Geachte heer, mevrouw,
Op 24 september 2020 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het vaststellingsbesluit voor de gaswinning uit het Groningenveld voor het komende gasjaar gepubliceerd.
Wij informeren u in deze brief waarom wij als college geen gebruik zullen maken van de mogelijkheid om beroep tegen dit besluit aan te tekenen.
Wij maken u erop attent dat, omdat wij mede namens uw raad, een zienswijze hebben ingediend, u de mogelijkheid heeft om tot 6 november 2020
zelfstandig bezwaar te kunnen maken tegen het vaststellingsbesluit.
Inhoud vaststellingsbesluit
Van 1 oktober 2020 tot 1 oktober 2021 mag door NAM in een, qua
temperatuur gemiddeld, jaar 8,1 miljard Nm3 uit het Groningenveld worden gewonnen waarbij het uitgangspunt blijft 'niet meer winnen dan nodig'.
Hierbij kiest de minister voor operationele strategie 2. Dit betekent dat de gaswinning uit onder andere het Eemskanaalcluster nabij de stad Gronningen vanaf 1 oktober 2020 definitief is beëindigd.
De minister geeft in zijn besluit aan dat medio 2022 geen winning meer nodig is uit het Groningenveld maar dat tot 2026 nog een minimum flow van 1,5 miljard Nm3 nodig is voor onvoorziene omstandigheden. Dit om voldoende betrouwbaar en snel bij uitval van installaties of bij extreme koude nog alle huishoudens en bedrijven te kunnen voorzien van gas. De minister doet nog verder onderzoek naar ook de afbouw van deze minimumflow waaronder een andere inzet van de opslag in Grijpskerk.
Analyse van het vaststellingsbesluit
Wij hebben in regionaal verband het besluit van de minister geanalyseerd en gelegd naast de regionaal ingediende zienswijze van juli 2020. Wij komen dan tot de conclusie dat de minister op de meeste onderdelen tegemoet komt
Onderwerp Vaststellingsbesluit gaswinning Groningenveld 2020-2021
Steller M.A. Philippart
De leden van de raad van de gemeente Groningen te
GRONINGEN
Telefoon (050) 367 12 96 Bijlage(n) 1 Onskenmerk
Datum 21-10-2020 Uwbriefvan Uwkenmerk -
Bladzijde 2
aan de punten uit onze zienswijze. Ook zien wij dat hij zijn besluit nog beter motiveert en laat zien dat hij de verschillende belangen afweegt om te komen tot zijn besluit. Wij verwachten daarom in een eventueel beroep niet meer te kunnen bereiken dan een enkele kleine aanpassing van de motivering. Ook zullen de rechtsgevolgen door een beroep niet wijzigen. De winning zal hierdoor niet lager worden. Wij achten het daarom juridisch niet opportuun om tegen het besluit in beroep te gaan.
Wij zien daarnaast dat de minister zich blijft inspannen om de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk te kunnen stopzetten.
Regionale punten wél bij de ministers op tafel
Ondanks dat wij geen juridische grondslag voor een beroep zien en de gaswinning steeds lager wordt blijft de impact van de gaswinning op onze inwoners onverminderd groot.
Met name de voortgang van de versterking en de schadeafhandeling baren ons nog steeds zorgen. Wij vinden het daarom, samen met de regio, van groot belang om een blijvend appel op de minister te doen. Wij hebben daarom besloten om gezamenlijk als regio een brief aan de ministers van
Economische Zaken en Klimaat (EZK) en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) te sturen met de belangrijkste aandachtspunten (zie bijlage).
• Het afgelopen jaar is in regionaal verband veelvuldig overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de versterking. We hebben er vertrouwen in dit overleg binnenkort af te kunnen ronden met een bestuurlijke afspraak tussen Rijk en regio op grond waarvan de regio voortgang kan boeken op de versterking en onze inwoners een vorm van compensatie wordt geboden. De punten over de versterking die uit onze analyse op het vaststellingsbesluit naar voren kwamen zijn in deze gesprekken over de versterking betrokken.
• Daarnaast willen wij in onze regionale brief het probleem rondom de stapeling van schade bij de minister naar voren brengen. Wij
constateren dat voor inwoners die onder de werking van het
Groningenveld leven en werken én onder de werking van een andere mijnbouwactiviteit (een klein gasveld of zoutwinning) verschillend wordt omgegaan met de afhandeling van schade. Wij vinden dat deze verschillen moeten worden weggewerkt.
• Tenslotte vragen wij in onze regionale brief alvast aandacht voor het meewegen van de veiligheid van de omwonenden van Grijpskerk in het onderzoek dat de minister nu laat doen naar de mogelijkheid van de ombouw van deze opslag van hoog- naar laagcalorisch gas. De
Bladzijde 3
afbouw van het Groningenveld mag niet ten koste gaan van de veiligheid van andere inwoners.
Conclusie
Wij hebben ons besluit om geen beroep in te stellen tegen het
vaststellingsbesluit in nauw overleg met de regio genomen. De bestuurders binnen de regio hebben eveneens het voornemen om niet in beroep te gaan maar de regionale punten in een gezamenlijke brief aan de ministers te adresseren en hier rechtstreeks met de minister over te overleggen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen,
burgemeester, secretaris,
Koen Schuiling Christien Bronda
Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.