• No results found

Zomeronderzoek naar vleermuizen op het Fruitspoor te Borgloon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zomeronderzoek naar vleermuizen op het Fruitspoor te Borgloon"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuurpunt Studie contact: studie@natuurpunt.be Coxiestraat 11 • 2800 Mechelen studie@natuurpunt.be • www.natuurpunt.be

Zomeronderzoek naar vleermuizen

op het Fruitspoor te Borgloon

(2)

OPDRACHTGEVER Provincie Limburg

Provinciaal Natuurcentrum Craenevenne 86, 3600 Genk

TERREINWERK Provinciaal Natuurcentrum & Wout Willems ANALYSES & TEKST Wout Willems (wout.willems@natuurpunt.be) EINDREDACTIE Jorg Lambrechts (jorg.lambrechts@natuurpunt.be)

Wijze van citeren:

Willems W. 2019. Zomeronderzoek naar vleermuizen op het Fruitspoor te Borgloon. Rapport Natuurpunt Studie 2019/26, Mechelen.

© december 2019

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 4

2 Methodiek inventarisatie ... 5

3 Resultaten ... 7

3.1 Overzicht ... 7

3.2 Resultaten per detector ... 10

3.2.1 Detector 2... 10

3.2.2 Detector 3... 10

3.2.3 Detector 4... 11

3.2.4 Detector 5... 12

3.3 Voorkomen en terreingebruik van de verschillende soorten ... 14

3.3.1 Gewone dwergvleermuis ... 14

3.3.2 Dwergvleermuis onbekend ... 14

3.3.3 Baard/Brandts vleermuis... 14

3.3.4 Franjestaart ... 15

3.3.5 Ingekorven vleermuis ... 15

3.3.6 Myotis onbekend... 15

3.3.7 Bosvleermuis ... 16

3.3.8 Nyctalus onbekend ... 16

3.3.9 Laatvlieger ... 16

3.3.10 Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio onbekend ... 17

3.3.11 Gewone grootoorvleermuis ... 17

3.3.12 Grijze grootoorvleermuis ... 18

3.3.13 Grootoorvleermuis onbekend ... 18

3.3.14 Vleermuis onbekend ... 19

(4)

4

1 Inleiding

Het fruitspoor is een oude spoorroute van 34 km lang door Haspengouw, en strekt zich uit tussen Wilderen (Sint- Truiden) en Tongeren. Voorliggend rapport betreft een zomeronderzoek naar het voorkomen en terreingebruik van de aanwezige vleermuizensoorten binnen een beperkt gedeelte van dit fruitspoor ter hoogte van Borgloon (Figuur 1).

Figuur 1: Ligging van het fruitspoor, detail tussen de dorpskernen van Hoepertingen (links) en Borgloon (rechts). Het fruitspoor is de centrale groene lijn door de kaart, met rode markeringen (locaties van automatische vleermuizendetectoren).

(5)

5

2 Methodiek inventarisatie

Het doel van het onderzoek is het nagaan van het zomervoorkomen van de verschillende soorten vleermuizen aan het fruitspoor te Borgloon. We wilden zowel de aanwezigheid van de verschillende soorten nagaan, als een inschatting maken van hun mate van activiteit in de verschillende biotopen.

Voor dit gebied werd besloten dat het plaatsen van automatische batdetectoren hiervoor de meest aangewezen methode is. Manuele bezoeken leverden aanvullende data.

Het plaatsen van automatische detectoren heeft het voordeel dat deze detectoren voor een langere periode (één of meer volledige nacht) kunnen geplaatst worden. Dit geeft dan de activiteit over een gehele nacht weer, en dus meer kans om alle aanwezige soorten in kaart te brengen. Bovendien zijn automatische detectoren een gestandaardiseerde manier van werken (en dus ook geschikt voor monitoring op lange termijn) terwijl het manueel rondlopen met batdetectoren meer onderhevig is aan de waarnemer.

Een automatische detector heeft echter ook nadelen. Er kan slechts een beperkt aantal punten bemonsterd worden met dergelijke detectoren – waardoor het moeilijk is om een ruimer gebied (met veel verschillende biotopen) integraal te bemonsteren. Op sommige locaties (vaak waterpartijen) kan een automatische detector bovendien massaal veel opnames genereren van grotendeels dezelfde dieren. Voor bepaalde soorten zijn duistere, beboste oevers van waterpartijen of de waterpartijen zelf immers favoriete foerageerplaatsen.

Er werd in juli 2019 op vier locaties een automatische detector geplaatst binnen het onderzoeksgebied (Figuur 2). Van west naar oost:

 Detector 4: in zomereik ca 3m hoog tussen een open plek in de spoorberm en een laagstamboomgaard

 Detector 2: in boom ca 4m hoog aan zuidelijk talud van spoorberm, aan bosrand

 Detector 5: in boom ca 4m hoog centraal bovenop de spoorberm

 Detector 3: in berk ca 4m hoog, aan uiteinde van bosstrook naast N754 (Steenweg op Borgloon).

Figuur 2: Locaties automatische vleermuizendetectoren

Van de locatie werden specifieke metadata genoteerd (Tabel 1).

De locaties werden zeer gericht gekozen zodat de detectoren maximaal kans maken om passage en zomeractiviteit van alle mogelijk voorkomende soorten te registreren. De detectoren werden geactiveerd van even voor zonsondergang tot kort na zonsopgang.

(6)

6

Tabel 1: overzicht geplaatste detectoren fruitspoor

detector latitude longitude start opnames einde opnames activatie-uren detector 2 50,808933 5,332071 4/07/2019 21:25 18/07/2019 6:00 21:25-6:00 detector 3 50,809658 5,337747 4/07/2019 21:49 18/07/2019 6:00 21:25-6:00 detector 4 50,808212 5,305062 9/07/2019 22:02 18/07/2019 6:00 21:25-6:00 detector 5 50,809200 5,334476 4/07/2019 21:25 18/07/2019 6:00 21:25-6:00 De automatische detectoren die werden gebruikt, zijn toestellen van het type SM4BAT van Wildlife Acoustics.

Van iedere passerende vleermuis werd een opname gemaakt.

Voor het analyseren van de opnames werd volgende werkwijze gevolgd:

- Basisanalyse via automatische software Kaleidoscope (Wildlife Acoustics)

- Voor specifieke opnames verdere manuele check via BatSound (Pettersson Elektronics) - Bepaling van specifieke manueel te checken opnames via volgend schema:

o geen soort gedetecteerd, geen pulsen  geen manuele controle

o geen soort gedetecteerd, wel 1 of 2 herkende pulsen  steekproef om te bepalen of manuele controle relevant is. Zo ja, manuele controle. Zo nee, geen manuele controle o gewone dwergvleermuis gedetecteerd  geen controle (want automatische herkenning van

die soort is behoorlijk goed)

o andere soorten gedetecteerd  manuele controle

Geen verdere controle van Gewone dwergvleermuis-opnames impliceert dat voor die opnames enkel die soort wordt weergegeven, zonder eventuele bijkomende soorten. Bij manueel gecontroleerde opnames worden wel alle aangetroffen soorten genoteerd. In praktijk werd slechts zelden meer dan 1 soort per opname gevonden.

(7)

7

3 Resultaten

3.1 Overzicht

Er werden door de automatische detectoren 29.283 opnames gemaakt. Hiervan betroffen 7173 opnames ‘Noise’

(= niet-vleermuizenopnames) en 22.110 vleermuizenopnamen1 (Tabel 2).

Tabel 2: Overzicht vleermuizenopnames van automatische detectoren. De vermelde datum is telkens die van de ganse nacht waarin middernacht valt. Dit wil zeggen: alle opnames van de nacht van 14 op 15 juli krijgen als datum 15 juli.

Detector Gewone dwergvleermuis Dwergvleermuis onbekend Baard/Brandts vleermuis Franjestaart Myotis onbekend Bosvleermuis Nyctalus onbekend Laatvlieger Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio spec. Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Grootoorvleermuis onbekend Vleermuis onbekend Eindtotaal

detector 2 5351 3 5 9 11 12 1 9 1 5402

5/07/2019 298 1 2 2 303

6/07/2019 307 2 309

7/07/2019 261 1 3 2 1 3 271

8/07/2019 111 1 1 2 1 1 117

9/07/2019 88 1 1 1 91

10/07/2019 226 2 1 2 231

11/07/2019 372 372

12/07/2019 459 1 460

13/07/2019 233 2 235

14/07/2019 421 1 1 1 2 1 427

15/07/2019 553 1 2 1 1 1 559

16/07/2019 407 1 2 410

17/07/2019 327 1 328

18/07/2019 1288 1 1289

detector 3 2568 2 5 42 3 6 6 57 7 2696

5/07/2019 243 1 1 2 247

6/07/2019 261 1 1 263

7/07/2019 322 1 2 3 1 7 2 338

8/07/2019 109 1 1 2 3 116

9/07/2019 90 1 1 92

10/07/2019 149 2 26 4 181

11/07/2019 173 1 1 5 3 183

12/07/2019 152 1 1 1 6 161

13/07/2019 326 4 1 331

1Een opname met meerdere vleermuizensoorten in wordt gerekend als 1 opname per aangetroffen soort.

(8)

8 Detector Gewone dwergvleermuis Dwergvleermuis onbekend Baard/Brandts vleermuis Franjestaart Myotis onbekend Bosvleermuis Nyctalus onbekend Laatvlieger Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio spec. Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Grootoorvleermuis onbekend Vleermuis onbekend Eindtotaal

14/07/2019 235 4 1 9 249

15/07/2019 154 7 1 162

16/07/2019 81 1 1 2 1 86

17/07/2019 100 1 5 106

18/07/2019 173 1 1 6 181

detector 4 4514 16 6 15 16 2 11 4 2 1 4587

10/07/2019 279 3 1 2 1 286

11/07/2019 730 2 1 4 4 741

12/07/2019 899 3 4 2 908

13/07/2019 308 1 1 1 2 1 1 315

14/07/2019 390 2 1 1 394

15/07/2019 252 1 1 254

16/07/2019 203 3 1 1 208

17/07/2019 274 1 2 1 278

18/07/2019 1179 12 5 3 1 2 1 1203

detector 5 9310 2 6 1 15 7 6 43 8 2 4 15 6 9425

5/07/2019 533 1 3 537

6/07/2019 394 2 1 397

7/07/2019 594 1 2 1 598

8/07/2019 786 1 1 1 1 790

9/07/2019 949 949

10/07/2019 978 1 1 980

11/07/2019 664 3 1 668

12/07/2019 601 1 1 8 611

13/07/2019 1090 1 4 1 1 5 2 1104

14/07/2019 916 7 1 2 3 929

15/07/2019 439 1 1 2 1 3 2 449

16/07/2019 267 1 1 269

17/07/2019 366 1 2 369

18/07/2019 733 1 2 3 27 6 1 2 775

Eindtotaal 21743 18 17 6 44 76 11 72 19 70 5 22 7 22110

Met een algemeen totaal van 98,3% van de opnames, is het grote aandeel aan Gewone dwergvleermuizen een eerste, opvallende constante bij alle detectoren (Grafiek 1). De 1,3% overige opnames vertegenwoordigen alle andere soorten en verzamelsoorten (Grafiek 2).

(9)

9

Grafiek 1: Opnames van Gewone dwergvleermuis per detector en per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten).

Grafiek 2: Opnames van alle vleermuizensoorten, behalve Gewone dwergvleermuis, per detector en per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten). De schaal is identiek aan deze van Grafiek 1.

Verder zijn er opvallende verschillen waarneembaar tussen de aantallen vleermuizenopnamen (activiteit) en spreiding daarvan over de nacht per detector, en in de soortensamenstelling per detectorlocatie. Deze verschillen worden verder toegelicht in de resultaten per detector (3.2) en het voorkomen en terreingebruik van de verschillende soorten (0).

(10)

10

3.2 Resultaten per detector

3.2.1 Detector 2

Detector 2 werd gehangen in een boom ca 4m hoog aan het zuidelijk talud van de spoorberm. Omwille van de plaatsing aan een bosrand, is deze detector ideaal voor het registreren van dieren die de bosrand volgen als geleidend route-element.

De detector toont voor Gewone dwergvleermuis een activiteitspiek vlak na zonsondergang én vlak voor zonsopgang – duidend zowel op foerageer- als sociaal gedrag (Grafiek 1). De piek nabij zonsopgang duidt er vermoedelijk op dat er zich een kolonieplaats in de zeer nabije omgeving bevindt.

Het aantal opnamen van niet-dwergvleermuizen is relatief beperkt (Grafiek 3). De spreiding van de opnamen van de meeste soorten over de nacht laat veronderstellen dat dit dieren op route zijn. De cluster waarnemingen van Laatvlieger even na zonsondergang lijkt te suggereren dat de soort ter hoogte van deze detector foerageert, maar wanneer gekeken wordt naar de waarnemingsnacht dan blijkt dat er meerdere nachten, telkens rond dezelfde tijd, 1 of 2 opnamen gemaakt werden. Dit mag daarom zeker als Laatvlieger(s) op route beschouwd worden.

Grafiek 3: Detector 2. Opnames van alle vleermuizensoorten, behalve Gewone dwergvleermuis per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten).

3.2.2 Detector 3

Detector 3 werd in een berk gehangen op ca 4m hoogte, aan het uiteinde van de bosstrook naast de N754 (Steenweg op Borgloon). Deze locatie werd specifiek gekozen wegens het minder gunstig karakter van de omgeving als foerageergebied (vrij open, verlichting), en de waarschijnlijkheid dat vleermuizen die de bosstrook als geleidend route-element gebruiken hier de N754 oversteken.

Dat open karakter zorgde er ook voor dat beschutting ontbreekt waar Gewone dwergvleermuizen aan het begin en einde van de nacht graag gebruik van maken voor sociaal gedrag. Dit resulteert hier in het ontbreken van een activiteitspiek van deze soort vlak na zonsondergang en vlak voor zonsopgang (Grafiek 1). Gewone dwergvleermuizen zijn echter minder lichtschuw dan andere vleermuizensoorten, wat maakt dat zij wel van de locatie gebruik maken als foerageergebied.

Er werden relatief veel opnamen van niet-dwergvleermuizen gemaakt (Grafiek 4). Voor Baard/Brandts vleermuis en Laatvlieger lijkt het om sporadische passages van dieren te gaan. Het aantal Bosvleermuisopnames wijst op regelmatige passage.

Zeer markant is het hoge aantal passages van Gewone grootoorvleermuizen. Deze passages zijn relatief verspreid over de verschillende observatienachten. Ook binnen één enkele nacht bleken de passages van deze soort

(11)

11 verspreid, al werd op bepaalde momenten soms ook langere activiteit genoteerd. Dit wijst vermoedelijk én op een intensief gebruikte route, én op foerageergedrag langsheen deze route. De hoge mate van activiteit van deze soort duidt er ook op dat de nabijheid van een kolonie waarschijnlijk is.

Grafiek 4: Detector 3. Opnames van alle vleermuizensoorten, behalve Gewone dwergvleermuis per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten).

3.2.3 Detector 4

Detector 4 werd gehangen in zomereik op een drietal meter hoogte, tussen een open plek in de spoorberm en een laagstamboomgaard.

Ondanks dat deze detector vijf nachten minder heeft gehangen dan de overige detectoren, werden er toch vergelijkbare aantallen passages van Gewone dwergvleermuis geregistreerd (Grafiek 1). Dit duidt op een hoge activiteit in de nabijheid van de detector. De meeste activiteit doorheen de nacht is foerageergedrag. De activiteitspiek vlak na zonsondergang, en een zwakke piek vlak voor zonsopgang. Dit indiceert zowel foerageer- als sociaal gedrag van de soort.

Het aantal opnamen van niet-dwergvleermuizen is relatief beperkt (Grafiek 5). De spreiding van de opnamen van de verschillende soorten over de nacht laat veronderstellen dat dit dieren ofwel dieren op route zijn (al dan niet gecombineerd met een kort foerageermoment), ofwel dieren die van een uitgestrekter foerageergebied gebruik maken en daardoor slechts sporadisch nabij de detector passeren. Doordat het bos zich in de omgeving van deze detectorlocatie beperkt tot slechts een strook rondom de spoorberm, is het prooidierenaanbod vermoedelijk beperkter waardoor langdurig foerageren op één locatie weinig rendabel is.

(12)

12

Grafiek 5: Detector 4. Opnames van alle vleermuizensoorten, behalve Gewone dwergvleermuis per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten).

3.2.4 Detector 5

Detector 5 werd geplaatst in een boom op ca 4m hoogte, centraal bovenop de spoorberm. De plaatsing was dusdanig dat ook een windluwe hoek van een grasland (naast spoorberm en populierenbos) zich binnen het bereik van de detectormicrofoon bevond.

Detector 5 geeft een wat afwijkend beeld ten opzichte van de overige detectoren (hoge activiteitspiek van circa 0:00 tot zonsopgang). Om die reden werd een uitgebreide steekproef gedaan binnen de opnames die door de automatische software herkend werden als Gewone dwergvleermuis en 'Noise' (= niet-vleermuisgeluiden).

Hieruit bleek dat de opnames van Gewone dwergvleermuizen inderdaad deze soort betroffen, en zelfs dat het overgrote deel van de 'Noise' nog vleermuizenopnames bevatte - echter te zwak om door de software als dusdanig herkend te worden. Om een identieke gegevenswerking te hebben als de overige detectoren, werden deze 'Noise'-opnames verder niet manueel gedetermineerd of in de verdere analyses opgenomen. Er wordt hierdoor geen wijziging verwacht in de activiteitsgrafieken, aangezien de kans op herkenning van een vleermuisgeluid als 'Noise' afhangt van de afstand tot de detector - en dat is een constante over de gehele opnameperiode. Er werden er in totaal 1.026 Noise-opnames gemaakt, wat een 10% uitmaakt van het totaalaantal van 10.374 opnames.

De activiteitscurve van Gewone dwergvleermuis geeft een uiterst merkwaardig patroon. Een activiteitspiek van circa 1 uur rond zonsondergang (Grafiek 1), wijzend op foerageer- en sociaal gedrag, vervolgens een uur van erg lage activiteit, en daarna de rest van de nacht een zeer hoge activiteit. Dit patroon is ook op de activiteitscurven van iedere individuele nacht terug te vinden. Het is onduidelijk hoe de korte periode van inactiviteit gerijmd kan worden aan de daaropvolgende lange hoge activiteitsperiode.

Naar de overige vleermuizensoorten gekeken (Grafiek 6), blijkt vleermuizenactiviteit zich voornamelijk in de tweede helft van de nacht te situeren. Grijze grootoorvleermuis werd vooral tijdens de nacht van 12 op 13 juli waargenomen, Laatvlieger vooral de nacht van 17 op 18 juli.

(13)

13

Grafiek 6: Detector 5. Opnames van alle vleermuizensoorten, behalve Gewone dwergvleermuis per tijdsblok van 10 minuten (cumul van alle nachten).

(14)

14

3.3 Voorkomen en terreingebruik van de verschillende soorten

3.3.1 Gewone dwergvleermuis

Gewone dwergvleermuis werd op alle detectoren in overvloed aangetroffen (Grafiek 1). De grafiek duidt zowel op foerageeractiviteit als sociale activiteit. In het grote aantal opnames zijn routes van de soort niet herkenbaar.

3.3.2 Dwergvleermuis onbekend

Opnames van Dwergvleermuissoorten kunnen overlappende kenmerken hebben. In geval niet kan uitgemaakt worden of een opname een Gewone, Ruige of Kleine dwergvleermuis betreft, wordt het dier genoteerd als

‘Dwergvleermuis onbekend’ (Grafiek 7).

Grafiek 7: Activiteit per detector van Dwergvleermuis onbekend (cumul alle nachten).

3.3.3 Baard/Brandts vleermuis

Baard- en Brandts vleermuizen zijn op detector vrijwel niet te onderscheiden en worden hier onder een gezamenlijke noemer behandeld. De opnames, verspreid over zowel de individuele nachten als over de verschillende detectoren, laat veronderstellen dat het fruitspoor (of toch deze locaties waar de detectoren hingen) door deze soort op zijn minst als route-element gebruikt wordt.

Grafiek 8: Activiteit per detector van Baard/Brandts vleermuis (cumul alle nachten).

(15)

15 3.3.4 Franjestaart

Franjestaart werd meest op detector 2 waargenomen, telkens 1x tijdens vijf verschillende nachten. Doordat de soort amper op de andere detectoren werd waargenomen (enkel op meest nabije detector 5), zou het hier kunnen gaan om een of enkele dieren die vrij sterk gebonden zijn aan de lokale bosstrook rond het fruitspoor.

Grafiek 9: Activiteit per detector van Franjestaart (cumul alle nachten).

3.3.5 Ingekorven vleermuis

Er werden geen zekere opnamen van Ingekorven vleermuis gemaakt.

Een enkele opname van detector 2 (op 10/07/2019, 1:46:13) maakt echter een redelijke kans aan deze soort toegeschreven te kunnen worden. Bij enkele andere Myotis-opnamen is Ingekorven vleermuis niet uitgesloten, maar is de waarschijnlijkheid op andere soorten hoger.

3.3.6 Myotis onbekend

Onder Myotis onbekend (of Myotis species) worden de dieren gerekend van het genus ‘Myotis’ die niet verder tot soort(groep)niveau konden gedetermineerd worden (Grafiek 10).

Grafiek 10: Activiteit per detector van Myotis onbekend (cumul alle nachten).

(16)

16 3.3.7 Bosvleermuis

Bosvleermuis werd op alle detectoren waargenomen (Grafiek 11). Het aantal Bosvleermuisopnames wijst op regelmatige passage over de lengte van het onderzochte gedeelte van het fruitspoor. Voor een soort die van een groot foerageerterritorium gebruik maakt, betekent dit dat het fruitspoor en omgeving waarschijnlijk als jachtgebied dienst doet. De piek voor Bosvleermuis die even voor zonsopgang zichtbaar is bij detector 3 op Grafiek 11, is afkomstig van één bepaalde nacht (10 juli 2019; Tabel 2). Wegens slechts op 1 nacht waargenomen, is het onduidelijk of dit wijst op een langdurig foerageren of op de nabijheid van een kolonieboom.

Grafiek 11: Activiteit per detector van Bosvleermuis (cumul alle nachten).

3.3.8 Nyctalus onbekend

Opnames van Bosvleermuizen en Rosse vleermuizen zijn vaak niet onderscheidbaar. Opnames die echter met zekerheid aan één van beide soorten kunnen toegewezen worden, worden gelabeld als ‘Nyctalus onbekend’

(Grafiek 12).

Grafiek 12: Activiteit per detector van Nyctalus onbekend (cumul alle nachten).

3.3.9 Laatvlieger

Laatvliegers werden op alle detectoren waargenomen (Grafiek 13). Opvallend is dat de opnames per detector duidelijk ‘activiteitsclusters’ vormen. Wanneer ook naar de spreiding over de verschillende nachten gekeken wordt, zijn deze clusters vaak op één enkele nacht gevormd. De grote cluster van Laatvlieger in de tweede helft van de nacht op detector 5, is bijvoorbeeld vooral afkomstig van de nacht van 17 op 18 juli (Tabel 2). Dit zijn zeer

(17)

17 duidelijke aanwijzingen dat de soort het fruitspoor als foerageergebied gebruikt. De exacte locatie varieert echter van nacht tot nacht, en tevens over de loop van de nacht.

Grafiek 13: Activiteit per detector van Laatvlieger (cumul alle nachten).

3.3.10 Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio onbekend

In bepaalde gevallen kan geen onderscheid gemaakt worden tussen soorten van het genus Nyctalus (Bos- en Rosse vleermuis), Eptesicus (Laatvlieger) en Vespertilio (Tweekleurige vleermuis; in Vlaanderen vooral gekend als sporadisch doortrekker). In dergelijke gevallen wordt de opname geklasseerd als ‘ENV’:

Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio onbekend (Grafiek 14).

Grafiek 14: Activiteit per detector van Eptesicus/Nyctalus/Vespertilio onbekend (cumul alle nachten).

3.3.11 Gewone grootoorvleermuis

Gewone grootoorvleermuis werd op alle locaties waargenomen, maar detector 3 maakte met voorsprong het hoogste aantal opnames (Grafiek 15). De opnames van deze detector zijn gespreid over de verschillende opnamenachten (Tabel 2). Gecombineerd met de wetenschap dat Grootoorvleermuizen dicht bij een detector moeten vliegen om een opname te kunnen genereren, wijst dit erop dat de soort van het fruitspoor gebruik maakt om zich te verplaatsen en (vooral nabij detectoren 2 en 3) als vast foerageergebied.

(18)

18

Grafiek 15: Activiteit per detector van Gewone grootoorvleermuis (cumul alle nachten).

3.3.12 Grijze grootoorvleermuis

Er werden enkele passages van Grijze grootoorvleermuis geregistreerd (Grafiek 16). Omwille van het lage aantal opnames (en het feit dat de soort vlakbij een detector moeten vliegen om een opname te kunnen genereren) is het moeilijk om een harde interpretatie te kunnen geven betreffende het gebruik van het fruitspoor door deze soort. Grijze grootoorvleermuis is in de regio wel een interessante soort, met momenteel slechts weinig waarnemingen (zie https://waarnemingen.be/species/396/maps).

Grafiek 16: Activiteit per detector van Grijze grootoorvleermuis (cumul alle nachten).

3.3.13 Grootoorvleermuis onbekend

Opnamen van Grootoorvleermuizen waar geen verdere determinatie tot soortniveau mogelijk was, werden genoteerd als Grootoorvleermuis onbekend (Grafiek 17). Bij detector 5 werden sociale roepen van een Grootoorvleermuis opgenomen.

(19)

19

Grafiek 17: Activiteit per detector van Grootoorvleermuis onbekend (cumul alle nachten).

3.3.14 Vleermuis onbekend

Opnamen van vleermuizen waar geen verdere determinatie tot genus of soortniveau mogelijk was, werden genoteerd als Vleermuis onbekend (Grafiek 17Grafiek 18). Het betreft dan in de regel erg zwakke opnames of niet-karakteristieke pulsen (sociale roepen). Het gaat om weinig opnames.

Grafiek 18: Activiteit per detector van Vleermuis onbekend (cumul alle nachten).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

'HET BEHANDELPLAN WORDT UITGETEKEND LOUTER OP BASIS VAN HET SOORT KANKER, NIET OP BASIS VAN WAT EEN PATIËNT ZELF WIL' MELISSA HORLAIT, ONDERZOEKSTER VUB... Welke

Het golfterrein (exclusief open gracht) biedt eveneens een erg geschikt foerageerbiotoop voor Gewone dwergvleermuizen, maar de activiteit van andere soorten is er

e-Xpert: Communicatie in de zorg via SBAR e-Xpert: Ondervoeding e-Xpert: De geriatrische patiënt e-Xpert: Palliatieve zorg e-Xpert: De vitaal bedreigde patiënt voor artsen

Mocht het grootboek ingesteld zijn met een btw tarief, dan kunt u middels de - toets de btw uit deze regel in mindering brengen er wordt er automatisch een regel onder aangemaakt

Ook de gehandicaptenzorg denkt na over hoe we straks de maatregelen kunnen gaan afbouwen als de anderhalve meter afstand duurzaam zijn intrede doet. Binnenkort beslist het kabinet

Tijdens de sloopwerkzaamheden zal de verblijfplaats van de Gewone dwergvleermuis minder geschikt raken (verstoord worden) en verdwijnen, maar omdat de soort algemeen

e-Xpert DA: COPD e-Xpert DA: CVA e-Xpert DA: Dementie e-Xpert DA: Diabetes e-Xpert DA: EHBO e-Xpert DA: Hartfalen e-Xpert DA: Hygiëne. e-Xpert DA:

In Elsendorp zijn we erg tevreden met de voorzieningen die we hebben en we willen deze absoluut behouden.. Het behouden van Brede School/MFA én sportvoorzieningen staat met stip