijk vergeten zouden worden. De Europese Gemeenschap is de belangrijkste prestatie die het oude continent in de naoorlogse periode heeft geleverd. Ze moet behou- den blijven. De
EGzou het anker moeten worden, waaraan heel Europa zijn stabibteit ontleent. Maar hoe kan worden voorkomen dat ze verscheurd raakt, in stukken uiteen valt en tot hetzelfde wange- drocht verstart als ooit, vanaf
1 648,het Oude Rijk?
Tendensen
In de tweede helft van de jaren tachtig, tot de om- wenteling in Oost- en Midden-Europa in
1989,won de samenwerking tussen de twaalf van Europa aan kracht. Toegegeven, het Europese Parlement was slechts een 'tol-parlement', om een negentiende- eeuwse term van stal te halen. De Europese instel- lingen stelden zich eerst maar eens ten doe! om, via belastingmaatregelen, de verschillen tussen de voor- waarden voor de grote bedrijven te verkleinen. Bij de opbouw van een verzorgingsstaat op Europese schaal stuitte men op vee! grotere problem en dan bij de Europese deregulering. En de 'Politieke Unie' bleef van zuiver symbolisch-politieke waarde. Maar de hoop was gerechtvaardigd dat op de economische structuren politieke zouden volgen, hoewel niet als automatisme. In de negentiende eeuw was de over- winning van de nationale staten over de dynastieke belangen tenslotte ook het gevolg geweest van de industriele ontwikkeling, dat wil zeggen van een economisch proces.
Sedert
19 8 9tekenen zich vijf nieuwe tendensen af.
Ten dele hadden ze zich al eerder ontwikkeld maar de implosie van de 'reeel-socialistische' structuren maakte ze manifest.
- Vanafhet moment dater een einde kwam aan de dubbele hegemonie van de Verenigde Staten en de Sovjetunie, bestaan er in Europa geen hegemo-
niale mach ten meer. W eliswaar is nog onzeker of en onder wat voor soort !eiders Rusland (of de Oekra- 'ine) zijn krachten weer bijeen zal rapen. (Oat er in het Oosten opnieuw een grootmacht ontstaat, be- hoort zeker tot de mogelijkheden.) Maar voorlopig ontbreekt er in het Oosten een hegemoniale macht die handelend kan optreden. Oat is inmiddels wei tot Europa doorgedrongen. Helaas wordt in Europa echter een ander feit bewust verdrongen: dat name- lijk de Koude Oorlog ook de Verenigde Staten op het randje van de uitputting heeft gebracht. De branden en plunderingen in Los Angeles symbolise- reo de afkalvende macht van de staat in tal van grote Amerikaanse steden. De even zotte als sluwe miljar- dair Ross Perot kan niet als een koekoeksjong van het Amerikaanse politieke systeem worden afge- daan. Integendeel, hij is een produkt van dat sys- teem. De volgende Amerikaanse president zal ver- moedelijk zo'n zeventigduizend van de driehon- derdduizend Amerikaanse soldaten, die nu op het Europese continent zijn gestationeerd, handhaven.
Maar de enig overgebleven wereldmacht wankelt.
De agnostische houding van de vs tegenover de oor- log in Joegoslavie toont aan dat Europa zijn eigen boontjes moet doppen. Amerikaanse moeders zul- len steeds heviger protesteren tegen politici die hun boys naar een ver en onoverzichtelijk slagveld in Europa willen sturen. Omgekeerd zal dit tot een toenemende kritiek op de Amerikaanse bases in Europa leiden. Want is het legitiem dat de Verenig- de Staten hun Golfoorlog via het vliegveld bij Frank- furt voeren? Wie zijn handen niet voor mij in het vuur wil steken, hoeft op mij ook niet meer te reke- nen, kan hier immers de redenering zijn.
- Ten tijde van het communisme konden er in Midden- en Oost-Europa geen civiele samenleving- en ontstaan. Wat nu zichtbaar wordt, zijn, afgezien van een vaak te gering aantal echte democraten, de politieke biotopen uit de peri ode van v66r Hitler.
Het nationalisme is daarvan de meest levenskrach- tige, contrastrijke en herkenbare stroming. In Servie bewees Slobodan Milosevicz dat de autoritaire structuur van het communisme de beste overle- vingskans heeft als de oude ideologie door het natio- nalisme wordt vervangen. Een oppositie krijgt nu eenmaal nooit veel speelruimte als de meerderheid der bevolking onder nationalistische vaandels tegen een broedervolk, erfvijand of minderheid optrekt.
Wie hiervan voorbeelden wil zien, leze de program-
ma's van Meciar en Cernogursky in Slowakije,
Tudjman en Savka Dabcevic-Kuczan in Kroatie en
Milosevicz en Vuk Draskovic in Servie. De een lijkt
de ander bijkans te overschreeuwen om zijn trouw
510
5&_0121992
aan het nationalisme te bewijzen. En zoals bekend maken pluralisme en tolerantie in een politieke cul- tuur die eenmaal van de logica van het nationalisme is doordrongen, weinig kans meer.
Voor West-Europa heeft dit alles drieerlei ge- volgen. Om te beginnen ontstaat er ten oosten van de
EGeen cordon van economisch nauwelijks le- vensvatbare Ianden, die op hulp van de
EGhopen en daarin schier onvermijdelijk teleurgesteld moeten worden. De nieuwe Ianden op de Balkan, de Bal- tische staten en Slowakije zijn voorbeelden van 'Republieken' die, zoals Frantisek Palacky het for- muleerde, in tegenstelling tot Luxemburg en Zwit- serland, geen 'nis' hebben van waaruit ze hun eco- nomieen kunnen opbouwen.
In de tweede plaats kan de economische misere als motor voor het radicalisme gaan fungeren. Wie voor zijn bevolking onvoldoende voedsel heeft, biedt haar maar a! te vaak een immateriele compen- satie aan: radicale retoriek, 'irredentisme', rituele aanvallen op een gevreesde tegenstander. De tijd van volkerenmoord en territoriale verovering breekt weer aan.
En ten slotte heeft het neo-nationalisme in het Oosten al een noodlottige terugslag op het Westen.
Het gaat hierbij niet slechts om de heropleving van nationalistische, rechts-populistische en regionalisti- sche partijen en bewegingen. Wat gevaarlijker is, is dat de liberaal-conservatieve partijen wei eens niet tegen de verleidingen van het nationalisme hestand kunnen blijken. In parlementen en regeringen dui- ken vanuit esoterische kringen en circulaires weer al lang dood gewaande geo-politieke ideeen en ideeen over het vergroten van de invloedssfeer op. De nationalistisch georienteerde politici ruiken hun kans. Het in de naoorlogse jaren heersende tahoe op het nationalisme wordt doorbroken.
- Terwijl in het Oosten het nationalisme een renaissance beleeft, komt het Zuiden in de greep van het fundamentalisme. Duitsers zijn geneigd Frank- rijk en andere aan de Middellandse Zee grenzende Ianden gebrek aan belangstelling voor Oost-Europa te verwijten. Blijkbaar beselfen ze niet hoe schok- kend de rampzalige ontwikkelingen in Algerije voor de Fransen moeten zijn. Een Europese politiek zal pas dan van de grond kunnen komen als de Duitsers de zuid-politiek van de
EGeven serieus nemen als de Fransen of Spanjaarden de oost-politiek, en omge- keerd.
- In deze gecompliceerde situatie steekt een aloud Europees probleem de kop weer op: het machtsevenwicht tussen de staten, in het bijzonder
dat in Midden-Europa. In de jaren waarin Europa zich in de luwte van de supermachten kon verbergen - en lui achterover leunen - scheen dit probleem definitief tot het verleden te behoren. Maar sedert
I989wordt er weer gerekend en met argusogen naar elkaar gekeken. 'De Duitse eenheidsstaat stelt door zijn omvang, sterkte, positie en geschiedenis, te hoge eisen aan zowel de Duitsers zelf als aan hun buren', schreef Michael Stiirmer en die zin krijgt plotseling weer betekenis.
Wie iets dergelijks formuleert, wordt Iicht van overgevoeligheid of valse Duitse bescheidenheid verdacht. Daarom wil ik een politicus citeren die nog nooit op deze zwakheden is betrapt en die zijn Duitsland ooit als 'modelstaat' liet aanprijzen. Hel- mut Schmidt analyseerde de situatie in Europa als volgt: 'De bevolking van Duitsland is momenteel vijfmaal zo groot als die van Nederland of Tsjecho- slowakije, tweemaal zo groot als die van Polen en bijna anderhalf maal zo groot als die van Frankrijk, Italie of Engeland. Enkele van onze buren beginnen zich dan ook weer zorgen te maken ( ... ) . Als men faalt in het tot stand brengen van de economische en monetaire eenheid binnen de
EG,dan zou Duitsland wei eens in hetzelfde zorgwekkende isolement terecht kunnen komen als ten tijde van Wilhelm
I I . '- In de wereldpolitiek heeft zich een paradigma- wijziging voorgedaan, die nog onvoldoende tot de professionele buitenlandspecialisten is doorgedron- gen. Deze wijziging vloeit niet direct voort uit de omwenteling van
I9 8 9, maar kon door de nucleaire dreiging van v66r
I 989nooit helemaal uit de verf komen. Was het vroeger zo dat natuurlijke rijkdom- men voor een land belangrijk waren, de nieuwe bronnen van welvaart zijn van wetenschappelijke aard. Tegenwoordig komt het erop aan om de bij onderzoek en ontwikkeling opgedane kennis zo snel mogelijk te verspreiden en nuttig te maken voor produkten en produktieprocessen. Technologische ontwikkeling is belangrijker dan militaire macht.
Maar bij de ontwikkeling van de cruciale strategi- sche technologieen - de informatie- en biotechnolo- gie, nieuwe grondstolfen, nieuwe energievormen, ruimtevaart en milieutechnologie - raakt Europa steeds verder achterop bij Japan en de Verenigde Staten. Bedroeg in
I 979het tekort op de Europese handelsbalans voor electronica nog
I,5 miljard dol- lar, in
I990 was dit deficiet tot veertig miljard opge- lopen . Volgens verwachting zal het in
I 99658 mil- jard dollar bedragen. Dit hoeft niet te betekenen dat Europa van vandaag op morgen in intemationale
organisaties en bij wereldpolitieke
be~lissingenge- •
dw ger in ( die ver me Sta we ser a an inv
He de2 de ret' me sch kar. Ma de,
He· Em wo nar: CYJ sta< bui ool Wa ten taal gro cob Fra pOf nua de' and tw{ ' nu zicl re' kijk hul]
(Eu
der
tee1
(wa
gez:
S &_0 I 2 I 992
dwongen zal worden een toontje lager te gaan zin- gen. Maar het gevaar van een sluipende verandering in de wereldrangorde - zoals Frankrijk en Engeland die vanaf
1945moesten incasseren - is reeel. Een verenigd Europa dat handelend kan optreden (en met een markt van zes biljoen dollar de Verenigde Staten zou overtreffen) kan een belangrijke rol in de wereldpolitiek spelen. Maar een Europa van rivali- serende nationale staten zal zijn energie verspillen aan steeds hoger oplopende conflicten over grenzen, invloeden en andere oudbakken vetes.
Het moet nog blijken hoe de Europese politiek op deze vijf uitdagingen reageert. Op dit moment lijkt de trend te zijn dat reele tegenstellingen onder vee!
retoriek worden bedekt. Men lijkt zich bij voorkeur met ondergeschikte pun ten bezig te houden, waarop schijnsuccessen kunnen worden behaald. Maar dit kan veranderen. Op grond van het Verdrag van Maastricht zijn er in ieder geval drie scenario's voor de ontwikkeling van Europa denkbaar.
DeE
Gals Europese economische ruimteHet meest waarschijnlijke toekomstscenario voor de Europese Gemeenschap ziet er als volgt uit: De EG wordt uitgebreid met een aantal EVA-landen, met name Oostenrijk en Zweden, alsmede met Malta, Cyprus, Hongarije, Polen en de nieuwe Tsjechische staat. Bij zo 'n uitbreiding zal de samenwerking in de buitenlandse- en defensiepolitiek stagneren. Maar ook de econornische samenwerking komt in gevaar.
Want door toetreding van enkele van de nieuwe sta- ten - vooral de Oosteuropese - zullen de meer kapi - taalkrachtige E G-landen worden gedwongen vee]
grotere bedragen in het fonds voor ontwikkeling en cohesie te storten. Dit zal in zowel Duitsland, Frankrijk en Spanje als in Nederland een groeiend populistisch verzet oproepen. Dit protest zal onge- nuanceerd, maar daarom niet minder effectief, op de 'superstructuur' van Brussel worden gericht. Een andere verzetshaard zal het regionalisme zijn, dat twee varianten kent: een progressieve variant van 'nuchtere huisvaders' die gehecht zijn aan de over- zichtelijkheid van hun eigen regio, en een reactionai- re variant die haatdragend op de arme sloebers neer- kijkt, sloebers die ook nog de brutaliteit hebben hulp te eisen.
In de concurrentiestrijd tussen de grote drie (Europa, Japan en de vs) zal dit Europa steeds ver- der achterop raken, omdat het weliswaar een sys- teem van aan elkaar gekoppelde munten heeft (waarin Duitsland de hoofdrol speelt), maar geen gezamenlijke munt. Bovendien zal dit type gemeen-
schap geen gemeenschappelijke industriepolitiek kunnen ontwikkelen: wie er in Engeland of Duits- land ook aan de macht komt, de invloed van neo- liberalen zal groot genoeg zijn om de in aanzet aan- wezige ideeen in Frankrijk terug te wijzen.
Wat de veiligheidspolitiek betreft: die zal zich blijven beperken tot een geraffineerd, maar machte- loos spel met meerdere ball en: de N Avo, wE u, VN en cvs E. Een bemiddelingsmechanisme, dat voor iedereen aanvaardbaar en tot handel en in staat is, komt zo niet van de grond, noch een gerespec- teerde of in elk geval respectabele militaire 'vredes- macht'. De enige militaire organisatie die kan optre- den, blijft de NAVO. De Amerikanen zullen, voor- zover hun binnenlandse politiek het toelaat en het wenselijk lijkt, in Europese conflicten intervenieren en het oude continent verder in zijn sop gaar Iaten koken. Duitsland zal de meeste invloed in Oost- Europa hebben en Frankrijk in het Zuiden. Op die momenten waarop zij een tandem vormen, bepalen zij de Europese politiek. Op den duur zullen er ech- ter in beide Ianden weer diverse belangengroepen en rivaliteiten op de voorgrond treden. In het begin van de volgende eeuw zullen jonge politici van di- verse pluimage zich profileren door zich honend over de gecompliceerdheid van Europa uit te Iaten - het naast elkaar bestaan van het Europees parle- ment, de Europese Commissie, Europese Minister- raad, Raad van Europa, N A v o-conferentie van par- lementariers, Adviserende Raad voor dew E u en de cvsE-conferentie van parlementariers. Een echte kerel, zover zal het nog komen, zal een 'echte staat' will en.
Teruaval in het rysteem van de nation ale staten
In het ergste, overigens onwaarschijnlijke geval worden we geconfronteerd met een snelle desinte- gratie van de gemeenschappelijke structuren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien een aantal Ianden het Verdrag van Maastricht niet ratificeert. Een ket- tingreactie zou dan kunnen volgen: enige Ianden ra- tificeren niet, de andere besluiten zonder de uitval- lers door te gaan, dat leidt tot een ingewikkeld poli- tiek en ook juridisch debat, waardoor deE G wet- en regelgeving voor kortere of langere tijd verlamd raakt. Vee! waarschijnlijker is echter dat de EG- instellingen weliswaar formeel blijven functioneren, en zowel parlement als ministerraad bij wijze van spreken dagelijks bijeen komen. Maar dat deson- danks enkele van de meest kapitaalkrachtige Ianden de EG-activiteiten gaan blokkeren, op dezelfde wijze als ooit de Verenigde Staten de Unesco het werken onmogelijk maakte. Resultaat: de politiek wordt
511
512
S&_0121992
weer volledig het domein van de nationale staten. In het Westen van Europa zal het tandem Frankrijk/
Duitsland domineren, in het Oosten het tandem Rusland / Oekralne. Dit zou ertoe leiden dat Europa terugkeert naar de klassieke structuur van de En- tente: de kleinere staten groeperen zich rond de middelgrote. De na
1989ontstane, economisch nauwelijks levensvatbare kleine staten raken binnen de invloedssfeer van de sterkere middelgrote Ian- den. Rondom die centra zullen de wolven van het nationalisme dan weer gaan huilen. En in de centra zullen de geruststellende woorden opklinken dat er helemaal geen wolven meer zijn, dat het gehuil hooguit van verwilderde honden kan komen.
ClustervorminB
Overal waar een 'in het ergste geval' is, is ook een 'in het beste geval'. Nu het eenwordingsproces in crisis verkeert, kunnen de Europeanen bewijzen dat zij tot leren in staat zijn. Hiervan zouden ze blijk geven wanneer ze de Europese gemeenschap als 'grote' gemeenschap van zestien, achtien, twintig of tweeentwintig Ianden, in stand houden, maar de politieke samenwerking in kleinere, meer overzich- telijke, en aan elkaar verwante configuraties organi- seren. Deze lijn heet 'clustervorming' en houdt het volgende in: er worden meerdere federatieve en multinationale staten gevormd die groot genoeg zijn om, op een aantal terreinen, op wereldniveau een belangrijke rol te kunnen spelen. Daarbij moet men denken aan de wereldmarkt, het milieu, de drugs- handel, terrorismebestrijding, oorlogsdreiging en oorlog. Maar deze federate staten dienen tegelijker- tijd overzichtelijk genoeg te blijven om hun eigen complexiteit te kunnen hanteren. Als deze lijn wordt gevolgd ontstaat er een nieuwe, flexibele Europese geografie: in enkele grote regio's (West- Europa, Scandinavie, Baltikum en Donau-gebied) ontstaan multinationale federaties, waarnaast en- kele natiestaten of meervolkerenstaten (Engeland, Nederland, Zwitserland?) er de voorkeur aan geven onafhankelijk te blijven. In andere regio's - bijvoor- beeld op de Balkan - zouden losse confederaties het beeld kunnen bepalen. Als resultaat zal er een
Europa unterschiedlicher Dichtiakeitontstaan. Maar aile Eu- ropese Ianden maken dan wei dee! uit van een grote Europese economische ruimte, een ruimte overi- gens die duidelijk meer dan aileen een vrijhandelszo- ne client te zijn.
In dit scenario moeten de diverse dimensies van elkaar worden gescheiden. De onderliggende ge- dachte client daarbij te zijn dat het hele eenwor- dingsproces niet op losse schroeven mag komen te staan als enkele Europese naties hun soevereiniteit
aan gemeenschappelijk instellingen willen overdra- gen, en andere niet. Oat moet integendeel aanlei- ding zijn om de banden te ontwarren en opnieuw aan elkaar te knopen. Wat de economie betreft: het is evident dat er op dit gebied een diepgaande sa- menwerking tussen een groot aantal nationale staten mogelijk is. Hieraan zou gewerkt moeten worden.
Wat de buitenlandse en defensiepolitiek betreft: als enkele staten op die terreinen hun soevereiniteit willen behouden, moet dat worden gerespecteerd.
Omgekeerd dienen andere Ianden die ook deze soe- vereiniteit aan gemeenschappelijke instellingen wil- len overdragen, hiertoe in staat gesteld te worden.
De verdragen en toekomstplannen van de Europese eenwording moeten wat dit betreft worden bijge- steld. Maar het grote doel - de constructieve samen- voeging van de natuurlijke, intellectuele en econo- mische rijkdommen van Europa - hoeft niet te wor- den losgelaten.
Vlucht naar voren
Wie de huidige stand van zaken realistisch bekijkt kan aan een ding niet Ianger twijfelen: Maastricht zal niet tot de Europese Politieke Unie leiden. De weg naar verbreding van de EGis ingeslagen, en op die weg is geen terugkeer mogelijk. Maar het is een illu- sie om te denken dat ruim twintig Ianden, Ianden die qua omvang, structuur, geschiedenis en politieke cultuur sterk van elkaar verschillen, op de gebieden van buitenlandse-, defensie- en financiele politiek in een echte gemeenschap zouden kunnen samenwer- ken. Er zijn maar twee opties: lf men legt zich neer bij een Europa van de - toch nog tamelijk nauw ver- bonden - nationale staten, lf men probeert nieuwe wegen in te slaan, kortom de optie van 'de vlucht naar voren' . Mijn stellige overtuiging is dat er in grote lijnen drie redenen voor de tweede optie zijn.
Het oude probleem van het machtsevenwicht in het midden van Europa moet worden opgelost. Daartoe is het noodzakelijk dat de grootste en economisch sterkste nationale staat, Duitsland, wordt ingeka- derd en de traditionele rivaliteit tussen Duitsland en Frankrijk voor eens en altijd wordt opgeheven. Het doel moet zijn om Duitsland duurzaam aan het Westen te binden. Oat doe! wordt niet bereikt als Duitsland in een tussenpositie wordt gedrongen, in die positie dus waarin het opnieuw illusies kan gaan koesteren over zijn brugfunctie tussen Oost en West. Hoe gevaarlijk die positie is blijkt uit de geschiedenis: reeds al te vaak heeft zij ongerecht- vaardigde hoop en onverdiende haat jegens dit land opgroepen.
-
De Stat•
die echt de' ten Een Am·
re n tijdc Brit Am·
mm mul slot waa luid jon!
voo
moeEen
len
vra<
oud
gesc
S&_0121992
De Europeanen moeten ophouden de Verenigde Staten als een soort grote broer te zien, een broer die ze bij tijd en wijle verfoeien, maar die ze bij echte gevaren altijd te hulp kunnen roepen. Zolang de Verenigde Staten tegenover de 'verspreide' sta- ten van Europa staan, zal dit beeld niet verdwijnen.
Een Europa van de nationale staten blijft voor de Amerikaanse president en zijn mannen een kneedba- re massa. Telkens zal het ongeveer zo verlopen als tijdens de Golfcrisis: de vs nemen de beslissing, de Britten stellen zich onvoorwaardelijk achter de Amerikanen, de Fransen proberen enige historische momenten lang een eigen Europese politiek te for- muleren, maar ze krijgen te weinig steun - en ten slotte sjokt heel Europa achter de Amerikanen aan, waarbij Duitsland de rol speelt van het braafste, luidruchtigste maar niet geheel in de maat lopende jongetje uit de klas. De Koude Oorlog is evenzeer voorbij als de Tweede W ereldoorlog: de vazallen moeten gelijkwaardige bondgenoten worden.
Een multipolaire wereld, onstaan sinds het wegval- len van de dubbelhegemonie van vs en su in
1989,vraagt om nieuwe actoren die kunnen optreden. De oude nationale staten gaan echter tezeer onder hun geschiedenis gebukt om deze rol te kunnen vervul-
len . Zou Duitsland waar dan ook in Europa kunnen
'intervenieren' - met de beste, humanitaire bedoe- lingen - zonder dat de betrokken partijen de Duit- sers aan het hakenkruis herinneren? En geldt niet hetzelfde voor Italie, Turkije, Hongarije, Oostenrijk en menig ander land? Vormt het koloniale verleden van Engeland en Frankrijk niet telkens weer een rem bij beslissende bewegingen? Gezien deze situatie is het heel begrijpelijk dat de oude verwachtingen omtrent 'Volkenbonden', zoals de cvsE en vN, weer heropleven. Maar zolang een reorganisatie van de top en de overige instellingen van de v N niet te realiseren valt, en de cvsE, zoals onlangs nog bleek, binnen enkele dagen kan worden opgeblazen, zal die hoop niet worden ingelost. Europa client zijn erva- ringen en krachten te bundelen . Maar de verschillen binnen Europa zijn zo groot dat er voor die bunde- ling diverse vormen gevonden zullen moeten wor- den.
Wie al deze argumenten overziet, moet wei hopen dat de huidige crisis van de politieke Europese Unie tot geheel nieuwe initiatieven zal leiden. Volgens mij zouden deze initiatieven, bijvoorbeeld, in een communique kunnen worden samengevat, dat als volgt luidt:
COMMUNIQUE
Op initiatiif van de president van de Franse Republiek en de bondskanselier van de Bondsrepubliek Duitsland kwamen in Luxembura de reaerinasleiders van de zes oprich- tinasstaten van de Europese Gemeenschap bijeen voor een eerste over lea omtrent de verdie- pina van de politieke samenwerkin9. Tijdens dit over lea liet de Nederlandse reaerina weten slechts een waarnemer naar de verdere beraadslaainaen te zullen sturen. De reaerinaslei- ders van Belaie; de B R D, Frankrijk, ltalie· en bet aroothertoadom Luxembura hebben be- sloten dat zij voortaan de volaende richtlijnen zullen hanteren bij hun streven naar een bundelina van krachten in Europa in een Politieke Unie:
1 . De staats- en reaerinashorifden zijn vastbesloten om de verdraasverplichtinaen die hun landen in het kader van de Europese Gemeenschap zijn aanaeaaan, volledia na te komen.
Zij aeven tevens uitdrukkinB aan hun menin9 dat de politieke situatie die sinds I 989 in Europa bestaat, een samenwerkina op de terreinen van de buitenlandse-, difensie-en mo- netaire politiek absoluut noodzakelijk maakt. De ontwikkelina van de rifaelopen Jaren heift echter aanaetoond dat deze samenwerkina noch in de krin9 van de twaa!J lidstaten van de E G, noch in de bred ere krina van land en die het lidmaatschap hebben aanae- vraaad, van de arond zal komen. Daarom will en wij in de landen waarin wij de verant- woordelijkheid draaen, alvast een beain maken. Wij zullen onze volkeren een Politieke Unie voorstellen, die de naam 'Vereniade Staten van West-Europa' waardiB zou kunnen blijken.
2. Het doel van ons initiatiif is niet om de staatsinstellinaen die wij de eer hebben te ver- teaenwoordiaen, op te hljfen. De identiteit van deze staten, hun historische waarde, cul- turele autonomie en instituties zullen aehandhacifd blijven. Wel zijn we van plan de opaa-
S&_0121992
ven te dpnieren die we gezamenlijk op. ons kunnen nemen. Deze opgaven liggen
volgens ons vooral op de aebieden van
de buitenlandse politiek, de difensiepolitiek, en de.financiii- le en monetaire politiek. Als uitaanaspunt voor de monetaire unie zullen die besluiten die-
nen die in hetVerdraa van Maastricht betrdJende de Economische en Monetaire
Unie van de twaa!J zljn genomen.3. Ons initiatiifberust niet op het idee van een
nauwere samenwerkina van de reaerinaen der betrokkenstaten. Een
deraelijkesamenwerkinB was in
het kadervan
debestaande Europese instellinaen even aoed realiseerbaar aeweest.
lnteaendeel,we streven
naareen
meer substantie1e toenaderinB tussenons volkeren.
Daartoe zal de aroei van een aemeen-schappelijke politieke cultuur worden aestimuleerd. Het Vlaams, Frans,
ltaliaans en Duitszullen
in deEuropese instellinaen
alsaelijkberechtiade talen
aaan aelden. Er zal eenonderwijscommissie in het I even worden aeroepen die, met inachtneminB van de autonomie van
landenen
reaio's,een kern-leerproaramma optstelt waarin cultuur en aeschiedenis
.van alle deelnemende landen recht worden aedaan.
Tevens achten we het nodiB dater vol-
doende meertaliae scholen worden opaericht, i:odat er binnen ons staatsverband binnen enkele decennia voldoende burners zullen zijn die
meerdere talen spreken. Ook zullen weeen aantal Europese universiteiten stimuleren hun onderwijs in twee tal en aan te bieden.
4·
Devernieuwde
Politieke Unie die wij nastreven,zal een
unievan volkeren dienen te zijn, en niet van politieke klassen. Met het ooa op deze doelstellinB zullen we in de parle-
menten het voorstel indienen voor een aantal verkiezinasronden waarbij de bevolkinB zichover de rechten en plichtinaen van de te creeren
instellinaen kan uitspreken.We verwach- ten dat dit proces drie jaar in beslaa zal nemen. Daarna zullen de parlementen een arond- wetaevende veraaderinB bijeen moeten roepen
, metals opdracht om binnen achttien moan-den een ontwerp-arondwet op te stellen. Elke lidstaat zal met dertiB cifaevaardiaden aan
deze arondwetaevende veraaderina deelnemen.5·
Met ons initiatiif willen we zowel
deidentiteit van de staten waarboraen als een aemeenschappelijke identiteit voor de Vereniade Staten van West-Europa opbouwen. We aeloven daarom
dat de democratische structuur van het nieuwe staatsverband op een twee-kamermodel moet berusten. Want in zo 'n stelsel behouden de cifzonderlijke, aekozen par-
lementen een aroot dee] van hun rechten,terwijl ze in de vorm van een senaat een tweede
kamer tesenover zich kriJaen.Elke reaio (elk land) zal met twee aekozen verteaenwoordi- aers aan de senaat deelnemen
. Aan de top van de Vereniade Staten van West-Europa komteen direct door de bevolkinB aekozen president. Dit zijn basisaedachten, die door de arond- wetaevende veraaderinB verder ontwikkeld rif veranderd kunnen worden
.6.
Ons initiatiif richt zich niet teaen de Europese partners die dit document niet onderte- kenden.We
hebben slechts de consequentie will en trekken uit hetjeit dat een daadkrachti-ae
politiekesamenwerkinB in een
meercomplex staatsverband
nietvan de arond kan
komen.We hopen dat ons initiatiif
aanzet tot bet nemen van soortaelijke intiatieven. Onsdoe] is een cotifederatie van alle Europese staten, die tevens in een doelmatiae Europese economische ruimte samenwerken.
7.
De stoats-en reaerinasleiders die dit document hebben ondertekend, zijn vastbesloten aaranties
tebieden voor
deblijvende deelname van
hun staten en parlementenaan alle Europese instellinaen. Europa kan niet door een enkele instellinB worden verteaenwoor- diad
.Europa
iseen aecompliceerd vlechtwerk van instellinaen, die elkaar
niet remmen maar elkaar inteaendeel versterken. De aeschiedenis leert dat de Europese eenheid niet ineen stap kan worden aerealiseerd. Daar zijn vele stappen voor nodi a. We baseren ons op de ideee"n van
de arondleaaers van de Europese eenheid en zien onsze!J als schakel in de lanae reeksvan Europeanen die
met diverse middelen hetzelfde doe] nastreifden:een vereni9d, vreedzaam en welvarend Europa.
-
E • Is he Lee r1 niet • zich' Mag twaa:
I\ geen tifice Maar acht(
van
I orier.
nent enig(
diep<
deze heid, bijna
vanratifi hetn Euro geva;
dalis1 len v gescl
Heti de E grot<
deC Rijk Otto natic het difin Nulo Wils der Wer niet opdo kelt, ceero mult zo g
repu
gaankere:
pie pi
wan<s&..D121992
Europees Links
Is het niet te vroeg voor de 'vlucht naar voren'?
Leert de geschiedenis van de Europese eenwording niet dat aile doelen slechts zijn bereikt omdat men zich er met de uiterste volhardendheid in vastbeet.
Mag men het project van de Politieke Unie van de twaalf al zo snel opofferen?
Natuurlijk, het establishment van Europa zal geen nieuwe concepten aandurven voordat het ra- tificeringsproces van Maastricht achter de rug is.
Maar het zich vastklampen aan projecten waarvan de achterliggende logica is weggevallen, getuigt niet van karakter. Het duidt eerder op een verlies aan orientatie. De poging om het hele Europese conti- nent - en ook Turkije - in een Politieke Unie te ver- enigen en die unie tegelijk tot een soort staat te ver- diepen, is tot mislukken gedoemd. In het Iicht van deze poging krijgen de tegenstanders van de een- heid, ondanks al hun anti-modernistische obsessies, bijna het aanzien van realisten. Mocht het Verdrag van Maastricht niet door aile laJ!den worden ge- ratificeerd, dan zal Europa in de diepste crisis sinds het mislukken van de
Eo Gin
I9 54 raken. Wag en de Europeanen geen uitbraakpoging, dan lopen ze het gevaar dat ze op de ridder van na de val van het feo- dalisme gaan lijken. Het grote epos over de lotgeval- len van zo'n ridder is door de Spanjaard Cervantes geschreven.
Het is een wanhopige situatie. Historisch gezien zijn de Europeanen specialisten in het opbouwen van grote, multi-etnische staten: te beginnen bij Karel de Grote, daama de Hohenstauffers in het Duitse Rijk en later Oostenrijk-Hongarije, Rusland en het Ottomaanse Rijk. Zelfs Pruisen was een multi- nationale staat. Pas na de revoluties van
I848 kreeg het nationalisme en het idee van de natiestaat dpnitiif (en ook in Midden-Europa) de overhand.
Nu loopt de wereld ten einde die, ge'inspireerd door Wilsons idealen omtrent het 'zelibeschikkingsrecht der volkeren', in de verdragen van na de Eerste W ereldoorlog werd neergelegd. Desondanks kan niet worden uitgesloten dat zich in dit Europa geen op de toekomst gericht modem federalisme ontwik- kelt, geen zinvolle, maar onvermijdelijk gecompli- ceerde samenwerking van 'veelvolkerenstaten' in multinationale staatsorganisaties . Nee, er kan even- zo goed een losse, structuurloze verzameling van republiekjes ontstaan. De weg die Bohemen is ge- gaan - de weg van inkadering in een grote veelvol- kerenstaat, via de kleine veelvolkerenstaat, naar de piepkleine natiestaat - kan men als een teken aan de wand beschouwen. Maar de Europeanen lijken afge-
stompt. Ze schrikken pas wakker als het te laat is - zoals uit het verlate gejammer over de slachtoffers van het nationalisme op de Balkan bleek.
In deze situatie doe ik een beroep op Europees links.
Links zet immers de tradities van de universalisti- sche, antinationalistische idealen van de Verlichting voort. Links moet nu beseffen dat het heroplevende nationalisme in Oost-Europa weliswaar een begrij- pelijke reactie op het leninistische intemationalisme is, een intemationalisme waarachter maar al te vaak Russisch of Servisch imperialisme verscholen ging.
Maar het kan soms enorm gevaarlijk zijn politieke stromingen op zo'n sympatiserende, begripvolle wijze te benaderen. Nu reeds gebruiken Schotse, Waalse, Baskische of Corsicaanse seperatisten argu- menten van Kroaten, Slovenen en Esten om hun na- tionalisme te schragen. De ergemis van de Slo- venen, die hun belastingen naar Kosovo of Mace- donie zagen vloeien, versterkt de ergernis van Umberto Bossis en zijn Lombardijnse Liga over het feit dat belastingen die in Milaan zijn opgebracht in het gat van Palermo verdwijnen. Zo heeft ook het Hongaarse populisme al lang weerklank gevonden bij radicaal-rechts in zowel Duitsland als Frankrijk.
Links moet nu ophouden over het jaar
I 98
9te filo- soferen. Ze dienen de consequenties uit de histori- sche breuk van dat jaar te trekken. Louter toezien hoe Oost-Europa in natiestaten versplintert, zou betekenen dat zij hun fouten van v66r de Eerste Wereldoorlog herhalen. Indien ze nu niet voorko- men dat het grote Europese plan de verkeerde weg in slaat, zullen ze spoedig, ingekapseld in nationale monaden, tegenover een overmacht van rechts ko- men te staan.
Europa staat voor een kruispunt. Op de bekende weg kan men niet verder gaan. Bij gebrek aan voor- uitgang dreigt er echter niet aileen stagnatie, maar achteruitgang. In het rechtse kamp wordt het idee van de natiestaat opnieuw geformuleerd. Het ant- woord daarop is de 'single community' Qacques Delors) en niet de universalistische 'Volkenbond'.
Op den duur kan de terugval in de natiestaten slechts worden verhinderd als er een realistische idee van de Unie tegenover wordt gesteld. En dat betekend een retour aux sources, een 'terug naar de bronnen'. Voor deze kar moe ten we ons met zijn allen Iaten spannen.
(Vertaling: Margreet de Boer]
s&..o•2•992
De logische stap van Maastricht
'Een voorzichtige samen- sluitvorming met gekwali-
ficeerde meerderheid - vatting van de teneur van
de bijdragen zou kunnen zijn: de ontnuchtering van en door Europa' . Zo be- commentarieerde de s
&o-
P. DANKERT vergemakkelijken het tot stand komen van beleid op die gebieden, de institutio-
Staatssecretaris van Buitenlandse Zakenredactie, in' het zomer-
nummer, de zes, nogal uiteenlopende, artikelen over de Europese Gemeenschap na Maastricht.
Noch Maastricht, noch het Europa van voor Maas- tricht geeft aanleiding voor de verondersteling dat we aan 'the morning after' toe zijn. Europa heeft nooit in een toestand van roes verkeerd, het is altijd ploeteren geweest. Met enige goede wil is de vijfja- rige periode van opbouw van de interne markt, van
'8 7tot heden, daarop als een gunstige uitzondering aan te merken. Maar daarbij mag niet onvermeld blijven dat die interne markt, in het Verdrag van Rome, per
I 970was voorzien en de niet-verwezen- lijking ervan onze concurrentiepositie op de wereld- markt zodanig had aangetast en onze werkloosheid zo had opgejaagd, dat weinig anders restte dan tot een nieuw verdrag, de Europese Akte, te besluiten en het ditmaal nog uit te voeren ook. De Europese eenwording heeft geen tijden van echte euforie gekend, we! lange perioden van sclerose en ontrafe- ling.
Economisch oetij
Meestal vielen die moeilijke tijden samen met perio- des van economische stagna tie. In dat Iicht kwam de Europese Raad van Maastricht nog net op tijd om de overeenstemming tussen de twaalf regeringen op papier te zetten. De goedkeuringsdiscussie in de lid- staten demonstreert dat het econornisch getij inmid- dels aan het verlopen is, en dat dit politieke conse- quenties dreigt te krijgen.
De in de Limburgse hoofdstad overeengekomen Europese Unie is niet meer dan een logische en hoogst noodzakelijke stap in een nu veertig jaar oud eenwordingsproces. Het economische integratie- proces wordt er, na de Europese Akte, met name door de Economische en Monetaire Unie, tot zijn logische voltooiing gebracht. Bepalingen over milieu- en sociaal beleid - in beide gevallen is de be-
nele opzet van de
EG -zuil blijft die van het oude
E EG- verdrag, zij het nu onder een door de Europese Raad gedomineerd Unie-dak . Onder die Unie vall en ook het buitenlands en veiligheidsbeleid en de samen- werking op de terreinen justitie en binnenlandse za- ken, elk met een eigen intergouvernementele pijler.
Hoewel gestreden kan worden over de vraag of de gemaakte afspraken ver genoeg gaan - of in het geval van de
EMute ver - is deze stap in het econo- mische eenwordingsproces een stap vooruit. Hij werd door de omstandigheden afgedwongen. Een munt moet verhinderen dat de interne markt in naam een o-mark zone wordt, een bank dat Beieren over die ene munt meer te zeggen krijgt dan Neder- land. De afspraken op sociaal en rnilieugebied zijn nodig om grenzen te stellen aan de marktwerking.
Aileen de Britten opteerden voor een uitzonderings- positie. Hun behoefte aan beperking van de markt- werking is gering en over de derde fase van de
EM uwillen ze zich, zoals in Europese monetaire zaken gebruikelijk, later een oordeel vormen. De Denen, ook meer aan de Europese markt dan aan de Euro- pese Gemeenschap gehecht - a! was het zich in een referendum over de Europese Akte uitsprekende Deense volk ook in I986 over die interne markt al niet enthousiast - will en nu de Britten volgen op het punt van de derde fase van de
EMu.Post-communistisch tijdperk
Ontnuchtering? Gemeten naar wat tussen I958 en
I
99
Iin de
EG mogelijk was, is Maastricht een flinke stap in een ook nu nog moeizaam proces. Toch is er ook bij mij onvrede over het in Maastricht bereikte en ongerustheid over de toekomst. Die onvrede en die ongerustheid hebben maar weinig van doen met de verwerping van het Nederlandse voorstel voor een Politieke Unie op
30september
I 99 I.Dat voorstel was weliswaar wat de structuur betreft hel- derder, en op het punt democratisering aanzienlijk
•
-
ambit zomi antw<
I989 organ Dat' bond!
Raad voor er rn a miscb eend oefen aanzit zaakt•
hadd(
echte van d politi tiem;
defen I996
DeE1 der a:
ken i onde1 stelli1 ook, tegen voor sche : meer enigd het s . tegra·
mete•
datis we ti Politi en ve ontw West gevol leg
t1den,
confli
staan
het p
nietr
ex-0
lijk a
ande1
- - - - - - ---- - - - --
S&_0121992