• No results found

Technisch Beleidsplan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Technisch Beleidsplan"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Technisch Beleidsplan

(voor jeugd jongens )

Versie 3.0

FC Purmerend Sportief, Gezellig &

Ambitieus

(2)

Voorwoord

FC Purmerend telt tegenwoordig zo een 1050 leden en heeft de ambitie uitgesproken om een gezellige, recreatieve maar ook prestatiegerichte voetbalvereniging te zijn. Dit technisch beleidsplan beschrijft de visie en het beleid van FC Purmerend waar de ontwikkeling van de speler voorop staat. Het uiteindelijke doel is om spelers beter te maken en klaar te stomen voor onze zondagselectie, het vlaggenschip van FC Purmerend. De ambitie om met de jeugd op een zo hoog mogelijk niveau te spelen is iets waar hard aan gewerkt wordt, jaar in jaar uit.

Dit houdt in dat de club meer moet professionaliseren om leden te kunnen verkrijgen en ook om ze aan je club te kunnen binden. Natuurlijk kun je niet iedereen tevreden houden omdat je immers met selectieteams werkt en er altijd teleurstellingen zullen zijn maar door continu verbeteringen aan te brengen en je als club te blijven ontwikkelen, hopen we om met zoveel mogelijk hardwerkende vrijwilligers binnen- en buiten de commissie Voetbaltechnische zaken, i.s.m. de Jeugdcommissie zoveel mogelijk leden tevreden te houden, de kwaliteit te verhogen en het spelplezier van de spelers te waarborgen.

Om dit te kunnen realiseren zijn visie, een professionele organisatie en een goed beleid belangrijke vereisten om deze ambitie waar te kunnen maken.

Dit technisch beleidsplan draagt bij aan onze ambities en is bestemd voor leden, ouders van jeugdspelers, trainers, begeleiders en het technisch (jeugd) kader. Ieder moment moet je via dit document kunnen toetsen of we nog steeds die dingen doen die we hebben afgesproken.

Het bewaken en toetsen van de praktische uitvoering van dit plan valt onder de taken en verantwoordelijkheden van de Commissie Voetbal technische zaken.

Er ligt een grote uitdaging voor ons. Met veel enthousiasme en inzet kunnen we er samen iets moois van maken. Hierbij zullen we in ons achterhoofd moeten houden dat het

realiseren van onze ambities een grote uitdaging waard is en waar we ons niet uit het veld moeten laten slaan indien we tegenvallers en teleurstellingen op onze weg tegen komen.

Commissie Voetbal Technische Zaken (“VTZ”)

(3)

Inhoudsopgave

0

Inleiding

1 Technisch (jeugd)beleid

1.1 Het opleiden van de voetballertjes 1.2 De jeugdvoetballer

1.3 Recreatief versus prestatie 1.4 Het selectiebeleid

1.5 Selectieprocedure

1.6 Overgang van jeugd naar senioren 1.7 Overgang naar een andere vereniging 1.7.1 Beleid van de KNVB

1.7.2 Beleid van FC Purmerend 1.8 De trainingen

2 Trainings- en coachingsprogramma

2.0 Visie, doelstellingen en uitgangspunten 2.1 Trainingen algemeen

2.1.1 Documentatie trainingsmethoden 2.1.2 Trainingsopzet

2.1.3 Trainingsvormen 2.1.4 Warming-up 2.2 Formatie

2.2.1 Formatie bij een zevental 1:2:1:2:1 2.2.2 Formatie bij een negental 1:3:2:3 2.2.3 Formatie bij een elftal 1:4:3:3

2.3 Aandachtspunten per leeftijdscategorie 2.3.1 F-jeugd (J08/J09)

2.3.2 E-jeugd (JO10/JO11) 2.3.3 D-jeugd (JO12/JO13) 2.3.4 C-jeugd (JO14/JO15) 2.3.5 B-jeugd (JO16/JO17) 2.3.6 A-jeugd (JO19)

2.4 Keeperstraining 2.5 De wedstrijden

2.6 Standaard coachtermen

3 Diversen

3.1 Prioriteitsstructuur/trainingsschema 3.2 Begeleiders van de jeugdvoetballers 3.3 Faciliteren jeugdtrainers

3.4 Leiders

4 Tot Slot

Bijlagen

1. Normen en waarden

2. Wie, wat waar commissieleden Voetbaltechnische zaken 3. Scoutingformulier

4. Warming-up E-F 5. Warming-up D

(4)

6. Warming-up A-B-C 7. Taken spelers

8. Aandachtspunten bij hoofdvormen trainingen

Versie: Datum: Auteur:

1.0 24-05-2005 Ben de Kock 1.1 – 1.4 02-04-2008 Ben de Kock 2.0 16-02-2009 de TC leden**

2.1 – 2.7 25-03-2010 Ben de Kock 2.8 14-11-2012 Rob Bloemkolk 2.9 03-06-2013 Rob Bloemkolk 3.0 01-12-2016 Jorge Patricio

 De huidige samenstelling van de commissie VTZ bestaat uit: Jorge Patricio (Voorzitter)

 Erik Koster (Trainersbegeleider, met name voor Onderbouw jeugd)

 Onno Betten (Hoofd scouting)

 Daan Muller (VTZ lid, adviseur)

 Sonny Roest (Technisch coordin. D, E, F pupillen en Kabouter-/mini voetbal)

 Jorge Patricio (Technisch coordin. A, B en C junioren) ad interim

(5)

Zie hun taken in bijlage 2.

Inleiding

Het is tegenwoordig voor de amateurclubs niet meer te doen om zonder een concreet technisch jeugdbeleidsplan, een goede structuur binnen de vereniging te handhaven. In het technisch jeugdbeleidsplan worden alle afspraken beschreven, waar alle spelers, begeleiders/trainers, ouders, bestuursleden, commissieleden etc. zich aan dienen te houden. Op deze manier is het mogelijk om een basis te leggen voor de waarborging van kwaliteit en een goede organisatie binnen de vereniging. Zeker een vereniging met de omvang als die van FC Purmerend. De grootste in Purmerend en één van de grootste in Zaanstreek-Waterland en omstreken.

Net zoals vrijwel overal geldt ook bij ons de regel: “De jeugd heeft de toekomst”. Zonder jeugd, geen toekomst. In de jeugdopleiding kun je aan een basis bouwen waar je vele jaren plezier van kunt hebben. Met name in de jeugdafdeling is het van groot belang dat de mensen weten wat er van hen verwacht wordt. Nieuwe mensen binnen de jeugdafdeling kunnen niet zomaar in het diepe gegooid worden en is er behoefte aan duidelijkheid en continuïteit.

Door het in de praktijk brengen van een eigen technisch jeugdbeleidsplan kan de jeugd structureel beter opgeleid- en begeleid worden.

Dit technisch jeugdbeleidsplan dient als leidraad om plannen succesvol te voltooien. Tevens dient het plan als communicatiemiddel naar leden en potentiële leden van FC Purmerend.

In dit document wordt voor de beschrijving van een speler de mannelijke vorm gehanteerd. In dit plan wil FC Purmerend aangeven hoe ze de ontwikkeling van het jeugdvoetbal gestalte wil geven en hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan een zinvolle tijdsbesteding van de

jeugdleden. Dit wil ze bereiken door het voetballeerproces te stimuleren en te coördineren en door het organiseren van nevenactiviteiten voor de verschillende leeftijdscategorieën.

Hoofdstuk 1 beschrijft het technische jeugdbeleid wat bestaat uit; het opleiden, de speelwijze, recreatief tegenover prestatie, de trainingen en wedstrijden, het selectiebeleid/de

selectieprocedure.

In hoofdstuk 2 wordt het trainings- en coachingsprogramma uitgewerkt.

In hoofdstuk 3 staan algemene onderwerpen zoals hoe begeleiden van de voetballertjes eruit moet zien, het faciliteren van aspirant trainers, leiders en de overgang naar senioren.

(6)

Hoofdstuk 1 ”Technisch (jeugd)beleid”

1.1 Het opleiden van de voetballertjes

Uitgangspunten van de vereniging ten aanzien van het leren voetballen:

Wat vinden we belangrijk bij het leren voetballen? De kinderen moeten plezier hebben in het spelletje. Je moet als trainer de ideale mix kunnen vinden tussen het plezier en het bereiken van de doelstellingen die je wilt halen met de trainingen.

De vereniging dient ervoor zorg te dragen dat er zoveel mogelijk richtingen zijn voor de jeugd om zich te kunnen ontwikkelen. Sommige spelertjes ontpoppen zich tot recreatieve voetballers die daarnaast een pupillenteam gaan begeleiden, jeugdscheidsrechter worden of misschien ooit wel een bestuursfunctie gaan bekleden. Sommige talenten groeien uit tot waardevolle eerste

elftalspelers, die later misschien wel trainer worden van het hoogste junioren elftal of van de seniorenselectie. Enkele talenten worden gescout door Betaald voetbalorganisaties (BVO's) en kunnen op latere leeftijd de overstap naar de jeugdopleidingen van deze BVO’s maken. Daar hebben we in het (recente) verleden legio voorbeelden van en waar we dan ook trots op mogen zijn.

Om veel plezier in het trainen te behouden zal er heel veel met de bal getraind moeten worden.

Bij de jeugd houdt dit in dat we bij met name de F- en E pupillen veel technische vaardigheden trainen. Bij de D pupillen (in iets mindere mate) en de junioren liggen bij de trainingen steeds meer de nadruk op positiespelletjes ten behoeve van de tactische scholing. Ook het fysieke aspect zal vanaf de D pupillen en junioren meer een rol van betekenis krijgen, wat overigens niet inhoudt dat je daar ook niet iets eerder in een kleine mate mee kunt starten.

Als trainer van alle jeugdelftallen dien je jezelf continu de volgende vragen te stellen:

 Heeft je speler plezier in datgene dat hij doet ?

 is er een juiste balans tussen discipline, plezier en normen en waarden ?

 hoe kan ik het beste individueel met een speler bezig zijn waardoor een speler daadwerkelijk beter wordt ?

 welke training past het best bij de leeftijd van de spelersgroep ?

 ga ik op een juiste manier om met een speler van deze leeftijdscategorie ?

Als trainer dien je goed in de gaten te houden dat je aan het werken bent met kinderen.

Kinderen kunnen heel gevoelig zijn, voor allerlei dingen. Wil je een goede jeugdtrainer zijn dien je al je pupillen te kennen. Je moet weten hoe je ze moet benaderen, hoe je ze moet motiveren, enzovoorts. Teveel mopperen werkt vaak tegendraads ! Schreeuwen tegen kinderen is iets wat al helemaal niet de bedoeling is en ook totaal niet werkt. Angst wordt op deze manier

ingeboezemd en daar gaat niemand beter door spelen en plezier brengt het al helemaal niet.

Teveel coachen tijdens wedstrijden heeft ook geen enkele zin en ook het soort taalgebruik naar kinderen toe is heel belangrijk. Dit zijn enkele belangrijke zaken die een trainer zou moeten weten alvorens een jeugdteam te gaan trainen. Zeker bij de jeugd onderbouw is communiceren- en de wijze waarop, essentieel !

(7)

1.2 De jeugdvoetballer

Het is belangrijk dat trainers en begeleiders van FC Purmerend inzicht hebben in de kenmerken van de verschillende leeftijdscategorieën. Deze kenmerken hebben onder andere

consequenties voor de inhoud en de duur van de trainingen, de manier van omgang met de jeugdspelers en het taalgebruik tijdens trainingen en wedstrijden.

De algemene leeftijdskenmerken staan vast maar binnen de leeftijdscategorieën kunnen spelers qua kenmerken van elkaar verschillen.

1.3 Recreatief versus Prestatie

Recreatief voetballen is er op gericht dat alle jeugdspelers het voetballen als plezierig ervaren.

Prestatief voetballen bij de jeugd is gericht op het maximaal ontwikkelen van het aanwezige talent van de individuele jeugdspelers. Daarnaast heeft het tot doel dat de jeugdspelers zo goed mogelijk opgeleid worden voor de hogere zondag seniorenelftallen.

FC Purmerend kiest ervoor om met de niet selectie-jeugdteams recreatief te voetballen. Hiermee wordt bedoeld, dat daar waar plezier en prestatie niet samen gaan, het plezier voorop staat.

Daarnaast is belangrijk dat de jeugdspelers al op zeer jonge leeftijd leren inzien dat voetballen vooral een teamsport is en dat dit dan ook een bepaalde discipline vereist.

Vanaf de O8 pupillen wordt er, als er meerdere teams per leeftijdscategorie zijn, gewerkt met selectieteams.

De jeugd kent de volgende selectie teams indelingen:

Onderbouw: O9-1 en O8-1 (F pupillen), O11-1 (9 x 9) en O10-1 (E-pupillen), O13-1 en O12-1 (D pupillen), Bovenbouw: O15-1 en O14-1 (C junioren), O17-1 zondag en O16-1 (B junioren), O19-1 zondag (A junioren). Selectie teams zijn teams die prestatiegerichter voetballen o.l.v.

gediplomeerde- en betaalde trainers, bij voorkeur trainers die geen ouder zijn van een speler van het betreffende team.

Per team wordt beoordeeld en vastgesteld op welk niveau het gaat spelen. De verantwoordelijke trainers beoordelen de spelers en in overleg met de commissie VTZ en Scouting wordt ervoor gezorgd dat de beste spelers in de selectieteams worden geplaatst. In overleg kunnen er selectietrainingen plaatsvinden en of selectiewedstrijden maar het kan in sommige gevallen niet noodzakelijk zijn.

Indien noodzakelijk zullen er in de jeugd onderbouw tevens beloftetoernooien worden

georganiseerd waar diverse intern gescoute spelers hun voetbalkwaliteiten kunnen laten zien.

Er zal continu overleg zijn tussen alle betrokken partijen hoe de selecties eruit komen te zien. De eindverantwoordelijkheid ligt echter altijd bij VTZ. Los van het feit dat er continu bekeken wordt of de selectiespelers zich naar verwachting ontwikkelen, blijft dit wel een continuproces en is er in de winterstop een extra meet- en evaluatiemoment. Dit betekent dat spelers die in een selectieteam spelen maar zich niet goed genoeg hebben ontwikkeld, na overleg tussen de trainer en VTZ, er besloten kan worden dat er een spelersruil plaatsvindt met een speler uit een ander (lager) team die zich wel heel goed heeft ontwikkeld. Uiteraard zal er in dit geval ook overleg zijn met de betreffende wedstrijd secretaris en Jeugdcommissie.

Daarom spreekt FC Purmerend altijd van een “voorlopige selectie” om te voorkomen dat een speler vanaf het begin van het seizoen zich verzekerd voelt van een plaats in een selectieteam.

Om de druk van het presteren er enigszins af te halen worden spelers bij recreatieteams en de selectieteams van de onderbouw per toerbeurt wissel gezet. Voor selectieteams onderbouw is het niet de bedoeling dat een speler die gewisseld moet worden omdat het zijn beurt is, niet mag blijven staan omdat de trainer, gezien de stand van de wedstrijd, vindt dat dit in het belang van de wedstrijd is. Uiteraard kunnen er altijd omstandigheden zijn (blessures, fitheid, etc) die een

(8)

uitzondering vormen. Indien een speler in een selectie echt veel moeite heeft om mee te komen en zich niet mee ontwikkelt zoals gedacht, dan zal dit tijdens trainingen en wedstrijden naar voren komen dan zal in overleg bepaald worden of deze speler niet beter een niveau lager moet gaan spelen en wellicht ook een andere speler uit een lager elftal door te laten schuiven indien die zich beter ontwikkelt dan verwacht. Dit hoeft niet persé in de winterstop te zijn, kan ieder moment van het seizoen.

Je hebt in selecties altijd spelers die erboven uit steken en spelers die iets minder zijn, het is dan aan de trainer om de mindere spelers naar een hoger niveau te tillen. Ook mindere spelers moeten leren om onder een bepaalde druk te voetballen. Dit leren zij niet alleen bij een grote voorsprong. Bij de selectieteams van de bovenbouw (vanaf de O14-1) starten de 11 beste spelers, met dien verstande dat elke speler uit de selectie recht heeft op minimaal 50% van de competitie speeltijd over het gehele seizoen genomen. Bij de O13-1 mag men al langzaamaan starten met een basis elf zodat spelers al kunnen wennen aan de regels van de bovenbouw.

Om een zekere discipline te houden geldt bovenal dat de spelers de regels ten aanzien van de algemene normen en waarden, goed gedrag, vermijden van onnodige kaarten, het respecteren van beslissingen van de scheidsrechter, normaal taalgebruik, de trainingsopkomst en

afzeggingen enz. moeten naleven. Disciplinaire straffen gaan voor het roulatiesysteem.

1.4 Het selectiebeleid

Het doel van selectie is om iedere speler individueel, maar ook ieder team, op een daarvoor geschikt niveau te laten spelen. Bij een voldoende groot aanbod binnen een leeftijdscategorie wordt er geselecteerd op basis van voetbalkwaliteiten.

Hierbij wordt o.a. gekeken naar:

1. technische vaardigheden;

2. tactische vaardigheden;

3. mentale vaardigheden;

4. fysieke- en psychische gesteldheid

O8 en O9 pupillen die overgaan naar de O10 en O11 pupillen, O10 en O11 pupillen die

overgaan naar de O12 en O13 pupillen, O12 en O13 pupillen die overgaan naar de O14 en O15 junioren, O14 en O15 junioren die overgaan naar de O16 en O17 junioren, O16 en O17 junioren die overgaan naar de O18 (eventueel) en O19 junioren en de O19 junioren die de overstap naar de senioren zullen maken kunnen gedurende de 2de seizoenshelft alvast meetrainen met een hogere leeftijdscategorie, zodat de doorstroming zo goed mogelijk verloopt en men op tijd een goed beeld heeft van het niveau van volgende lichting die eraan komt. Het eerder laten doorstromen gebeurt in eerste instantie op basis van fysiek-, technisch-, tactisch- en mentaal vermogen. Het doorschuiven van trainen ma de winterstop zal in overeenstemming gaan met VTZ. De speler traint dan 1x met zijn eigen team en blijft ook in het team van zijn eigen leeftijdscategorie maar kan in overleg ook af en toe bij die hogere leeftijdscategorie in wedstrijden worden ingezet. Indien een speler, op basis van eerder genoemde kwaliteiten, eerder moet of kan doorstromen naar een hogere categorie, of als voor een speler dispensatie moet worden aangevraagd zal dat in overleg gaan tussen de betreffende trainer(s), de

Commissie VTZ en eventueel een ouder van de speler plaatsvinden. Uiteraard ook hier in samenspraak met de betreffende secretaris en Jeugdcommissie.

(9)

1.5 Selectieprocedure

Selectiecommissie

De selectiecommissie zal bestaan uit de hoofdtrainer van het betreffende selectieteam, de desbetreffende Technisch coördinator en de leden van de Commissie VTZ. De Hoofdscout zal de scoutingsrapporten naar de betreffende technisch coordinator sturen (indien aanwezig) zodat de technisch coordinator deze binnen de commissie VTZ kan bespreken..

Op deze wijze is de objectiviteit zoveel mogelijk gewaarborgd. De selectieteams zullen in goed overleg door de selectiecommissie worden samengesteld. Als er een discussie is over een bepaalde speler waar men niet uitkomt dan zal de eindbeslissing door de Commissie VTZ genomen worden waar gegronde argumenten voor nodig zullen zijn.

Wat zijn de selectieteams ?

 O9-1 en O8-1: in de O9-1 zullen de beste (F) pupillen worden geselecteerd (2e jaars, evt.

aangevuld met 1e jaars). Beide teams bestaan uit minimaal 9 spelers.

 De O8-1 betreft een team met uitsluitend 1e jaars (F) pupillen.

 O11-1 (9 x 9) en O10-1: in de O11-1 (9 x 9) zullen de beste (E) pupillen worden geselecteerd (2e jaars, evt. aangevuld met 1e jaars). De O11 bestaat uit minimaal 11 spelers en de O10 minimaal uit 9.

 De O10-1 betreft een team met uitsluitend 1e jaars (E) pupillen.

 O13-1 en O12-1: in de O13-1 zullen de beste (D) pupillen worden geselecteerd (2e jaars, evt. aangevuld met 1e jaars). Beide teams bestaan minimaal uit 14 spelers.

 De O12-1 betreft een team met uitsluitend 1e jaars.

 De O15-1 en O14-1: in de O15-1 zullen de beste (C) junioren worden geselecteerd (2e

jaars, evt aangevuld met 1e jaars). Beide teams bestaan minimaal uit 14 spelers.

 De O14-1 betreft een team met uitsluitend 1e jaars.

 De O17-1 (zondag) en O16-1: in de O17-1 zullen de beste (B) junioren worden

geselecteerd (2e jaars, evt. aangevuld met 1e jaars). Beide teams bestaan minimaal uit 14 spelers.

 De O16-1 betreft een team met uitsluitend 1e jaars.

 O19-1 zondag: in de O19-1 zullen de beste (A) junioren worden geselecteerd (2e jaars, evt. aangevuld met 1e jaars. Dit team bestaat uit minimaal 15 spelers.

 Zondag senioren 1 en- 2.

Daar waar er keuzes gemaakt moeten worden, op basis van gelijkwaardig niveau, verdient een 1e jaars speler de voorkeur boven een 2e jaars.

Input voor het formeren van selecties

 Scoutingrapporten ingevuld door scouts en de leiders/trainers van m.n. de niet selectie elftallen.

 Scoutingrapport ingevuld door de (kern-) scouts en hoofdtrainers van de selectieteams.

 Eventueel ook informatie verzamelen bij trainers waar de betreffende speler actief is.

 Op basis hiervan gericht bekijken van spelers tijdens wedstrijden door de selectiecommissie/scouts.

 Op basis van voorgaande informatie uitnodigen van spelers om mee te trainen met hogere teams en indien nodig het spelen van (interne) selectiewedstrijden/belofte toernooien.

 Trainingen en wedstrijden ter voorbereiding op het nieuwe seizoen.

(10)

Planning

 Evaluatieformulieren versturen in de winterstop alsmede retour (of een ander moment in het seizoen, desgevraagd).

 Bekijken van wedstrijden/trainingen gedurende het gehele seizoen

 Meetrainen met hogere teams na de winterstop (of indien nodig al voor die tijd).

Eventueel interne Selectiewedstrijden in april en/of mei (of indien nodig al voor die tijd).

Bekend maken selecties

De selecties worden voor de zomervakantie bekend gemaakt, bij voorkeur een week voor de overschrijvingsdatum van 15 juni. De formatie van de uiteindelijke teams kan uiterlijk aan het einde van de voorbereiding in augustus plaatsvinden. Hierdoor blijft de mogelijkheid bestaan om ontwikkelingen tijdens de vakantieperiode in de selecties te verwerken.

Wijziging van de selecties

Rondom of tijdens de winterstop zal geëvalueerd worden of er wijzigingen in de selecties

aangebracht dienen te worden (of eerder indien noodzakelijk). Oorzaken hiervan kunnen zijn dat spelers niet naar verwachting presteren of zich niet naar verwachting ontwikkelen terwijl anderen dat boven verwachting wel doen. Hierbij zal de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden betracht waaronder overleg met de desbetreffende ouders om de spelers niet onnodig teleur te stellen.

Bij twijfel worden er in de selecties geen wijzigingen aangebracht, er moet sprake zijn van duidelijk verschil in ontwikkeling. Het is overigens mogelijk om op ieder moment een wijziging in de selecties toe te passen. Bijvoorbeeld indien prestaties beneden niveau blijven, wedstrijden of trainingen structureel niet worden bezocht of indien sprake is van een langdurige blessure of wangedrag. Het spelen in een selectieteam geeft namelijk rechten maar schept ook

verplichtingen en vergt van een speler een zekere discipline en ontwikkeling.

Overige

Naast het creëren van selectie teams zullen we elk seizoen opnieuw bekijken of we een schaduwteam bij een bepaalde leeftijdscategorie gaan formeren. Het formeren van een schaduwteam zal besproken worden door de technische commissie, jeugdcommissie en de secretaris. Zo'n schaduwteam zal alleen gevormd worden als er voldoende kwaliteit aanwezig is.

Het schaduwteam zal dan voornamelijk bestaan uit spelers die zijn afgevallen voor de selectie teams. Voor de overige niet-selectie teams geldt dat het beleid is om deze teams zoveel mogelijk bij elkaar te houden.

1.6 Overgang jeugd naar senioren

De stap naar de eerste seniorenselectie is voor vele jeugdspelers (te) groot. Het is van groot belang om deze stap zo klein mogelijk te laten zijn. Daarom stopt de jeugdopleiding niet na de O19 junioren maar dient dat naadloos door te lopen naar de seniorenselectie. Dit valt te realiseren door oa:

 Het 2e seniorenteam als opleidingselftal te benoemen voor de seniorenselecties.

 Alleen de talentvolle jeugdspelers met veel capaciteiten en kwaliteiten kunnen een kans maken voor het 1e seniorenteam.

 De beide senioren selectieteams te laten spelen in een formatie/systeem die de jeugdspeler tijdens hun opleiding hebben aangeleerd. Dat is 1:4:3:3 of 1:3:4:3.

 Het leren spelen met druk naar voren en op de helft van de tegenstander.

 Samenstellen van een team tot 23 jaar, waarin talentvolle jeugdspelers participeren.

 Het regelmatig laten oefenen van dit team tegen sterke tegenstanders.

 Talentvolle jeugdspelers uitnodigen voor oefenwedstrijden van de zondagselectie.

 Na de winterperiode talentvolle jeugdspelers laten meetrainen met de seniorenselecties.

(11)

1.7 Overgang jeugdselectiespeler naar andere vereniging

1.7.1 Beleid van de KNVB

Het bestuur amateurvoetbal van de KNVB heeft in 2011 besloten de regeling omtrent de externe scouting van jeugdspelers te wijzigen. De algemene vergadering waarin alle amateurverenigingen zijn vertegenwoordigd is akkoord gegaan met dit zogenaamde uitvoeringsbesluit.

De verandering van het reglement doet meer recht aan de belangen van spelers, clubs (zowel de club waar de speler geregistreerd staat als de scoutende club) dan voorheen het geval was.

Het gevolg van deze regeling is ook dat overtredingen van het reglement kunnen worden voorgelegd aan de tuchtcommissie. Uitvoerige informatie mbt deze externe scouting is te binden op de website van de KNVB.

1.7.2 Beleid van FC Purmerend

FC Purmerend leidt zijn spelers op voor het 1e elftal. Het “Voetbaltechnisch Beleidsplan” voorziet hierin. De jeugdopleiding van FCP is van dusdanig niveau dat er goede spelers doorstromen naar het 1e of 2e elftal. Er zijn spelers die zich zo goed ontwikkelen dat zij de stap kunnen maken naar een Betaalde Voetbal Organisatie (BVO). FCP is een club die dit stimuleert en trots is als een speler deze stap kan maken. .

FCP zal alle medewerking verlenen om de speler de stap hoger te laten maken.

FCP verwacht wel van de selectiespeler het volgende;

a) De speler zal zijn trainer informeren dat een club hem heeft benaderd om;

- Mee te trainen en of wedstrijden te spelen met die andere club.

b) Dat de speler zich volledig zal blijven inzetten tijdens de trainingen en wedstrijden van FCP c) trainingen en of wedstrijden niet conflicteren met het eigen team bij FCP.

De club verleent medewerking als voldaan is aan de voorwaarden en richtlijnen zoals deze door de KNVB zijn gesteld. Deze zijn op de website van de KNVB te vinden.

De trainer zal i.s.m. de technisch coördinator en de speler bespreken wat voor beiden de beste oplossing is.

Indien de speler niet aan bovenstaande eisen voldoet kan de trainer maatregelen nemen.

Dit kan zijn minder speeltijd geven tot verwijdering uit de selectie.

Het doel is om de speler samen met de club het seizoen tot een goed einde te brengen.

1.8 De trainingen

Centraal bij de trainingen staat dat de (jeugd)spelers beter leren voetballen.

Bij het geven van training is het van belang dat:

 spelers met plezier trainen, dus veel beweging en oefeningen met de bal;

 spelers zelf voetballen en niet alleen maar kijken hoe anderen het voordoen;

 de oefeningen een voetbaleigen bedoeling hebben (bal, ruimte, weerstand, etc);

Vooral bij de pupillen ligt de nadruk op de technische vaardigheden. Dit is zeker het geval bij de allerjongsten van de O8 t/m de O11 pupillen. Bij de O13 en O12 pupillen dient, naast het

blijvend aandacht geven aan de techniek, gestart te worden met het aanleren van de basistaken en kan met de aspecten Fysiek, inzicht en communicatie begonnen worden. Bij de

junioren/bovenbouw ligt het accent nog meer op het fysieke-, tactische- en mentale vlak en het afstemmen van de basistaken op elkaar.

(12)

Uitgangspunt voor de trainingen is dat er minimaal 1x per week als selectieteam samen getraind wordt. Het is gewenst dat er tevens 1x per week met het eigen team zal worden getraind.

Invulling van een eventuele derde training zal door de trainers in overleg met de commissie VTZ worden bepaald. Om alle spelers voldoende individuele aandacht te geven dienen de groepen niet al te groot te zijn. De groepsgrootte voor de trainingen is afhankelijk van het feit of het team uit een zevental, negen- of een elftal bestaat.

Voor niet selectiespelers is de trainingsfrequentie minimaal 1x per week en voor

selectiespelers is de trainingsfrequentie minimaal 2x per week.Daarnaast streven we naar een 3-de moment voor selectiespelers en een 2-de moment voor niet-selectie spelers indien het trainingsschema dit toelaat.

Hoofdstuk 2 “Trainings en coaching programma”

2.0 Visie, doelstellingen en uitgangspunten

De kerntaak van dit programma omvat het vastleggen van voorwaarden om de jeugd van FC Purmerend zich optimaal te kunnen laten ontwikkelen ten aanzien van het voetbalspel. In alle geledingen binnen de jeugdafdeling dient daartoe een goed voetbalklimaat te heersen.

Met dit onderdeel van het jeugdbeleid wordt het kader vastgelegd waarbinnen de voetbaltechnische zaken dienen plaats te vinden.

VTZ bewaakt het technisch beleidsplan. Het bestuur van FC Purmerend blijft

eindverantwoordelijke; het hoofd/voorzitter technische zaken legt verantwoording af aan de bestuurder.

Visie ten aanzien van trainingen:

 voetbaleigen bedoelingen;

 veel herhalingen;

 trainingen afstemmen op de groep;

 juiste manier van coaching afstemmen op de groep

 veel met de bal, weinig loopwerk zonder bal Doelstellingen en uitgangspunten:

Dit programma dient er toe bij te dragen dat:

 De jeugdleden zo goed mogelijk kunnen presteren en hun spelniveau verbeteren.

 Het spelplezier en de ontwikkelingvan de individuele jeugdvoetballer is het belangrijkste, daarna komt het leveren van teamprestaties (prestatie wordt pas in de bovenbouw belangrijker).

 Spelers en hun ouders dienen te worden geïnstrueerd met de discipline t.a.v. trainingen en wedstrijden, zoals dat bij een teamsport hoort. (zie normen en waarden in bijlage 1)

 De leiders en trainers zo goed mogelijk hun taken kunnen uitvoeren.

 Er duidelijkheid en eenduidigheid is binnen de jeugdafdeling.

 Er een prettig voetbalklimaat heerst.

 De zelfwerkzaamheid van de jeugd moet meer worden gestimuleerd.

 Het ontplooien van nieuwe (voetbal)activiteiten zodat spelers bij de club betrokken blijven.

 Trainingsmateriaal, maar vooral ook de trainingsaccommodatie moet dusdanig worden gebruikt, onderhouden en verbeterd ,dat er altijd optimaal gebruik mogelijk is.

(13)

 De duur en de inhoud van trainingen en de coaching van jeugdspelers moet in overeenstemming zijn met de specifieke leeftijdskenmerken van groepen.

 Er bij selectieteams een herkenbare, attractieve speelstijl (1:4:3:3 of 1:3:4:3) gehanteerd wordt binnen de gehele vereniging (1:3:2:3 bij de O11 9x9) en 1:2:1:2:1 bij 7-tallen).

 Ten aanzien van het wissel staan bij wedstrijden wordt er in principe een roulatiesysteem gevolgd. In de Onderbouw is de basis dat iedereen net zoveel speeltijd krijgt. Bij de Bovenbouw minimaal 50% van de competitiewedstrijden.

 Alle selectie teams op een hoog niveau spelen (voor de 1e teams minimaal hoofdklasse) en zich daar handhaven.

 De seniorenafdeling kan profiteren van goed opgeleide spelers.

 Om deze doelstellingen en uitgangspunten te kunnen bereiken worden gewenste voetbaltechnische aspecten uiteengezet. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen trainingen en wedstrijden.

(14)

2.1 Trainingen algemeen

2.1.1 Documentatie trainingsmethoden

 -Voetbal; leerplan voor de ideale voetballer – schrijver Wiel Coerver

 -Scoren; opleiding voor attractief en productief voetbal - schrijver Wiel Coerver

 -Basisboek Keeperstraining – schrijver Frans Hoek

De technische commissie van FC Purmerend is van mening dat deze methoden de nodige meerwaarde kunnen bieden en beveelt ze dan ook van harte aan.

2.1.2 Trainingsopzet

Voorbereiding

 Het is van groot belang dat een training gedegen wordt voorbereid. Een veelvuldig improviserende trainer zorgt voor 'stilstaande' momenten, waarbij de concentratie van de jeugd afneemt.

 Er dient rekening gehouden te worden met diverse zaken, zoals het aantal aanwezige spelers in verband met bepaalde oefenvormen (afmelden bij afwezigheid!), de

trainingsruimte en de aanwezigheid van voldoende materiaal (doeltjes, ballen, hesjes en pionnen / dopjes).

 Bij alle trainingen zijn spelers verplicht om scheenbeschermers te dragen zowel tijdens de training als tijdens de wedstrijd.

 Het is van belang dat de training wordt afgestemd op de specifieke doelgroep. Daarover later in dit document meer.

 Indien gewenst, kunnen na de winterstop potentials vanuit een lager team gevraagd worden om 1x p.w. met een hoger team mee te trainen. In dat geval uiteraard ook minimaal een keer bij hun eigen team.

 Het is aan te bevelen vóór de training de benodigde 'veldjes' voor de diverse

oefenvormen uit te zetten. Praktisch probleem daarbij is vaak dat de velden doorlopend bezet zijn en er dus vooraf weinig kan worden klaargezet.

 Om tijd te winnen kan de warming-up vooraf aan de training aan de zijkant van het veld worden gedaan.

 Het voorzien in een bepaalde opbouw in trainingen voor aanvang van het seizoen wordt als positief ervaren. Jaar- en maandplanning kunnen een handvat bieden voor een goede trainingsopbouw.

 Het is van belang om tekortkomingen die uit wedstrijden naar voren komen, individueel en in groepsverband tijdens de training te verbeteren.

 Trainen op specifieke onderdelen van het voetbal (koppen, trappen, passeren, etc.) kan spelers verder ontwikkelen. Het zelf voordoen is daarbij erg belangrijk.

 Met 'circuittrainingen' wordt in groepjes per onderdeel getraind. Per 'station' kunnen specifieke aanwijzingen worden gegeven (evt. door selectiespelers/trainers). Dit motiveert jeugdspelers vaak extra om op die specifieke onderdelen te blijven trainen.

(15)

Inhoud training

Het belangrijkste aspect bij een training vormt wellicht de beleving ervan. Een training moet namelijk niet alleen leerzaam zijn, maar ook leuk. Voetballers moeten steeds met plezier naar het voetbalveld komen. Het speelse karakter bij de jongste jeugd moet geleidelijk overgaan in prestatiegericht werken bij de junioren.

De basis van iedere training dient gevormd te worden door de belangrijkste uitgangspunten. De hier genoemde vier elementen dienen telkens terug te komen.

Voetbaleigen bedoelingen

 -zoveel mogelijk gebruik maken van de bal (ook tijdens de warming-up)

 -spelen om te winnen: (doel)punten maken en voorkomen.

 -werken in afgebakende ruimten (veld is namelijk ook afgebakend).

 -wedstrijdgerichte oefeningen.

 -snelle omschakeling van balbezit naar balverlies en andersom.

Veel herhalingen

 -terug laten komen van bepaalde oefenvormen.

 -veel beurten tijdens een oefenvorm.

 -oefenen, oefenen, oefenen! (oefening baart kunst).

Trainingen afstemmen op de groep

 -rekening houden met leeftijd, capaciteiten, fysieke mogelijkheden, etc.

 -rekening houden met kwaliteitsverschillen binnen de groep.

 -oefenvormen zo nodig aanpassen.

Juiste coaching

 -motiveren.

 -spelers beïnvloeden (iets leren).

 -spel beïnvloeden (op bepaalde manier laten spelen).

 -aanwijzingen geven, ingrijpen (spel stil leggen/bevriezen, voordoen, vragen stellen).

 -gebruiken van eenduidige coachtermen.

 -Naast deze hoort bij iedere voetbaltraining als vanzelfsprekend weerstand. Te denken valt aan weerstand door:

 -de bal-beheersing van de bal

 -de tegenspeler-aangaan van duels

 -de medespeler-samenspel

 -de spelregels-omgaan met de spelregels

 -ruimte -hoe minder ruimte, hoe moeilijker het spel

 -tijd-handelingssnelheid

Omdat er tijdens wedstrijden sprake is van deze 'voetbalweerstanden', dienen deze ook tijdens trainingen terug te komen. Spelers moeten deze weerstanden namelijk leren kennen en er mee leren omgaan, zodat ook in wedstrijden (onder druk van de tegenstander) een goed resultaat neergezet kan worden.

(16)

2.1.3 Trainingsvormen

Wanneer een trainer en/of leider de wedstrijd van zijn team bekijkt, ziet hij wat er fout gaat: de wedstrijd wordt 'gelezen'. De zwakke punten van de wedstrijd zullen de doelstellingen voor volgende trainingen kunnen zijn. Het streven is dan ook dat een leider van een team tevens de trainingen van dat team verzorgt.

Er zijn diverse oefenvormen mogelijk in een training. Deze zijn terug te brengen tot een drietal hoofdvormen, te weten:

 basistechnieken: bij de jongste spelers dienen eerst de basistechnieken geoefend te worden, maar er moet zo snel mogelijk weerstand worden ingebouwd. Het verdient aanbeveling om elke training te starten met enkele vaste oefeningen gebaseerd op techniek.

 positiespelen (altijd partijhesjes gebruiken en veld afbakenen): zo vroeg mogelijk beginnen met het gevoel voor samenspel. Eerst met een groot overtal, bijvoorbeeld 5:1;

later verkleind tot 4:1, 3:1, 5:2 en 4:3.

partijspelen (altijd partijhesjes gebruiken): wedstrijden spelen in partijen ('om te

winnen!'), waarin bepaalde opdrachten verwerkt kunnen worden (beperken balcontacten, vaste posities, verplicht duel aangaan, etc.).

Binnen deze drie hoofdvormen komen aspecten naar voren die verdeeld kunnen worden onder de kopjes 'techniek', 'tactiek' en 'conditie'.

TECHNIEK TACTIEK CONDITIE

passen aanbieden sprintsnelheid

dribbelen wegblijven sprintkracht

drijven samenspelen sprongkracht

stoppen direct spelen uithoudingsvermogen aan-/ meenemen scoren coördinatie

passeren dekken wendbaarheid

koppen storen handelingssnelheid

sliding rust brengen tweebenigheid open draaien

open gedraaid staan

Met deze aspecten zijn vele oefenvormen te maken. Het is daarbij van het grootste belang rekening te houden met de leeftijdscategorie waarvoor de oefening bedoeld is. Niet alle oefeningen zijn namelijk voor eenieder geschikt.

2.1.4 Warming-up.

Doel: Het lichaam voor te bereiden op de te verrichten arbeid d.m.v.

 Het losmaken en statisch rekken van de spieren.

 Opbouwen van een stukje conditie.

Bij de O11 (E) t/m de O8 (F) pupillen doet men een inleidende oefening/voetbalvorm/spelvorm met bal om in de sfeer van de training te komen. Zie voorbeeld bijlage 4.

Het is mogelijk om de warming-up voorafgaand aan je eigen trainingstijd aan de zijkant van het veld te laten plaatsvinden. Daardoor win je trainingstijd.

Bij de junioren O13 (D) t/m O19 (A) vindt een identieke gezamenlijke warming-up plaats voor elke training en wedstrijd, zie voorbeeld bijlage 5 en 6.

(17)

2.2 Formatie

Wanneer een leider de wedstrijd van zijn team bekijkt, ziet hij wat er fout gaat: de wedstrijd wordt 'gelezen'. De zwakke punten van de wedstrijd zullen de doelstellingen voor volgende trainingen kunnen zijn. Het streven is dan ook dat een trainer van een team tevens de begeleiding van dat team tijdens wedstrijden verzorgt. Het gebruik van eenduidige coachtermen is daarbij

belangrijk.In het kader van opleiden is het van belang dat spelers ook eens op een andere positie binnen het team spelen.

2.2.1 Formatie bij zeven

tal 1:2:1:2:1

In de F- en E-jeugd (O8 t/m O11) wordt gespeeld op een half veld. Dit past beter bij de jeugd van deze leeftijd (6-10 jaar). Er wordt in principe 7 tegen 7 volgens de KNVB regels. Een wedstrijd bij de F duurt twee keer 20 minuten en bij de E-jeugd twee keer 25 minuten.

Het opdragen van taken aan deze jeugdige voetballers moet heel voorzichtig gebeuren, laat ze vooral hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden ontdekken. Het plezier in het spel staat daarbij voorop. Pas wanneer gemerkt wordt dat de spelertjes toe zijn aan meer in teamverband te spelen (met de daarbij behorende afspraken), kan daar langzaam mee begonnen worden.

Ingewikkelde tactische vondsten zijn niet gewenst, de ontwikkeling van de spelers en het plezier in het spel moeten voorop staan.

Bij de F en E teams dient te worden gecoacht vanaf de zijkant van het veld en komt de leider niet in het veld. Waar de leider staat kan namelijk niet worden gevoetbald. Het verdient de voorkeur om vanaf beide zijkanten te coachen en zeker niet achter het doel van de keeper !.

Op deze plaats wordt de formatie van een zevental zoals FC Purmerend die voorstaat, uiteengezet. Er wordt altijd in de formatie 1:2:1:2:1 gespeeld. Bijbehorende taken en functies worden puntsgewijs aangegeven. Het spelen met zeven spelers vormt hierbij het uitgangspunt.

rechter verdediger linker verdediger

centrale middenvelder

rechter aanvaller linker aanvaller

centrale spits

2.2.3 Formatie bij negen

tal 1:3:2:3

E-Top pupillen (O11-1)

Een nieuwe opzet voor de jeugd was m.i.v. seizoen 2011-2012 de E-Top (thans de O11-1).

Deze (proef) opzet is door de KNVB in het leven geroepen om jonge spelers eerder te laten wennen aan het voetballen op een groter veld.

Er wordt gespeeld van 16 meter tot 16 meter met Pupillen doelen. Het aantal spelers per team is 9. De speelduur is 2 x 30 minuten. Inmiddels is deze opzet een succes gebleken.

De visie van 9 x 9 binnen FCP is als volgt;

(18)

Onze favoriete speelwijze is bij voorkeur : 1-3-2-3 (keeper en 3 linies). Deze speelwijze sluit beter aan bij het speelsysteem richting de D-pupillen (O12) t.w. : spelen met buitenspelers.

Bij balbezit: Opbouwen/Aanvallen;

Opbouw start zoveel mogelijk bij keeper. Deze speelt laatste linie in.

Vrije verdediger doorschuiven naar middenveld om overtal te creëren.

Aanvallen via de flanken.

Bij balverlies: Storen/Verdedigen;

Bal veroveren op helft tegenstander

Over het hele veld 1:1 spelen. Spelers gaan leren hierdoor elkaar rugdekking te geven.

Voor de trainingen geldt:

Het positiespel: Spelers inzicht laten krijgen in de ruimtes.

Spelenderwijs het verhogen van handelingssnelheid door de bal zo min mogelijk te raken m.u.v.

de aanvallers. Partijspel: moet voor de trainer/coach altijd een doel hebben. (Alle) Spelers krijgen dus een opdracht.

Herhalen van de aangeleerde vaardigheden bij de F-Pupillen moet de rode draad zijn en verder worden uitgewerkt.

centrale verdediger

rechter verdediger linker verdediger

rechter middenvelder linker middenvelder

rechter aanvaller centrale spits linker aanvaller

2.2.4 Formatie bij elftal 1:4:3:3

De oudere jeugd (>10 jaar) speelt in een elftal op een veld met 'normale' afmetingen. Er is een onderverdeling in:

 D-jeugd, JO12 en JO13, (10-12 jaar). De wedstrijdduur is twee keer 30 minuten. (

 C-jeugd, JO14 en JO15, (12-14 jaar). De wedstrijdduur is twee keer 35 minuten.

 B-jeugd, JO16 en JO17, (14-16 jaar). De wedstrijdduur is twee keer 40 minuten.

 A-jeugd, JO18 en JO19, (16-18 jaar). De wedstrijdduur is twee keer 45 minuten.

 Stap voor stap komt bij de A junioren de overgang naar de senioren in zicht.

In deze vier leeftijdscategorieën zijn grote verschillen aan te merken. Met name de overgang van een 'klein' naar 'groot' veld is voor de meeste spelers een flinke stap.

(19)

Het is goed om voor de overgang naar een groot veld aan het einde van het seizoen wat oefenwedstrijden- en of toernooien te spelen om aan het grote veld en de buitenspelregel te wennen.

Het eerste seizoen in de D-jeugd is daarom voor velen een moeilijk jaar. Juist daarom is de begeleiding van eerstejaars D-jeugdspelers zo essentieel. Ze moeten heel goed onderwezen worden in het 'grote veld-voetbal', een aantal aspecten zijn hierbij belangrijk:

 Wat wordt er van mij verwacht en wat doen andere spelers.

 Goede en duidelijke afspraken zijn erg belangrijk. Deze afspraken (in trainingen en wedstrijdbesprekingen) moeten per categorie uitgebouwd worden, met als doel dat volwaardige voetballers doorstromen naar de senioren.

 Voetbal is een teamsport en het rendement van de teamprestatie zal het hoogst zijn wanneer elke speler zijn taken naar behoren invult. Deze taken moeten een speler wel aangeleerd worden. In het jeugdvoetbal gaat de ontwikkeling van spelers dan ook boven alles. De trainers en leiders hebben dus een ander doel (leren voetballen) dan de spelers (kampioen worden).

 De wijze waarop een elftal speelt is over het algemeen terug te zien in de formatie van de spelers op het veld. De meest logische veldbezetting, zeker in het kader van het jeugdvoet-balleerproces, is: de keeper, drie verdedigers, drie middenvelders en drie aanvallers.

Rest dan nog één speler. Afhankelijk van het niveau en de bedoeling van de wedstrijd kan deze positie ingevuld worden:

 -achter de drie verdedigers

 -tussen de drie verdedigers

 -voor de drie verdedigers (VOORKEUR!)

 -wisselend voor en achter de drie verdedigers

 -extra op het middenveld (ruitformatie)

 -extra aanvaller (schaduwspits)

 Om de gekozen speelwijze uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk om er in besprekingen, trainingen en voor- en nabesprekingen van wedstrijden de nodige aandacht aan te besteden.

 Steeds weer dient aan de orde te komen:

 formatie, veldbezetting, veldverdeling

 speelwijze (hoe wordt er verdedigd, opgebouwd en aangevallen?)

 taken en verantwoordelijkheden van de verschillende posities

 positiespel

 winnen van 1 tegen 1-duels

 rendement in de eindfase (scoringskansen creëren)

 benutten van kansen

 veel winst is te halen uit een snelle omschakeling zowel van BB (balbezit) naar BBT (balbezit tegenstander) als van BBT naar BB.

(20)

 In het vervolg wordt de formatie van een elftal, zoals FC Purmerend die voorstaat, uiteengezet. Wij zijn er hierbij vanuit gegaan dat de tweede centrale verdediger doorschuift naar het middenveld en als verdedigende middenvelder fungeert.

 Bijbehorende taken en functies worden puntsgewijs aangegeven.

Formatie bij FC Purmerend D pupillen en junioren C, B en A 1:4:3:3

 centrale verdediger

rechter verdediger linkerverdediger

verdedigende middenvelder

rechter middenvelder linker middenvelder

 aanvallende middenvelder

rechter aanvaller linker aanvaller

 centrumspits

 2.3. Aandachtspunten per leeftijdscategorie F- t/m A-jeugd

 2.3.1 F-jeugd (6-8 jaar)

 Profiel van een F trainer:

 Op de eerste plaats beseft hij dat de kinderen met zoveel mogelijk voetbalsituaties geconfronteerd moeten worden. Daarbij treedt hij voornamelijk op als begeleider.

Tijdens trainingen bewaakt hij de organisatie, helpt en motiveert hij en corrigeert hij vooral op technisch gebied. Een goede F trainer is voor zijn spelers een kameraad en opleider. Dus meer iemand met een echte voorbeeldfunctie dan de voetbalkenner die boordevol tactische vondsten zit. Wanneer het moment voor de coach is gekomen om verbaal te gaan

begeleiden is het goed aanwijzingen te geven die hout snijden. Op het veld kan hij het goede voorbeeld geven. Ook weet hij in alle omstandigheden resultaten te relativeren en ouders hiervan te overtuigen. Moet technische vaardigheden goed voor kunnen doen en minimaal in het bezit zijn van de “module pupillentrainer” of bereid zijn deze te halen. Ook een goede voetbalachtergrond is een vereiste.

Psychische kenmerken van deze leeftijdscategorie

 behoefte aan duidelijke leiding

 snel afgeleid, gering concentratievermogen

 individueel gericht, weinig gevoel voor samenspel

 weinig gevoel om dingen samen te doen

 bewegingsdrang

 drang tot nabootsen

 speels

 training en wedstrijd zien als avontuur

(21)

Fysieke kenmerken

 langzame verbetering van coördinatie

 relatief weinig kracht

 moet leren de baas over de bal te worden

 geringe duurprestaties

 snel herstel na inspanning Algemene kenmerken

F-pup. zijn snel afgeleid, en vooral individueel gericht. Toch zijn de eerste vormen van samenspel al vrij snel zichtbaar. Vooral tijdens de laatste fase van de F-pup. periode, gaan ze al meer overspelen en worden de eerste vormen van samenspel zichtbaar. De kinderen zijn bezig om baas over de bal te worden door hun technische vaardigheden te verbeteren.

De F-pup. selectie bestaat uit 2 teams, de JO9-1 en de JO8-1. Trainingsdoelstellingen ("Wennen door spelen")

Technisch:

 Baas worden over de bal.

 Balgewenning laten opdoen door spelen in eenvoudige spelvormen en partijspelen.

 Het zijn vooral de basistechnieken die geleerd moeten worden.

 Herhalingen zijn noodzakelijk.

Conditioneel:

 Spelenderwijs kennis laten maken met de algemene grondvormen van beweging: lopen, springen, huppelen, etc.

 Veel met de bal werken: alleen, met medespeler en in kleine partijspelen.

Tactisch:

 Aanleren van belangrijkste spelregels.

 Begripsvorming op gang brengen uitgaande van basisdoelen van het voetbal: doelpunten maken / doelpunten voorkomen.

Mentaal:

 Leren functioneren in een groep en leren omgaan met de spelregels en met anderen (medespeler, tegenspeler, elftalleiding en scheidsrechter).

Accenten training

 Ruime bewegingservaringen laten opdoen, vooral met bal.

 Veel spelvormen; positieve spelbenadering (aanval, scoren).

 Ruimte laten voor eigen ontdekkingen.

 Doeltjes niet te klein, meerdere scoringsmogelijkheden (scoren betekent vreugde en enthousiasme)

 Verdedigers laten scoren als die de bal veroveren bij een oefenvorm.

 Speelse oefenvormen aanbieden.

 Vooral het 4 tegen 4 spel in al zijn vormen is belangrijk omdat dit alle voetbalbedoelingen in zich heeft.

(22)

Te beheersen vaardigheden

 Het gehele jaar door trainen (afwisselend en herhalend in voetbaleigen vormen):

 dribbelen

 drijven met de bal

 pingelen

 passen en trappen (links en rechts open draaien)

 gericht schieten (mikken)

 verwerken van de bal

 leren samenspelen

 duel 1:1 (aanvallend en verdedigend)

 leren samenspelen in kleine partijen

 schijnbewegingen (Coerver/Meulensteen) Coaching

 Blijven motiveren.

 Positieve benadering.

 Ruimte laten voor eigen ontdekkingen.

 Simpel woordgebruik. Spreek in de taal van de kinderen bijvoorbeeld: “Ga staan waar je de bal kunt krijgen” is beter dan “Loop vrij’.

 Helpend gedrag voor, tijdens en na de wedstrijd en training.

 Individuele aandacht.

 Mee laten denken door vraag en antwoord spel.

Oefenstof

 Oefenvormen in kleine groepjes en altijd met de bal!

 Training is als volgt opgebouwd, zie bijlage 7:

 Warming-up, pass/trap, rondo, afronden enz.

 Tussenvorm bijvoorbeeld naar aanleiding voetbalprobleem

 Partijspel

 Een goed boek met uitstekende oefenstof is de Special F-E pupillen training.

2.3.2 E-jeugd (8-10 jaar)

Profiel van een E trainer:

 Op de eerste plaats beseft hij dat de kinderen met zoveel mogelijk voetbalsituaties

geconfronteerd moeten worden. Daarbij treedt hij voornamelijk op als begeleider die de E spelers de ruimte geeft om zelf oplossingen te vinden voor de voetbalproblemen die ze tegenkomen. Tijdens trainingen bewaakt hij de organisatie, helpt en motiveert hij en corrigeert hij vooral op technisch gebied. Een goede E trainer is voor zijn spelers een kameraad en opleider. Dus meer iemand met een echte voorbeeldfunctie dan de voetbalkenner die boordevol tactische vondsten zit. Op het veld kan hij het goede

voorbeeld geven. Ook weet hij in alle omstandigheden resultaten te relativeren en ouders hiervan te overtuigen. Moet technische vaardigheden goed voor kunnen doen en

minimaal in het bezit zijn van de “module pupillentrainer”.

(23)

Psychische kenmerken

 kan zich al wat langer concentreren.

 is meer bereid deel uit te maken van een team; al minder individualistisch.

 leert het verschil zien tussen wie goed en minder goed kan voetballen.

 wat meer sociaal-voelend

 krijgt besef voor uitvoeren van taken

 geldingsdrang

 leergevoelig Fysieke kenmerken

 groei naar verdere harmonie

 meer coördinatie

 toename uithoudingsvermogen

 toename doorzettingsvermogen

Algemene kenmerken

 Bij de E-pupillen zijn kinderen al veel meer bereid om deel uit te maken van een team. Ze zien het verschil tussen wie goed en minder goed kan voetballen. Ook kan hij het

opbrengen om wat langer dezelfde oefening uit te voeren. De balbehandeling begint erop te lijken. Dit is de ideale leeftijd om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Samenspel gaat al in de vorm van echte combinaties en ook het dekken en vrijlopen gaan ze steeds beter begrijpen. De E-pup. selectie bestaat uit 2 teams, de Etop (JO11-1) en de JO10-1.

Trainingsdoelstellingen ("Wennen door spelen") Technisch:

 Spelenderwijs aanleren van techniek met technische grondvormen (aan- en meenemen, trappen, dribbelen, passen, koppen, afwerken, etc.) (ideale leeftijd om te leren).

 Vooral werken vanuit spelvorm met veel balcontacten (kleine partijen).

Conditioneel:

 Spelenderwijs scholen van algemene beweeglijkheid, uitvoeren in spel- en wedstrijdvorm.

Tactisch:

 Drang naar individueel spel niet aantasten.

 Bij tactische vorming uitgaan van basisdoelen (doelpunten maken / doelpunten voorkomen).

 Aandacht blijven schenken aan belangrijkste spelregels.

 Aandacht voor de omschakeling van BB (balbezit) naar BBT (balbezit tegenstander) en van BBT naar BB

(24)

Mentaal:

 Wijzen op het belang van samenwerking om een bepaald doel te bereiken.

Accenten training

 Ideale leeftijd voor motorisch leren.

 Veel op techniek trainen.

 Veel spel- en wedstrijdvormen.

 Ook verdedigers laten “scoren” als die de bal veroveren bij een oefenvorm.

 Kleine partijspelen en eenvoudige positiespelen.

 Veel balcontacten.

Te beheersen vaardigheden

 Het gehele jaar door trainen (afwisselend en herhalend):

 individuele baltechniek (70% van de training)

 gericht schieten

 passen en trappen (links en rechts)

 dribbelen

 drijven met de bal

 inwerpen

 duel 1:1 (aanvallend)

 afwerken op doel

 eenvoudige positiespelen (3:1, 4:1)

 uitspelen van de 2:1-situatie

 koppen (lichte ballen over korte afstand, niet met afwerken; techniek scholen, angst

 wegnemen)

 kleine partijspelen

 beheersen en verwerken van de bal

 schijnbewegingen (Coerver/Meulensteen)

 loopscholing

Coaching

 Ruimte laten voor eigen ontdekkingen.

 Simpel woordgebruik.

 Helpend gedrag voor, tijdens en na de wedstrijd.

 Spelvreugde moet voorop staan.

 Aandacht voor techniek.

 Mee laten denken door vraag en antwoord spel.

(25)

Opmerking:

 Bij 2de jaars E-jeugdspelers aandacht schenken aan de overgang naar D ('groot veld').

 Aandacht voor de linies en posities op het grote veld zoals bij D.

Oefenstof

 Oefenvormen in kleine groepjes en altijd met de bal !

 Training is als volgt opgebouwd, zie bijlage 7:

 Warming-up, pass/trap, rondo, afronden enz.

 Tussenvorm bijvoorbeeld naar aanleiding voetbalprobleem

 Partijspel

Een goed boek met uitstekende oefenstof is de Special F-E pupillen training.

2.3.3 D-jeugd (10-12 jaar)

Profiel van een D trainer:

 De D trainer moet aan twee belangrijke eigenschappen voldoen als je de kenmerken van deze leeftijdsgroep als uitgangspunt neemt. Hij moet enthousiast zijn en over voldoende eigenvaardigheid beschikken om tijdens de training het goede voorbeeld te geven. Hij heeft daarom een eigen voetbalachtergrond op een aanvaardbaar niveau. Als D trainer hoef je minder dan bij de F en E jeugd te reageren op het moment zelf. D spelers kunnen al een korte foutenanalyse achteraf verwerken. Ze zijn tegenwoordig zeker al in staat om een aantal tactische basisprincipes uit te voeren. Dat betekent dat de D trainer in elk geval over voldoende tactische kennis moet beschikken. Hij moet ook weten hoe je op deze leeftijd eigenschappen als snelheid, behendigheid, coördinatie kunt ontwikkelen en creativiteit aan de bal kan stimuleren. Een goede D trainer reserveert tijd voor zijn

persoonlijke gesprekken met zijn spelers over de vorderingen en heeft regelmatig contact met de ouders. Hij beschikt over voldoende kennis over het 1-4-3-3 systeem zodat hij de belangrijkste uitgangspunten kan bijbrengen en moet minimaal de module jeugdtrainer gedaan hebben. In het bezit zijn van TC3 is een pre.

Psychische kenmerken

 leergierig

 toename sociaal besef

 enthousiast en goed aanspreekbaar

 prestatiedrang, meer competitief ingesteld.

 kan het aan om in teamverband een doel na te streven.

 is bewust bezig zijn prestaties op te vijzelen.

 het begin van de puberteit kondigt zich aan.

 kritiek op eigen prestaties en van anderen

 navolging van idolen

Fysieke kenmerken

 ideale lichaamsverhoudingen

 coordinatie van bewegingen wordt beter

 kracht en uithoudingsvermogen veelal aanwezig

(26)

Algemene kenmerken

 Bij de D-pupillen zien we bij het voetballen voor het eerst samenspel in de vorm van echte bewust uitgevoerde combinaties. Het dekken en vrijlopen gaan ze al beter

begrijpen. De balbehandeling begint er hier ook al aardig op te lijken. De D-pupil heeft de ideale leeftijd om het voetballen tactisch en technisch onder de knie te krijgen. Het

oefenen van vaardigheden

 gebeurt hier veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Deze categorie kan hier ook meer concentratie voor opbrengen. In de D-pupillen vindt de overgang plaats van een

 half naar een groot speelveld; van 7 tegen 7 naar 11 tegen 11. Extra aandacht is bij deze groep een vereiste. Er is ook een leerzaam boekje in omloop “Van zevental naar elftal”.

Trainingsdoelstellingen ("Leren door spelen") Technisch:

 Gericht oefenen op volmaakte uitvoering van de technische grondvormen (aan- en meenemen, trappen, dribbelen, passen, koppen, afwerken, etc.) in eenvoudige oefenvormen, individueel, met partner en tijdens partij- en positie spelen.

 Voordoen is essentieel.

 Techniek leren toepassen door kleine partijvormen.

Conditioneel:

 Voetbalconditie opdoen door kleine partijspelen met arbeid-rustverhouding (partij afgewisseld met oefenvormen als 'rust').

 Geen conditionele vorming zonder bal.

Tactisch:

 Aanleren van algemene tactische principes, taken en functies binnen opbouwen, aanvallen, verdedigen en omschakelen.

 Het leren van 'buitenspel'.

 Aandacht voor posities en taken; niet te plaatsgebonden laten ontwikkelen (niet te snel specialiseren).

 Veldbezetting

 positiespel met en zonder bal

 diepte in het spel

 openen op de andere flank

 opengedraaid staan om de bal te ontvangen

 In wedstrijden niet te veel opdrachten meegeven.

Mentaal:

 Prestatievergelijking van individuele verrichtingen vindt plaats.

Accenten in de training

 Basis- en baltechnieken staan voorop (zoveel mogelijk met bal).

 Veel spelsituaties trainen.

 Schaven aan techniek (afwisselend programma).

 Techniek verbeteren onder weerstand (wedstrijdsituaties).

 Creativiteit van spelers niet inperken.

(27)

Te beheersen vaardigheden

 Het gehele jaar door trainen (afwisselend en herhalend):

 individuele baltechniek ( 60% van de training)

 'achterlangs komen' bij aanval

 dribbelen

 druk zetten (pressie)

 drijven met de bal

 opbouw van achteruit (ook door keeper)

 passen en trappen (links en rechts)

 positiespel 5:2, 3:1, 4:2 en 4:3

 aan- en meenemen van de bal

 open draaien

 opengedraaid staan

 positiespel 2:1 ('1-2 combinatie')

 koppen

 duel 1:1 (aanvallend en verdedigend)

 afwerken op doel

 uitspelen van overtalsituatie

 verdedigen in ondertalsituatie

 omschakeling bij in balbezit komen

 omschakeling bij balverlies

 spelverplaatsing/ openen op de andere zijde

 schijnbewegingen (Coerver/Meulensteen)

 technische loopscholing

 snelheid – 5 meter sprint in 2.19 sec. = goed

 snelheid – 30 meter sprint in 6.30 sec. = goed

 uithoudingsvermogen – shuttle run test – 8 1/2 trappen = goed

 sprongkracht – 29 cm. = goed Coaching

 Ruimte laten voor eigen ontdekkingen

 Extra aandacht voor vrijlopen bij balbezit en dekken bij balverlies (omschakeling)

 Extra aandacht voor bezetting van de posities

 Extra aandacht voor openen op de andere flank

 Gebruik maken van eenvoudige coachtermen

 Positieve waardering is erg belangrijk

 Mee laten denken door vraag en antwoord spel

(28)

 Stimuleren van de teamgeest (voetbal is teamsport)

 Helpend gedrag voor, tijdens en na de wedstrijd

 Benaderen en bespreken van de wedstrijd (voor- en nabespreking) Oefenstof

 Training is als volgt opgebouwd.

 o Orientatiefase

 o Leer- oefenfase

 o Toepassingsfase

Een goed boek met uitstekende oefenstof is de Special D pupillen training.

 2.3.4 C-jeugd (12-14 jaar)

Profiel van een C trainer:

 Een goede C trainer weet op de eerste plaats op de juiste manier om te gaan met de grote verschillen binnen zijn selectie. Hij is zich ervan bewust dat de spelers hard op zoek zijn naar hun eigen identiteit en dat die fase nogal wat problemen met zich kan meebrengen. Een dergelijke trainer toont interesse voor al die veranderingen en laat dat ook in persoonlijke gesprekken merken. Hij communiceert, m.u.v. incidenten, alleen nog maar met de C-speler.

 Hij is vooral duidelijk naar de spelers toe en houdt zich aan de afgesproken huisregels.

Dat laatste kan allen als de trainer zelf op dit gebied een voorbeeldfunctie vervult. Ook bij het samenstellen van de oefenstof en bij het kiezen van de juiste methodiek houdt

rekening met de onderlinge verschillen. Hij beschikt over voldoende kennis over het 1:4:3:3 concept zodat hij de belangrijkste uitgangspunten kan bijbrengen.

 Daarbij houdt hij rekening met de fysieke beperkingen van veel C-spelers bij de uitvoering van het concept. Deze trainer is in staat om voor zijn spelers opdrachten te formuleren, die al een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid zoals ook op hun middelbareschool. Hij beschikt over kennis op het gebied van teambuilding en kan tijdens trainingen ook zelf het goede voorbeeld geven en moet minimaal in het bezit zijn van VTT Jeugd of TC3.

Psychische kenmerken

 kritisch voor gezag

 vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich.

 geldingsdrang en de drang zich met anderen te vergelijken nemen toe.

 behoefte aan vaste afspraken, rechten en plichten

 groepsvorming

 motivatiegebrek

 idealistisch / eigenwijs

 andere interesses gaan meespelen (herwaardering voetbal)

 gezins- en studieomstandigheden kunnen rol spelen

(29)

Fysieke kenmerken

 (pré)puberteit

 disharmonie

 bij sommigen enorme lengtegroei, daardoor grote lengteverschillen in de groep

 beperkte belastbaarheid

 onstabiele motoriek

 blessuregevoelig Algemene kenmerken

 Bij de C-junioren begint het vrijlopen en samenspelen zich verder te ontwikkelen. De duels worden serieuzer en ook in verdedigend opzicht ziet men hier verbetering. Het komt minder vaak voor dat een aantal spelers zich met één tegenstander bezig houdt, maar we zien juist dat spelers meer oog krijgen voor hun directe tegenstander. De taken die aan een bepaalde positie in een elftal kleven worden geleidelijk opgepikt en

uitgevoerd.

Trainingsdoelstellingen ("Benaderen van de wedstrijd") Technisch:

 Voortzetten van het leren beheersen van technische grondvormen (aan- en meenemen, trappen, dribbelen, passen, koppen, afwerken, etc.) met een grotere snelheid en hoger tempo.

 Wedstrijdvormen inbouwen. Door de puberteit doen zich grote individuele verschillen voor (individuele aandacht: eenvoudigere oefeningen, lager tempo).

Conditioneel:

 Intensiteit mag toenemen t.o.v. D-jeugd , maar lichamelijke belasting moet per individu verschillen (geen krachttraining door lengtegroei!).

 Conditie kweken door oefen- en spelvormen (met weerstanden) in estafette- en wedstrijdvorm.

 Aandacht voor snelheid. Tactisch:

 Vanuit algemene tactische principes (aanvallen is aanbieden, vrijlopen; verdedigen is dekken, man- / ruimtedekking; positiewisselingen).

 Verder uitbreiden van individuele tactiek.

 Duidelijkheid scheppen in het belang van elftaltactiek.

 Inzicht brengen in en beoefenen van de belangrijkste taken van linies en posities.

 Onderlinge samenwerking tussen de linies verbeteren.

Mentaal:

 Stimuleren van zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel.

 Opvoeden in sportmentaliteit (lichaamsverzorging, wedstrijdvoorbereiding, prestatiebewustzijn, materiaalbeheer).

(30)

Accenten training

 Technische voetbalvaardigheden vanuit wedstrijdsituatie

 Handelingssnelheid vergroten.

(31)

 Veel positie- en partijspelen. Trainen in twee en drie linies. Geen krachttraining (lengtegroei). Conditie training in de voetbalvormen. Oog hebben voor individuele tekortkomingen/ problemen. Herhalen en aanscherpen van technische grondvormen.

Te beheersen vaardigheden

 Het gehele jaar door trainen (afwisselend en herhalend):

 positiespel (3:1, 5:2, 5:3, 4:3)

 druk zetten (pressie)

 duel 1:1 (aanvallend en verdedigend)

 positioneel dekken

 kaatsen

 passen, trappen (links en rechts)

 omschakeling bij balbezit

 omschakeling bij balverlies

 koppen (techniek)

 benutten van kansen (afwerken)

 individuele baltechniek

 aanbieden van de spitsen (kaatsen, wegdraaien)

 opbouw van achteruit (ook door keeper)

 'achterlangs komen' bij aanval

 openen op de andere flank (spel verplaatsen)

 open gedraaid staan om de bal te ontvangen

 schijnbewegingen (Coerver/Meulensteen)

 technische loopscholing

 snelheid – 5 meter sprint in 1.99 sec. = goed

 snelheid – 30 meter sprint in 5.80 sec. = goed

 uithoudingsvermogen – shuttle run test – 9 trappen = goed

 sprongkracht – 33 cm. = goed Coaching

 Aanwijzingen gericht op wedstrijdsituatie.

 Aspecten van wedstrijdtactiek nadrukkelijk aan de orde laten komen (tempo, spelverplaatsing, omschakeling etc.).

 Individuele minpunten signaleren en verbeteren; ook aandacht voor positieve waardering.

 Aandacht voor taken per linie.

 Motiveren waarom iets (anders) moet.

 Eigen verantwoordelijkheden steeds meer benadrukken.

 Benaderen en bespreken van de wedstrijd (voor- en nabespreking).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder deze vervorming moet worden verstaan het niet geheel strak onder profiel liggen van delen van de glooiing na het optreden van de 1 : 4000 belasting, zonder dat gaten

Volwassenen kunnen het Woord van God wel lezen en uitleg- gen, maar een kind brengt het naar binnen en naar voren.. Hoe vaak wij een woord uit de Schrift ook al hoorden, het heeft

Opvolger van Bertone in de Congregatie voor de Geloofsleer werd Angelo Amato, wel een ge- reputeerd theoloog en op zijn beurt salesiaan?. Zuster Enrica Ro- sanna bezet

corporatie omdat mensen vaak zelf niet genoeg middelen hebben om op een andere manier in een woning te wonen, en daar hangen wel heel veel problemen rondom heen.. Ze hebben moeite

De aanwezigen geven allen aan erg tevreden te zijn en dat zij naast de dagopvang nog voldoende activiteiten ondernemen die zij nog kunnen en leuk vinden.. Voorbeelden van

We gaan vandaag met de Bijdehand busjes naar speeltuin ‘Schollebos’ Neem je rugzak mee want daar gaan de boterhammen, drinken en lekkers in mee.. Meenemen: rugzak, zwemkleding

U heeft aangegeven dat de situatie voor de woonbootbewoners in de Nieuwe Haven nog slechter gaat worden, omdat de provincie een vergunning heeft verleend voor een opslagruimte

De software van Incedo Business biedt beveiliging voor elk bedrijf en werkt voor kleine en grote gebouwen. Het Incedo ecosysteem zal ook groeien door het toevoegen van slimme