• No results found

Arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters tot 2006: tweedeling op de arbeidsmarkt blijft bestaan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters tot 2006: tweedeling op de arbeidsmarkt blijft bestaan"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Arbeidsmarktperspectieven voor

schoolverlaters tot 2006: tweedeling op de arbeidsmarkt blijft bestaan

Dr. F. Cörvers, drs. B.J. Diephuis, drs. B. Golsteyn, drs. Ph. Marey,1De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2006, Researchcentrum voor onderwijs en arbeids- markt ROA-R-2001/8, Universiteit Maastricht, november 2001.

Toekomstperspectieven naar opleiding

Perspectieven op de arbeidsmarkt worden berekend op grond van de uitbreidingsvraag, de vervangings- vraag en de instroom van schoolverlaters op de ar- beidsmarkt. De uitbreidingsvraag geeft de ontwikke- ling weer van de werkgelegenheid in een bepaalde beroepsgroep of voor een bepaald opleidingstype.

Naast de uitbreidingsvraag is er op de arbeidsmarkt

sprake van een vervangingsvraag door – al dan niet vervroegde – pen- sionering, arbeidsongeschiktheid, tijdelijke terugtreding van de ar- beidsmarkt, beroepsmobiliteit, en- zovoort. Er wordt overigens alleen van vervangingsvraag gesproken voor zover het vertrek van een werknemer ook daadwerkelijk leidt tot vraag naar een nieuwkomer. Bij een toename van de werkgelegen- heid vormen de uitbreidingsvraag en de vervangingsvraag samen het aantal baanopeningen voor nieuw- komers op de arbeidsmarkt. Tegen- over deze totale vraag naar nieuw- komers staat het verwachte aanbod van nieuwkomers, dat bestaat uit de toekomstige arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters, de verwachte doorstroom naar een ander oplei- dingstype vanwege het afronden van post-initiële vervolgopleidingen, en het nog bo- ven de markt zwevende aanbod van kortdurig werk- lozen aan het begin van deze periode.

Figuur 1 geeft het percentage schoolverlaters weer binnen een bepaalde opleidingscategorie waarvoor de perspectieven op de arbeidsmarkt goed tot zeer goed, redelijk dan wel slecht of matig zijn. Zo kun- nen alle afgestudeerden die een opleiding binnen

112 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2002

De studie die het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeids- markt (ROA) vorig jaar uitvoerde, heeft als doel inzicht te ver- schaffen in de huidige en toekomstige arbeidsmarktsituatie van verschillende beroepsklassen en opleidingscategorieën. Hierbij gaat de centrale aandacht uit naar de verwachte ontwikkelin- gen op de middellange termijn. Er is voor een tijdshorizon geko- zen van 5 jaar om een zo goed mogelijk beeld te kunnen geven van de arbeidsmarktsituatie bij het afstuderen van degenen die thans aan het begin van hun studie staan. Deze informatie is van belang voor zowel het geven van voorlichting aan degenen die willen beginnen aan een studie als het nemen van beleidsbe- slissingen door instanties die betrokken zijn bij de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

(2)

WO economie hebben afgerond erop rekenen dat voor hun opleidingsrichting (binnen WO econo- mie) ten minste goede perspectieven op de arbeids- markt zullen zijn in 2006, terwijl dit voor bijna nie-

mand met een VMBO-diploma geldt. Uit de figuur blijkt dat 41% van het totaal aantal schoolverlaters een (zeer) goed perspectief heeft, maar dat het per- centage schoolverlaters met een slecht of matig per-

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2002 113 Figuur 1.

Percentage schoolverlaters en afgestudeerden naar verwacht arbeidsmarktperspectief in 2006.2

Bron: ROA.

(3)

spectief met 37% bijna even groot is. In de figuur komt de tweedeling op de arbeidsmarkt duidelijk naar voren: er zijn vrijwel alleen goede tot zeer goede perspectieven voor MBO’ers, HBO’ers en WO’ers.

Voor de vijfjaarsperiode van 2001 tot 2006 betekent dit dat 125 000 van de ca. 340 000 schoolverlaters die jaarlijks instromen op de arbeidsmarkt,3 een ongunstig arbeidsmarktperspectief hebben. Het zijn voornamelijk schoolverlaters van het VMBO en het HAVO/VWO die met de gevolgen hiervan, zoals werkloosheid, slechtere arbeidsvoorwaarden en werk onder het opleidingsniveau, worden gecon- fronteerd. Toch zijn de toekomstige arbeidsmarkt- perspectieven voor schoolverlaters van sommige opleidingstypen op VMBO-niveau gunstig, zoals bijvoorbeeld voor VMBO beveiliging. Voor school- verlaters van dit opleidingstype wordt zelfs een goed arbeidsmarktperspectief verwacht.

Ook blijkt uit figuur 1 dat de perspectieven voor schoolverlaters van het MBO met name goed zijn voor de richtingen MBO landbouw en techniek en MBO economie. Voor schoolverlaters van deze twee opleidingsrichtingen zijn de perspectieven alleen slecht of matig als zij een opleiding in MBO milieu en groene ruimte, MBO grafische techniek, MBO brood en banket en MBO levensmiddelentech- niek/vleesverwerking hebben gevolgd. Het aantal schoolverlaters met een ongunstig arbeidsmarktper- spectief binnen MBO dienstverlening en gezond- heidszorg is daarentegen aanzienlijk (40%), vooral vanwege het relatief grote aantal schoolverlaters van MBO sociaal-cultureel en MBO uiterlijke verzor- ging, waarvoor een matig perspectief geldt. Daaren- tegen heeft bijvoorbeeld MBO verpleging een zeer goed arbeidsmarktperspectief vanwege de lage ar- beidsmarktinstroom en de hoge vervangingsvraag.

Schoolverlaters van het HBO of WO kunnen, zoals opgemerkt, in het algemeen goede tot zeer goe- de arbeidsmarktperspectieven verwachten. Voor schoolverlaters van het hoger onderwijs zijn er al- leen voor enkele opleidingstypen van het HBO slechte of matige vooruitzichten. Binnen de oplei- dingscategorie HBO economie is het slechte ar- beidsmarktperspectief voor HBO toerisme en recre- atie te wijten aan een erg lage vervangingsvraag en een erg hoge arbeidsmarktinstroom van het niet-re- guliere onderwijs. Verder zijn de arbeidsmarktper- spectieven voor schoolverlaters van HBO commu- nicatie en journalistiek en HBO personeel en arbeid,

beide binnen de opleidingscategorie HBO sociaal- cultureel, matig.

Knelpunten in de personeelsvoorziening

Het spiegelbeeld van de arbeidsmarktperspectie- ven voor schoolverlaters zijn de toekomstige knel- punten in de personeelsvoorziening voor werk- gevers. Ook hier komt de eerder genoemde tweedeling van de arbeidsmarkt duidelijk naar vo- ren: er zijn vrijwel alleen grote tot zeer grote knel- punten in de personeelsvoorziening voor MBO’ers, HBO’ers en WO’ers. Deze knelpunten hebben be- trekking op 40% van de schoolverlaters, terwijl voor maar liefst de helft van de schoolverlaters geen knel- punten op de arbeidsmarkt bestaan.

De pedagogische beroepen en de medische en pa- ramedische beroepen geven de grootste toekomsti- ge knelpunten in de personeelsvoorziening te zien.

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de hoge vervangingsvraag en de lage arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters met een geschikte opleidings- achtergrond voor deze beroepen. Dit betekent dat knelpunten in de personeelsvoorziening voor de be- roepen in het onderwijs en de zorg de komende ja- ren het grootst blijven. Voor de agrarische beroe- pen, de transportberoepen en de verzorgende en dienstverlenende beroepen worden daarentegen vrijwel geen knelpunten verwacht.

Dr. F. Cörvers Drs. B.J. Diephuis Drs. B. Golsteyn Drs. Ph. Marey ROA

Noten

1. De auteurs zijn werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de universiteit Maastricht. Zie voor een beschrijving van het onderzoeks- programma van het ROA bijvoorbeeld Nieuwsbrief van het steunpunt WAV, 8ste jaargang, nr. 4. dec 1998.

2. WO = wetenschappelijk onderwijs, HBO = hoger beroeps- onderwijs, MBO = middelbaar beroepsonderwijs en VMBO

= voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.

3. Dit is inclusief de schoolverlaters en afgestudeerden van het post-initieel onderwijs.

114 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2002

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 12.5: Sector Gedrag & maatschappij: percentage studenten dat bij hun opleiding (zeer) ontevreden is over de opleiding als basis voor verdere ontwikkeling gekruist met

Tabel 12.7: Sector Techniek: percentage hbo bachelor-afgestudeerden dat tevreden is over de basis die de opleiding vormt voor de start op de arbeidsmarkt, naar de subsectoren wis-,

Uit bovenstaande volgt dat deze vakken momenteel natuurwaarden kennen en natuurpotentie hebben en vanwege het aaneengesloten lintvormig voorkomen van de zoutplanten wil ik voor

Samen met de doelgroep zelf, hun thuismilieu, buurtvrijwilligers en andere professionele partners schept het jongerenwerk een stimulerende pedagogische omgeving, waarin

Die mensen zullen deels op een andere plek in de instelling werk kunnen krijgen, maar dat geldt niet voor iedereen. Personeel dat bij de bbl­opleidingen betrokken is, heeft

De studenten leggen de pm’ers voorstellen voor met betrekking tot de beeldvorming, beeld naar de organisatie, het beleidsplan en het geschreven stuk waar hun bestaande manier van

Veel geïnterviewde hbo’ers met een migratieachtergrond vermoeden zelf (wel eens) gediscrimineerd te zijn bij de beoordeling van de sollicitatiebrief. Signalen zijn het grote

Evenals in deze eerste variant gaan we ervan uit dat ongeveer 20 procent van de populatie daad- werkelijk (per saldo) meer spaart door deze verplichting. In de eerste sub-variant