• No results found

LEGAL UPDATE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LEGAL UPDATE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze Legal Update is onderdeel van ons kosteloze serviceconcept vanDienst

LEGAL UPDATE

Ontzetting van het recht om het beroep van bestuurder uit te oefenen Datum: 15 september 2020

De Hoge Raad heeft op 8 september 2020 een arrest gewezen over de ontzetting van de verdachte van het recht om het beroep van bestuurder of feitelijk leidinggevende van een rechtspersoon uit te oefenen.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de verdachte in kwestie, die werd veroordeeld voor oplichting en valsheid in geschrifte, onder andere op grond van artikel 28 lid 1 onder 5 Wetboek van Strafrecht (Sr) als straf opgelegd de ontzetting van het recht om het beroep van bestuurder of feitelijk leidinggevende van een rechtspersoon uit te oefenen voor een periode van twee jaar. Op grond van dit artikel kan de schuldige door de strafrechter worden ontzet uit het recht bepaalde beroepen uit te oefenen. Deze mogelijkheid bestaat indien het strafbare feit is begaan in de uitoefening van het beroep, en de ontzetting betrekking heeft op het recht op uitoefening van een beroep dat in voldoende verband staat met het beroep waarin het strafbare feit is begaan.

De verdachte is tegen deze strafoplegging in cassatie gegaan.

De Hoge Raad verduidelijkt vervolgens de reikwijdte van artikel 28 lid 1 onder 5 Sr. Zij is van oordeel dat, mede gelet op de wetsgeschiedenis, de term 'beroep' in artikel 28 lid 1 onder 5 Sr voldoende ruim is omschreven om personen die als bestuurders en commissarissen deel uitmaken van de rechtspersoon, als beroepsbeoefenaren aan te merken. Het hof is volgens de Hoge Raad dan ook terecht tot het oordeel gekomen dat de verdachte wordt ontzet van het recht het beroep van bestuurder uit te oefenen. De beslissing van het hof houdt echter ook in dat de verdachte wordt ontzet van het recht het beroep uit te oefenen van 'feitelijke leidinggevende' van een rechtspersoon. Feitelijk leidinggeven kan volgens de Hoge Raad echter niet worden aangemerkt als uitoefening van een voldoende bepaald beroep als bedoeld in artikel 28 lid 1 Sr. De beslissing van het hof wordt vernietigd voor zover het betrekking heeft op het recht het beroep van 'feitelijke leidinggevende' uit te oefenen.

Dit is een Legal Update van Ilse Berend en Jelle Bruinsma.

Voor meer informatie:

Ilse Berends +31 30 25 95 577 ilseberends@vbk.nl

Jelle Bruinsma +31 30 25 95 616 jellebruinsma@vbk.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof weliswaar verklaard dat de wijze waarop hij zich heeft uitgelaten een redactionele kwestie is, maar heeft ook begrip getoond voor het

Nee, zoals mijn ambtsvoorganger in zijn brief van 25 maart 2021 5 heeft aangegeven informeert de Belastingdienst, met uitzondering van een aantal uitzonderingssituaties,

Voorzitter College van Beroep van Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ)4. Arbiter Raad van Arbitrage voor

Gelet op de jurisprudentie, en op het feit dat er getuigen zijn die verklaren dat verdachte ‘hard’ met zijn vuist heeft geslagen, is het begrijpelijk dat zowel de rechtbank als

[slachtoffer] ") beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en welke persoon de leeftijd van zestien jaren maar nog niet

Naar het oordeel van het hof kan niet worden gesteld dat beklaagden door de opdracht aan klager te geven de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat klager zwaar lichamelijk letsel

privékilometers over 2007 is bijgehouden, is niet gelijk te stellen aan een rittenadministratie in de zin van artikel 3.20, tweede lid, van de Wet IB 2001, zodat belanghebbende, nu

Belanghebbende oefende gedurende het onderhavige tijdvak van naheffing het bedrijf uit van lijndienstvervoer en van verhuistransport. Bij de aanvang van het