• No results found

N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818 - Hoofdstuk IV NOVIKOV EN HET MAÇONNIEKE WESTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818 - Hoofdstuk IV NOVIKOV EN HET MAÇONNIEKE WESTEN"

Copied!
105
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische

schrijver, publicist en uitgever 1744-1818

de Kok, A.C.H.M.

Publication date

2000

Link to publication

Citation for published version (APA):

de Kok, A. C. H. M. (2000). N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een

Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Hoofdstukk IV

N O V m O V E N H E T M A g O N N I E K EE W E S T E N

T HH B3RACA o6pa6oTaTb H o6cenb AHKOiïï KaMeHb no o6pa3y H no rroAoGnio KyÖHMecKoroo KaMHH. BOT pa6oTa, KOTOpyio

TMM n p H H R A H H a KOTOpyiO TM o6fl3aACH. (HOBHKOBB KAïoMapeBy, OKT. 3, 1811 roAa)695

Inleiding g

Hett ma$onnieke Oosten is in het vorige hoofdstuk beschreven als symbolischee voorstelling van de transcendente relatie van de vrijmet-selaarr met zijn Opperbouwmeester. Het spirituele licht komt uit het Oostenn en valt op het materiële Westen. Het ma?onnieke Westen symboliseertt de relatie van de ma§on met de naaste in de samenle-ving. .

Inn de eerste decennia na het stichtingsjaar van de vrijmetsela-rijrij in 1717 was van een aparte, 'ma^onnieke' moraliteit nog geen sprake.. Aan het einde van de jaren dertig en in de tweede helft van de achttiendee eeuw kwam daarin verandering door de vrijmetselaars Andreww Michaell Ramsay en Gottfried Ephraim Lessing. Zij gaven de mac.onneriee een specifiek ethisch-morele dimensie. Hun opvattingen vloeidenn voort uit het hart van het magonnieke rituaal, uit de symbo-liekk van de ruwe en kubieke steen. Hierin lag voor de mac,on de op-drachtt besloten om in zijn relatie met de naaste en de samenleving en

6955

Vertaling: *Je hebt het op je genomen in jezelf de ruwe steen te bewerken en tot eenn kubieke steen te vormen. Dat is de arbeid die je aanvaard hebt en waartoe je je verplichtt hebt.'Novikov aan Kljucarcv, okt. 3, 1811.

(3)

onderr het 'oog' van de Opperbouwmeester des Heelals, naar morele volmaaktheidd te streven.

Hett absolutisme bepaalde in de achttiende eeuw de maat-schappelijkee omgeving waarin de loges in Europa actief waren. Het pogenn van de magon om de magonnieke opdracht in de samenleving daadwerkelijkk te verwezenlijken was een potentiële bedreiging voor dee autocratie. Echter, vanuit de christelijke overtuiging dat de macht vann de kroon voortvloeit uit de voorzienigheid Gods, heeft de vrij-metselarijj vanaf het moment dat haar Constitutions het licht zagen haar ledenn gewezen op hun plichten tegenover koning en overheid. Daar-meee werd de maatschappelijke opdracht die uit de magonnieke sym-boliekk voortvloeide begrensd en kon de magonnerie in principe geen politiekee beweging worden. Ook in Rusland erkende de vrijmetselarij dee centrale symboliek en de daaruit voortvloeiende maatschappelijke missie.. Catharina de Grote tolereerde aanvankelijk de activiteit van de vrijmetselarij,, maar toen haar leden als magons in de samenleving naarr buiten traden, greep zij in. Vrijmetselaars als Radiscev en No-vikovv hebben dat aan den lijve ondervonden. Beiden omdat zij in hunn doen en laten naar de mening van de tsarina de grenzen van de autocratiee overschreden.

Dee kwaliteit van de uitvoering van de magonnieke opdracht inn het Westen hing nauw samen met het beoefenen van moraliteit. Aann Novikovs werken in de samenleving liggen magonnieke deug-denn ten grondslag. Deze deugden waren voor Novikovs handelen doelstellingg en tegelijk richtsnoer en zijn opvattingen daarover vinden uitdrukkingg in de keuze van de spirituele werken die hij uitgaf en de maatschappelijkee activiteiten die hij ontplooide.

Novikovv is als magon tussen 1779 en 1789 tien jaar maat-schappelijkk actief geweest. In die tijd waren er twee organisaties die in zijnn leven centraal stonden: De Drufyskoe uóenoe oblcestvo en de Tijxgra-JiceskajaJiceskaja Kompanija. De eerste organisatie is verbonden met de persoon

vann Schwarz, op de tweede heeft Novikov zijn stempel gedrukt. De

DrufyskoeDrufyskoe ucenoe obl&stvo was het platform voor pedagogische initiatie-venn en filantropische projecten. De Tipografiëeskaja Kompanija was op

haarr hoogtepunt een combinatie van drie drukkerijen en de bron van waaruitt een stroom spirituele boeken naar alle uithoeken van Rusland vloeide.. Novikov voerde tevens het bewind over de universiteits-drukkerijj en de rozenkruizers hielden er nog een geheime drukkerij

(4)

opp na. Het is slechts bij benadering bekend hoe groot de stroom boekenn in totaal was en onder welke titels zij de drukkerijen verlieten. Doorr Catharina's beleid van beslaglegging en verbranding is veel verlorenn gegaan.

Omm de brede spirituele interesse van de vrijmetselaars te illu-strerenn zal in dit hoofdstuk een ruime selectie titels worden gegeven. Volledigheidd is uiteraard niet mogelijk. Bij de Russische titels van de gepubliceerdee en geselecteerde werken zal een (vrije) vertaling wor-denn gegeven. Onder de werken die genoemd worden bevinden zich velee vertalingen uit de klassieke of West-Europese talen waarvan de titelss niet zelden vrije interpretaties zijn van de originele.696 In het Russischh getranscribeerde buitenlandse auteursnamen worden waar mogelijkk Vertaald'. Echter, niet zelden is ook de naam van de oor-spronkelijkee auteur niet meer vast te stellen.

Eenn belangrijke activiteit van de ma$on in het Westen was hett beoefenen van verschillende vormen van liefdadigheid. Doordat dee beide organisaties van de vrijmetselaars over veel geld konden be-schikken,, hadden zij de mogelijkheid om zich op diverse terreinen in tee zetten. De activiteiten van de masons gedurende tien jaren, globaal tussenn 1780 en 1790, riepen reacties op die op een gegeven moment tott serieuze anti-masonnieke tegenstand leidden. De eerste tekenen vann oppositie werden zichtbaar op de universiteit, maar nog slechts in dee gedaante van alledaagse collegiale jaloezie. Toen echter de stroom religieuzee boeken op gang kwam en de maatschappelijke initiatieven vann de Moskouse macons zich merkbaar ontwikkelden, kreeg de op-positiee een duidelijke vorm. De natuurlijke argwaan die bij kroon en kerkk tegen vrijmetselaars bestond, veranderde door de activiteiten vann de laatsten in openlijke vijandigheid. IJverige en ambitieuze functionarissenn van het tweede echelon van beide instituten voorza-genn hun leiders van zodanig belastende informatie dat de potentiële dreigingg die van de macpnnerie uitging, voor kroon en kerk een reëel gevaarr leek. De contacten met de kroonprins Paul I, de betrekkingen mett de Berlijnse voormannen en de vermeende negatieve rol van de vrijmetselarijj in de Franse revolutie, vormden een reeks redenen op

6966

Zie ook de noot waarin Trubeckoj is aangehaald die klaagde over slechte vertalin-genn van Duitse teksten. Over problemen met titels en het ontbreken van de juiste namenn van auteurs, zie: Gilly, 1993, p. 25.

(5)

basiss waarvan de tsarina Novikov uiteindelijk gevangen liet zetten. Dezee redenen kwamen voort uit angst voor het verlies van haar troon.. Voor de kerk vormde Novikov geen fysieke bedreiging, maar eenn spirituele. Hij was in haar ogen een neo-schismaticus. Deze be-schuldigingg had als grond de vrees voor aantasting van haar religieuze monopolie. .

Novikovv bleef tot het einde van zijn leven een overtuigd macon. Na zijnn vrijlating uit de gevangenis in 1796 is hij nog ruim twee decennia magonmekk actief geweest. Hij vormde persoonlijk het centrum van dee [Russische] rozenkruizers, lang nadat het Berlijnse centrum ter zielee was gegaan. Maar niettegenstaande zijn activiteiten in de theore-tischee graad van de rozenkruizers is hij trouw gebleven aan de oor-spronkelijkee drie Johannesgraden. Die vormden voor hem de basis vann de vrijmetselarij.

Dee opdracht in het Westen

Inn esoterische bewegingen huldigde men de stelling dat de mens God alleenn waarachtig kan beleven als hij actief aan de samenleving deel-neemt.. Er werd een relatie verondersteld tussen de manier waarop de menss in de wereld actief is en de kwaliteit van zijn verhouding met Godd Goed leven in deze wereld was de eerste voorwaarde voor een zinvoll betreden van de transcendente weg. Hermes Trismegistus, die inn een versie van de maconnieke Constitutions [1726] een 'great maso-nicc teacher'697 werd genoemd, heeft daar veel over gezegd In het al-lerheiligstee vertrek van de Egyptische tempel, waar de driewerf grote Hermess aan zijn medebroeders de geheimnissen van de Kosmos zou onthullen,, onderwijst hij Asclepius als volgt:

'Dee Heere en maker van het heelal, die wij God plegen te noe-men(...)bepaaldee dat alle mensen zo moesten zijn, een synthese vann lichaam en ziel in de juiste verhouding. Zo vormde hij de menss als een wezen dat eeuwig en tegelijk sterfelijk is, zó dat het levendee wezen, dat zo gevormd was, aan zijn dubbele beste

m-6977

The Book Book Cf the Antient GonstiMJonsofThe Free & Accepted Masons, 1726, pp. 6, 7.

(6)

mingg kon voldoen: om met zijn ziel de goden des hemels te bewonderenn en te aanbidden, en om met zijn lijf het aardrijk te bebouwenn en te beheren.'698

Quispell schrijft dat de schrijver van Asclepius telkens terugkomt op dee positieve opdracht van de mens: hij zorgt voor de aarde, hij be-heertt het aardrijk en zorgt ook voor de lagere wereld. Die missie herinnertt aan het boek Genesis waarin de Heere God de mens in de tuinn van Eden plaatst om die te bewerken en te beheren. Francis Ya-tess verbindt die opdracht met de vrijmetselarij:

ee is there such a combination as this of religious tolerati-on,, emotional linkage with the mediaeval past, emphasis on goodd works for others and imaginative attachment to the religi-onn and the symbolism of the Egyptians? The only answer is(.... )in Freemasonry'.699

Tochh heeft de 'emphasis on good works for others' in de vorm van eenn macpnnieke opdracht aan de vrijmetselaar, pas in de tweede helft vann de achttiende eeuw duidelijk gestalte gekregen. In de Old Charges, zoalss bekend de categorie van Engelse en Schotse handschriften die reglementenn bevatten van de [operatieve] loges van vóór 1717, komt daaromtrentt niets voor.700 De moraliteit in de toenmalige loge ver-schildee nog niet van die van de samenleving waarin zij actief was. Ookk in de eerste speculatieve loges na 1717 werd nog niet gesproken overr een opdracht aan de ma^on om zich in de samenleving te mani-festeren.. James Anderson die bij de samenstelling van het Book of Constitutionss de pen hanteerde, schreef daar ook niet over. Macon-niekee moraliteit' (Kwaadgras) gericht op een hoger doel was echter well al sluimerend aanwezig. De Engelse vrijmetselaars karakteriseer-denn hun beweging niet zonder reden als 'a peculiar system of Mora-lity'.. De moraliteit die de vrijmetselarij zou moeten gaan onderschei-denn van de samenleving, was in de symboliek en ritualistiek van dit 'peculiarr system' ingebouwd. De vrijmetselaar die in die eerste jaren 6988

Asdepius, pp. 50, 51.

6999 Frances Yates, 1964, p. 274.

7000

Kwaadgras, 1993, p. 220. E.P. Kwaadgras is classicus en conservator van de ver-zamelingg van de Orde der Vrijmetselaren. Hij is o.a. auteur van het artikel 'Op zoek naarr de ware Vrijmetselarij, Novikov en de Russische vrijmetselarij in de 18c eeuw'.

(7)

vann de speculatieve magonnerie na 1717 tijdens zijn inwijding met de bouwsymboliekk kennis maakte, begreep dat hij in de loge zó aan zichzelff zou dienen te werken als zijn historische broeders-steenhouwerss aan tempel of kathedraal. Die 'bouwactiviteit' die hij symbolischh op zichzelf richtte, behoorde in hem de juiste instelling te scheppenn voor reflectie en zelfonderzoek. Had hij zich die instelling eenmaall verworven, dan zou hij op weg zijn om ten behoeve van de logee en de broeders een beter mens te worden. Dat hij door arbeid aann zichzelf ook een sieraad voor de samenleving kon worden en doorr voorbeeld en daad de maatschappij positief zou kunnen beïn-vloeden,, was nog niet expliciet aan de orde.

Enigee decennia later, toen de magonnieke beweging zich op hett continent had verbreid, werd een eerste poging ondernomen om dee mafonnerie een specifieke moreel-ethische dimensie te geven, 'een bovenbouww van humanitair idealisme'.701

Zoalss bekend speelde de Schotse vrijmetselaar Andrew Michael Ramsayy een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de magonnerie in Frankrijk.. Hij had in 1737 in zijn beroemde Oratie in de Grootloge vann Frankrijk alle verlichte geesten opgeroepen zich achter zijn idee-enn te scharen over één universele democratische republiek. Hij ver-klaarde: :

'less hommes ne sont pas distingués essentiellement par la diffe-rencee des langues qu'ils parlent, des habits qu'ils portent, des payss qu'ils occupent, ni des dignités dont ils sont revêtus. Le mondee entier n'est qu'une grande république, dont chaque nati-onn est une familie, & chaque particulier un enfant.702

Hijj ontvouwde deze gedachten tijdens een inwijding van nieuwe broederss en vroeg daarmee van de gehele mac,onnerie aandacht voor dee wereld buiten de loge. Voor Ramsay mocht de loge geen gesecula-riseerdriseerd klooster zijn waar de broeders zich alleen bezig hielden met hett zoeken naar de transcendente waarheid. Hij bood hun de weg der

70ii Ibid., p. 225.

7022 Uit: redevoeringen opgenomen in Lettres de M. de Vfoltaite?], avec plusieurs pieces de

différentsdifférents auteurs, La Haye, 1738, pp. 47-70: Discours Prononoé a la Reception des Free-Magons.Magons. ParM. de Ramsay, grand Orateur de VOrdre. Kwaadgras, ibid, p. 221.

(8)

moraliteit,, een route waarlangs eenieder individueel en in gezamen-lijkheidd aan zijn grand design zou kunnen bijdragen. Hij hield hun voor datt de vrijmetselarij het centrum kon zijn van waaruit impulsen zou-denn kunnen uitgaan ter stimulering van de ontwikkeling van een rechtvaardigee samenleving. Hij sprak van een moraal die tot méér zou moetenn leiden dan het verrichten van normale maatschappelijke deugden.. Daartoe zouden de broeders zich in de loop van de leerlin-gentijdd moeten wijden aan het beoefenen van 'les vertus morales & philantropes',, aan de beoefening van het goede en aan liefdadigheid diee verder reikte dan de broederkring. In de graad van gezel waren hett 'les vertus héroïques' (morele kracht en standvastigheid) die moestenn worden ontwikkeld; in de meestergraad dienden in zijn visie 'less vertus surhumaines & divines' centraal te staan: deugden die, in hett licht van het goddelijke plan, de meester zouden verheffen boven hett aardse bestaan.703

Overr de rol die Ramsay bij de ontwikkeling van de mac,onne-rierie heeft gespeeld schrijft Paul Naudon tot slot:

'Lee plus eminent service que Ramsay ait rendu a cette franc-macpnnerie,, c'est de lui avoir donné(...)une veritable charte et unn code general de pensee et d'action.704

Zoalss aangegeven was de mac,onnieke beweging in het Duitsland van dee jaren zeventig ver afgeraakt van haar oorspronkelijke Engelse moederloge.. Creatieve voorzittend-meesters hadden onder invloed vann wat zij in Frankrijk en Zweden aan esoterische 'kennis' hadden opgedaan,, eigen systemen ontwikkeld en veel vrijmetselaars stonden verr af van de geest der verlichting. Het was ook niet te verwachten datt uit hun midden iemand zou opstaan die a la Ramsay over de op-drachtt van de vrijmetselarij fundamentele vragen zou stellen. Die vragenn werden in Duitsland gesteld door een maconniek geïnteres-seerdee buitenstaander: de dichter en filosoof Lessing.

Dee mac,onnieke beweging had in weerwil van Ramsay -geenn specifiek gedachtegoed dat actie vroeg, maar had bouwsynboliek die actiee impliceerde. Deze symboliek had in principe een sociaal-ethischee en en maatschappelijke lading. Een magon die in een

atmos-7033 Ibid, p. 222. Naudon, p. 22.

7044

(9)

feerr van vrijheid, gelijkheid en broederschap de arbeid in de loge seri-euss opvatte, zou het sociale en ethische geweten dat hij in de loge ontwikkeldee ook in de samenleving laten spreken.705 In Frankrijk had Ramsayy de consequenties van de mac,onnieke symboliek expliciet vormm gegeven; in Duitsland zou Lessing daarvan de belangrijkste woordvoerderr worden.706 Lessing, zo schrijven Lennhoff en Posner,

'darf(...)alss der Künder des philosophischen und sozialethi-schenn Gedankeninhaltes der Freimaurerei bezeichnet werden. Wiee in Engeland Desaguliers der Begründer der formalen Frei-maurereii der freimaurerischen Neuzeit ist, so ist in Deutschland Lessingg der eigentliche Begründer der freimaurerischen Huma-nitatslehree geworden.707

Gottholdd Ephraim Lessing [1729-1781] kwam door vriendschap met enkelee magons als jong- volwassene in contact met de vrijmetselarij enn raakte geïnteresseerd in het magonnieke geheim. Aan het einde vann de jaren zestig was hij in Wolfenbüttel in dienst van de 'Freimau-rerherzoge'' von Braunschweig en hij had in de nabijheid van de her-togg de gelegenheid om de magonnerie te bestuderen en zijn gedach-tenn daarover op papier te zetten. Hij meende dat hij begreep wat haarr geheim inhield zonder ingewijd te zijn en wilde daarover publi-ceren.. In 1771, in Hamburg, toonde hij zijn magonnieke vrienden een manuscriptt waarin hij zijn ideeën over de ware vrijmetselarij uitge-werktt had. Maar zij raadden hem af het geschrift te publiceren omdat veell van wat hij geschreven had weliswaar niet onjuist was, maar niet aann de publiciteit behoorde te worden prijsgegeven. Publicatie zou zijnn eventueel toetreden tot de loge bemoeilijken. Men was over de wenselijkheidd daarvan onder de vrijmetselaars toch al verdeeld Zo wildenn sommigen de dichter graag inlijven, anderen vreesden - in een 7055 Dat dit bij Novikov en andere vrijmetselaars leidde tot 'verlicht* handelen, maakte

henn geen 'verlichters*, maar goede magons.

7066

Salem Town, een Amerikaanse vrijmetselaar en gedeeltelijk een tijdgenoot van Novikov,, liet zich in de Anglo-Amerikaanse vrijmetselarij over de universele op-drachtt van de mac,on op soortgelijke wijze uit als Ramsay en Lessing. *... the princi-pless of Speculative Freemasonry, in every shape, when carried into practice, aim di-rectlyy at the allevetion of human misery, the advancement of the peace, the harmony andd happiness of society, and the friendship and brotherly affections of all the inha-bitantss of the earth.' GUck, p. 157.

(10)

logee die werd overheerst door de ritualistische wildgroei van de Strictee Observantie - de kritische geest van Lessing. De voorstanders vann een lidmaatschap van Lessing wonnen de interne discussie en op 144 oktober 1771 trad hij toe tot de Hamburgse loge 7u den dm' Rosen. Dee tegenstanders van Lessings toetreden kregen echter gelijk: Lessing keerdee na zijn inwijding als een teleurgesteld man huiswaarts. De ce-remoniee was slecht voorbereid, verliep niet volgens de voorgeschre-venn procedures en had een geïmproviseerd karakter. Maar zijn teleur-stellingg betrof vooral de inhoud van de inwijding. Zijn onvrede met zijnn toetreding werd korte tijd later nog versterkt door een brief van dee Landesgmssmeister Zinnendorf, waarin van hem geëist werd dat hij zijnn manuscript, dat in maconnieke kring circuleerde, vóór publicatie aann hem zou voorleggen. De toenmalige Grootmeester van de Grootlogee van Duitsland had daartoe de bevoegdheid.708 Lessing liet zichh ervan overtuigen dat het beter was het niet te publiceren. Het verscheenn uiteindelijk pas in 1778 onder de titel Ernst und Folk. Hoe-well Lessing het logeleven aan zich voorbij liet gaan - hij is na zijn inwijdingg nooit meer in de loge verschenen - bleef het potentiële ethisch-morelee gedachtegoed van de vrijmetselarij hem in hoge mate boeien.. In Ernst und Folk legde hij daarvan getuigenis af.

ErnstErnst und Folk is een serie gesprekken tussen de vrijmetselaar Falk en zijnn vriend Ernst. Deze is geïntrigeerd door de maconnieke beweging, inn het bijzonder door het maconnieke geheim. Falk kan op de vraag vann zijn vriend wat dat geheim nu is, niet zonder meer antwoord ge-ven.. Hij kent het geheim wel maar kan het, zoals vele van zijn broe-ders,, niet onder woorden brengen. Dat vindt Ernst vreemd:

'Sonderbar!! - Da also selbst die Freimaurer, welche das Ge-heimniss ihres Ordens wissen, es nicht wörtlich mitteilen ken-nen,, wie breiten sie denn gleichwohl ihren Orden aus?\

Falkk antwoordt daarop:

THirchh taten. - Sie lassen güte Manner und Jünglinge, die sie ihress naheren Umgangs würdigen, ihre Taten vermuten, erraten -- sehen, so weit sie zu sehen sind; diese finden Geschmack dar-ann und tun ahnliche Taten.709

7088

Lessing, noot I, p. 93.

7099

(11)

Ernstt kende wel enkele concrete voorbeelden van goede 'daden': De Zweedsee vrijmetselarij had ter gelegenheid van de geboorte van prin-sess Sophie Albertine in 1753 in Stockholm een weeshuis opgericht. Inn Dresden hadden vrijmetselaars naar aanleiding van een hongers-noodd in 1770-1771 zich over de armen in het Erzgebergte ontfermd enn in dat gebied arbeidsprojecten opgezet. In 1772, in Friedrichstadt, werdd voor wezen een school opgericht die zich later zou ontwikkelen tott een onderwijs en opvoedingsinstelling in Dresden-Striesen.710 Hett lid van het raadscollege van het hof, Friedrich Karl Liebeherr, voorzittend-meesterr van de loge St. Charles de ['indissoluble in Braun-schweig,, had in 1769 een plan ontworpen voor een instituut waarin jongenss in wiskunde en Frans werden onderwezen. En de vrijmetse-larijj in Berlijn ondersteunde financieel een ScbüJe der Menschenfieund-IkhkeitIkhkeit und guter Kerminisse fiir Lemende und Junge Lener in Dessau.711 Falkk beaamde dit soort daden maar zij waren voor hem niet

pri-mair.7122 De ware daden van de vrijmetselaar lagen volgens hem op eenn ander niveau: 'Die wahren Taten der Freimaurer zielen dahin, urn grössenteilss alles, was man gemeiniglich gute Taten zu nennen pflegt, entbehrlichh zu machen'.713 Falk bedoelde hiermee dat de vrijmetse-laarr zo aan de samenleving dient te werken dat scheidsmuren worden geslecht,, vooroordelen over nationaliteit, geloof of stand worden weggenomenn en dat er geen onrechtvaardigheid meer zal zijn. Falk vraagtt van de vrijmetselaar 'opera supererogtta\ goede werken die het normalee plichtsgevoel te boven gaan. De ware vrijmetselaars zijn vol-genss hem:

'' „.Manner...die über die Vorurteile der Völkerschaft hinweg warenn und genau wüssten, wo Patriotismus Tugend zu sein auf-höret.... Manner... die dem Vorurteile ihrer angebomen Religion nichtt unterlagen; nicht glaubten, dass alles notwendig gut und wahrr sein müsse, was sie fiir gut und wahr erkennen. Man-ner.... welche bürgerliche Hoheit nicht blendet und bürgerliche

7100 Ibid, p. 96, noot 14. 7111 Ibid., p. 96, noot 17. ™™ Ibid, p. 16. 7133 Ibid, p. 17.

(12)

Geringfügigkeitt nicht ekelt; in deren Gesellschaft der Hohe sich gernn herablasst und der Geringe sich dreist erhebet.714

Dee opvatting van de beide Duitse onderzoekers Lennhoff en Posner, datt Lessing in Duitsland *der eigentliche Begründer der freimaureri-schenn Humanitatslehre geworden' is, wordt algemeen in maconnieke kringg aanvaard, ook buiten Duitsland. Kwaadgras schrijft: TDoor vrijmetselarenn is Lessing in elk geval steeds met graagte geïncorpo-reerd,, ook al was hij dan slechts eenmaal daadwerkelijk in een loge'. Zijnn geschriften veroorzaakten onder Duitse vrijmetselaars echter enigee opschudding omdat hij had geprobeerd het voor de buitenwe-reldd zo intrigerende maconnieke geheim publiekelijk van zijn sluiers tee ontdoen. Er was geen geheim - had hij aangegeven - en als het er was,, dan kenden de magons het zelf niet of konden het niet onder woordenn brengen. Dat Lessing had gesteld dat het maconnieke ge-dachtegoed,, ingekaderd in symboliek en rituaal, iedere vrijmetselaar zouu moeten aansporen tot maatschappelijke activiteit die de normale liefdadigheidd oversteeg, was geen punt van kritiek. Integendeel: een macpnn die zijn arbeid in de loge serieus opvatte, moest immers weten datt de ritualistiek en symboliek vann de eerste drie graden in hun uiter-stee consequentie 'opera supererogata' eiste.

Ramsayy in Frankrijk en Lessing in Duitsland waren op het Europesee continent de magons die de maatschappelijke consequen-tiess van de maconnieke symboliek openlijk in een universeel huma-nitairr kader plaatsten. In een tijd waarin het absolutisme heerste, schaardenn zij zich met hun ideeën aan de zijde van de verlichting. Andersonss Book of Constitutions bevatte geen maconnieke moraliteit, nochh hoge maatschappelijke idealen, maar het sprak zich wel uit over dee vraag welke houding de vrijmetselaars tegenover het gezag dien-denn in te nemen. De macon behoorde een vreedzaam onderdaan te zijnn van het burgerlijke gezag en behoorde nooit betrokken te zijn bij samenzweringenn tegen de natie. Uit de ontstaansgeschiedenis van de vrijmetselarijj komt naar voren dat de loges in het absolutistische Eu-ropaa van de achttiende eeuw voor veel ontwikkelde burgers, behalve eenn sociëteit, ook een vrijhaven was waarin zij van de *tolwetten' van kerkk en politiek verschoond bleven. Vrijheid kon de burger onder het 7144

(13)

absolutismee alleen in zichzelf beleven of, in stilte, binnen een kring gelijkgezinden.. De tot de loge toegetreden burger kon in haar beslo-tenheidd de ruimte vinden om op eigen wijze, in samenspraak met an-deren,, op zoek te gaan naar de zin van zijn bestaan. Binnen die kring vondd hij in principe de verwerkelijking van de idealen waar de mens naarr verlangt: broederschap, uitgedrukt in vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheidd Niettemin bleef deze burger een onderdaan van het absolutistischee staatsbestel en had zich daar buiten de loge naar te gedragen.. Maar ondanks het feit dat de loges in hun statuten nadruk-kelijkk loyaliteit betuigden aan het regerende politieke systeem en de heersendee godsdienst, en die loyaliteit ook betrachtten, groeiden zij in dee ogen van een aantal autocraten uit tot potentiële haarden van ver-zet.7155 Er zijn vele beschouwingen geschreven over de vermeende rol diee de Franse vrijmetselarij in de Franse revolutie zou hebben ge-speeld.. Daadwerkelijke betrokkenheid is echter nooit aangetoond. Ideëlee betrokkenheid echter wel. De Franse hoogleraar en specialist inn de geschiedenis van de revolutie, Philippe Sagnac, heeft geschreven datt de vrijmetselarij weliswaar wars was van revolutionaire ideeën, maarr dat zij wel een maatschappij-ordening voorstond die was geba-seerdd op vrijheid en gelijke rechten, op de ideeën zoals geformuleerd doorr Franklin en Lafayette.716 In deze 'ideële betrokkenheid' school voorr de monarchen juist het gevaar. Het idee genereert immers de actie.. Dat kon uit de opvattingen van Ramsay en Lessing worden af-geleid.. Hoewel de kerk het eerste instituut was dat de vrijmetselarij gingg bestrijden, was er na de geluiden van Ramsay en Lessing ook voorr de vorsten in Europa reden genoeg om de maconnerie met argwaann te bejegenen. Een maatschappelijke stroming waarvan de le-7155

Na de oratie van Ramsay in 1737 verschenen er her en der in Europa beschuldi-gingenn als zou de vrijmetselarij erfgenaam zijn van de Engelse revolutionaire en re-publikeinsee traditie; dat zij uit was op het stichten van een 'universal and democratie republic';; dat zij de 'security of the state' zou bedreigen enz. Jacob, p. 23.

7 , 66

Benjamin Franklin was behalve Amerikaans staatsman in zijn land ook vooraan-staandd macon. Na het beëindigen van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog kwamm hij als ambassadeur van de dertien verenigde staten naar Parijs en was daar van 17799 tot 1782 voorzittend-meester van de beroemde Franse loge *Les neufs Soeurs'. Mariee Josef, Marquis de Lafayette was in 1777 in dienst getreden van de Noord-Amerikaansee vrijheidsbeweging en werd in Morristown in het bijzijn van Washington inn een militaire loge opgenomen. In 1789 keerde hij naar Frankrijk terug waar hij een belangrijkee rol speelde in het debat over mensen- en burgerrechten. Lennhoff-Posner,, pp. 494, 896.

(14)

denn uitdragen dat zij een bijdrage willen leveren aan de verbetering vann de samenleving zou immers kunnen uitgroeien tot het moreel-ethischee alternatief voor de absolutistische politiek.

Dee Russische macon en de symboliek van de ruwe steen

Henness Trismegistus is in een van de versies van de Constitutions weliswaarr als inspirator van het ma^onnieke gedachtegoed geaf-ficheerd,, maar het christelijke gedachtegoed, op basis waarvan de op-eratievee bouwloges de kathedralen bouwden, was uiteraard de domi-nantee bron van inspiratie. Daarin kwam na 1717 weinig verandering, ondankss de deïstische tendens van een aantal loges. Het evangelie bleeff voor vele broeders de belangrijkste individuele bron van wijs-heidd en troost en de vrijmetselarij had zich onder het patronaat gesteldd van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist. De Rus-sischee loge had beide patronaten overgenomen en daaraan de apostel Andreas7177 toegevoegd. Johannes de Doper, de voorbereider [Ioaim npeATena],, herinnerde de vrijmetselaar aan zijn prediking van inner-lijkee ommekeer, geestelijke reiniging en volmaking. Johannes de Evangelistt was de volgeling van Christus die zichzelf karakteriseerde doorr zijn stelligheid in zijn religieuze optreden 'en de magon bezielde enn aanspoorde tot Verbetering van de levenshouding(... )in het gezin, inn de broederkring, jegens de medemens en in de maatschappij, overall en op elk moment van het vergankelijke aardse bestaan'.718 Het levenn en denken van beide beschermheiligen en de bezieling die voor dee vrijmetselaar van hen uitging, vond zijn oorsprong in Mattheüs 22, 34-40.. Daarin stond de liefde voor God en de naaste centraal; dat goldd ook voor Novikov.719

Inn de loges werden de broeders door hun voorzittend-meester,, en door elkaar, voortdurend bewust gemaakt van hun ma-conniekee opdracht. In de leerlinggraad werd de ma^onnieke plicht tenn aanzien van de samenleving uiteraard sterker benadrukt dan in de 7177

De apostel Andreas, die wordt gezien ais stichter van de eerste christelijke ge-meentee in Byzantium, stond in sommige Russische loges [van de Schotse ritus] op hetzelfdee symbolische niveau als Johannes de Doper en de Evangelist. Hij liet zich lieverr kruisigen dan dat hij zijn christelijke ideeën zou verloochenen.

7l8

Jasper,dLl,p.. 50.

7199

(15)

hogeree graden. D e magons i n d e hogere graden h a d d e n i m m e r s reeds e e nn groeiproces doorgemaakt. V a n h e n n o g niet van de leerling -w e r dd gevraagd het magonnieke gedachtegoed expliciet uit t e dragen. D ee Russische magon z o u d e samenleving m o e t e n wakker schudden, dee m e n s e n bewust m o e t e n m a k e n v a n h e t k w a a d o m h e n heen en h e nn stimuleren tot het goede:

'.... nOMHH, HTO TM BblITOAHfleiIIb BblCOKyTO COUHaAbHVTO MHCCIHO. Hy>KHoo cnipaTb MOKAV AJOACH pa3A«HHa B pacax, COCAOBIMX, Bepo-ircnoBeAaiiïMx,, MHCHIMX, rocyAapcraax; HV>KHO ymvrnwHTb fyma-TO3MTO3M H cyeBepne; HV>KHO pa3pyiuirrb BpaiKAy HauHÜ H STOM H3Öa-BirrbCfll OT 6iiMa BOHHM; HJOKHO cAeAarb H Bcero HeAOBenecKoro pOAaa OAiïy ceMbio...'720

[...onthoudd dat je een belangrijke sociale missie vervult. De verschillenn tussen rassen, standen, geloofsrichtingen, meningen enn staten, moeten worden weggenomen; fanatisme en bijgeloof dienenn te worden uitgeroeid; naties moeten worden verzoend enn daarmee van de gesel van oorlog en strijd worden bevrijd; de helee mensheid behoort één familie te worden.]

Behalvee in de symboliek en ritualen kwam ook in de redevoeringen, liederenn en periodieken van de magons de verwachting tot uiting dat dee vrijmetselarij een belangrijke bijdrage kon leveren aan de geeste-lijk-morelee wedergeboorte van de mensheid. In het tijdschrift

Swbod-nijnij kam en sak werd de magon voorgehouden dat alle mensen in de

sa-menlevingg broeders zouden moeten zijn en dat taalverschillen, standsverschillen,, verschillen in rijkdom en waardigheid er niets toe zoudenn moeten doen, want alle mensen zijn gelijk... Tlo ceiï CH-creMCC Becb cBer noHHTae*rcfl AKOÖW pecnyÖAHKoio; Ka>KAaa Haimn 7200

Uit Carstvo Bo%e, zie Sokolovskaja, p. 112. In Oorlog en vrede vernam Pierre tijdens zijnn inwijding:

'Ormnaaa H HCirpa»A«« iraniHX HACIIOH, MIJ crapacMOi(...)HciipanAjrrb H itcci» MCAOHCMCCKHHH p(>A, ïipcAAaraH eMy n HAcnax iiaiimx npHMcp GAarOHCCIH» H Aof>poA<rrcAH,, H TCM crapacMCM BCCMH ciiAaMH npoTnuoGopcrnonarb 3Ay, uapcrny-lontcMyy H Miipe...' [Door onze leden te zuiveren en moreel te vormen, trachten wij(...)dee ganse mensheid te verbeteren door het in onze leden een voorbeeld van vroomheidd en deugdzaamheid te geven en daardoor met al onze krachten te pro-berenn het kwaad te bestrijden dat de wereld beheerst.]

(16)

ecrbb 4>aMMAHH H Ka»<AWH HACH-CUH OHOH'.721 [Ramsay: 'Le monde enticrr n'est qu'une grande république, dont chaque nation est une familie,, & chaque particulier un enfant^722 De missie zoals verwoord inn de citaten kwam duidelijk overeen met wat Ramsay en Lessing voorr de magonnerie als opdracht zagen. 'MciipaBAenne poAa MeAOBenecKorothett verbeteren van de mensheid], lag ook Pierre in

OorlogOorlog en weck het meest na aan het hart.723 Maar in tegenstelling tot Lessingg en Ramsay ontleende de Russische ma$on zijn opdracht

ex-pliciett aan het evangelie. Voor Novikov cum suis ging de ware vrijmet-selarijj no cre3flM xpHcraaHCKoro HpaBoyneHHH. (langs de weg van christelijkee zedenleer].724 Het rozenkruizersrituaal dat Lopuchin op basiss van zijn jarenlange maconnieke ervaring in één nacht schreef, geeftt daarvan een goed beeld. Het christendom van de bergrede wordtt de magon tot voorbeeld gesteld. Zo dient hij zijn ruwe steen te bewerken,, zo dient hij in de samenleving te staan.

Dee vragen en antwoorden in de catechismus van het rituaal luidenn als volgt:

TAee HCTHHHMH O.M. AOAïKeH coBepiuaTb CBOIO pa6o*ry? LIo-cpeAee cero Mijpa, ne npiiKacaaca cepAueM K cyeraM ero, H B

TOMM COCTOHHHH, B KOTopoe Ka>KAbiH 6MA npii3Ban(...) 72V KaK AOA>KeHH OH nocTynaTb co BceMH AioAbMH?(...)Bcex AOA>KCH

72ïï

Magaz. svob. kamcnsc, zie Sokolovskaja, p. 139.

7222 De twee laatste gesprekken van Lessings Ernst und Folk verschenen in 1780 en kortt daarop kwam het contact tot stand tussen de Moskouse loges en de Duitse vrijmetselarij.. Schwarz werd in de herfst van 1781 door zijn vrienden naar Duitsland gestuurdd om daar de ware vrijmetselarij te zoeken. Schwarz maakte zijn opwachting inn Berlijn vlak nadat de Duitse vrijmetselaars een aantal stormachtige congressen achterr de rug hadden. In korte tijd waren er drie maconnieke conventies geweest: in Braunschweigg [1775], Wiesbaden [1776] en Wolfenbüttel [1778]. De magonnieke omgevingg waarmee Schwarz op zijn reis in aanraking kwam, was het milieu waarin mannenn als Von Braunschweig, Zinnendorf en Wollner het maconnieke denken be-paalden.. Met de hertog Von Braunschweig en Zinnendorf had ook Lessing contact gehad;; door hen had hij zijn voorgenomen publicaties uitgesteld Het is niet bekend off de discussie die door Lessing in de Duitse maconnieke kringen werd veroorzaakt doorr Schwarz is opgemerkt en naar Moskou werd meegebracht. De opvattingen van Lessingg en ook Ramsay werden ook in Moskousee loges verkondigd, soms met iden-tiekee formuleringen.

72ïï

Vojna itrür, p. 352.

7244

Novikov, op zoek naar de ware vrijmetselarij, in gesprek met Reichel. Zie hoofd-stukk II.

72

** Lopuchin, p. 32. Zie: I. Cor. 7,20. 317 7

(17)

jjw6umbjjw6umb èjut Bozay weAaTb HM Bceivi BCHKaro B HeM BAara, H

BCnOMOIUeCTBOBaTbb HM CKOAbKO eMy B03MOÏKHO./ KaK OH

AOAJKCHH pacnoAOMcen 6i»rn> nponiBy CBOHX BparoB? AioGirn»

HX.// A npOTHB TCX, KOH KAflHVT ero? BAarOCAOBHTb H X . / KaK

OHH AOAHceH nociynafb c HeHaBiiAJHmiMH ero? AeAaTb HM Ao6po.// A c TeMH, KOTopue TOHHT ero? MoAHTbca 3a H H X . /

KaKK AOA>KCH HCTHHHMH <1>.M. nocrynaTb C TeMH, KOTOpWC y

Heroo npoarr? O H n e AOAJKCH OTKa3WBaTb TOMy , KTO xoneT y Heroo 3aHHTb; npocameMy AOAJKCH AaBaTb; H KorAa AaeT MHAOcTbiHio,, TO HT06 ero AeBaa He 3HaAa, HTO AeAaeT npaBafl./ MrOO AOAJKeH HCTHHHMH <J>.M. AeAaTb c reM, KTO xoneT C HHM cyAHTbCHH H AHuiHTb e r o iipHHaAAeHtamaro eMy? ECTAH KTO xoneTT c HHM cyAHTbCH H oTHHTb y e r o nAaTbe, TO AOAJKCH OH OTAaTbb eMy H pyGamicy; H ecTAH KTO no>KeAaeT 3acraBHTb e r o HTTHH C C060IO BepCTy, TO HTTH C HHM H ABC726/ HTO AOA>KeH

OHH AeAaTb c TeM, KTO ero O6HAHT? ECTAH KTO yAapHT ero n o OAHOJÏÏ meKe, TO OH AOA>KCH o6opoTHTb eMy H Apyryio.727

[Waar[Waar moet de ware vrijmetselaar zijn arbeid verrichten? I n

dezee wereld, maar zonder zich m e t het hart aan haar ijdelheid t e bindenn en ieder blijve bij die roeping, waarin hij was toen hij geroepenn werd./ H o e m o e t hij met de mensen omgaan?(...)Hij moett allen liefhebben voor God, en h u n alle heil wensen in H e m , en henn zoveel waar mogelijk bijstaan./ H o e moet hij zich tege-noverr zijn vijanden gedragen? H e n beminnen./ E n tegenover henn die hem vervloeken? H e n zegenen./Hoe moet hij handelen tegenoverr hen die h e m haten? G o e d d o e n . / E n tegenover hen diee hem vervolgen? V o o r hen bidden./ H o e moet de ware vrij-metselaarr handelen tegenover mensen die h e m o m steun vragen?? Hij mag degenen die van h e m willen lenen niet weigeren;; aan h e m die vraagt dient hij te geven; en als hij aan d e armenn geeft laat dan zijn linkerhand niet weten wat zijn rechter doet.// H o e moet een ware vrijmetselaar zich opstellen tege-noverr degene die met h e m wil rechten en hem wil ontnemen watt hem toebehoort? Indien iemand met h e m wil rechten e n hemm zijn mantel wil ontnemen, dan moet hij h e m o o k zijn hemdd geven; en indien deze h e m wil pressen met hem één verst tee gaan, moet hij er twee gaan./ Wat moet hij doen m e t degene

n<n<

>> Ibid, p. 34. Zie: Matt. 5:40-41. 727727

(18)

diee hem beledigt? Indien deze hem op de ene wang slaat, laat hij hemm ook de andere toekeren.]

Dee vrijmetselaar wist wat hem in de samenleving te doen stond Ve-lenn moeten zich echter hebben gerealiseerd dat de symboliek van de ruwee steen hen in de samenleving voor een groot dilemma plaatste. Dee buitenwereld, met name de absolutistische krachten daarin, vormdee een zware hindernis bij het verwezenlijken van de magonnie-kee missie. Immers, aan de keizer behoorde te worden gegeven wat dess keizers was. Dit was in alle reguliere loges in Europa een vaste regel,, ook in Rusland.728 In het rituaal van Lopuchin wordt in de catechismuss de volgende dialoog gevoerd:

'KaKafll AOAHCHocn» HCTHHHaro 3>.M. B pa3cy»AeHHH cBoero Tocy-AapJLL OH AOAHteH LJapa mwrb, H BO BODCOM crpaxe noBHHOBaxcH ElVty,, He TOKMO AoGpOMy H KpOTKOMy, HO H CTpOirTHBOMy./ KflKHfl eroo o6fl3aHHOCTH B pa3cya<ACHHH BAacrefi ynpaBAJöomnx? O H AOAHteHH 6bm> noKopeH BbtuiHHM BAacTHM, He TOKMO H3 crpaxa

HaKa3aHHH,, HO H no AOAiy COBCCTH.729

[Welkee plichten heeft de ware vrijmetselaar in het denken van zijnn Vorst-Heerser? Hij moet de Tsaar eren, en zich aan Hem in vreess onderwerpen, niet alleen aan de goede en zachtmoedige [tsaar]] maar ook aan de strenge./ Wat zijn zijn plichten in de ogenn van de overheidspersonen? Hij dient aan de boven hem 7288

Naar aanleiding van het Convent van Wilhelmsbad van 1782 waar de zg. *Rite rectifié'' de systemenstrijd definitief won van de Striae Observantie, is er in 1787 een

boekjee uitgegeven waarin Regie maiprnque a 1'usage des loges remies et wctifiées... waren gegeven.. Daarin waren opgenomen de [nedvert.] Tligten jegens de hoge Overigheid

enn het Vaderland' Kwaadgras, 1993, p. 221. Ook de Russen waren op die bijeen-komstt aanwezig en zij zullen dat boekwerkje ook hebben ontvangen. Trubeckoj schrijftt aan Kutuzov: '...ncHKaa B/vacn> een» OT Koia, MU uoHMiiycMCA OIIOM 6C3 poirratiMfl(... .)oTAanafiTc BO>KHC Dory, a KccapcBO Kccapiofiedere overheid is door Godd gegeven, wij onderwerpen ons daaraan zonder morren(...)geeft Gode wat Gods iss en den keizer wat des keizers is.] Kutuzov schrijft aan Trubeckoj: 'nani lonecrno, Hll O HCTHIIUliiH C H 0 6 0 A H U H KaMCIIblUHK, HTO HCrHilIfUH XpMClHailIIII, AOAWCM 6bTn> iicupHMHpMMbiMM nparoM DCHKaro no3Mymeiinn nporH» 3aKomiMfl BAacra H oGmccntciinaroo ÓAara.XHet is u bekend dat de ware vrijmetselaar een onverzoenbare vijandd dient te zijn van iedere verzet tegen het wettelijk gezag en het maatschappelijk belang.]] Pervpiska..., pp. 127,200.

7299

Lopuchin, p. 33. De vragen en antwoorden verwijzen naar. I Petr. 2: 17-18; Efez. 6:5-7;RonU3:l-5. .

(19)

gesteldee overheden onderworpen te zijn, niet alleen uit angst voorr straf, maar ook op grond van zijn overtuiging.']

Inn de loges was geen behoefte om de structuur van de samenleving terr discussie te stellen. Over maatschappelijke misstanden werd niet gesproken,, althans niet in politieke zin. De catechismus van Lo-puchinn geeft aan waarom: 'H3 crpaxa HaKa3aHHH* [uit angst voor straf ]

HH no AOAiy coBecTn' [vanweg de plicht van loyaliteit] De vrij-metselaarss rondom Novikov kenden het werk van Lessing730 maar, nett als hun Duitse broeders, aanvaardden zij de bestaande maat-schappelijkee toestand. De grensverleggende Taten' die Lessing vroeg, eistenn een diep magonniek bewustzijn en een daadwerkelijke inzet in eenn brede maatschappelijke context. Echter, de meesten hadden dat bewustzijnn niet, noch de onafhankelijkheid van geest en de noodzakelijkee morele en fysieke moed Maar Lessing getuigde in zijn geschriftenn ook van realiteitszin. Hij wist - en daar duidde hij op in zijnn laatste twee gesprekken tussen Ernst void Falk - dat de verhoud-ingenn tussen de broeders in de meeste loges het streven naar de ide-alenn van vrijheid, gelijkheid en broederschap niet altijd bevorderden enn dat de sociale gelaagdheid van de loge niet de beste voed-ingsbodemm was voor sociaal-hervormend denken. Niet zelden wer-denn de loges gekenmerkt door strenge hiërarchie, kleinzieligheid, on-volwassenheid,, egoïsme, lafheid en obscurantisme; zeker in de loges vann de Stricte Observantie waarmee Lessing in zijn dagen in aanrak-ingg kwam. In een dergelijk klimaat wass het voor de individuele ma$on niett makkelijk om alleen, of met een groep broeders, op een breed maatschappelijkk vlak actief te zijn. De broeders die dat toch wilden, haddenn de keuze tussen twee wegen: de ene leidde tot confrontatie mett de maatschappelijke structuren zoals bepaald door kerk en staat; dee andere was die van aanpassing daaraan. De twee kenmerkende macpnss in dit dilemma waren Radiscev en Novikov.

Radiscevv en Novikov waren voorbeelden van masons die worsteldenn met de misstanden in de samenleving. Beiden zagen de logee als een mogelijk instrument dat kon bijdragen aan de verbetering vann de maatschappij. Maar ieder koos een eigen weg. Radiscev had doorr zijn studie in Leipzig kennis gemaakt met Helvetius, Leibniz en 7300

(20)

Mablyy en raakte door hen ervan overtuigd dat de rede het enige in-strumentt is waarmee effectief aan de verandering van de samenleving konn worden gewerkt. Hij wilde op het niveau van Ramsay en Lessing mett de maatschappelijke problematiek bezig zijn, maar niet in evolu-tionair-utopischee zin. Zijn 'hart was gewond' door wat hij in het dagelijksee bestaan om zich heen zag en om daarin verandering te brengenn schoten evolutionaire ideeën in tijd en draagkracht te kort. Radiscevv zag alleen een uitweg in de tactiek van de rechtstreekse aan-vall en besloot zijn pijlen direct op de gevestigde instituten af te vuren.. Zijn doelwit werden de lijfeigenschap, de monarchie en de kerk.. Hij wilde onmiddellijk en daadwerkelijk verzet tegen de bestaandee structuren. De in het westen opgeleide Radiscev voelde zichh in de Russische gezagsgetrouwe loge van de Engelse vrijmet-selarijj dan ook niet thuis. Hij geloofde niet, zoals Novikov, dat hij de waree vrijmetselarij zou kunnen vinden, dat er een masonniek systeem zouu zijn waarin ruimte was voor daadwerkelijke maatschappelijke be-trokkenheid.. Maar Radiscev was in zijn uitgesproken revolutionair-maatschappelijkk engagement aan het einde van de achttiende eeuw eenn eenling en in zijn pogen de grenzen van het absolutisme open te breken,, liep hij vast op het bastion van Catharina de Grote. Gebro-kenn door een doodvonnis (omgezet in verbanning) en diepe teleur-stellingg over de maatschappelijke onverschilligheid van zijn denkende medeburgers,, pleegde hij in 1802 zelfmoord731

Novikovss Verzet' was van een geheel andere orde.Voordat hijj tot de vrijmetselarij toetrad, had hij in zijn satirische tijdschriften all blijk gegeven van zijn onvrede over de samenleving. Maar hij was altijdd binnen de bestaande structuren gebleven. Hij wenste de macht vann de kroon te eerbiedigen. Immers: uapcKaa BAacrb HMeeT GoHcecr-BeHHoee npoHcxoacAeHHe [de macht van de tsaar was uit goddelijke 7311

Russkajajiloscfya, p. 409. Radiscev was niet de enige die in de Russische

samenle-vingg voor zijn idealisme geen uitweg zag. In 1793 schoot de grootgrondbezitter, maar vurigg aanhanger van de 1'ranse filosofen, Opocin zich door het hoofd. Voor zijn daadd had hij opgeschreven waarom hij tot zelfmoord was overgegaan: de afkeer die hijj tegen de Russische samenleving had ontwikkeld, had hem daartoe gedwongen. Hijj was zonder spijt uit het leven gestapt. Hij had maar een zorg en wel aan wie hij zijnn geliefde boeken moest nalaten: 'KIIHI-H MOH(...)IIC 3iiaio KOMV 3ai»cinaTb HX; H yncpen,, HTO B 3ACIIIIICH crpaiic one IIHKOMV iiciiaAofjnu; ïipomy noKopiio MOHX nacACAiiHKOHH ripcAaTb HX OIIHO. OIIH 6UAH ncpiioc MOC coKpoitninc...'. Bogol-jubov,, p. 176.

(21)

bron],, was ook zijn opvatting. Evenals Radiscev zag Novikov dat de menss in de samenleving, in erbarmelijke omstandigheden verkeerde, maarr het lijden zag hij in het licht van Gods wijsheid en erbarmen. Voorr hem was niet verzet, maar naastenliefde geboden. Tenslotte was dee plaats van de mens in de samenleving door God voorbestemd en opp die plaats diende hij zijn plichten te vervullen. Dat gold voor de menss tegenover God en de keizerin; dat gold voor de lijfeigene tege-noverr zijn heer en voor de heer tegenover de lijfeigene. De catechis-muss van Lopuchin zegt daarover:

'KaKK HcraiiHbiH 4>.M. AOAHcew nocrynaTb c noABAacnibiMH e\ty?

HanöoAeee AOAJKCH OH neuuicb o HX BCHHOM ÖAaMcencree,

BOCIIH-Tbroarbb HX BO Orpaxe H Y^CHUM TocnoAHeM; oÊwraaH HaÖAJOAaTb Me^Ayy IIMH npaBAy H ypasHeHHe, oKa3biBaTb HM CHHcxowAeHne u

o6xOAHTbCfll C HHMH 6 e 3 MCeCTOKOCTH, naMJTiyfl, HTO BCe HMeiOT o6maroo BAaAWKy Ha He6e, y Koroparo ner AHHenpiurrHH.732 [Hoee moet een ware vrijmetselaar omgaan met aan hem onder-geschikten?? Hij moet zich het meeste bekommeren om hun eeuwigg heil, en hun opvoeden in de tucht en de terechtwijzing dess Heren; het is zijn plicht onder hen recht en billijkheid te betrachten,, zich inschikkelijk te gedragen en wreedheid achter-wegee te laten, wetende dat zijn en hun Heer in de hemelen is, en datt bij Hem geen aanzien des persoons is.]

Dee landheer moest zich dus allereerst zorgen maken over het zielen-heill van de lijfeigene. Vervolgens had hij de plicht gelijkheid en rechtvaardigheidd onder hen te bevorderen en had hij zich tegenover henn humaan te gedragen. De lijfeigene, net als de landheer, moest zijn plaatss kennen. Alles geschiedde in de wijsheid Gods. De kloof tussen Radiscevv en Novikov, beiden in de maconnieke wereld 'ingewijd', kan nauwelijkss duidelijker worden geïllustreerd.

Overr de centrale symboliek van de maconnerie tot slot nog het volgende.. Bij de rozenkruizers als bovenbouw van de Johannesgraden wass de op de maatschappij gerichte symboliek van het bewerken van de ruwee steen op het niveau gebracht van de 'HHAHBHAyaAH3am«i AHHHocm'' [individualisatie van de persoonlijkheid, (Tukalevskij)]. De 7322

(22)

'miAHMafll AeflTeAbHocn>'[zichtbare activiteit] van de rozenkruiser was niett primair gericht op het vooruitbrengen van de samenleving. Het wass de missie van de rozenkruizers om in naastenliefde om te zien naarr de lijdende mens; niet om hem van zijn lijden te verlossen, maar omm hem de weg tot Christus te wijzen, de ware Verlosser. Hun werk wass gericht op de aarde als stad Gods, als doorgangsplaats naar Hem. Voorr de weinige macons die zich op deze esoterische hoogte bevon-den,, had Lopuchin zijn catechismus van de bergrede geschreven. Om diee missie geloofwaardig en standvastig te kunnen volvoeren, diende ookk de rozenkruiser aan zichzelf te werken. Hij, maar met hem alle minderr gevorderde vrijmetselaars, diende de strijd met zichzelf aan te gaan.. De voortdurende beoefening van de ma^onnieke deugden was dee voorwaarde tot succes.

Novikovv en de maconnieke deugden

Inn het door Novikov gedrukte boek van Hutchinson The Spirit of MasonryMasonry wordt enkele malen naar de werken van Hermes Trismegis-tuss verwezen. Door Hermes geïnspireerd houdt Hutchinson zijn broederss voor dat het doel waarnaar de ma$on dient te streven niet alleenn het verwerven is van knowledge maar ook van ürtue. De macon, schrijftt hij, moet afstand nemen van 'the works of Darkness'. In de hermetischee gnosis was een vroom, ingetogen en deugdzaam leven voorwaardee om 'geest' te verwerven en tot kennis van God te komen. Maarr geest kon alleen worden verworven door onthechting van het stoffelijke.. Ondeugden zoals afgunst, haat en nijd en alle daaruit voortkomendee negatieve menselijke handelingen komen alleen voor bijj mensen die 'de geest' niet bezitten, vertelt Hermes Trismegistus in eenn gesprek aan zijn zoon Tat.733 De grootste kwelling, leert hij hem, iss de onbewustheid; dan volgen: onbeheerstheid, onrechtvaardigheid, hebzucht,, leugenachtigheid, afgunst, arglistigheid, toorn, opvliegend-heidd en boosaardigheid. 'Daaronder zitten ontelbare andere, die de innerlijkee mens doen lijden in de gevangenis van het lichaam.' Maar dezee ondeugden kunnen worden geneutraliseerd als de mens de ont-fermingg Gods heeft ervaren en de kennis Gods tot hem is

geko-7MM

(23)

men.734 4

Tolstojj heeft in Oorlog en vrede een voorbeeld gegeven van de waardee die men in magonnieke kring aan de deugd hechtte. Tijdens dee inwijdingsplechtigheid houdt de Grootmeester Pierre voon 'B HauiHxx xpaMax MW ne 3HaeM Apyrux creneHeH...KpoMe Tex KOTOphie HaxoAflTCHH Me»<Ay Ao6poAeTeAbio H nopoKOM*. ['In onze tempels ken-nenn wij geen andere graden, las de Grootmeester, dan die deugd en ondeugdd onderscheiden.*] Geen onderscheid tussen de broeders in de logee dus, dan alleen in het licht van deugd en ondeugd. De macon zouu met wilskracht, rechtvaardigheid, waarachtigheid, zachtmoedig-heidd en deemoed de strijd aan moeten binden met de 'zinnelijke* on-deugdenn wil hij tot geestelijke wedergeboorte komen. In de loge kwamm de aandacht voor de deugd symbolisch en ritueel in uiteenlo-pendee vormen tot uiting. De net ingewijde leerling-vrijmetselaar ont-vingg tijdens zijn inwijding instructie over de zeven deugden en in vele logess was op het tableau een ladder uitgebeeld met zeven sporten, de zevenn maconnieke deugden symboliserend735 De deugd was in ma-^onniekee kring enerzijds een begrip in relatie tot de naaste, anderzijds voerdee zij tot de Opperbouwmeester. De deugd die door de eeuwen heenn in het maconnieke denken centraal stond was die van zelfken-nis,, Novikov schreef in zijn Otuety over zijn loge: 'TJT 6WAO

oöpameHoo Ha HpaBcrBenHOcrb H caMono3HaHHeXAlles hier was ge-richtt op volmaking (moraliteit) en zelfkennis].736

Inn de hermetische loge van Alexandrië werd de leerling tot introspec-tiee aangespoord; daardoor verkreeg hij zelfkennis, godskennis en kenniss van de onsterfelijkheid. Diepe, transcendente zelfkennis, was dee opvatting, leidde tot verlossing, tot hereniging met de Oorsprong, 'Zelfkenniss is Godskennis' en Svie zichzelf kent, kent het Al', zijn al-gemenee gnostische stellingen. In hermetisch inzicht is 'innerlijk tot zichzelff komen' hetzelfde als tot God komen. Het betreft hier een lateree interpretatie van de bekende spreuk uit Delphi.737 De

christe-™™ Ibid, pp. 152, 153. 7355

Puskin gebruikte de symboliek van de ladder met zeven spoorten 'as signs for the sevenn positive qualities of Freemasonry'. Puskin and Freemasonry, 'the queen of spades', Leighton,, p. 19.

7366

Otvety Novihcm, p. 075.

7377

(24)

lijkee gnosticus *kent' in zijn hart de levende Jezus, zijn Voorbeeld, de Leermeester,, de Mens van de ultieme 'kennise'. In het evangelie van Thomass geeft de (mysticus) Jezus op verschillende plaatsen aan dat dee mens zijn zoektocht in zichzelf moet beginnen. Het koninkrijk Godss is in ons, zegt ook de evangelist Lucas (17, 21), naar gnostische interpretatie.. Wil de mens de waarheid vinden, dan moet hij inkeren tott zichzelf: 'treedt niet naar buiten, keer in tot uzelf! In de innerlijke menss woont de waarheid, schreef ook Augustinus, en Svanneer gij uw eigenn natuur als veranderlijk doorzien hebt, stijg dan uit boven uzelf'.7388 Isaak de Syriër zei van die mensen die volkomen rein zijn, datt de hemel in hen is en dat zij de engelen en de Heer der engelen in zichzelff kunnen zien. Pachomius zag in zijn gezuiverd hart de on-zichtbaree God als in een spiegel.739 Het inzicht dat God te vinden is inn de spirituele kern van de eigen persoon, is een opvatting die breed gedragenn werd door denkers uit de neo-platoonse traditie en de latere theosofischee schrijvers zoals Böhme en Saint Martin. Al deze man-nenn hebben gemeen dat zij in hun werken de kennis van het hart of dee intuïtieve ervaring boven de Openbaring stellen.

Dee Russische ma^onnieke opvattingen over de deugd en de waardee van 'innerlijke' zelfkennis, vonden niet alleen een voedings-bodemm in het gedachtegoed van het hermetisme, maar ook in dat van dee stoïci. Voor de stoïci was het voortdurend werken aan het karakter vann de individuele mens de voorwaarde tot een verbetering van de samenleving.. Menselijke hartstochten moesten worden teruggedron-gen.. De inspanning daartoe was een opdracht van de goddelijke Voorzienigheidd of de Opperbouwmeester. De stoïcijn en Romeinse keizerr Marcus Aurelius Antoninus [121-180], voor wie de sfeer van dee deugd goddelijker was dan die van de sterren, sprak over haar op eenn manier die vrijmetselaars ook bij hermetisch georiënteerde filoso-fenn en christelijke mystici tegenkwamen.740 De keizer spreekt in zijn

Overpemzm^nOverpemzm^n op vele plaatsen over de mensen die naar zijn overtui-gingg allen deel hebben aan de goddelijke geest en de goddelijke vonk;

7388 Vera Religjone p. 72; zie Vloemans, p. 103.

"99 P. Evdokimov, LXDrthxbxie, p. 88; zie Ware, p. 221.

7400

De Engelse schrijver Henry James schreef in het begin van deze eeuw, na een be-zoekk aan Rome: 'In de hoofdstad van het Christendom vertegenwoordigt het beeld vann een heidense keizer [Marcus Aurelius] het christelijk geweten het best.'

(25)

hijj roept zijn lezers op - onder de noemer van het 'ken uzelve' - 'bo-venn het vleselijke' te staan, hartstochten, wispelturigheden en onte-vredenheidd te bestrijden en te verblijven bij de goddelijke geest, het goddelijkee beginsel dat in hen woont. Iemand die streeft naar 'de kennise'' en toegewijd is aan het goddelijke beginsel in zichzelf, zal mett leven en lijden geen problemen hebben, die zal getroost worden enn moed kunnen putten. En, zo schrijft de keizer, 'ge zult een men-selijkee taak nooit tot een goed einde brengen, wanneer ge geen ver-bandd legt met het goddelijke(... )laat het uw enige vreugde en rust zijn om,, met uw gedachten bij God, steeds ten dienste van de gemeen-schapp te staan'.741 Deze uitspraak herinnerde de niacin - die de overpeinzingenn van de keizer kende - aan de toetredingseis van de vrijmetselarijj die luidde dat alleen vrije mannen met een godsbesef kondenn worden toegelaten. Slechts in dat besef kon de vrijmetselaar aann zichzelf werken en zijn menselijke taak tot een goed einde bren-gen. .

Marcuss Aurelius werd in Russische geschriften expliciet ge-noemdd en er waren enkele geschriften van en over hem die onder de vrijmetselaarss bekend waren: De Oizrpeinzingn van de Romeinse kei-zerr circuleerde in een vrije vertaling en eigen bewerking. De matton Scerbatovv had in zijn bibliotheek Ihtie i dela Marka Avrelija [Leven en werkenwerken van Marcus Aurelius] en Novikov heeft in 1780 de uitgave ver-zorgdd van het werk Zolotye fasy gosudarej, po obrayt %tija Marka

A>re-lija.lija.742742[De[De gouden uren der vorsten, naar het voorbeddvan het leven van Marcus AuréiusfJerderAuréiusfJerder werd er in 1765 een rede gedrukt die Marcus Aurelius

inn de laatste dagen van zijn leven geschreven had en gericht was tot zijnn zoon en troonopvolger Commodus. Maar de stoïsche opvattin-genn van de keizer kwamen ook via Engeland bij de Russische broe-derss terecht. John Mason citeert in zijn boek Zelfkennis Marcus Aure-liuss meerdere malen en dringt er bij zijn christelijke lezers op aan de overpeinzingenn van deze 'heidense keizer', te leren kennen.743 Verder wordtt in de literatuur, voor de maconnieke inkleuring van het stoï-schee begrip 'deugd', naar de Engelse zeventiende-eeuwse moraalfilo-sooff A.AC Shaftesbury [f 1713] verwezen. Shaftesbury was

beïn-7+11 Marcus Aurelius, pp. 23, 26, 34,36, 67,70. 7422 Semennikov, p. 44. Vernadskij, p. 102. 7 «« Mason, pp. 61,90, 179, 191, 196.

(26)

vloedd door de Stoa en Locke en werd een belangrijke zedelijke bron voorr de Engelse vrijmetselaars. De deugd, zoals Shaftesbury die for-muleerdee - als een streven naar menselijke volmaaktheid en harmo-niee - verbreedde voor de vrijmetselaars de weg naar humaniteit, maarr ook naar enigerlei vorm van religie.744

Dee spreuk *ken u zelve' werd in menige loge in Europa op een off andere manier duidelijk kenbaar gemaakt745 en gaf aan dat een ma-conn allereerst zichzelf moest leren kennen wilde hij met succes andere deugdenn kunnen ontwikkelen. De aansporing *ken u zelve' was niet alleenn een Delphische aansporing om ten behoeve van een goede omgangg met de naaste ordening in het eigen karakter tot stand te brengen;; zij betekende in maconnieke kring veel meer dan dat en kreegg een sterk christelijk-gnostische connotatie.746 John Mason wijd-dee daar een uitputtende studie aan die op de aanbevolen boekenlijst voorr de Russische leerling-vrijmetselaar op de eerste plaats kwam.747 Ookk de theoretische broeders van het rozenkruis kregen John Mason aanbevolen.7488 Mason geeft op ruim tweehonderd pagina's breedvoe-rigg adviezen aangaande de vraag hoe, op basis van zelfkennis, in Christuss een beter mens te worden.

Masonn werkt in zijn boek de volgende opvattingen uit: zelf-kenniss leidt tot het kennen van de persoonlijke talenten, maar ook vann de onbekwaamheden, tekortkomingen en zonden. Zelfkennis leidtt tot het kennen van de verzoekingen, brengt vooroordelen aan de dagg en legt de drijfveren van ieders handelen bloot. Zelfkennis geeft instrumentenn voor het bewaken en sturen van gedachten en gevoe-lenss en leert de ware toestand van de ziel kennen. Nederigheid en liefdee zijn de vrucht van zelfkennis. Zelfkennis schept matigheid, ver-edeltt het oordeel en leidt tot zelfverloochening. Zelfkennis vormt een standvastigg karakter, maakt godvruchtig en leert hoe de godsdienstige plichtenn moeten worden vervuld Zelfkennis verbetert ook de be-trekkingenn tot de naaste; ze voorkomt uiterlijk vertoon, valse onder-danigheidd en verdrijft angst voor gevaar, de vijanden en de dood Tot

™™ Lennhoff-Posner, pp. 1457,1602.

7455

Boven de tempelpooit, in de Kamer van Overpeinzing of elders in de loge.

71,66

Hiermee werd volgens het evangelie van Thomas ook geduid op de kennis van de eigenn hemelse afkomst en bestemming; zie Roukema, p. 159.

7

«77 Tukalevskij, 1915, p. 212.

7

(27)

slott vindt Mason dat een vurig en volhardend gebed het beste middel iss om tot ware zelfkennis te komen.749 Mason plaatst dus verworven zelfkenniss in het licht van het maconnieke Oosten en van het ma-conniekee Westen; ten behoeve van de omgang met de naaste én om naderr tot God te komen. Zijn "kennen' in het licht van het Oosten is geenn rationele kennis van de eigen persoonlijkheid, maar de diepe er-varingg van het goddelijke in zichzelf.

Naastt het boek van Hutchinson moet ook het werk van Mason voor Novikovv een grote bron van inspiratie zijn geweest.750 De overeen-komstenn tussen zijn gedachtewereld en die van Novikov over de [christelijke]] waarden van de deugd zijn treffend. Novikov wijst in zijnn artikelen en brieven veelvuldig op de waarde van zelfkennis. Hij schrijftt dat de meeste mensen in de hen omringende wereld naar kenniss zoeken, maar dat de kleine binnenwereld hun vreemd is. Ve-lenn van hen vinden zelfkennis overbodig en onnodig. [VtHorne HayKy no3HaHi«ii caMHx ce6a ne nonirraioT 3a HJOKHVIO']. Zij beschouwen dee meest wezenlijke kennis-objecten als nutteloos en vliegen als bijen vann de 'ene bloem naar de andere*. Zij verliezen zich in de schoon-heidd en aantrekkelijkheid die de velden om hen heen te bieden heb-ben,, maar komen niet toe aan het kennen van zichzelf. Het verbaast Novikovv dan ook niet dat de zelfkennis, als oerbron van al het ken-nen,, buiten het gezichtsveld van de meeste mensen ligt. De zelfken-niss die ook Novikov bedoelt, is niet alleen de kennis van de persoon-lijkee ervaring van het eigen ik, dat zich gedurende het leven ontwik-kelt,, maar ook de kennis van 'de oude Egyptische en Griekse wijsge-ren'' die het eigen ik verre overstijgt. Novikov zou iedereen willen uit-nodigenn voor de 'spiegel der waarheid' (een symbolische aanduiding uitt het gezellenrituaal) te gaan staan om zichzelf waarachtig te leren kennen.7511 Hij spreekt over de waarde van zelfkennis in relatie tot zijn naaste,, maar hij legt ook verbindingen tussen zelfkennis en zielenheil, tussenn het kennen van zichzelf en de neiging tot zonden. Novikov laatt in zijn opvattingen over de waarde van zelfkennis de horizontale

™™ Mason, pp. XÜI-XVIII.

7500

Het boek verscheen al in 1761 in een Nederlandse vertaling en in Rusland moet hett voor de eerste publicatie in 1783, al geruime tijd in allerlei vormen en hand-schriftenn onder de vrijmetselaars hebben gecirculeerd. Tukalevskij, 1915, p. 212.

(28)

relatiee met zijn naaste in het ma^onnieke Westen samenvallen met de transcendentee relatie met zijn Opperbouwmeester in het magonnieke Oosten.. In een brief aan Labzin van 27 maart 1798 spreekt Novikov overr de horizontale relatie. Hij was Labzin zeer dankbaar voor de grotee liefde en vriendschap die hij hem in een voorafgaande brief had betoondd en hij zou God nog ijveriger willen bidden dat die liefde in hunn harten behouden mag blijven. Hij prijst zich gelukkig en gezegendd dat hij zichzelf voor zijn broeder en naaste niet als een last, eenn kruis hoeft te voelen. Dat, zo schrijft hij, is de vrucht van 'de grotee wetenschap van zelfkennis'. Maar, zegt hij mismoedig, weinigen kennenn zichzelf en men begrijpt niet wat een last men voor anderen is.. Deze mensen hebben hun blik naar buiten gekeerd, luisteren niet naarr hun innerlijke stem.752 Hij houdt Trubeckoj voor dat de mens, in zijnn verticale relatie, alleen maar door zelfkennis tot het ware begrij-penn kan komen.[icaK MOJKCM AocTurHyTb K HCTHHHOMV pa3yMy, ecAH Hee Hpe3 caMono3HaHHe] Zelfkennis door zelfbeoordeling zal de mens voerenn tot het aanvaarden van het lijden, zal hem brengen tot berouw enn boetedoening en zal hem zijn zondigheid diep doen voelen. 753 In Novikovss geschriften is het aandringen op zelfkennis magonniek; ge-richtt op de naaste en op de Opperbouwmeester. In de notie *ken u zelve'' is Novikov niet hermetisch, noch christelijk gnostisch. Verge-vingg en zonde kende de hermetische gnosis immers niet en zelfkennis wass wel de route naar het ware begrijpen, maar voor Novikovs niet dee weg tot verlossing.

Nett als Hutchinson en Mason, legt Novikov een koppeling tussenn de gevallen zondige mens die zich van zijn Schepper heeft af-gekeerdd en de christelijke aansporing om door een deugdzaam leven diee zonde uit te wissen. Door een deugdzaam leven is de mens op wegg naar zijn voormalige staat van volmaaktheid, [scwrxnstvoutnté] en kann de vroegere eenheid met God worden hersteld Novikov plaatst dee mens in de hiërarchie der wezens tussen de lagere schepselen en dee engelen. Hij gelooft dat de mens zijn positie kan verbeteren, dat hijj door deugd tot volmaaktheid en daarmee tot de engelen en tot Godd kan naderen. Zijn ideeën over de deugd berusten niet op een moraaltheoretischh concept, maar zijn losse gedachten van een

7522 Pishta Novihoua, p. 54.

(29)

religieuss mens die op basis van zijn ervaring heeft opgeschreven wat hemm voor de geest stond Daarbij liet hij zich inspireren door het werkk van Svijze schrijvers', door gesprekken met zijn broeders en doorr alles wat de mens meemaakt.

Novikovss moreel-ethische opvattingen komen in hun kern opp het volgende neer: echte deugdzaamheid is de vijand van schijn-heiligheidd en wordt in stilte beoefend. De meningen van anderen mogenn geen richtsnoer zijn. De enige maatstaf is zuiverheid van het eigenn geweten. In het leven gaat het om het vinden van de eeuwige objectievee waarden van de deugd, de enige weg tot de ware zaligheid. Ogenschijnlijkk is de wereld niet eenduidig en niet rechtvaardig. Dat dee zondige mens vaak gelukkig is, is slechts schijn.754 De rechtvaardi-gee die lijdt, lijdt alleen aan de 'uitwendige mens' (Paulus) en dus ten aanzienn van voorbijgaande zaken. Een rechtvaardige kan nooit echt wordenn beledigd, kan niet werkelijk ongelukkig zijn, en hem kan geen schadee worden berokkend.755 Om zover te komen zal de mens zich-zelff moeten oefenen en op de proef stellen. Zelfverloochening, de beteugelingg van hartstocht, lust en inhaligheid en het geduldig dragen vann het lijden zijn bewijs van innerlijke kracht. De mens moet leren zichh in lijden en ongeluk te onthechten en hij moet beseffen dat wel-zijnn en (materieel) geluk vluchtig zijn, immers: het geluk der goddelo-zenn is onbestendig. Novikov verwijst naar psalm 37.756

Dee deugd is voor Novikov uitvloeisel van upaeoyneHue, oefening inn het goede en onderricht in de kennis van goed en kwaad. Die ken-niss is 'nepBa« BaHCHeHuiaa H AAH Bcex noAe3HeHinafl HayKa' [de voor iedereenn allerbelangrijkste en nuttigste wetenschap] en hij plaatst haar inn het licht van Christus en de onsterfelijkheid van de ziel. Hpaeojuetiuejuetiue geeft hij zijn lezers op vele plaatsen ter overdenking mee

-7544

Naar Prediker 8:12: '... daar een zondaar honderdmaal kwaad doet en toch lang leeft.. Nochtans weet ik, dat het de godvrezenden wel zal gaan, omdat zij voor Hem vrezen.'' Ps. 73: 'het raadsel van de voorspoed der goddelozen'. In de 18* eeuw was dee aardbeving in Lissabon op 1 november 1755, (op de dag van Allerheiligen toen er veell gelovigen in de kerken zaten) een gebeurtenis die de discussie over het ongeluk datt de deugzamen kan treffen, weer deed oplaaien. Voltaire schreef erover in Candkk, Goethee reageerde op deze ramp in Duhtongund Wahrkeit en Kant wees - naar Job - in 17555 de gedachte van de hand dat uit het ongeluk dat sommige mensen treft hun morelee positie kan worden afgeleid.

7555

Novikov, tyraiittye soSiwiija, voetnoot van Novikov, p. 472.

(30)

geeftt het licht dat de mens de ogen opent tot het zien van de groots-heidd van zijn aardse opdracht, zijn mogelijkheden en kwaliteiten. On-derrichtt en oefening in het goede verlichten de rede en vormen haar tott wijsheid, waardoor het hart gezuiverd wordt en ontvankelijk wordtt gemaakt voor de deugd- Langs die weg wordt de mens naar aardsee berusting en naar hemels geluk gevoerd. Novikov noemt

Hpaeojueme:Hpaeojueme: '6ooKecmeeuHoe\ goddelijk geïnspireerd Het doodt de

be-geerten,, wijst de mens op zijn plichten en toont hem tegelijkertijd zijn verhoudingg tot het npedeenHOMj cyufecmey , tot het 'voor'-eeuwige we-zen.. De mens wordt dan aangespoord tot onderwerping aan de god-delijkee wetten en Gods voorzienigheid Een mens die tot een derge-lijkk 'kennen' is gekomen, is ten behoeve van zijn naaste tot iedere op-offeringg bereid en in de samenleving tot grote daden in staat.757 Novikovv heeft als macon en in de traditie van de stoïci ook veel aan-dachtt voor het leven van alle dag. HpaeoyneHue, oefening en onder-richtricht in het goede, is het belangrijkste voor iedere burger, ongeacht zijnn leeftijd of sociale positie. Kennis vergaren op zedelijk gebied, het ontwikkelenn van normen en waarden, is geen nutteloze activiteit, geenn 'lege scholastische wetenschap', het kan de mens ten goede ko-menn in tijden van eenzaamheid of in gezelschap; tijdens de arbeid of inn zijn vrije tijd; in geluk en ongeluk; in gezondheid of ziekte, ver van dee dood of stervende. Hpaaoynenue - herhaalt hij - is het vergaren van kenniss van goed en kwaad voor het geluk van vandaag en de zalig-heidd in eeuwigheid; zij is de allerbelangrijkste, nuttigste en noodzake-lijkstee van alle 'wetenschappen'.758

Novikovv geeft in zijn pedagogische artikelenreeks ouders en opvoederss een breed scala van adviezen mee. Die adviezen omvatten allee aspecten van zijn Hpaeoyneme voor de opvoeding en het dagelijk-see leven. Hij propageert:

Hecniocn»,, HCKpeHHOcrb, yMepeHHOCTb, 6AaropoAHOcn>, npocrora, BeAHMeCTBO,, AOCTOBepHOCn», MHCTOCepAeMHe, CIipaBeAAMBOCTb,

Tep-ncHnee B cipaAaHim, nocroHHCTBo B Hecnacnin, iipcAOMAemie co5-CTBeHHOHH BOAH, ÖOApOCTb.

Hijj waarschuwt tegen: Ao>KHocn>, pocKouib, ropAocn>, CAa6ocrb,

7577 Ibid, p. 401. 75»» Ibid, p. 402.

(31)

pa3BpameHHocn>,, npe3peHne, AencoMMCAne, 6ecneHHocn>,

npeA-pacq'AKH,, H3AHUIHJUI CKAOFIHOCTb K yBeCeACHHJDVÏ, npHTBOpCIBO, AacKaTCAbcreo,, iiorpeiuHocrb, CAaAocTpacme, 3aBiicn>, Kopwcro-Aioöne,, HccroAioGne, neHaBUCTb, KAeBerraime.759

[Eerlijkheid,, oprechtheid, gematigdheid, edelmoedigheid, een-voud,, grootheid, betrouwbaarheid, reinheid des hartens, recht-vaardigheid,, geduld in lijden, hardheid in tegenspoed, het bre-kenn van de eigen wil, dapperheid.

Hijj waarschuwt tegen: leugenachtigheid, luxe, trots, zwakheid, losbandigheid,, verachting, lichtvaardigheid, onachtzaamheid, vooroordelen,, overdreven overgave aan vermaak, veinzerij, vleierij,, zondigheid, wellust, afgunst, hebzucht, eerzucht, haat, laster.. ]

Dezee begrippen vormen het levenslabyrint waarin ouders hun kinderenn de weg moeten wijzen tot navolging van Christus, een doelstellingg die Novikov hun herhaalde malen voorhoudt.760 De opvoedingg moet voor hem in eerste en laatste instantie gericht zijn op dee vorming van verstand als ondersteuning van de gesteldheid van hett hart om het kind tot deugd, godsdienst en christendom te brengen.761 1

Dee morele lessen aan de ouders zijn uitvoerig en gaan tot in hett kleinste detail van het dagelijkse leven. Het kind moet in een vroegg stadium de waarde der dingen leren kennen. Het moet leren onderscheidd te maken tussen de uiterlijke, voorbijgaande, verganke-lijkee zaken en de wezenlijke die de mens voor eeuwig eigen zijn. De stemm van het geweten staat hoger dan rijkdom, schoonheid, menselijkee achting en eerbetoon. De materiële dingen des levens gevenn de spiritueel behoeftige mens noch kracht, noch verstand of wijsheid. .

Inn Rom. 8 staan passages die Novikov zeer moeten hebben aangesproken,, want ze komen, geconcretiseerd, in vele vermaningen vann Novikov terug. Zij ondersteunen zijn waarschuwingen tegen he-'s99 Ibid, pp. 417-420, 423.

7600

I loApawainie Xpncia, H K noApawanmo ci-o npiiMcpy |navolging van Christus, en (...)zijnn voorbeeld] , is een veel voorkomende terminologie in de, l^ratmyt soaiieiiija vann Novikov. Zie o.a. pp. 477,487,492,495,496.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

guestt molecules, that are functionalized with electron donor and electron acceptor moieties, the HR-dendrimerss can be employed as template molecules for the creation

Door heel veel van zulke methyl oranje groepen aan eenn dendrimeer vast te maken kunnen deze twee eigenschappen, namelijk de structuurverandering onderr invloed van licht en

John van Ramesdonck enn Mattijs Koeberg, hartelijk dank voor jullie hulp en enthousiasme bij mijn eerste metingen en voorr de uitgebreide introductie op de laserapparatuur.. Zowaar

Hett feit dat voor de aanschaf van Barbital (Veronal) een stapel formulieren ingevuld dient tee worden en een sterke motivatie voor het gebruik ervan moet worden aangedragen,

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

Naast het onderzoek naar de invloed van straatmeubilair op de openbare ruimte hebben wij een evaluatie gemaakt voor de Osse bank.. Deze banken zijn in 2012 geplaatst in het centrum

Nu kan zulk een klister thans overgaan tot bloemvorming ; de tweede bladserie eindigt dan met een half omvattend loof blad; dan zal zoo'n bol geworden klister in zijn derde jaar

The search strategy consisted of both medical subject headings (MESH) terms as well as alternative terms known for each of the MESH terms. The search terms included